Historisch Archief 1877-1940
-4,
Geslachtelijke moeilijkheden
DE GROENE AMSTERDAMMER De transactie val Dr. H. Deterding
Opgericht in 1877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 61e Jaargang No.3110
Redactie: Mr. M. K A N N. TH. M O U S S A U LT,
Dr. P. H. RITTER Jr., Mr. N. j. C. M. KAPPEYNE
VAN DE COPPELLO «n Mr. R. H. DIJKSTRA
Red. en administr.: Keizersgracht 355, Amsterdam C.
Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. giro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd.
HET HUWELIJK ONZER KROONPRINSES
EEN huwelijk is altijd een uiterst belangrijk
moment in 's menschen leven; dit geldt voor
een vorstenhuwelijk evenzeer als voor het
huwelijk van een gewonen burger, boer of arbeider.
En een dergelijke ingrijpende beïnvloeding van
's menschen levensloop kan grooten invloed hebben
op zijn houding tegenover zijn medemenschen.
Maar het verschil tusschen een gewoon huwelijk
en een vorstenhuwelijk is gelegen in de omstandig
heid, dat de invloedssfeer van een vorst zoo ontzaglijk
veel wijder is dan die van den gemiddelden mensen,
ja dat van de levenshouding van den vorst altijd
een onmiskenbare invloed uitgaat op het geheele
volk. Daardoor heeft een vorstenhuwelijk ten
allen tijde ook direct en indirect politieke
kanten. Direct, immers de wereldgeschiedenis wemelt
van vorstenhuwelijken, welke juist om den invloed
op het geheele volk en dus ook om de politiek zijn
gesloten. Maar ook indirect, omdat de invloed, die
van het huwelijk op het vorstenpaar persoonlijk
uitgaat, onwillekeurig ook in het openbare leven
tot uiting zal komen.
In de tijden van absolute vorstenmacht en van
directe politieke leiding door de monarchen zelf, is
de onmiddellijk staatkundige kant van de vorsten
huwelijken voor de betrokken volken volkomen
doorslaggevend geweest. Toch heeft de persoonlijke
invloed nooit geheel ontbroken. Niemand kan
bijvoorbeeld zeggen, of onze Prins Willem I wel tot
onzen Vader des Vaderlands" zou zijn geworden,
wanneer in het gelukkige gezin, waaruit hij ge
sproten is, niet de grondslagen voor zijn prachtige
karaktereigenschappen waren gelégd.
In het systeem van de parlementaire democratie
schijnt de verhouding van den invloed op het volks
leven veeleer omgekeerd. Directe leiding aan het
politieke leven gaat niet meer van den vorst uit.
Maar, zooals professor Josephus Jitta ter gelegen
heid van de verloving van Prinses Juliana in zijn
hoofdartikel te dezer plaatse heeft uiteengezet, de
persoonlijkheid van hem of haajr, die in ons
staatbestel de Kroon draagt, heeft wel degelijk een groote
beteekenis, al was het alleen reeds hierom, dat
elk belangrijk staatsbesluit de verplichting mee
brengt tot rekenschap aan iemand, die qualitate
qua ongevoelig is voor partijbelang. Een persoonlijk
heid, die voor'deze zware maar schoone taak van
vlekkelooze onpartijdigheid steun vindt in een
gelukkig huwelijk, kan deze taak ontegenzeggelijk
beter vervullen dan iemand, die gekweld wordt door
> persoonlijke verdrietelijkheden.
