Historisch Archief 1877-1940
ara
w* t t ' -*?<*
^ '"f A * ?*- \l SS$
*w; -f*;, -'\ 's?
^V*- - f - , ^
V di * , * ?>
L Bi
,Geef mij
Nieuiue
Oogen/"
H?#:
',-W^--.- l
f^ f j
W + * ff» Mv
i. Dl U MA»
Dertig eeuwen geleden leerden de
Chineesche wijzen hun volgelingen,
dat de Goden een bede om
nieuwe oogen" nimmer verhoor
den. Oogen waren niet te
repareeren en bedorven oogen zijn
nog altijd niet te repareeren.
Daarbij zijn oogen teer. U bederft
ze reeds, wanneer U 's avonds con
stant werkt of leest/terwijl er een
lamp van minder dan 150 dekalu
men in Uw middenlicht brandt. Con
troleert, of dit minimum aanwezig is.
Let erop, dat er be
hoorlijk licht is bij de
stoel, waarin U zit te
lezen, of op de tafel,
waar U werkt. - Een
BESCHERMT
UW OOGEN
«'PHILIPS*
BI-ARLITA"
extra lampje is een zegen voor
oogen en gezondheid!
Daarbij is goed licht uiterst goed
koop. Een Philips' Bi-Arlita"-lamp
van 150 dekalumen geeft voor
l a 2 cent een heelen avond
helder licht, berekend naar de
meest-gebruikelijkestroomtarieven.
Een reefes belangrijke waarheden
over oogen en verlichting vindt U
vlot uiteengezet in ons werkje: Van
het Wondere Zien". Vraagt het aan:
hef is gratis/
PHILIPS'
.BI-ARlflTA
N. V. PHILIPS'
GLOEIII DI.GROENE Ne. 310e
UIT HET DAGBOEK VAN PIERKEN
De poëzie
GE begint stillekesaan de jaren
van het verstand te naderen en
het wordt tijd dat ge een keer
nader kennis maakt met de muzen
ze» de meester. Een mensch blijft geen
kind.
Laat ze maar boven komen die
muzen! zei Leonard, die al naar de
meiskes snaart na de klas.
Alabonheur verklaarde de meester,
er zijn er niet min dan negen, zonder
van deze te gewagen die in hun wieg
versmacht zijn. Negen dochters van de
familie Jupiter en al om te bekoorlijk,
hetgeen natuurlijk niet wil zeggen dat
ge ze allen tegelijk moet veroveren.
Een voor een is genoeg zei de meester
en daarom zullen we vandaag die van
de poëzij aanpakken.
De poëzij dient om verhevene ge
dachten uit te drukken, zóoals wanneer
ge kosmische trekkingen gewaar wordt
of uw peetsen gedekoreerd wordt voor
vijfentwintig jaar trouwen dienst.
Gij daar zei de meester tegen
Telesfoor, geeft mij eens een groot
gedacht op waar men kan op rij
men.
Tè-rè-tè-tè-èrrèzong de Rosten.
De uitdrukking is een weinig onge
lukkig maar de bedoeling is zuiver
verklaarde de meester als hij de tonen
van het nationaal lied door de klas
hoorde dreunen en de ruiten begonnen
te rinkelen. Anders, de voeten zijn
juist zei hij.
De voeten ? vroeg Caesar.
Zeker zei de meester, de voeten.
Een goed gedicht is gemaakt om van
mond tot mond over te gaan en om te
gaan hebt ge voeten noodig of anders
valt ge omver. Het komt er nochtans
op aan geen verkeerde voeten onder
uw gedachten te zetten of anders gaat
uw gedicht mank gelijk wanneer ge
de schoenen van uw zuster aantrekt
met hooge hakken. Daarom heeft men
verschillende maten gemaakt. Als ge
bijvoorbeeld een man in verzen wilt
zetten die op een warmen zomersenen
dag langs een baan zonder hoornen
strompelt vroeg de meester aan den
Tsiep, welke voeten zult ge dan
bezigen ?
