Historisch Archief 1877-1940
1f
t
Een verhaal van De Groene
D0D(TDiïIi
\
ku
J.
« s ,
,'f *
Mar i unne Phi l i p
DOOR de glasdeuren van mijn werkkamer
zie ik uit in het parkje. Men heeft er dit jaar
een waterpartij aangelegd, ergens moest
toch een object voor werkverschaffing wezen. Dus
heeft de Overheid ons, betergesitueerden villa
bewoners, dit stilstaand grachtje cadeau gedaan;
een belastingbetaler komt ook wat toe.
Er is een jaar gegraven aan het slootachtig
kanaaltje, dat we waterpartij" noemen, omdat
men er zich kan neerzetten op een baksteenen
monument dat een overzicht geeft van al het water.
In de eerste vreugde over het beëindigen van de
werkzaamheden achter ons tuinhek, hebben wij
ons in familieformatie boven op het bouwwerk
laten fotografeeren. Daarna hebben ontelbare
anderen er zich gefotografeerd, het is in deze
ge. meente een zondagochtendsport geworden. En nu
er ook al zwanen zwemmen tusschen het stilstaand
kroos vuil, worden ponden oudbakken boterhammen
gestrooid langs de flagstone promenade. De zwanen
kunnen het niet op maar de ratten worden er
vet van.
We hebben een serie opnamen gemaakt van het
werk-in-wording, gelukkig heb ik ook nog een foto
van den paradijsachtigen toestand eer de gemeente
architect zijn liniaal over onzen plattegrond had
gelegd. Er was kreupelhout, een zandkom met
levende wilde konijntjes, die mijn zoontje met een
tooneelkijker placht te bespieden door het zolder
raam, er was een braambosch met eetbare bramen.
Er was ook, een enkele maal, gerucht van kussen
en tinkelend gefluister als de kamperfoelie op warme
Juniavonden al te zoet geurde. En er waren veel
krolsche katten in Februari. We leefden, naar
forensenbegrippen, aan den zoom van het oerwoud.
Toen werd de eerste spa der werkverschaffing
met eenig vertoon in den grond gestoken, en weg
was de idylle. Kan men zich nog rustig en lui
liggen te zonnen op een geurig grasveldje of zich
zijn familie schikken om een tuintafel-met-thee
servies als vijfentwintig werkloozen staan te spugen
op de blaren in hun handen? Ik weet wel, zulke
blaren zijn na een dag of wat tot eelt geworden,
ook zijn de tijdelijke grondwerkers waarschijnlijk
al jarenlang gewend aan het feit, dat ze geen met
selaars, kantoorbedienden of bakkers meer zijn*
Maar 'wij, villabewoners, zijn onze zekerheden
kwijtgeraakt, wij zijn door Het Volk en De Tribune
verdreven uit de Pharaonische mentaliteit, waar
mee wij desnoods een heel volk tigchelsteenen lieten
sjouwen voor ons persoonlijk gebruik.
ZOO was dus de aardigheid van den tuin en het
grasveldje af. En van mijn openslaande glas
deuren, waarvoor ik gordijntjes liet spannen.
Eens echter, op een wintermorgen, heb ik die
i deuren toch haastig moeten openstooten, omdat het
niet anders kon.
Is een werklooze ballast? Ja! knikken de
des"???»
kundigen, tenminste voor zoover ze zelf niet werk
loos zijn. Elk wetenschappelijk geschoold econoom,
elk dictator, armbestuurder of referendaris bij
Sociale Zaken moet in laatste instantie erkennen,
dat de werklooze het onnut vulsel is, waarmee onze
maatschappij zit opgestopt als een goedkoope doos
bonbons met papierwol.
Maar geen van bovengenoemde officieele per
sonen zal een werklooze persoonlijk en in zijn
gezicht durven zeggen dat hij, juist hij Piet Jansen
of Jan Pietersen, ballast is. Daarvoor is het christelijk
beginsel dat iedere individueele ziel eeuwigheids
waarde" heeft, nog te zeer een burgerlijk axioma.
Dat de georganiseerde werkverschaffing een meer
materialistische practijk betracht, ligt niet aan de
waarschijnlijk goedbedoelende economen c.s. maar
aan het deficit der menschelijke verbeeldingskracht.
Dit is mij gedemonstreerd bij het graven onzer
waterpartij, die dus toch ergens voor heeft gediend.