In het geval van onze kroonprinses zijn dit nog
Het is een
groot geluk
gezond
& ?? i
te zijn:
2xdaags
2 pillen
5Oct
per tube
slechts toekomstbeschouwingen; en ieder, die ook
maar iets weet van de voortreffelijke wijze, waarop
Koningin Wilhelmina haar constitutioneele functie
vervult, hoopt, dat dit beschouwingen zijn voor een
verre toekomst. Maar daarnaast is er die andere in
vloed, die van een hedendaagsch vorstenhuis op de
zeden en het cultureele leven der natie kan uitgaan
en waaraan niet alleen Prinses Juliana, maar even
zeer Prins Bernhard deel heeft. En hij is juist te ster
ker geworden, naarmate in de parlementaire mo
narchie de vorstelijke persoonlijkheden vrijer zijn
komen te staan van alle politieke groepsvorming. Is
niet het helaas zoo korstondige voorbeeld van Kroon
prinses en later Koningin Astrid in ons naaste buur
land van onmiskenbaren invloed geweest op de waar
deering voor de Noord-Nederlandsche cultuur en
voor de gebruiken ten aanzien der kinderverzorging
en -opvoeding aldaar? En heeft niet anderzijds een
voorbeeld strijdig met de volksmoraal in Engeland
onlangs groote moeilijkheden veroorzaakt?
WANNEER wij derhalve bij dezen onze op
rechtste gelukwenschen aan Prinses Juliana
en Prins Bernhard uitspreken, dan wenschen wij
daarmee aan ons geheele volk en dus aan ons zelven
geluk en groote geestesgoederen toe. En het is
verheugend te bemerken, dat deze gelukwenschen
overal in den lande en in alle sociale lagen gedeeld
worden. En dat niet alleen in die politieke en gods
dienstige kringen, die zich bij voorkeur met den
geuzennaam tooien, en mede uit dien hoofde de
neiging hebben zoozeer hun stempel op nationale
f eestvieringen te drukken, dat er bij andersdenken
den groote neiging is, zich maar wat achteraf te
houden. Evenwel, deze bescheidener maar niet
minder nationaal voelenden hebben in de huidige
omstandigheden het besef, dat zij zich in 'slands
belang niet meer in den half-nationalen hoek mogen
laten dringen. Ten slotte misgunnen ook zij, die
op grond van den waan, dat de monarchie in begin
sel een vorm van autocratie of zelfs dictatuur zou
zijn, in theorie voorstanders van een republiek zijn,
of dat tot voor kort waren, het jonge paar hun
geluk allerminst. Overigens neemt deze groep
voortdurend in omvang af.
De tijd, dat het koningschap-als-instituut een punt
van discussie vormde bij Unie-Liberalen en Vrij
zinnig-democraten, ligt reeds lang achter ons en
zelfs het herzienings-rapport der S.D.A.P., dat toch
nog njet zoo heel oud is maar nog wel uitspreekt,
dat de partij in beginsel republikeinsch is", wordt
thans reeds door t verschillende onderteekenaren op
dit punt verloochend. De jongste geschiedenis is in
dit opzicht ook een al te duidelijke leer meesteres:
De Italiaansche monarchie leidt een allerminst
glansrijk bestaan met een dictator naast zich en de
Duitsche republikeinsche grondwet vormt niet het
geringste beletsel voor de dictatuur van Hitler
en zijn groep. En nu de socialistische bewegingen
in Scandinaviëen Nederland, na den ondergang van
het Duitsche socialisme, geleerd hebben op eigen
beenen te staan, ook in theoretisch opzicht, is ook
in die kringen het begrip en de waardeering voor
het nationale en daarmee ook voor het nationale
koningschap gestegen. En deze ontwikkeling gaat nog
steeds voort. Er groeit in deze kringen een jeugd op,
waarbij zich, voorzoover zij niet door directen nood
in den extremistischen hoek is gedrongen, een duide
lijk begrip voor onze nationale cultuur ontwikkelt en
die daarmee ook geen enkel bezwaar toont het natio
nale koningschap daarin te begrijpen. Want naar
mate groepen, die niet door traditioneele banden aan
onze nationale geschiedenis zijn verbonden, langs
duizend-en-én wegen weer worden opgenomen in
het cultureele leven van ons volk, in dezelfde mate
zal hun duidelijk worden dat de nationale traditie
niet strijdig hoeft te zijn met idealen van geestelijke
zelfstandigheid en sociale rechtvaardigheid.
