Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
61e jaargang No. 3109
Redactie: Mr. H. K A N N, TH. MOUSSAULT,
Dr. P. H. RITTER Jr., Mr. N. J. C M. KAPPEYNE
VAN DE COPPELLÖ«n Mr. R. H. DIJKSTRA
Red. en admlnlstr : Keizersgracht 355. Amsterdam C.
Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - G«m. giro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd.
WAT GEBEURT ER
ZONDER eenigen twijfel is de kern van alle
vragen op dit oogenblik: hoe houdt Duitsch
land het uit? In dit weekblad is reeds voor
geruimen tijd gewezen op dit probleem, dat eigenlijk
zich zelf sinds het oogenblik dat het
nationaalsocialisme in Duitschland oppermachtig werd aan de
orde stelde. De golven der wereldhistorie liepen
hoog in deze laatste jaren. Vaak kwamen andere
onderwerpen naar voren als de schijnbaar belang
rijkste: Abessynië, de Volkenbond, de Rijnland
bezetting, Spanje. '
Toch Is het duidelijk dat het huidig tijdsbestek
binnen afzienbaren tijd zijn afsluiting zal vinden in
een crisis. Het is niet gezegd, dat deze crisis zeer
spoedig zal intreden. De tijdsruimte die ons daarvan
scheidt is nog niet te schatten. Maar met zekerheid
valt te zeggen dat de spanning van heden in een
crisis zal culmineeren of zooals Schacht dat
uitdrukt tot n explosie" zal leiden. Weliswaar
stelt Schacht zich nog voor (althans, hij doet alsof)
dat deze explosie te vermijden is, wanneer de buiten
wereld Duitschland te hulp wil komen. Maar het is
evenmin duidelijk hoe het vaag genoemde buitenland
hulp zou kunnen brengen, als wie er óp dit oogenblik
tot hulpverleening bereid zouden moeten zijn.
Zeker de gedupeerden niet; hun is er immers niets
aan gelegen den bestaanden toestand in stand te
houden. Met hen zal er slechts te praten zijn als er
aan de huidige situatie een einde is gekomen.
Reeds eerder is de politieke en economische
si;uatie hier samengevat alsof het een wiskundig pro
bleem was, dat in een grafische voorstelling, in een
beeld van elkaar snijdende curven vast te leggen viel:
de stijgende lijn der Duitsche bewapeningen en
om het heel kort en vereenvoudigd uit te drukken
de dalende lijn der grondstoffenvoorziening. De
Duitsche bewapening is een uitvloeisel der van
staatswege aangewakkerde Duitsche bedrijvigheid.
De grondstoffenvoorziening is de conditio sine qua
non, de noodzakelijke voorwaarde voor het in stand
houden dezer bedrijvigheid. Aangezien deze grond
stoffen echter door Duitschland, evenals door ieder
ander industrieel ontwikkeld land, voor een groot
deel van buiten moeten worden betrokken en dus
met export moeten worden betaald, zal de voor
ziening moeten stokken wanneer de industrieel
bedrijvigheid niet in hoofdzaak voor export arbeidt
maar voor een zoo improductief doel als bewapening.
Dat is voor1 het overige niets nieuws. Het beeld
dezer snijdende lijnen is slechts gekozen om
de onvermijdelijke botsing uit te beelden die in de
toekomst moet ontstaan tusschen de politiek, die
slechts in stand gehouden kan worden bij werk
verschaffing-door-bewapening -v n de economie,
die zóó zeer de kenmerken van roofbouw draagt,
dat zij automatisch tot stopzetting van deze politiek
zal dwingen. ,
Van grafische voorstellingen gesproken: tegenover
de stijgende lijn der Duitsche bewapeningen staat
nog een andere curve dan die der economische uit
putting. En wel die van de Stijgende bewapening der
andere Europeesche landen. De laatste beide jaren
heeft de regeering van het Derde Rijk geprofiteerd
van. het feit dat zij een militaire overmacht bezat.