Zooiets gaat aldus:
Het is December. Buiten het kantoorvenster van
den met de werkverschaffing overbelasten Directeur
G. W. hangt een thermometer. Allejezis" denkt de
Directeur, acht graden onder nul, we moeten het
graafwerk stopzetten." Hij heeft, als Directeur, nu
voldoende gedacht en belt den Opzichter op.
De Opzichter zit in een warme keet en houdt pa
pieren in orde. Hij steekt zijn neus door een kier en
laat den Werkbaas roepen. Opruimen met je
zoodje l order van het Gemeentehuis."
De Werkbaas kijkt naar de strakke vrieslucht,
snuift en wil wel naar huis. Dus laat hij de spaden
schouderen en de werkloozen, die zoo juist wat
minder werkloos waren geworden, gaan naar hun
woonplaats op voet van uitkeering.
Maar den volgenden morgen liggen vier leege
ijzeren zandschuiten vastgevroren in het slootje
tusschen de imposante heele" villa's. Een kuieren- .
de werklooze, die van het terrein zijner tewerk
stelling maar ongaarne kan scheiden, gaat het ver
tellen te bestemder plaatse. De schuiten zijn waar
devol, men kan ze niet uit hun model laten knijpen
door het ijs, den Werkbaas wordt meegedeeld, dat
ze eruit moeten. En dus requireert deze zijn werk
loozen weer voor n dag van nuttige maatschap
pelijke bezigheid.
Daar komen ze. Vijfentwintig manmenschen
tusschen de twintig en vijftig, voor deze gelegenheid
omwikkeld met alle lappen, bouffantes en oude
kousen, die een aan lager wal geraakte huisvrouw
nog in een hoek kan vinden.
De Noordoostenwind waait, dat is zijn roeping.
De Werkbaas beveelt, dat is zijn taak. Zijn schuiten
moeten eruit. Hoe zal hij ze eruit krijgen?. Hij is
Byrd noch AmUndsen en waarom legt men ook
waterpartijen aan op een plek, die 5 M. boven
A.P. ligt?
De Werkbaas laat een plank leggen van den wal
naar zijn eerste vlooteenheid. Een paar van zijn
werkloozen worden aan het werk gezet, ze hakken
rondom de ijskorsten los, rang nu boomen ze
de boot tegen het ijsvlak op, ze gaan een geul varen.
De leege lichte boot glijdt op tegen het ijs en ligt
zachtjes te deinen. De natuurmachten duwen hem
terug met een spel end en vinger. Eén vriesnacht van
twaalf onder nul en in het kunstgrachtje ligt een
korst voor veertien dagen dooiweer.
UT
Maar de Werkbaas heeft een taak, zijn booten
moeten uit het ijs. Hij gaat den strijd met de ele
menten aan.
EN nu begint de tragedie der ontbrekende ver
beeldingskracht. De Werkbaas zou nu voor zijn
geestesoog de jutezakken uit het Gemeentemagazijn
moeten zien, waarin hij het nog niet vastgevroren
zand laat scheppen tot ballast voor zijn te lichte
schuiten. Maar hij ziet alleen wat hij met
vleeschelijke oogen kan waarnemen. Hij ziet vijfentwintig
mannelijke werkloozen, die ondanks hun sobere,
naar calorische waarde toegemeten voeding, per
stuk nog wel gemiddeld honderdtien pond wegen.
Hij zwaait een organiseerenden arm: Allemaal
erin l"
Zoo zijn nu de werkloozen ook letterlijk en naar
de waarneembare werkelijkheid tot ballast geworden.
Daar gaan ze. Ze wachten tot de boot op het ijs zal
stooten, slaan dan hun armen om elkanders schou
ders eendracht maakt macht! en breken
onderling den schok.
Dit geschiedt alles bij een wintertje van acht
graden en een stevigen Noordooster, die de vaantjes
boven alle Nederlandsche ijsbanen nog denzelfden
dag zal doen klapperen. De tanden der werkloozen
klapperen nu al.
Den Werkbaas treffe geen blaam. Hij heeft het
net zoo koud als iedereen en daarbij nog een taak
Hij kan ook niet zien wat ik hier zie ui t mij n kamer,
want hij staat tusschen de bemanning en mist dus
den kijk op zijn scheepslading mislukte wereldorde.
Maar ik zie de gevolgen van het eerder genoemc
deficit.