Immers indien ergens, dan geldt het voor Neder
land dat de monarchie gegrondvest is in dezelfde
tradities als het nationale volksbestaan. Haar begin
HET grootscheepsche plan van een cadea
in-natura, waarop practisch de door D
Deterding ter hand genomen transactie nee:
komt, heeft natuurlijk verscheidene aspecten. In de;
beschouwing zal ik mij beperken tot den econ
mischen kant van het geval:
Blijft dus over het eerste deel de levering van pro
ducten zonder dadelijke betaling van de tegenwaard
in de valuta van het expdrtland.
Het komt hierop neer, dat men transfer
crediet" geeft op onbepaalden termijn, in de hoop
dat eens de deviezensituatie in het koopersland beter
wordt. Kan men voor die levering goederen ge
bruiken die zonder dit débouchégeen emplooi zou
den vinden, dan lijkt het inderdaad economisch juist
om een transactie als bedoeld te sluiten. Immers
wanneer men de keus heeft tusschen vernietiging
van het product en verkoop met betaling die welis
waar zeer onzeker, maar toch mogelijk is, dan
levert de transactie^ een overschot, een overschot
dat gevormd wordt door de kans dat men den koop
prijs of een deel daarvan te zijner tijd ontvangt. j
*70O gesteld zou men dus tot de conclusie komen
£* dat het wenschelijk ware om het stelsel der
internationale credietverleening, dat vroeger meer
malen de springplank vormde voor een conjunctuur
opleving, weer in het leven te roepen. Met dit groott
verschil echter, dat men de middelen voor zulk een
credietverleening niet kan vragen van individueele
beleggers of credietgevers, omdat daarvoor het t.z.t.
binnenkomen van de opbrengst te onzeker is, maar
het crediet zou moeten laten geven door de groepen
die anders tot vernietiging der producten zouden
moeten overgaan. Men zou dus een soort kongsi
moeten vormen van de belanghebbende exporteurs,
die het overcompleet aan producten bijeen brengen,
in syndicaatsverband verkoopen en tezamen t.z.t.
de opbrengst zullen kunnen verdeelen.
DE uitvoering van zulk een project dat
natuurlijk veel verder strekt dan het
planDeterding zou echter practisch op zeer groote
groote bezwaren stuiten. In de eerste plaats kan
het al niet worden toegepast in die gevallen waarin
de productiebeperking de onzichtbare voorraden
beinvloedt. Olie en tin die niet geproduceerd worden
blijven in den grond zitten als een reserve voor de
toekomst. Men kan daar al niet zeggen dat elk
verkoop nuttig is, als er maar een kans is om
eenige opbrengst te krijgen, want men vermindert
het toekomstige aanbod.
Aldus lijken er oppervlakkig gezien zeer vele
mogelijkheden aanwezig te zijn. Maar in de
practijk zou dat waarschijnlijk erg tegenvallen. Dat
men bij een gebrekkige afzetmogelijkheid produceert
en mei onverkoopbare voorraden blijft zitten die
niet voor conserveering geschikt zijn, komt feitelijk
hoogst zelden voor. Natuurlijk zijn in elk land in
een tijdvak van depressie onverkoopbare voorraden,
maar die zijn niet belichaamd in producten die men
wegens onverkoopbaarheid vernietigt doch in braak
liggende productiecapaciteit. Arbeidskracht en pro
ductievermogen van machines en installaties worden
door niet-gebruik vernietigd. Zou men de voren
staande theorie in het algemeen en op zoo ruim moge
lijke schaal willen toepassen, dan zouden er zeer
groote bedragen mee gemoeid zijn. Men zou dan de
werklooze arbeiders in het syndicaat" moeten be
trekken en aangezien zij toch moeten leven zou
intusschen de werkloosheidsuitkeering door moeten
gaan, eigenlijk bij wijze van voorschot op onder
pand van het syndicaatsaandeel" der arbeiders
en de individueele eigenaars der productiemiddelen.
