Historisch Archief 1877-1940
IIE CIIIS 100 JAM
Een gids ook in het staatkundig leven?
PROF. DR. G. A. VAN POELJE
IS de Gids, de voorname gids, de thans
honderjarige, de gids bij uit nemend»
heid door blijvende verdienste en
door recht van eerstgeboorte, ons volk
ook in het staatkundig leven tot een
gids geweest?
't Komt er maar op aan, hoe men de
taak van een gids ziet, men zich de be
trekking tusschen gids en volk denkt.
Het tijdschrift, dat bij zijn eerste ver
schijnen den ondertitel voerde:,,Nieuwe
Nederlandsche Letteroefeningen", was
aanvankelijk zeker niet als staatkundig
orgaan bedoeld. Naarmate het een meer
algemeen karakter verkreeg, ruimde
het ook aan de bespreking van staat
kundige vraagstukken plaats in, maar
van een streven naar regelmatige en
systematische volksvoorlichting is wel
nooit sprake geweest. En de jaren,
die ons van zijn oprichting scheiden,
zagen de actief-staatkundige, dat is de
' politieke ontwikkeling van het volk
in snel tempo voortgaan: de mogelijk
heid zoo ze al ooit aanwezig was
dat n gids de gids voor allen zou zijn
op dit gebied, werd daardoor kleiner
met den dag.
Maar kan niet de gids van een volk
óók een tijdschrift zijn, dat zich recht
streeks slechts tot een minderheid richt,
maar dat doet op zulk een wijze, dat
allen aan wat het brengt aandacht moe
ten geven; het moeten bestrijden, bij
vallen of bloot vermelden, met het ge
volg, dat het toch tot het gansche volk
doordringt en aldus, direct of indirect,.
bijdraagt aan de vorming van dat volk in
zijn geheel?
Als men deze vraag bevestigend be
antwoordt, en zelfs prijst, dat de op
eenvolgende redacties in dezen zin
hun taak hebben verstaan en trachten
te vervullen, dan blijft nog de andere
vraag over, of men van een gids moet
verlangen, dat hij ons voorgaat bij het
klimmen naar nieuwe, nog niet be
reikte toppen, óf dat de gids aan iederen
redelijken wensen voldoet, als hij ons
veilig voert langs bekende, zij het niet
steeds gemakkelijke paden, tot aan de
uiterste grenzen van het reeds
geexploreerde gebied. Zou men het eerste
verlangen, dan zou men niet verder
komen dan tot een getemperd welwil
lend oordeel over de praestaties van den
Gids. Visionair zijn z'n redacteuren en
medewerkers wel haast nooit geweest.
De lijnen, waarlangs de staatkundige
ontwikkeling van ons volk zich be
woog, zijn niet vooraf in den Gids aan
gegeven. De Gids heeft begeleid, ver
klaard, voorgelicht, voor
ondoordachtheden behoed; exploratie-arbeid op
staatkundig terrein is er zelden in ver
richt. Zelden; er zijn uitzonderingen.
Van Deventer's Een eerschuld" lijkt
ons er een van. Maar het nieuwe, het
vlammend nieuwe, komt in het alge
meen slechts tot uiting in een kleinen
kring van gelijkgezinden, niet in het
gemengd gezelschap van bezadigden,
die ter volksvoorlichting bijeen zijn.
Maar vat men de taak van den Gids
beperkter op, en het is redelijk, dat
men dit doet dan moet men er
kennen, dat zijn arbeid van een eeuw
toch ook voor de staatkundige ont
wikkeling van ons volk wel van groote
waarde is geweest.
IK noem drie namen: Buys, Van
Vollenhoven, Krabbe.
Buys, de soepele, ontvankelijke geest
docent bij alles wat hij schreef,
gidsredacteur gedurende dertig jaren, van
1863 tot aan zijn dood. In een reeks
van artikelen, alle geschreven in den
zelfden handzamen, gemakkelijk
aansprekenden stijl, heeft hij de staatkun
dige ontwikkeling van c ns volk in den
Gids gevolgd, ze aan het liberaal be
ginsel, zooals hij dat zag, getoetst, en
dat liberaal beginsel zelf verklaard.
