Historisch Archief 1877-1940
LEVENSVERZEKERING
MY. ARNHEM
de basis voor een zorgenvrij bestaan.
ROTTERDAMSCHE HYPOTHEEKBANK
VOOR NEDERLAND
HOTEL DE WITTE"
Het beste ter plaatse
Amersfoort * Telef. 22
Losse nummers van De Groene: 20 et.
Ouder dan 3 maanden: 60 et. Toezending
uitsluitend na ontvangst van het bedrag.
N.V. DE HOLLANDSCHE
VOORSCHOTBANK
KRUISWEG 7O HAARLEM
De Bank verstrekt voorschotten met
eenminimum van/1000.» op billijke en
wat de terugbetaling betreft gunstige
voorwaarden, onder borgtocht of zake
lijke zekerheid. Een prospectus wordt
op aanvraag gaarne toegezonden.
GEMEENTE GRONINGEN
l UITGIFTE van ?
?4.800.000.- 3'/2 pCt. Obligatiën
LEEN ING 1937
(LOOPTIJD UITERLIJK 22 JAAR)
in stukken van f 1000.?f 500.?en f 100.?.
Ondergeteekenden berichten, dat de inschrijving op
f 4.800.000.?3l/2 pCt. Obligatiën met recht van voor
keur, zooals in het prospectus omschreven, voor houders
van 4 pCt. Obligatiën 1934 (eerste leening) ten laste
van de Gemeente Groningen, zal zijn opengesteld op:
DINSDAG 2 FEBRUARI 1937
van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 uur
tegen den koers van 99l/2 pCt.
te AMSTERDAM: ten kantore van
HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.V.
H. OYENS & ZONEN N.V.
te 's-GRAVENHAGE: ten kantore van
N.V. BANKIERSKANTOOR
VAN LISSA & ICANN
te GRONINGEN: ten kantore van den
GEMEENTE-ONTVANGER
PROSPECTUSSEN EN INSCHRIJVINGSFORMULIEREN ZIJN BIJ DE
KANTOREN VAN INSCHRIJVING VERKRIJGBAAR.
HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.Y.
H. OYENS & ZONEN N.V.
N.V. BANKIERSKANTOOR VAN
AMSTERDAM, i ^ ,_?.._, LISSA EN KANN
's-GRAVENHAGE,
T
?CITY THEATER
PROLONGEERT
DE PRACHTFILM VAN
SINCLAIR LEWIS
DODSWORTH
(MAN EN VROUW)
NIEMAND VERZUIME DEZE BUITENGEWOON'
MOOIE FILM TE GAAN ZIEN DIE DOOR PERS
EN PUBLIEK EENPARIG WORDT GEROEMD
TOEOANO BOVEN 18 JAA»
i!
R 211* 51 n D WJ gareeren, wasschen, smeren, halen en brengen
Udl OyP Uw auto; Prijzen vanaf f 15.- per maand. Onxe 30 jarige
Wfftsptrzijdf 143. Tel.53218 ervaring is een waarborg voor goede service.
Stalling voor 100 auto's Dag en nacht geopend.
Financiën en economie
BELEGGINGEN
IN AMERIKA
C. A. Klaasse
REEDS eenige maanden lang is
het koerspeil aan de
NewYorksche beurs gemiddeld vrij
stabiel. Af en toe vindt een reactie
plaats die ook wel weer gevolgd wordt
door een opwaartsche tendens, maar de
koerscurve vertoont toch niet veel ver
andering, eerder is de tendens iets
om1 aag gericht. En dat terwijl de berichten
uit het zakenleven onverminderd gun
stig blijven, de gepubliceerde winst
cijfers van de meeste bedrijven nog
voortdurend een verbetering aantoonen,
en niet s. er op wijst dat de conjunctuur
het hoogste punt reeds heeft bereikt.