Natuurlijk zou er ook, indien aldus toegepast, een
grens aan de toepassing van zulk een stelsel zijn,
want de opzet zou moeten blijven dat de koopers de
goederen betalen; alleen in verband met het transfer
zou het crediet worden verleend.
YTAT nu de onderhavige transactie betreft is het
Vv duidelijk, dat deze het meeste nuttig effect zou
sorteeren wanneer de aankoopen zouden geschieden
In een tijdvak dat er werkelijk een groote overvloed
is. Die tijd breekt pas tegen den zomer aan, hoewel
er ook thans ongetwijfeld producten zijn waarin
een flinke voorraad is gevormd, waarvan het
afstooten economisch nuttig is ook in verband met
den terugslag op de prijsontwikkeling voor den
loopenden normalen afzet. Aan den opzet van de
transactie zou het trouwens heelemaal niet afdoen
wanneer de grootste inkoopen werden uitgesteld
tot over eenige maanden, zelfs niet al zou dr. Deter
ding thans de Winterhilfe het markenbedrag ter
beschikking willen stellen. Men zou de deviezen
(guldens) hier kunnen blokkèeren om daarmee over
eenige maanden aankoopen te doen, en intusschen
zou de Reichsbank daarop een voorschot in marken
kunnen geven. Overigens zou de affaire in dezen
vorm nimmer kunnen zijn voor een algemeenere
toepassing in den zin zooals hierboven omschreven.
Zou Duitschland al bereid zijn om een
transfercrediet te accepteeren voor den aankoop van
rubber, textielgrondstoffen, tin enz., het zal dat
pieker niet willen voor de aankoop van die levens
middelen waarvan de import niet strikt noodza
kelijk is. Ook daarop zou een ruimere toepassing
ran deze idee reeds vastloopen, wanneer althans
daaraan niet het cadeau-geven zou worden ge
koppeld. C. A. KLAASSE
ligt in de afzwering der uitheemsche dictatuur van
Philips II, voor den vrijheidsstrijd is Vader Willem
de martelaar geweest, en bij zijn leven was hij dit
reeds voor de idee der verdraagzaamheid tusschen
de elkaar verdrukkende confessies. Bij de Oranjes
heeft het volk telkens weer steun gevonden tegen
over regenten-oligarchieën en overheersching van
groeps- of streekbelang.
E eerste wensch, die wij derhalve bij het huwelijk
van Prinses Juliana en Prins Bernhard willen
itspreken, is die voor hun gezamenlijk geluk, als
is voor een blijmoedige en getrouwe vervulling
de taak waarvoor zij zich geplaatst zien. Het
eenige wat hier op den weg van ons, Nederlan
ders, ligt, is althans voorloopig wat minder
veelischend te zijn ten opzichte van het jonge paar dan
|n de afgeloopen maanden.
De tweede niet minder hartelijke wensch houdt
WIE als schrijver dezes eenige jaren het voor-fr dat het jonge paar als waarlijke Oranje-telgen
recht heeft gehad, gelijktijdig met onze toeïe ^d>t!efva.? eeuwen voortzet. Deze wensch houdt
komstige landsvrouwe Leidenaar", d.w.z. LeidschMjn. <tat zij mogen vasthouden aan alles wat hier
heeft alle reden voor d1"*'"1 ~: «« ??*-**« * 21ch stceds b» «*?
student, te zijn geweest,
hoopvolle verwachting, dat Prinses Juliana eer
waardig vertegenwoordigster van deze Oranj
traditie zal zijn. Haar keuze, van ganscher hert'
juist voor deze Universiteit, was reeds een daad v
piëteit tégenover haar stichter, Prins Willem I. En
vrijheidstraditie, waar deze Universiteit van
trokken is, heeft zij met volle teugen ' J~
Dat zij ook de positieve verdraagzaamheid van !