Zedelijke voornaamheid was, naar
Fabius' woord, de kenmerkende trek
van zijn karakter. En dezelfde oud
leerling, politiek een tegenvoeter van
den meester, schrijft in 1928 bij de
plechtige herdenking van Prof. mr.
J. Th. Buys, ter gelegenheid van zijn
honderdsten geboortedag, omtrent
diens publicistischen arbeid: En be
woog zich Buys van Januari 1865 tot
November 1892 op het glibberige pad
van de politieke histoire contemporaine
wie weet de plek te wijzen, waar zijn
voet is uitgegleden? En schoon Buys
van verontwaardiging kon trillen en
in vlammende taal toornen, waar
overschreed hij ooit de schreef van
smettelooze riddereer?" Is, in den
beperkten zin, dien ik aangaf, een tijd
schrift niet gids van het volk, dat ge
durende dertig jaren van zulk een man
het orgaan was?
Dan van Vollenhoven, de nobele, de
man van encyclopaedische kennis.
Ook hij koos gedurende vele jaren de
Gids, als hij zich in beknopten vorm
tot een ruimeren kring dan die van
zijn onmiddellijke leerlingen wilde
richten. Over Hogendorp schreef hij in
den Gids, zijn sterk beeldende schets
Professor Thorbecke verscheen erin,
maar ook zijn 's Lands internationaal
beleid" (1923), een klemmend betoog
voor actieve, zelfbewuste buitenlandsch
staatkunde, tot het verlaten van het
negativisme, dat met Nederland remt
of zwijgt" afdoende gekenschetst was.
Terecht mocht Colenbrander den ge
storven vriend aan het slot van zijn
levensbericht noemen: een onzer
trouwste medewerkers, wiens stralende
verdiensten wij geroerd herdenken".
En eindelijk Krabbe, gestreng en
mild, de staatsrechtleeraar bij uitne
mendheid. In 1900 reeds schrijft hij in
den Gids over de Constititioneele mo
narchie." En sedert verschijnen van
tijt tot tijd opstellen, alle gedragen door
denzelfden hoogen geest, waarin hij
zijn inzichten over recht en staat, zoo
als deze geleidelijk zich ontwikkelden
en rijpten, in het licht der volle open
baarheid bracht om in 1927 te besluiten
met het korte, maar hoog gestemde
afscheidscollege: Staaten Recht". Ver
moedelijk hebben slechts weinigen zijn
inzichten ten volle aanvaard, maar wie
zal den invloed schatten van deze arti
kelen, die de meest zelfstandigen, hen
die het minst in overgeleverde staats
rechtelijke dogmata waren verstrikt, er
toe brengen moesten om zich opnieuw te
bezinnen over de diepste grondslagen
van het publieke recht!
Zeventig van de honderd jaren om
vat de medewerking van deze drie
grooten aan den Gids: Buys trad als
redacteur op in 1863; Van Vollenhoven
leverde zijn laatste bijdrage (Opgang
van 's Prinsen lot, en neerwaartsche
gang) in 1933, het jaar van zijn te
vroegen dood. En hoeveel groepeert
zich om hen heen ! Dit artikel is geen
kroniek, en ik noem dus slechts enkele
namen. Quack, redacteur van 1863 tot
1894; de Beaufort, eveneens redacteur
gedurende lange jaren (1876?1894),
die in 1895 in den Gids den arbeid be
gon, dien zijn zoon met piëteit en be
kwaamheid voltooide, en die ons, eerst
in Gidsartikelen en later in boekvorm,
de voorloopige geschiedenis bracht van
de voor de staatkundige ontwikkeling
van ons land zoo gewichtige vijftig
jaren, 1868?1918. Over de levenden
zwijgen wij; met weemoed worde nog
vermeld het artikel van Huart (toen
nog te Leeuwarden) uit 1927: Een
kanselierschap in Nederland" (naar
aanleiding van de nieuwe Comptabili
teitswet).