Op dit moment rekt mijn luie witte poes zich ui:
zijn mandje en wrijft zijn rug tegen de verwarming,
het is geen gezicht. Mijn glasdeuren vliegen open ee
ik me rekenschap geef wat ik ga beginnen. En dat i >
inderdaad geen kleinigheid de bekeering van een
Werkbaas in functie.
Hallo" schreeuw ik vast om me een houding
te geven. Wat voeren jullie daar uit?"
Werkloozen zijn wantrouwig, ze geven geei
antwoord aan bemoeizieke dames uit
kapitalistenvilla's. Niemand doet een mond open. hooooo
ze slaan de armen om elkaar heen, daar stoot c e
boot op het ijs, dat wel wat wil afkruimelen.
De boot ligt even stil, en omdat iedere vrouv/,
ongeacht leeftijd en voorkomen, toch altijd een
kleine afleiding is als vijfentwintig mannen op et n
knufje staan, wordt de stemming iets milder, 'k
* schreeuw dus voor de tweede maal:
Wat voeren jullie in Godsnaam uit?"
En dan, prijst den Heere, lof en dank ! roe pt
een der mislukten met verheffing van stem:
Mins hou je bedaard ! ? we binne an 't
speuievarel" .
Ja. Lof en dank. Tech beweegt zij zich,?de
Verbeeldingskracht.
Toen we de heete koffie over het hek reikten,
ging een krombeenig mannetje een kom brenp.en
aan den werkbaas, die zich afzijdig hield om lat
er nu eenmaal standen zijn.
Een baas is ook een mensen" zei het mannetje,
toen hij terugkwam met de leege kom.
PAG. 20 DE GROENE No. 3108
THEATER
VERWACHT VANAF VRUDAC 25 DECEMBER
l"1 KERSTDAG
EEN ZELDZAAM MOOI KERSTPROGRAMMA
DE GROOTSTE ATTRACTIE VAN AMSTERDAM
EUROPEES CHE PREMIERE
DKTRICH
Ckake&t
BOYCR
IN DE ONVERGETELIJKE
PRACHT.
FILM
NAAR DE BEKENDE ROMAN VAN
ROBERT HICHENS
EEN DAVfD O. SELZNICK FILM DER UNITED
ARTISTS, UITGEBRACHT DOOR LOlT C. BA R N.
S r. J r» 6 FILMDiSrffiBUnE
EEN UITGELEZEN VOORPROGRAMMA
TOEGANG 18 JAAR
NOG ALTIJD . . .
i
groen,
f r is c h,
en monter!
Hij is niet zoo groen als hij lijkt,"
is herhaaldelijk van De Groene
gezegd. En met recht: achter de
groenheid van De Groene schuilt
de wijsheid van zestig jaar ervaring.
Maar in n opzicht blijft de kleur
van toepassing: frisch en monter
als altijd gaat
De Groene
zijn 61 sten
jaargang in
s
i
H
i
HET LIJFBLAD VAN DENKEND NEDERLAND
heeft zestig jaar lang leiding gegeven bij de vorming der
openbare meening in ons vaderland en zal dit blijven doen.
Wie prijs stelt op een onafhankelijk oordeel over de
vraagstukken van den dag kan niet buiten De Groene.
s
S
c
KENT U ONS JUBILEUMNUMMER?
Het is de vorige week verschenen en
bevat 25 artikelen van 25 deskundigen
over de ontwikkeling der maatschappij
in de 60 jaren van het bestaan van
De Groene. U kunt dit nummer alsnog
kosteloos ontvangen als U zich op
nevenstaanden bon als abonnéopgeeft
pAG,2| DE GROENE Mo.3108
BON
ADMINISTRATIE DE GROENE"
KEIZERSGRACHT 355 - AMSTERDAM
Poitf Iro 72880 ? Gemeente Giro G 1000 - Telefoon 379*4
Mijne Meeren,
Omdat de 61ste jaargang nog beter zal zijn dan de
60ste, abonneer Ik mij voor 1937 op ,,De Groene".
Ik zend U f 10.?en verzoek U mij de In December:
nog verschijnende nummers, alsmede het Jubileum
nummer, kosteloos te zenden.
Naam: ............. . : ;...,'.
Straat:.. ........:...............: Nr.
Woonplaats: :,
Handteekening:.
Abonnementen kunnen te allen tijde Ingaan, doch «lechti bl| het
einde van een jurfani na ofUMftfnf voor l December eindigen