Nu is het natuurlijk waar dat de beurs
altijd vooruitloopt op de feiten, zoodat
wanneer de verwachte feiten, betere
omzetten, hoogere prijzen, maar in elk
geval hoogere winsten zich de facto
voordoen, de aandeelenkoersen niet
meer omhoog gaan, soms zelfs een
reactie vertoonen. Dat is een algemeen
bekende eigenaardigheid van de beurs
die in haar aard ligt. De waarde van
een aandeel is nu eenmaal de gekapi
taliseerde waarde van de verwachte
winsten, daarom moeten de koersen
altijd de toekomst verdisconteeren.
Daarom kan bij opgaande conjunctuur
het koerspeil af en toe inzakken wan
neer de beurs in haar verwachtingen de
feiten heeft overschat.
Daarbij komt in dit speciale geval
nog een factor. De Amerikaansche
schatkist heeft onder de
regeeringRoosevelt welbewust een sterk
deficitaire politiek gevoerd. Enorme uit
gaven zijn gedaan voor
overheidswerken, die de bedoeling hadden
conjunctuurnivelleerend te wer,ken, ter
wijl ook de gewone dienst aanmerkelijke
tekorten te zien gaf. Dat deze politiek
stimuleerend heeft gewerkt op het
bedrijfsleven spreekt vanzelf, al kan
men natuurlijk moeilijk uitmaken in
welke mate de bedrijvigheid door dezen
factor direct en indirect is gestimuleerd.
Blijkens de nieuwe begrooting schijnt
Roosevelt ernstig het plan te hebben
het tijdvak van het budgetdeficit zoo
spoedig mogelijk af te sluiten. Dit
beteekent dus dat de genoemde kunst
matige prikkel voor de bedrijvigheid
zal komen te vervallen- Nu is het waar
dat, nu in de conjunctuur weer opgang
gekomen is, men deze stimulans zeker
kan missen, maar toch vragen velen
zich af wat de reactie zal zijn op het
wegvallen van de vraag die uit deze
uitgaven voortvloeide. Wel kan men
de stelling poneeren dat, nu door de
bedoelde budgetpolitiek de cirkelgang
uitgaaf-productie-inkomen-uitgaaf op
gang is gekomen, deze ook zonder
nieuwe ongedekte overheidsuitgaven
zal blijven voortloopen, maar deze stel
ling blijft altijd eenigszins speculatief.
TOCH is het de vraag of deze fac
toren bij de tendens in Wallstreet
de voornaamste motieven zijn ge
weest. Daarnaast is een andere om
standigheid die de kooplust eenigen tijd
heeft geremd, n.l. de onzekerheid
omtrient wat er tenslotte terecht zal komen
van de plannen waarover de regeering
nog altijd in beraad is terzake van de
beleggingen in de Vereenigde Staten
door buitenlanders.
Het is al weer eenigen tijd geleden
dat Roosevelt de heele wereld, voor
zoover die geïnteresseerd was bij den
handel in Amerikaansche waarden,
min of meer in rep en roer bracht. In
het kort kwam zijn stelling hierop
neer, dat het wenschelijk was den kapi
taalstroom naar Amerika, die het ge
volg was van de speculatieve belang
stelling van buitenlanders op de Ameri
kaansche beurzen, te re/nmen, bijv.
door het heffen van hooge belastingen
op zulk een bezit en/of de revenuen
daaruit. Het is mogelijk dat er van dit
alles tenslotte niets een feit zal worden,
maar de Amerikaansche regeering
schijnt het vraagstuk toch nog geens
zins ad acta te hebben gelegd. Nog
altijd hangt deze kwestie min of meer
als een dreiging boven de markt. Zou
men werkelijk prohibitieve belastingen
gaan heffen, dan moet dat natuurlijk
een omvangrijke verkoopbeweging ten
gevolge hebben. En hoewel op den duur
dit land zeker het aanbod kan
absorbeeren, en het rendement beslissend zal
zijn voor het duurzame koersverloop,
kan de kans dat zoo iets eenigen tijd
een verkoopbeweging in het leven zou
roepen de markt natuurlijk drukken.