VERGIS ik mij niet, dan vallen uit
de latere jaren geen artikelen te
.vermelden, waaraan voor ons staat
kundig leven uitzonderlijke waarde
kan worden toegekend; wel zijn er een
paar gevallen, die aarzelen doen ten
aanzien van de vraag, of plaatsing niet
beter achterwege was gebleven.
Intusschen heeft sedert 1934 een ten deele
vernieuwde redactie zich in zoover
tevens tot nieuweren levensstijl be
kend, dat zij aan het maandelijksch
menu een hors d'oeuvre" vooraf laat
gaan, eerst genoemd van de redactie",
daarna, blijkbaar om tot uitdrukking te
brengen, dat niet de collectiviteit voor
den heelen schotel aansprakelijk is:
Stemmen uit de redactie". Hierin
wordt van een wat verheven stand
punt, men zou van een katheder kunnen
spreken, het openbaar gebeuren op
allerlei terrein gevolgd en met bezonnen
en sobere woorden beer itiseerd,als men
meent, dat daar reden toe is.
Het is zeker niet onmogelijk, dat d
aldus min of meer geactiveerde redactie
op deze wijze eenigszins het politiek ge
weten worden zal van het bezonnen,
misschien zelfs het zeer-bezonnen ge
deelte van het Nederlandsche volk. In
ieder geval geeft zij reeds nu twaalf
keeren per jaar aan velen het bevredi
gend gevoel, dat zij over de een of ander
zaak ongeveer zóó hebben gedacht als
de redactie van de Gids. Dit moet men
niet gering schatten.
Alles tezamen geloof ik, dat er voor
den beoefenaar van het publiek recht
en voor een ieder, die zelfbewust in het
politieke leven staat, reden tot groote
erkentelijkheid voor wat de Gids in den
loop van een eeuw heeft gedaan en ge
bracht.
En de toekomst?
Zoolang er in Nederland leesgezel
schappen en leesportefeuilles zijn, blijft
er ruimte voor een tijdschrift als de
Gids. Het is dus maar de vraag, of de
redactie het tijdschrift op het oude peil
zal kunnen handhaven. En dit hangt
niet af van de groote massa van haar
medewerkers, maar hiervan, of de
besten en waardigsten" zich niet wen
den tot vakorganen en organen van
bepaalde politieke partijen, maar tot
medewerking aan het buiten de par
tijen staande .tijdschrift bereid blijven.
Dit moet worden afgewacht.
WINTERSPORTinOOSTENRIJK!
THERMALBAD HOFGASTEIN
870 M. b. d. ceesplegel.
GRAND HOTEL
Ie RANG
Telefoon 56 en 57
Alle comfort Thermalbaden Dans Bar Regelingen voor gezelschappen
Internationaal publiek Volledig pension S 15.?tot S 24.?.
Van 3 Januari af weekarrangementen inclusief Thermalbad en belastingen S 130.??.
Seizoen 10 DECEMBER tot einde FEBRUARI.
PARKHOTEL
MARIEN HOF
H o f g a s t e i n
Het geheele jaar geopend.
onder nieuw beheer
Dir. HANS STRASSHOFER
Eersterangs Hotel
Fraai aangelegd park. Installaties voor
physische therapie,'diathermie,
hoogtezon.
Gedurende den winter voordeelige
prijzen voor gezelschappen
Kurhaus Sendlhof,
Stroomend ' koud- en wtrm water, centrale verwarming,
lift, zonnlce llf f Ing, f roote terrassen - Auto, Garate, Thermal
baden In huls. Het feheele Jaar geopend (van l October tot
20 Mei vol penilon Inclusief alle kosten 12?13 Sch.)
Galtür
1600 meter
Intern, win t e r s po r t p l a at s
Ideaal skigebied voor beginnenden
en geoefenden. Centraal oord voor
de heerlijke Silvretta tochten.
Spoorwegstation Land eek aan
de lijn Ar l berg
Vlugste verbinding met K.L.M.
unrn n nmjTurmii ALLE COMF°RT ? DAGELIJKS
HU l tL rLULrl l HUKN NAMIDDAGCONCERTEN EN
UW l U L. l kUVII l IIVJIlll AVONDAMUSEMENTEN
Galtür
Matige prijzen Prospectussen
PoSthotel RÖSSLE" _ GALTÜR
Alle comfort - 80 bedden - Goede keuken - Billijke prijzen
GASTHUIS-PENSION Centrale verwarming, goede keuken,
PAZNAUNERHOF" bm'^ prijzen; - Speciale,condities
OALTüR 16QO METER voor Jamtalhütte (2167 Meter).