Zij heeft, zonder al te veel kans op het ontketenen
van een Europeeschen oorlog, daardoor Frankrijk
en Engeland kunnen dwingen genoegen te nemen
met verscheidene voldongen feiten, zooals de in
voering van den algemeenen dienstplicht, de Rijn
landbezetting, etc. Of het Derde Rijk nu nog langer
van d,eze gunstige situatie kan profiteeren, is zeer
de vraag. Er is veel veranderd in deze laatste
Gelukkig Nieuwjaar
\venscht U
J A Q P F D Q Ceintuurbaan 308
M ** ^ r a ?* « telefoon 21006?91740
Grootste lampencollectie in Amsterdam
maanden. Laat ons echter niet op het onderwerp
vooruit loopen. Kans op oorlog bestaat er onge
twijfeld. Een oorlog kan evengoed ontstaan door
nieuwe eischen, die dan een vereend daadwerkelijk
verzet ontmoeten waarop het Derde Rijk in zijn
al te groot zelfvertrouwen niet gerekend heeft,
als uit wanhoop, uit het gevoel niets meer
te verliezen te hebben en de hoop dat een
overdonderende coup misschien een uitweg
brengen kan. Maar ter zake. Van alle vragen die
zich hierbij voordoen, is er n die van het aller
hoogste belang is: hoe ziet nl. die tweede curve er
uit? Hoe is het gesteld met de Duitsche grond
stoffen-voorziening? Hoe met de
voedsel-voorziening? Hoe met de Duitsche financiën?
DIEP op deze vragen in te gaan, is een opgave
die uitgroeit boven een artikel. Ik zou vrijwel
kunnen volstaan met te verwijzen naar een zoo juist
verschenen boek J), het voortreffelijke werk van
den econoom Hans Priester, ware het niet dat deze
schrijver als een goed schoenmaker die zich bij
zijn leest houdt de allerbelangrijkste plaats die
dit vraagstuk in het complex der actueele problemen
inneemt, bescheidenlijk over het hoofd ziet of daar
althans in zijn werk nauwelijks op wijst. Van zijn
standpunt overigens terecht. De auteur is een onaf
hankelijk Duitsch econoom die voor n
EngelschAmerikaansche bank-combinatie een studie heeft
'gemaakt over de economische ontwikkeling van het
Duitsche rijk onder de nationaal-socialistische heer
schappij. Hij heeft zich daarbij aan de officieele
cijfers gehouden, welker waarde intusschen vaak be
twijfeld wordt. Maar het getuigt van zijn grooten
zin voor objectiviteit, dat hij zich liever hieraan
houdt dan aan de gissingen en interpretaties, die de
ronde doen al geeft hij wel aan, waar de officieele
statistieken wat zijn opgeknapt en bijgewerkt.
Met dat al komt Priester tot geen andere con
clusie dan de somberste criticus: de zaak loopt vast.
Hij gaat nauwkeurig na hoe twee verschijnselen, de
autarkie (of liever het streven daarnaar) en de
Arbeitsschlacht", de politiek van werkverschaffing,
samenvloeien in n doel: de Wehrwirtschaft, de
oorlogseconomie. Niét de welvaart is het doel waar
naar gestreefd wordt, maar het vermogen om oorlog
te voeren. Deze politiek heef t'een schijnconjunctuur
in het leven geroepen, die er intusschen in het bin
nenland. en zoo lang als het duurt uit ziet als
een werkelijk bestaande conjunctuur, maar die,
wanneer zij doodgeloopen is, zal blijken alle reserve
te hebben opgeteerd.
De werkverschaffing en hét weder ten volle in
beweging brengen der industrieelèbedrijvigheid
hebben 'slechts de herwapening tot doel gehad. Hier
voor zijn geweldige financieele offers gebracht.