Of men er werkelijk toe zal komen
maatregelen van dezen aard te nemen,
blijft zooals gezegd kwestieus. De be
slissing zal in de eerste plaats afhangen
van de vraag of er deugdelijke gronden
zijn aan te voeren om kapitaalimport
tegen te gaan, c.q. het reeds ingevoerde
kapitaal te doen remigreeren. De argu
menten die door Roosevelt destijds wer
den genoemd hebben voornamelijk be
trekking op de monetaire consequenties
van de kapitaalbeweging. Gezien het
feit dat de Amerikaansche betalings
balans op zichzelf zonder kapitaal
import reeds actief is, beteekent elke
kapitaalverschuiving naar de Veree
nigde Staten invoer van goud. Dit ver
ruimt de geldmarkt, vergroot de
surplus-reserves der banken, en daarmee
de basis voor de credietgeving. Aldus
kan de monetaire conjunctuurpolitiek
waartoe men in de Vereenigde Staten
overhelt, gedwarsboomd worden. Tenzij
men door sterilisatie der goudinvoeren
deze consequentie wegneemt een
politiek waartoe dan ook de schatkist
sedert enkele weken is overgegaan
maar het is begrijpelijk dat men weinig
ambitie heeft dit te moeten doen ten
pleziere der buitenlandsche beleggers.
Aan den anderen kant zal, wanneer
men het oog richt op de toekomst,
rekening.gehouden moeten worden met het
feit datteeeniger tijd de buitenlandsche
beleggers hun kapitaal weer zullen
terughalen. Dat zou dan met
goud1afvloeiing gepaard gaan, en het is
natuurlijk denkbaar dat de daaruit
resulteerende verkrapping van de geld
markt op een dusdanig moment zou
komen dat de monetaire politiek er door
gehinderd zou' worden.
Deze beide feiten, die president Roose
velt heeft genoemd als zijn voornaam
ste bezwaren tegen het vrij toelaten
van kapitaalimport, dienen inderdaad
een rol te spelen in de overwegingen
van een regeering die op economisch
en monetair gebied niet het laisser aller
geheel wil huldigen. Maar het is de
vraag of alleen de invloed op de geld
markt hoe belangrijk deze voor het
heele economische leven kan zijn
Roosevelt's houding in dezen geïnspi
reerd heeft. Want afgezien van theore
tische geldpolitieke bezwaren die men
kan maken tegen dergelijke kapitaal
bewegingen, spreekt feitelijk het meest
elementaire gezond verstand daartegen.
VOOR den oorlog waren de Ver
eenigde Staten een land dat relatief
arm was aan kapitaal en rijk aan moge
lijkheden tot investeer ing van kapitaal.
Niets was dus logischer dan dat Europa
zijn overtollige besparirigen naar de
Vereenigde Stateq dirigeerde om daar
een loonend emplooi te vinden. Na
den oorlog echter is die situatie geheel
veranderd. De industrie was behoorlijk
geëquipeerd en de besparingen waren
voldoende om in eigen behoefte te
voorzien, zelfs om nog daarvan naar
elders uit te leenen. Behoefte aan reëel
kapitaal uit het buitenland hadden de
Vereenigde Staten niet.
PAG. 18 DE GROENE No 3113
PAG. 14 '
m - J» C»E»K»t»VTAm
'\
l
Nu kan het onder bepaalde
omstani dagheden voorkomen dat een land wel
! reëel kapitaal voldoende heeft maar een
l te geringe* goudvoorraad als basis
l voor het geldverkeer. In zulk een geval
J kan het nuttig zijn, door het buitenland
'(kapitaal te doen importeeren, dat niet
,'wordt getransfereerd" door
goederen! invoer, zoodat dus niet reëel
kapi\ taal" wordt geïmporteerd, doch
kapi1 taal dat in den vorm van goud binnen
komt, hetgeen tot de creatie van geld
kapitaal leidt, waaraan men juist be
hoefte heeft. De Vereenigde Staten heb
ben echter op het oogenblik noch aan
reëel kapitaal, noch aan geld- of goud
kapitaal behoefte. Het gevolg is dat zij
voor alle ingevoerde vermogen goud
ontvangen dat maatschappelijk gezien
volkomen nutteloos is voor het land,
dat geen rendement oplevert, en dat,
wil men het uit
monetair-conjunctuurpolitieke overwegingen steriliseeren".