Pijnlijke voeten, zei hij maar hij
kreeg vijf slechte punten, waarop de
meester het woord tot mij richtte en
mij opdroeg een voorbeeld te geven
hoe men een vreugdig gedacht moet
uitdrukken met gepaste voeten. En ik
zei; Twee oogen zoo blauw, met de
muziek bij, waarop al de anderen
riepen dat ik afgekeken had gelijk op
het examen en de meester verklaarde
dat dit gebruiken waren die niet toe
gelaten waren in de poëzij en dat ik
die blauwe oogen aan zijn eigenaar
moest weergeven. Dat gebeurt nooit
zei de meester dat de dichters van
malkander afschrijven of dan moeten
ze tenminste de voeten vervangen.
En als ge geen voeten hebt? vroeg ik.
Dan loopt ge op uw handen zei de
meester. Dat is zelfs mode in de dicht
kunst en dat heeft dikwijls een schoon
effekt. Op voorwaarde dat ge niet van
te dicht gaat kijken en watten in uw
ooren stopt.
Waaruit men kan leeren dat de
poëzij een ingewikkeld beroep is en
wij veel eerbied moeten hebben voor
de dichters die op hun voeten of op
hun handen en soms op alle twee
tegelijk kruipen om ons in hoogere
sferen te verheffen.
H
ET is alles feest,
deze dagen. Het
feest van Ons
Vorstelijk Paar, dat wij
de heele zaak versierd
hebben. Je herkent je
zelf niet meer tusschen
de slingers en langer open op den
aanteekendag. En dat doet je goed.
Ik lees in de kranten over de versierin
gen in Den Haag: en dan denk je, dat
de menschen blij zijn eindelijk weer
«ns iets te hebben om blij over te rijn.
En je moest de economische omstan
digheden net zoo mooi kunnen versie
ren, met groene slingers en heldere
kleuren en letters door elkaar, b.v. W.
en V., welvaart. Want erg fraai is het
nou nog allemaal niet. -^
Ik zie Zaterdag de Heeren van De
Groene. Ik ga er heen, ik zeg: Wel
ge?eliciteerd, Heeren, met het Jubileum,
wat een tijd 60 jaren. Ik zeg tegen de
Heeren, ik zeg, hoe dat de tijden
veranderem Ik heb heele andere Heeren
gekend, die in hun tijd de Heeren van
"e Groene waren en zich net zoo voel
den en er net zoo veel over praatten.
?s je die Heeren ziet, altijd groote ge
sprekken en ik moet zeggen royaal met
drinken, vooral koffie. En als de Hee
ren aan een tafeltje zitten en aan de
leestafel vraagt zoo maar een Heer De
groene, en gaat zitten lezen» dan kijkt
Je heele tafel, en bij elk blad, dat de
«eer aan de leestafel omslaat, kijken
ze nieuwsgierig of de Heer zal lachen
ais het lachbladzij is, of lezen als het
moeüyke artikelen zijn of boos omslaan
flis hij het niet eens is of niet kan lezen.
Maar ik vind, dat met die dingen dan
Groen en Slingers"
11 A« f AAM A. ._. f l i _. A-A. ?_ ^ _. - ~-^Mfc
al het prettige mee ophoudt. Want ver
der is het niet veel moois. Zijn me dat
regeerders, dat ze niet eens durven een
wereldtentoonstelling te organiseeren
en nou maar lauw weg verkondigen,
dat het voor 1945 niet meer gaat. En
waarom? Omdat ze te lui zijn, zegt
Chef Pot. Hij zegt, als wij in het parti
culiere bedrijfsleven zoo slof waren, als
vaak de overheidspersonen, dan kwam
er niets van terecht en werden wij over
vleugeld door onze concurrenten. Wat,
als je niet oppast, zegt hij, ook al ge
beurt. Want waarom maken ze anders
op het oogenblik in Duitschland zoo'n
haast met bewapenen. Maar net komt
Directeur Wouwerman binnen en hoort
het en zegt: Geen politiek in de zaak,
en gingen wij weer gauw aan ons werk.
Er is ook veel narigheid bij de jonge
Heeren Advocaten. En die Kist ge
kend heeft als vroolijke Heeren Stu
denten, goed van drinken, die zitten
nu op n kopje koffie het heele jaar
op een cliënt te wachten die nu eens
wel kan betalen en niet zooals de
anderen pro deo" is, en je ziet ze
zienderoogen vermageren. Want geven
wij een biefstuk-met-gebakken pro
deo"? En dan, op een dag, zijn ze
weg: dan zijn zij pro deo..