Priester becijfert dit nauwkeurig. Het blijkt geen
geringer bedrag te zijn dan dertig milliard. Maar ook
aan deze financiering komt een eind. De Rijksbank
heeft een aantal dochterinstituten geschapen die op
royaler wijze dan zij zelf de werkverschaffingswissels
kunnen disconteeren. Banken, spaarbanken en ver
zekeringsmaatschappijen zitten tjokvol staatspapier.
Dit geeft natuurlijk een hoogst wankelbaren'
evenwichtstoestand. Gaat men door met deze wijze van
geld-fabricage ? en het Rijk moet doorgaan om de
belofte van werkverschaffing gestand te kunnen
doen dan stort het kaartenhuis ineen.
Het is moeilijk te zeggen waar het labiele even
wicht eerder verstoord zal worden, aan den
goederenkant of aan den geld-kant. Waarschijn/ijk zal op een,
goeden dag een klemmend tekort aan den eenen
kant terstond groóte verschuivingen aan den anderen
kant Veroorzaken. Wanneer groóte voorraden be
langrijk* grondstoffen beginnen te ontbreken is het
hek van pen dam. Het oogenblik waarop dit zal ge
beuren is/ju'et ver zoo meer.
M. KANN
*) Dr. Hans E. Priester: Das Deutsche
Wirtchaftswunder, Querida+Verlag, (Amsterdam).
l
Hippologka
IN De Wolfsangel", strijdblad voor het NedJ
l landsche Volksbewustzijn, orgaan van de N.S
T/'
lement als een tennisbal heen en weer gekaatst,
totdat het eindelijk naar den zin van de regeering
is aangenomen maar alleen als tijdelijke maat
regel.
Zoo gaat het telkens.
als de wintersche stallen. St
van wil als de krachtige paarden, doch
terzelfdtijd vol vertrouwen, berustend in het onverm]
delijke als de ziel van het paard. Hier is als h
ware tastbaar de wording van de Dietsche volk
ziel." ,
Nu is het ons plotseling duidelijk waarop «
onthullingen in de brochure-Wessel over rijpaa
den van de N.S.B.-secretaris Van Geelkerken b
rusten: de rechterhand van Mussert heeft de:
dieren noodig om in zich de wilskracht en b<
rusting der Dietsche volksziel te versterken.
Deuce
Zou de oorzaak niet zijn, dat de
|rechterzijde°even bang is om de regeering te
laten vallen als de linker ?
Vrijdag exit
H
ET wetsontwerp op de verplichte arbitrag
in arbeidsgeschillen is in het Fransche pai
Nederlam
Gedachten bij bet begin van een verklezlngsjoa
"K TEDERLANDS geestesmerk is of wij hoog t
j Y laag springen burgerlijk, zoo heeft prof. Hui
' "^ ' zinga in woord en geschrift het Nederlandscf
volkskarakter getypeerd, en hij heejt dat gemotiveer,
door aart te toonen, hoe de Nederlandsche beschavin j
bij uitstek uit de stadscultuur der Hollandsche e
Vlaamsche steden is opgebloeid.
Voor het verleden is dat ongetwijfeld juist. Van de
tachtigjarigen oorlog af tot ver in de vorige v'uro te
is het Nederlandsche cultuurleven volkomen gebaseer
geweest op de burgerij der steden, die de kiemen va
het verzet in den opstand tegen Spanje droeg; di
door handel f n begin van industrie den rijkdnm in ht
land bracht; en die politiek overmachtig de 'gewestei
Holland en Zeeland, en door Holland en Zeeland wet
de geheele Republiek der Zeven Vereenigde Nedet
landen, beheerschte. Natuurlijk heeft een toevot
aan menschenmateriaal van het platteland naar c
steden nooit ontbroken,' maar zij werden in de sta
snel geassimileerd. Belangrijk tegenwicht indenvorr,
van landadel zooals in Duitschland en Engelan
ontbrak ten onzent en economisch woog onze landbout
ook onvoldoende op tegen de koloniale en den doorvoe
handel, die geheel in handen der stedelingen was.