ielfs nog rente kost. En daartegenover
i incasseert dan de buitenlandsche
bej legger op het geïnvesteerde kapitaal
Lenterest of dividend, terwijl, wanneer
Re zijner tijd aandeelen met winst
wor1 den verkocht, ook het kapitaalaccres
1 nog naar het buitenland gaat. Op
vol(Itomen nutteloos goud, dat het buiten
land binnenbrengt, betaalt men dus
. rente en eventueele kapitaalwinst.
' > Nu is deze redeneering oppervlakkig,
'en niet in overeenstemming met rte
( ietwat liberalere tendenzen die weer in
- het internationale ecoriomische
verl keer baanbreken. Maar het is toch
zeker een gedachtengang dien men bij
de beoordeeling van het onderhavige
vraagstuk niet geheel kan
verwaarloozen.
ZOO ZIJN ONZE MANIEREN
Dansen
E dans is van oudsher een
gewichtige verrichting, die
beoogde uitdrukking te geven
aan verheven gevoelens. Men danste
ter eere van het Opperwezen of van
zeer hoog-geplaatsten. Een danseres
kocht met een dans het hoofd van een
versmaad heilig man en Oostersche
fanatici brengen zichzelf in den dans
doodelijke verwondingen toe,
.... Wilt u mij het genoegen
doen? vragen we.
En de jongeling in de goedkoope
dancing stamelt iets van :
Issetgepermeteerd.. .. ?
En dan slaat, in een intimiteit
welke onder alle andere omstandig
heden, naar de mate van het milieu,
een afstraffing of een oorveeg tot ge
volg zou hebben, het mannelijk indi
vidu den arm om de leest van het
vrouwelijke en beweegt zich met haar
tezamen in rythmische bewegingen
in het rond.
Door vrouwen van volkomen zui
vere geaardheid en mannen van on
besproken naam worden de techni
sche mérites van deze omstrengeling
en beweging gewogen en besproken,
in den zin van voor- en nadeel van
steviger of losser vastklamping en de
ivijze waarop de greep rondom een
heup of van twee handen in elkander
op de doeltreffendste wijze wordt toe
gepast.
Gedurende den dans wordt weinig
of niet gesproken en veetal
diepernstig gekeken. Wellicht is dat een
atctvisme uit den tijd toen het besef
levendig was van de opdracht dezer
verrichting aan een hooger macht.
De omstrengeting duurt precies
zoolang als de muzikanten de bege
leidende melodie spelen. Het zou als
hoogst ongepast worden beschouwd
ook nog na afloop van de muziek de
vrouw der keuze om het middel vast
te houden ofwel haar gedurende de
rest van den avond aldus tegen zich
aangeklampt te houden.
Daarom late men zich niet op een
dwaalspoor leiden, door bijvoorbeeld
aan een galamaaltijd, wanneer het
orkest zich laat hooren, zijn
tafeldame met den arm te omstrengelen en
tegen zich aan te drukken. Dit zou
protest en schandaal uitlokken, aan
gezien men dan nog in gezeten hou
ding verkeert, wat geen argument is
voor omstrengelingen. Gansch anders
is het wanneer men bij daartoe in
aanmerking komende maaltijden, bij
het aanvangen van de muziek, een
afspraak met zijn tafeldame maakt
om beiden de verticale houding aan
te nemen, de armen om elkanders
schouder en heup te slaan, en
tusschen de poire en defromage tezamen
op een daartoe bestemd, spiegelglad
gewreven deel van den vloer
ryhtmische bewegingen uit te voeren.