WE hadden laatst in de zaak nog
al wat deining, omdat er een
tafeltje directeuren van gemeentebe
drijven zaten, die nu af moeten treden,
omdat de Heeren van den Raad vinden,
dat dat eerlijk is, omdat het jonger per
soneel ook moet. Er is iets voor en er
is iets tegen. Want een directeur is vaak
net een grootvader: er hoort leeftijd toe.
En net als in ons vak: als je je heele
leven aan werken gewend geweest bent,
wil je niet meer uit de zaak, nog afge
zien van de verdienste.
Daar zit laatst de Heer Wethouder
de Miranda. Kist, zegt hij, wat vind jij
van mijn voorgevel. Ik kijk hem aan,
en zeg: Prachtig Wethouder ! Maar hij
bedoelde de voorgevel van het nieuwe
politiebureau, die in een modern mate
riaal in een modernen stijl wordt uitge
voerd, door een architect, die niet ge
noemd is, en waartegen de Heer
Walrave Boissevain zooveel bezwaar had,
zei hij. En als zij bezwaar hebben'tegen
den gevel, zei hij, laten ze het dan zeg
gen. Dan bouwen we eerst het politie
bureau, en tegen den volgenden winter
als het koud wordt zetten wij er een
passenden gevel voor, volgens ontwerp
van de HeerenRaadsleden Boissevain
en Ter Haar, die nog niet eens hun
eigen colbertcostuums zelf uitzoeken,
zei de Heer de Miranda en ik doe het
wel, zei hij. Maar ik dacht: als het
politiebureau zoo moet worden
Maar ik zei: Een fijn ruitje, Wethouder,
en kreeg een dubbeltie fooi.
ZOO ZIJN ONZE MANIEREN
Onder-dezen titel zal Conservator voortaan
wekelijks een korte beschouwing wijden aan
zm en zinloosheid onzer zeden en gebruiken
E z«fen en gebruiken der be
schaafde volken zijn te ken
schetsen als holte eerediensten
zonder innerlijke beteekenis. Deze zeden
.en gebruiken worden herzien en gewij
zigd naar de behoeften van het tijdelijk
bewind. Er zijn er echter die zoodanig
diep hebben ingevreten in het bestaan
van het individu dat thans het oogenblik
gekomen is ze naar hunne innerlijke
waarde (vaak gevoeld als een tast) te
toetsen aan de redelijkheid.
HET BEZOEK. Individuen bezoe
ken elkander uit een drang tot zelf hand
having volgens het evenwichtsprincipe.
Een bezoek eischt een tegenbezoek. Het
initiatief tot een bezoek wordt gestimu
leerd door manifestatie-drift. Men wil
zich vertoonen om blijk te geven van zijn
onderworpenheid of goede gezindheid.
Men bezoekt lieden van wie men iets te
verwachten heeft in materieeten of gees
telijken zin.
Gedurende de plechtigheid schaart
men zich gezeten in een kring.
Genotmiddelen worden verstrekt en men ver
siert zich zooveel mogelijk om elkander
van wederzijdsche importantie te over
tuigen.
Door middel van vooraf gaande af
spraken geeft men elkander ruime gele
genheid tot voorbereiding, versiering etc.
Menschen met minderwaardigheids
gevoelens verontschuldigen hun aanwe
zigheid met bloemen aan de gastvrouw
en geschenken aan het bedienend per
soneel.
Soms worden bezoeken ingeleid met
een korte levensbeschrijving in druk,
bevattende naam, eventueele geboorte
naam en beroep in sierlijke
letterteekens.
Teneinde de spanning der eerste
oogetiblikken te verlichten, en alle gevoelens
van instinctieve vijandschap te onder
drukken, heerschen bepaalde ceremo
niën w.o. de bespreking van een onder
werp waarover geen discussie mogelijk
ts, namelijk de momenteele atmosferi
sche toestand.
CONSERVATOR
PAG. 19 DE GROENE N«. 3108