Voor den laatsten tijd?eigenlijk sinds de teerplic
en vooral naar het zich laat aanzien voor de toekom!
geldt het onbestreden monopolie der stedelijke burgei
voor het cultureele element, dat zijn stempel'drukt t
onze natievorming, niet meer. Het Zuiden met z(,
Katholieke volkscultuur emancipeert zich. De socii
listische arbeidersbeweging heeft aan de industrit
arbeiders een eigen stijl van leven gegeven; bovend
is zij (hoe stadsch ook in haar pers- en radio-uitinget
óp het Friesche platteland ontstaan. De boerenleet
banken en coöperaties hebben het platteland ecom
misch onafhankelijk gemaakt. De voedselschaarsch
inden wereldoorlog heef tde waardeering voor landboul
en veeteelt als economische factoren in ons volksb\
staan versterkt; de agrarische steunmaatregelen u
thans bewijzen dat. En tenslotte groeien door de wen
zaamheidvanboerinnenbonden,dorpshuizenen der\
lijkt organisaties kernen van dorpscultuur op,
haar zelfstandigheid tegenover de met autobus, mass\
pers en radio aanstormende stads-sfeer kan
Uit de actie der boerenbonden blijkt dat het plattet
zich ook politiek bewust wordt. Misschien zal de
houding nog meer ten gunste van het platteland vt
schuiven als het verwilderingsproces van, onze stad
jeugd in bijna alle Mossen aanhoudt ofblijfttoeneme
Een cultuur die uitsluitend bij kantoor, sport
bioscoop leeft, is geen cultuur meer, en toch isdaarml
.het leven van een ontstellend groot aantal
geren volledig gevuld.
Het is dus goed om in het oog te houden: dat
burgerlijke stadscultuur Hollands geestesmerk kc
zijn, maar niet dat van het groetende Nederland.
Want eigenlijk is dit Nederland nog maar groeier^
In de laatste driekwart eeuw zijn tal van nie
groepen in ons volk cultureel en politiek bewust
worden, ook van hun plaats in het Nederta
HET Roomsch-fascistische weekblad Vrijdag"
zal zijn voorbarige plaat van vele weken
geleden op den val van Madrid niet kunnen her
plaatsen. Het is zelf eerder bezweken dan Madrid.
Het was trouwens den laatsten tijd af en toe tot
een zoo laag peil van grove aanvallen op politieke
personen vervallen, dat medewerking van pries
ters en groóte opgang in Katholieken kring
verder bijna ondenkbaar waren.
Vrijdag is nu eenmaal een ongeluksdag!
olksgroepen
volk. Men denke aan de bewustwording van het
protestantsche en katholieke kerkelijke volksdeel door den.
schoolstrijd, van het arbeidersdeel door den strijd voor
algemeen kiesrecht, betere betaling en sociale wetgeving;
en thans de-boerenbeweging, waarbij het gevaar van
een klassenstrijd tusschen stad en platteland dreigt.
Zoo ligt, behalve de dwarsdoorsnede van stad en
nietstad, ons volk cultureel in vier a vijf groepen uiteen,
zonder dat een samenbundeling in een nieuwe natio
nale -?dachte op de toevoeging der nieuwe waardevolle
cultuurelementen is gevolgd. De radiosituatie is van
dezen toestand de getrouwe afspiegeling: K.R.O.,
N.R.C.V., V.A.R.A., V.P.R.O., en A.V.R.O.;
katholiek, orthodox-protestant, sociaal-democratisch
en n-'-utraal"-liberaal, met welke laatste groep de
godsdienstigen ter linkerzijde, bij een groeiend eigen
cultuurbesef, steeds minder gemeen hebben nu zij
geestelijk steeds indifferenter en daarentegen in
een crisistijd als deze politiek steeds ongebreidelder
aggressief wordt. Noodgedwongen gaat zij tot eigen
organisatie over, omdat zij eigenlijk liever samen
bundelend zou werken in een nationale
cultuureenheid.