grooten voorvader nastreeft, is in "'' '
herhaaldelijk gebleken: Zij bezocht,
de gewoonte van Den Haag"
tijd was: ware traditie past zich steeds aan bij ver
anderende omstaridigheden. Juliana's warme hart en
Iternhard's internationale ervaring geven goeden
nd voor de hoop, dat de nieuwe stalen ramen
het paleis te Soestdijk symbool zijn voor een ook
geestelijk opzicht wijden blik. Er liggen in dit
nog vele mogelijkheden voor het jonge
ingstelling voor noodlijdenden,
economisch leven, het leger
afgeloopen maanden duidelijk
. Tal van andere terreinen voor
zullen zich' nog voordoen: het
oerenjleven, de arbeiders- en andere
yolksonting, de nooden der werkloozen, jeugdleiding,
d en volk in de overzeesche gewesten. En op het
en in Soestdijk kan een nieuw centrum
, waar een jongere generatie uit verschillen
de levenskringen, uit de verschillende schakeeringen,
waaraan ons godsdienstig en cultureel leven zoo
rijk is, uit de gansene intellectueele en kunst-wereld
elkaar ontmoet, in die sfeer, welke een synthese
vormt van oude traditie en spontane originaliteit,
op voorbeeld van onze Prinses zelf. Zoo kunnen
tot uiung g«omcn ^ Juliana's w^zai J££»^««eenheid nieuwe krachten ook worden
heden voor het ^^"^^^^^ Moge een Hernelsche zegen op de vervulling dezer
kleindochter van haar betreurde grootmoeder Ern» gehu£cn8chen ^^ MR w VBRKADB
door V.C.S B en
organiseerd. *******
niet tot het godsdienst
gebeurtenis m een der Leidsche
onze Prinses, ondanks de t^trev^ontebdt
van eenige ?*^^*^*?*
eemgszms als AJ C Ud geklededochter
een gesprek aanknoopte. Te
het besef van sociaal
tot uiting is gekomen
DB PLANNEN VAN DEN HEER DETERDING,
waaraan hiernaast een economische be
schouwing wordt gewijd, wórden nu in
de Nederlandsche pers druk besproken. Niet
overal met even groote instemming. Dat is ook
begrijpelijk. Het staat den heer Deterding vrij om
met zijn persoonlijk bezit te doen wat hij wil. Wil
hij het Duitsche Rijk, dat langzamerhand danig in
den knoei begint te komen wat zijn voedsel- en
grondstoffenvoorziening betreft, te hulp komen
hij ga zijn gang. Ieder Nederlander behoort toe
gankelijk te zijn voor deze gevoelens van broeder
hulp. In de oorlogsjaren, en vlak daarna, hebben
wij getoond, dat wij inderdaad hulp weten te bieden,
waar dat noodig is. Maar wanneer de regeerders
van het Derde Rijk kanonnen noodiger vinden dan
boter en doorgaan met de financiering van allerlei *
fantastisch dure en minder noodzakelijke uit
gaven, dan kunnen zij moeilijk verwachten dat
wij nu reeds de urgentie van deze liefdadigheid
inzien. Wanneer de actie van den heer Deterding
een manier mocht blijken om hier te lande een
inzameling te houden voor de Winterhilfe, dan
zullen de publieke opinie en hopelijk ook de
Nederlandsche regeering niet aarzelen hem bij
te brengen dat ook wij met onze nog betrekkelijk
groote werkloosheid een noodlijdend volksdeel
hebben en dat het hemd ons nader is dan de rok.
HOE PRECAIR DE TOESTAND IN DUITSCHLAND
ook mag zijn, het schijnt dat hieraan nog geen
remmenden invloed uitgaat wat de Cosas de Espana
betreft. Volgens de Engelsche rapporten stijgt het
aantal Duitsche vrijwilligers" nog steeds. Zij zien
er op en top uit als regulaire troepen. En Hitler
laat de Engelschen nog wachten op antwoord op
hun ncta inzake stopzetting dezer troepentrans
porten. Rusland en Italiëhebben op deze
FranschEngelsche stappen reeds bevredigend geantwoord.