Skischool Silvretta19
Galtür
Doorloopend Ski-onderricht en
tochten van midden December tot
einde April, voor beginnenden en
geoefenden
l;
*"!
4 i
bon
PAG. 4 DE GROENE No. 3112
"l l ir
De reportage
van de week
Kees uit het woonwagenkamp
Spannende jacht naar een
doodgewonen" keeshond
WIE zou onzen gezelligen, alledaagschen
Kees niet kennen ? Iedereen, en tóch
ziet u meer Engelsche terriërs, Belgische
bouviers of Duitsche herders dan Hollandsche
keezen. 'n Kwestie van mode noch onze zilver- of
goudgestroomde Hollandsche herder, noch ons
smousje met z'n pittigen snuit, noch onze kees met
z'n kittigen staart zijn erg in trek. Hoewel er voor
deze inheemsche slagen fokkersclubs bestaan, die
voor onze vaderlandsche rassen propaganda maken,
blijft het aantal patriottische hondenvrienden be
scheiden, dit in tegenstelling tot de animo voor
sommige buitenlandsche rassen als Cocker Spaniels
(waarover een ander maal). Onze drukke, knusse
kees is totaal verdrongen door zijn immers veel
interessantere" ! neven, den blauw-tongigen
Chineeschen Chow Chow en den (althans in het op
vallende bekynologeerde siertype) effen witten
arctischen Samoyeed of sledckees.
Vóór de naoorlogsche invasie van, overigens
beziens- en hebbenswaardige, importrassen was 't
keessie een wel zeer algemeen, ja ordinair straat
motief ; nu is hij een levend fossiel. Let u maar 's op:
er gaan maanden voorbij zonder dat u een kees ziet
of Kees" hoort roepen... Zoo heeft een mijner
kennissen drie maal moeten adverteeren om een
gewoon wit raszüiver keesje te kunnen bemachtigen,
terwijl in 1905 mijn vader maar even in Den Haag
de straat op hoefde om zoo'n sneeuwwit, zachtbevacht
schildersmodel te vinden als aanvullend attribuut
voor zijn bekende kinderportretten. Ach, onze, uit
geroeide, vergeten schipperskeesjes, waar het eens
van krioelde.... Gelukkig heeft een ras-rasfokster
zich zoo juist over dit volksras ontfermd, heeft het
in eere hersteld, nog net op tijd. Die keesroman is
zóó.
»
DE Engelsche liefhebberij- en handelsfokkers
zijn wakkerder hondenmeppers dan wij: in
de eerste plaats hebben zij hun eigen strekelijke
gebruiksrassen gebombardeerd tot 's werelds cou
rante soorten: hun heelen Britschen terriertroep,
hun spanielspan, hun setter-set, den collie, resp.
den renbaangreyhound, den whippet; vervolgens
hun foxhound naar alle werelddeelen uitgevoerd,
hun uitgestorven reus, den lerschen Wolfshond
teruggefokt, daarop de vreemdsoortigste z.g. vader-'
landsche .rassen van andere volken aangenomen en
veredelend in reinteelt verder gefokt; waaronder den
Skandinavischen Eikhond ('n onadelüjk
tusschending van herder en boerenkees), den Finsk Spet ('n
eveneens halfbakken Fin), den keizerlijken Chinee
schen paleis-pekinees, den Thibetaanschen Lama-'
terriër, den Afghaanschen windhond, enz. Onderwijl
blijft Engeland als het modehond-aangevend cen
trum zijn inlandsche verwaarloosde (straat)honden
opdiepen, zooals den groven Welsh Corgt zooiets
kunt u ook fokken als u maar even een tax en een
fox vermengt, den Staffordshire bullenbijter, den
voorlooper van John Buil's bulldog immers:
British.to the bone.