POGINGEN tot een dergelijke samenbundeling
zijn er te over. Maar deels mislukken zij, als
Nationaal Herstel", aan een vasthouden aan de
Hollandsen" burgerlijke traditie en aan de vast
koppeling aan economische belangengróepeeringen;
deels aan het buitensluiten van het arbeiderselement
en verwaarloozing der werkloozen; deels is de be
weging" ervoor te zeer geladen met negatief-geweld
dadige gevoelens en onderling tegenstrijdige belangen
motieven.
Waar U jke herwinning van een cultureele eenheid
zal alle elementen die bij de belangrijke vqlksgroepen
thans drijfkracht vormen mede moeten opnemen, het
Zuiden en Friesland^ de boeren- en de arbeiders
beweging, de calvinistische en de humanistische lijn
in onze geschiedenis. Laat men er ook maar n weg,
dan blijft de kanker van heden bestaan, dat de eenige
volksgroep tegen de andere (n) opgezet moet worden
en daarmee de kloof tusschen hen verdiept, om een.
of anderen politieken maatregel, die meer recht doet aan
een groep die te kort komt, doorgezet te krijgen.
Maar wanneer alle samenwerken, groeien de mogelijk
heden om ook de andere ziekte in ons volksbestaan
beter dan thans te overwinnen: de werkloosheid, die
een derde van onze arbeidersbevolking tot
demoraliseerenden lediggang doemt en hen psychologisch buiten
de cultuurgemeenschap sluit.
Het schijnt waardevol dat doel in den komenden
, verkiezingstijd in het oog te houden, opdat niet bij
al te feilen onderlingen strijd groóte groepen van vooral
jongeren uit wanhoop over de verscheuring van ons
volk in schijnbaar op onderlinge vernietiging bedachte
groepen, aan het ineengroeien tot volkseenheid gaan
wanhopen, en uit wanhoop de eenheid van het kerk
hof1, de eenheid der dictatuur, als kleinste kwaad
gaan verkiezen.
MR. W. VERKADE
PAG. 2 DE GROENE Ne.3139
l.
DE SPOED EN HET GEMAK WAARMEE MUSSOLINI
over stag gaat, zijn verbijsterend. Het is
jammer, dat deze soepelheid voor de toe
komst natuurlijk weinig vertrouwen inboezemt.
Intusschen is het voor de rust in Europa een heugelijk
feit dat er van de nationaalsocialistisch-fascistische
eendracht niet veel meer over is. Wij behoeven ons
er op dit oogenblik geen zorg over te maken, hoe
de wereld er weer uit zou zien wanneer deze een
dracht hersteld werd. Trouwens, daarop is niet veel
kans. Mussolini weet heel goed waarom hij Hitler
weer verlaat.
Mussolini maakt zich niet schuldig aan de econo
mische fantasieën van zijn Duitsche epigonen. Hij
is zeker niet afkeerig van een zekere mate van
autarkie. De mogelijkheid met eigen industrieel
hulpmiddelen in ontbrekende grondstoffen te voor
zien ontging hem allerminst. Maar hij zette niet
alles op n kaart. Dat bleek o.a. uit zijn financieele
politiek. Na de West-Europeesche munt-aanpassing
gaf ook Italiëblijk van den wil om aansluiting te
zoeken. Tot nog toe is er van economische samen
werking in Europa nog niet veel terecht gekomen.
Het is er wellicht te vroeg voor. Maar het valt niet
te loochenen, dat het er op politiek gebied met het
begin van dit nieuwe jaar wat rooskleuriger uitziet.
Het duidelijkst komt dit tot uiting in den keer die
er in Mussolini's politiek gekomen is, nu hij weer
aansluiting zoekt bij Engeland.
DE MOEILIJKE POSITIE WAARIN DUITSCHLAND
zich bevindt, mag daarvan de oorzaak zijn,
het feit dat in Spanje generaal Franco niet opschiet,
heeft daar ook het een en ander toe bijgedragen.