Het zou niet erg zijn wanneer Duitschland nog wat
aarzelde en wachtte op een klein en eigenlijk
slechts moreel succesje, dat Franco nog zoo best
zou kunnen gebruiken voordat hij in den steek ge
laten werd wanneer niet juist op dit oogenblik
eenige Duitsche oorlogsschepen in de Spsansche
wateren wat kort-aangebonden en ultimatief te
werk gingen. De Engelschen doen alles om de
spanning te overbruggen en om te bemiddelen in
de vrijlating van een door de Basken opgebracht
Duitsch schip en teruggave van de geheele lading
te verkrijgen, die evenwel voor een deel uit oorlogs
tuig schijnt te bestaan. Maar wij behoeven slechts
aan Serajewo te denken om met angst en vreez
de gevolgen af te wachten van het rollen van dezen
steen, waarvan wel eens een lawine het resultaat
zou kunnen zijn.
Lukt het Eden wellicht met Fransche hulp
dezen storm te bezweren, dan zal het wel losloopen.
Te meer daar Italiëzich, nu de nota's van het
Gentlemans-agreement betreffende de
Middellandsche Zee gewisseld zijn, volledig van Spanje heeft
gedesinteresseerd. Mussolini begreep, dat hij niet
anders kon. Zou hij Engeland den voet willen
dwarszetten, dan zouden de omstandigheden hem met
Duitschland in een formeel bondgenootschap
dringen. En dat hij daar nu niet bepaald lust, in
had, is alleszins begrijpelijk. Het Derde Rijk zou
(een lastig en uitgehongerd bondgenoot worden.
Daarbij komt dat Italiëzelf ook hulp noodig heeft,
financieele en economische hulp in den meest
uitgebreiden zin. Niet alleen ontbreekt het in Itali
aan het kapitaal dat noodig is om de nieuw ver
overde koloniale gebieden te exploiteeren, maar het
is dóór den Abessynischen oorlog en door de
sancties danig in de put geraakt.
OVER HET VORSTELIJK HUWELIJK ZOUDEN WIJ
hier, nu dit nummer ook overigens vrijwel
geheel aan Vorstenhuwelijken" is gewijd, kunnen
zwijgen, ware het niet, dat onze Oosterburen nog
even roet in het eten hebben willen werpen. Na een
vigoureuze perscampagne (wij geven een staaltje in
het Oog der wereld"), .begonnen in Goering's
Essener National Zeitung", over een tot vlagmcident
gebombardeerde kwajongensstreek en incidenten"
bij een voetbalwedstrijd Den Haag?Lippe, waar
van de Duitsche sportlieden zelf niet? hebben be
merkt, zijn represailles" gevolgd waardoor een
aantal Duitsche gasten de feestelijkheden alhier niet
hebben kunnen meemaken; en waarbij de paspoorten
van drie 'prinsessen-bruidsmeisjes eenigen tijd zijn
ingehouden, met het gevolg dat zij niet op den
aangekondigden dag hebben kunnen overkomen. Ge
lukkig zijn de passen later vrijgegeven, zoodat de
zaak niet op de spits is gedreven. Het was zoo waar
lijk ook al mooi genoeg l Als men zich in Duitsch
land beklaagt over gebrek aan waardeering in ons
land, dan zijn dit toch niet bepaald methoden waar
door die waardeering bij Nederlanders ontstaat.
Dat de Duitsche campagne ook tegen prins Bernhard
gericht was en dat hij naar aanleiding van d
volksliederenkwestie bekend heeft laten maken,
dat hij thans Nederlander is en Nederlandsen
voelt, heeft de banden tusschen hem en ons volk
ontegenzeggelijk nog versterkt en is ook geschikt
gebleken de ongemotiveerde angst van somrriigen over
te groote sympathie met on-Nederlandsche politieke
stroomingen op de vlucht te jagen. En het Volk"
smult van de gelegenheid, zjjn publiek in
nationalen zin op te voeden, en wijdt er vrijwel een
geheele voorpagina aan.