Al die hondsche nieuwe snufjes kan men ont
moeten op de Londensche Cruft Tentoonstelling, een
soort hondenbeurs, dat Crufts", waar zich jaarlijks
heel hondenlievend Europa ver n i gt en waarover
ook bij ons krantenverslagen verschijnen. Merk
waardigerwijze wordt deze gebeurtenis van oudsher
op touw gezet door den stokouden heer Ch. Cruft,
die zijn heele lange leven lang zelf nooit een woef je
bezat. Hier dan zag een bekende kynophile, mevr.
M. baronesse van Hardenbroek?van Hardenbroek,
tot haar Nederlandsche verontwaardiging een z.g.
Dutch Barge Dog, dus Hollandschen
Woonschuit(kees)hond, onder den gezocht-Nederlandschen
kennelnaam Bart of Zaendam", plus
bijbehoorende fokteven, ook met dikopgelegde Hollandsche
eigennamen als Geertje, Neèl, Klasina, Rika (ver
moedelijk aangevraagd bij dienstbodebureaux van
, eind vorige eeuw) "mooie, bovenstbeste keezen,
maar.... rastechnisch niet ónze Barge Dog, maar
ie reinsten, onvervalschten Pruisischen of dan
Pommerschen Kees, den z.g. Spitz, dus wat hooger op de
pooten, bedaarder, blauwer van vacht, kortom even
anders van raspunten dan ons keessie-van-elken-dag.
Dat kon mevrouw Van Hardenbroek niet verkrop
pen: zij zou de wereld détypical Dutch keeshonds
(spreek uit :kieshonds) laten zien, made in Holland.
Evenals u en ik het zouden doen, dacht deze dame
vlug even wat schipperskeezen, immers talrijk als
musschen en katten, op te snorren en ? ? .. klaar is
Kees! Maar....
Kriskras door de binnenlanden van ons sterk
behonde land zocht de keeszoekster naar volbloed
exemplaren van den ouden stempel, doodgewone,
leuke, antieke keeshondenbeesten. Zij liep honderd
boerenerven en duizend woonschuiten af, klopte
bij alle ouderwetsche inboorlingen aan: Heeft u
soms een keeshond?" Nee, dame, die zie je
tegenwoordig nergens meer; we hebben wel een
mooien Airedaler voor u .. ?." Wanhopig belandde
mevrouw Van Hardenbroek op haar canine Odyssee,
na allerhande basterds met keezige allures en rare
krulstaarten, in wier onopgeteekenden stamboom
wel eens een origineele kees was voorgekomen, ver
worpen te hebben, tenslotte in een .... woonwagen
kamp en ziet: tusschen de zich krabbende kindertjes
en mandenvlechtende kerels (ze maakten echter
heusch geen orthodoxe hondenmanden voor hun
eigen canis familiaris) zag zij den, zich eveneens
ferm krabbenden, rasechten, alhoewel verre van
waschechten schippers- of Zigeunerskees. Uit dit
nomadisch eind- of liever beginmateriaal fokte zij
in haar Germaanschen kennel Walhalla", eerst
te Eindhoven, nu te Nuenen, een authentieken
keeshondenstam (op elke tentoonstelling kunt u ze
bewonderen)* Toen zij in 't begin zoo'n
weerbarstigen rekruut uit het woonwagenkamp in de
waschtobbe stopte, was het of de oolijke, vroolijke oogjes
zeiden: 't Is een best mensch, maar bij mijn baas,
den scharensliep bleven m. zulke mishandelingen
bespaard .. .."
WAT dr. Franz graaf Zedwitz zegt van den nu a.'s
natuurmonument uit restanten geredden Ibex
of Steenbok: Die Geschichte dieses Thieres ist ein
Epos", geldt ook voor den kees redivivus. Hier is het
vooral een genetisch epos, want het heropbouwen
van dit vlot slag honden, n.l. den grootformaat kees,
niet den ver-Engelschten Pommerenian"
dwergvorm voor den salon, uit dit fok-onzuivere alle
gaartje eischte veel' teeltselectie, foktalent en
feeling". Maar die heeft deze vaderlandsgezinde
keezenmoeder heusch wel; reeds lang voor haar trou
wen, als schoolkind nog, mendelde Mies" .er in
den Haarlemmerhout bij Het Huis met de Beelden
lustig op los met roodoogmarmotjes, waarin zij per
se den er f f act o r van het pigmentlooze oog wilde
vastfokken....