In ieder geval kan Italiëzich nu ,,met fatsoen" uit
dit avontuur terug trekken. Het is zelfs niet on
mogelijk dat ook Duitschland en in dat geval,
ter andere zijde, eveneens Rusland zich terug
trekt. De Engelsche gezant te Berlijn en diens
Fransche collega hebben op den tweeden Kerstdag
een officieel bezoek gebrachf aan het Duitsche
ministerie van buitenlandsche zaken om uit naam
van hun regeeringen een nota te overhandigen,
waarin op terugroeping der naar Spanje gezonden
troepen wordt aangedrongen. Geen gemeenschap
pelijke nota maar het feit dat zij beiden op een
feestdag het woord tot de Rijksregeering richtten,
gaf aan dezen stap toch een collectief cachet. Men
behoeft er overigens in 't minst niet aan te twijfelen,
dat deze stappen tusschen Londen en Parijs ge
zamenlijk overwogen zijn. Zelfs tusschen Wash
ington, Londen en Parijs. Ditzelfde nadrukkelijke
verzoek dat te Berlijn gedaan werd, is in Moskou
en Rome gedaan. Maar daar wist men zeker dat
men op instemming met dit verzoek kon rekenen.
, Het is opvallend , dat niet alleen Londen en
Parijs, maar ook Washington Mussolini in zooverre
zijn zin gegeven hebben dat zij hun legaties te
Addis Abeba in consulaten veranderd hebben. Een
formeele erkenning van het Italiaansche Imperium
is dat nog niet. Maar na deze blijken van goeden
wil kan ook Mussolini wat water in zijn wijn doen
en blijven zwijgen over het keizerrijk". Belangrijk
is deze stap intusschen vooral hierom omdat
Washington meedeed aan een actie die geen ander
doel had dan opnieuw met Rome tot overeen
stemming te komen nopens den toestand in de
Middellandsche Zee. Nu erkent men den bestaanden
toestand. Dus ook de onaantastbaarheid van Spanje.
Van Roosevelt kan men, met dit nieuwe jaar,
op het gebied der buitenlandsche politiek nieuw
initiatief verwachten. .
Frankrijk is partij in een onderzoek dat den door
Volkenbond aanhangig gemaakt is naar den
status van het Sandsjak Novibazar. Tot rapporteur
over dit onderzoek is een Nederlander aangesteld,
de vroegere O. I. gouvernementsambtenaar Caron.
Het woord Sandsjak is 'Turksch voor provincie".
Inderdaad is het Turksch volksdeel in het Noordelijk
district van het Fransche mandaatsgebied Syri
sterk vertegenwoordigd. Nu Syriëeen zeer groóte
mate van onafhankelijkheid verworven heeft maakt
Turkije aanspraak op autonomie vin dit district.
Zeer belangrijk is deze aangelegenheid, die het
Noord-Oostelijke uithoekje van de Middellandsche
Zee betreft, zeker niet. Maar het is goed dat eens
aangetoond kan worden wat er op dit gebied met
vriendschappelijk overleg bereikt kan worden.
DB VERWARDE TOESTAND IN CHINA HEEFT BBN
spoedige en bevredigende ontknooping gevon
den: Tsjiang Kai-sjek is in vrijheid gesteld. Het is
een zeer onbloedige revolutie geweest. De moraal
PAG. 3 DC GROENE N». 9109
FAO, S 01 GROENE Ne. 110»
van de zaak.buiten beschouwing gelaten zou het
geen aanbeveling verdienen, wanneer wij in Europa,
waar wij in buitenlandsch-politiek opzicht toch
werkelijk óók niet prat mogen gaan op onze moreele
verdienste deze methoden eens gingen navolgen ?
Het zou misschien een zegen zijn wanneer generaal
Franco president Companys liet oplichten en met
behulp van een groot, maar niet nader te noemen,
losgeld te bewegen zou zijn Companys in triomf
naar Barcelona- te dragen, waarbij hij zich boet
vaardig een lompe boer en een ellendige opstandeling
zou noemen (dit in tegenstelling met de meeste
dagbladen), zou beweren dat alles een misverstand
geweest is en zijn getrouwe Moren in dienst zou
stellen van de Spaansche Republiek....