Over de geheele linie der Amsterdamsche groote
pers lijkt het trouwens wel, of onder den druk
der binnen- en buitenlandsche nooden, de samen
werking van alle partijen, die niet uit het buiten
land mede leiding krijgen, met wat meer waar
deering wordt begroet. Hoofdartikelen gaan voor
zichtig in die richting en de aandacht aan de
jaarvergadering van het thans reeds
tienduizendkoppige EENHEID DOOR DEMOCRATIE" S OOk
symptomatisch.
DB VERZWARING VAN DEN DIENSTPLICHT, DIB ONS
te wachten staat, werpt zijn schaduwen reeds
vooruit; de matrozen zullen een half jaar langer
moeten dienen en de herhalingsoefeningen worden
voor alle dienstplichtigen weer op drie in plaats van
twee gebracht. En om in de toekomst het contingent
te kunnen uitbreiden worden thans reeds belemme
ringen voor het herroepen van
broederdienstvrijstellingen uit den weg geruimd. Vooral deze laatste
maatregel zal vele gezinnen met meerdere zoons
zwaar vallen, te meer omdat nog steeds niet alle
werkgevers voldoende gemeenschapszin toonen om
hun dienstplichtige werknemers na afloop van hun
diensttijd terug te nemen. En door den komenden
maatregel dreigt nu zelfs meer voor n lid uit
hetzelfde gezin werkloosheid als gevolg van den
militairen dienst.
Deze plaag der WERKLOOSHEID rust nog steeds
zwaar op ons land: de laatste cijfers zijn weer
hooger dan de voorlaatste, hoewel er tegenover de
overeenkomstige weken van het vorige jaar een
daling is. Maar boven de 30% is het werkloosheids
percentage nog steeds. Allerlei werkverschaffings-en
cultureel werk brengt wel eenige verlichting maar
het is een druppel op een emmer, en als men, zooals
minister Slingenberg nu bepleit, grooter druk op de
dselname daaraan door de jongere werkloozen gaat
uitoefenen, zal het heel gauw blijken, dat het aantal
goede leiderskrachtèn weer te kort zal schieten. Wordt
het niet tijd dat hiervoor een opleiding wordt inge
steld? Meerdere centralisatie is om versnippering te
voorkomen natuurlijk welkom, maar waar veel van
dit werk zonder vergoeding wordt gedaan, moet wel
bedacht worden, dat dit alleen uit diepgeworteld
roepingsbesef kan plaatsvinden en concentratie dus
niet tot de neutraliteit van den grootsten gemeene
deeler mag leiden.
DB AANPASSING DER VASTE LASTEN BIJ DB
SPOORwegen, noodzakelijk geworden door de crisis,
zal nu ook weldra haar beslag vinden. De obligatie
houders zullen wel veeren moeten laten, maar
wien is' dat in deze jaren niet overkomen? En
zonder ingrijpenden maatregel is ons spoorverkeer
economisch niet gezond te maken en in staat tot
billijke concurrentie tegen het autoverkeer, dat bij
ietwat betere tijden en lagere lasten nog sterk
zal kunnen toenemen. Hierop rekent ook ROTTERDAM,
dat het kleine tunnelplan" voor zijn
Maasverbinding aannam en dus den mollen-weg boven diender
zwaluwen, Het mooie brugontwerp, verkoos. En
al kunnen wij over deze keuze niet juichen, het is
althans goed dat men. nu 4e bouwkosten goedkoop
zijn en de werkloosheid groot, dan toch spoedig aan
het werk tijgt.
U
r
/
v
IROENEVf
ISTEKDAlf'
. Ttlttowi 379éL x
. ? ?'? \
' > ^
'? V11'*
*. J.i .
.n de 60stW
d.
r kostelooi
Ik zend
PAO. 2 DE GROENE No.3110
PAG. 3 Dl GROENE No.3110