Moge onze herboren aparte Dutch Barge Dog als
folklore gehandhaafd blijven en niet weer verwateren
en in dezen vervlakkenden tijd van gelijkschakeling
ten leste nog eindigen als opgezet museumexemplaar
naast het wassenbeeld van den laatsten
Volendamsch-Markenschen Mohikaan, die in fraai
FryEngelsch den allerlaatsten toerist postcards aan
smeert only a penny, Sir.
We voelen ons evenwel wetenschappelijk ver
plicht er op te wijzen, dat men het endemisme van
vrijwel alle z.g. autochtone rasgroepen niet al te
strikt heeft te nemen. Op grond van studie heb ik
ten minste het idee der nationale rassen" laten
varen: kweekdieren hebben geen nationaliteit, ze
zijn polynat ionaal. De meeste vastelandsrassen, de
z.g. vaderlandsche" der diverse naties, vinden
bij de buren den ongeveer gelijken tegenhanger,
bijv. de Hollandsche Kropper en de Gentsche, de
Hollandsche herder, ruigharig of glad, en de
Tervuerensch-Laekensch-Mechelsche, de Groninger
meeuwkippen en de Oostfaalsche Pellen, de Kees en
de Spitz, het oud-Hollandsche Zwartwitkuifhoen en
de Padua, de greyhound en de sloughi, enzoovoort.
Uit zoo'n nevenfamilie, die de darwinisten link"
zouden noemen, kan men te allen tijde, als een der
takken dreigt uit te sterven, zoo'n locaal type weer
maken", zooals geschied is met den lerschen
Wolfshond uit den naburigen Gentschen Deerhound
en zooals onze nationale duivengrootfokker C. A. M.
Spruyt uit Gouda, onzen Kropper hielp" via de
ingekruiste Gentsche parallel.
Dierkundig mogen slechts afgesloten gebieden als
eilanden zich beroemen op zuiver inheemsch vee,
bijv. Mallorca met zijn specifieken Windhond, den
pedence mallorquin, een verren afstammeling der
Pharao'sche hazenwinden, zooals we dien op papier
of liever op steen kennen van Egyptische rel
fteekeningen. Afgezien van afwijkende huisdieren
en de indigene bevolking zelf hebben zulke geïso
leerde wereldjes hun geheel eigen fauna en flora,
zooals het Grieksche eilandje Zanthe, verleden jaar
door onzen prof. Jan Versluys biologisch opnieuw
ontdekt. Ook denken wij aan de belangwekkende
Galapagos-eilanden, waar Dirwin in 1835 door het
zich van n niet in het systeem" passende schild
pad ineens zijn Ontstaan der Soorten en zijn, om
met Bölsche te spreken, van bacil tot
aapmensch"theorie in schemering voor zich zag, welke koud
bloedige hem werelden opende en van den jongen
Darwin een onsterfelijke figuur maakte inplaats
van den provinciepredikant, die hij had zullen wor
den, 'n Ongeïsoleerd open klein land als het onze
mag dan ook maar ternauwernood spreken van
inlandsche, laat staan van nationale oerrassen,
alsof wij van een soort het alleenrecht bezaten.
Maar toch, ons indigeen apart keesje, ook al kent
de wereld meerdere keesachtigen, hoort essentieel
in onze stadjes van blokgevels en grachten thuis.
We moeten Baronesse van Hardenbroek dan ook
dankbaar zijn voor deze renaissance: Mies heeft
Kees gered ? ? ? ? klaar is Kees !
G. DE JOSSELIN DE JONG
t
i
l
J
De zelfbewuste en telfmade oud-Hollondsche Schipperskees, opgekomen uit de heffe des hondenvolks, nu donk zij
een Nederlandsche fokster acrdig op weg in het buitenland moderas te worden o/s Dutch Barge Dog"
. (Foto WttMtad De Hond")