VAN POLITIEK LEVEN IS OMSTREEKS KERSTMIS
in ons land weinig sprake. De Kamer is na
den begrootingsarbeid met het vestigingswetje
tot slot op reces en haar icu^n bekomen
langzamerhand van den overmatigen arbeid der
laatste weken. Een uitzondering maakt de socia
listische beweging, die haar grootendeels onkerkelijke
volgelingen op de Kerstdagen bij traditie iets biedt,
dat het gesproken woord in de eerediensten moet
compenseeren. De Kerstrede van ir. Albarda was
dit jaar als gewoonlijk aan een internationaal en
binnenlandsch politiek overzicht gewijd, geheel op
het thema van den strijd der democratie tegenover
de dictaturen van links en rechts; nieuws bracht zij
niet, maar zij gaf een goed overzicht van de positie
die de S.D.A.P. in den komenden verkiezings strijd
kiest.
Zoo eerlijk als deze positie bij Albarda is, zoo
onklaar is zij bij Lou de Visser, die het communisti
sche verkiezingsprogram toelichtte op een den
tweeden Kerstdag gehouden demonstratief congres.
De demonstratie lag er inderdaad niet zuinig boven
op. Om toch maar in 's hemelsnaam den schijn te
wekken bij een democratisch eenheidsfront te
behooren, werd een programma onder de leuze
Nederland onafhankelijk, welvarend en vrij" ge
lanceerd. Hét principieele verzet tegen de defensie
is verdwenen, evenals het Indiëlos van Holland
nu". En de nationale traditie kreeg zijn
eeresaluut door de gelijkwaardige plaats voor Erasmus,
Remb-andt, Vondel en Spinoza met De Visser,
Wijnkoop en Roestam Effendi. Slechts Stalin was
natuurlijk verre boven alle lof en blaam verheven.
De samenstelling van het kiezerscorps der commu
nisten maakt het onmogelijk deze bekeering", die
trouwens opvallend past in de Dimitrof f-lijn, ernstig te
nemen; en het verzet bij de meest bewuste leden nood
zaakt ook reeds de leiding, het volkomen opportunisme
ervan toe te geven. Maar de massa volgt wel gedwee
en daarmee wordt bewezen, dat de bestrijding van
het communisme veel meer een kwestie van sociale
zorg, opvoeding van goeden wil is, dan van ophitsing,
verdrukking of weerlegging of verbod van gevaar
lijke theorieën. Iets wat ten aanzien van het fascisme
hier te lande trouwens vrijwel evenzoo geldt.
S IR HBNRY DÉTBRDING HEEFT ALS BEN WAT
verlate Kerstman zijn goede gaven over zijn
eerste en derde vaderland uitgestrooid. Duitschland
zal voor eenige millioenen in Nederland gekochte
landbouwproducten cadeau" krijgen. Alleen een
vriendelijkheid tegenover het land waar hij thans
woont, ter gelegenheid van zijn aftreden als directeur
der Koninklijke" ? Aangestoken door het voorbeeld
van Lord Nuf field? Of zijn er nog financieele en
politieke achtergronden in het spel, die tot de
gedachtensfeer van het profanum vulgus" niet door
dringen? Dan mag er toch verwacht worden, dat
dit in nauwe samenwerking met de regeering
geschiedt. Al krijgt Duitschland het geschenk en
Nederland alleen maar 4e leverantie, toch is ons
land misschien nog het beste af. Voor Duitschland
wordt door dergelijke weldadigheid-en-gros bij de
huidige economische richting toch niet meer dan
een kort uitstel van executie verleend en als het
Duitsche volk werkelijk honger gaat lijden, zullen
wij toch gaan steunen, maar voor onze boeren
en tuinders is het een extra-tje boven de bestaans
basis. .'?..?
qoeaf//
DE NIEUWE BROCHES
T 50