CONSERVATOR
Schaken
R«dact«ur: Dr S. G. TARTAKOWER
Schaakleven in Pari/5
IN de jaarlijksche wedstrijden om het
kampioenschap van Parijs spelen,
sinds jaren, de vertegenwoordigers
j van Oost-Europa ( Baratz, Dr.
Cukiermann, Rossolimo, Dr. Monosson,
Znosko-Borowsky e.a.) een rol van
beteekenis.
In den laatsten tijd echter is een
Hollander, de heer Henry Reyss, naar
voren getreden. De heer Reyss, wiens
/ stijl gekarakteriseerd wordt door vin
dingrijkheid en offers, is in zijn eerste
vaderland: Holland (en speciaal in
Rotterdam) goed bekend. Hij was vóór
Mr. G. C. A. Oskam voorzitter van den
Rotterdamschen Schaakbond.
Hieronder volgt eene prachtprestatie
van den heer Reyss uit het kortelings
geëindigde kampioenschap van Parijs
(waar Rossolimo den eersten prijs be
haalde).
Orthodox Bameffamblnt
Wit: REYSS Zwart: BRAUN
r. da?d4, dy?ds; 2. Pgi?fa.ey?eó;
3. ca?^c4,Pg8?fó; 4. Lel?gg, Pb8
d7; 5. ca?63, c??c6;
6. az?as. ....
Een goede manier om den na 6. Pc3,
Da$ mogelijken
cambridge-springsvariant uit den weg te gaan.
6. ...... Lf8?67
7. Pbi?03 o?o
8. Tai?ei dsxc4
9.Lfxxc4 Pfó?ds
10. h2?h4 ' ..........
Déheer Reyss heeft tot motto steeds
de scherpste voortzettingen te kiezen.
10. ........ Tf8?e8
ix. «3?-C4 Pdsxcs
12. Tcixcs by?05
13. Lc4?as Lc8?b7
/4. .Kei?f i
De witspeler blijft bij zijn voornemen
niet te r och eer en.
14 Dd8?35
15. Lgsxe7 TeSxe?
16. Pf3?g5 bs?b4
17. Tc3?fs
Een energieke toren, die aan een
batterij vóór de eigen linie doet denken!
MG. 19 DEGROENE Ho, 3113
17 ......... Pd7?f8
18. Thi?113 TaÖd8
19. Tf3?f4 có es
20. Ddi hs ..........
Wits rochade-aanval accentueert
zich.
20 ......... g7 g6
.21. Dhs?g4 Td8xd4
De vreugde van den zwartspeler
over dezen veroverden pion zal van
korten duur zijn.
22. h4?hs Das?d8
23. Kfi?gi Td4?dt
24. Kg i?h.2 Dd8 do
25. Th3 g3 ! Dd6 d2
Deze tegenactie van zwart komt te
laat.
26. hs x g6 h7 x go
27- PgS * *7 I i
Een zeer diep en fijn doordacht
stukoffer.
27. ........ Te7 x f7
28. Laz.xeó Dd2xf4
Een vergeefsche reddingspoging.
-f Pf8xe6
30.
21. Df4?b8-f Kg8
32. Tgó?g4 ! ..........
De beslissende eindmanoeuvre.
32. .. ...... Tdi?d7
33- Tg4?h4.4 Kh7?g6
34. Db8?g3l Kgó?f6
35. Th4?hó-f Kf6?e?
36. Dgj eS^ Zwart geef t
op.
Zoo spelen de - hedendaagsche
schaafc-amateurs" !
Puzzles
Prijswinnaars zijn deze week voor
het Jetterroodsel Mej. T. Bosker.
Kerkplein 29, H'Hoef, Wieringen;
voor h«t omzetraadsel Mevrouw
j. G. Dusseldorp-Frieling, Usquert.
Voor e/fce puzz/e wordt een plastiek
van Hi/rfo Krop uitgeloofd. Inzendin
gen vóór Dinsdag op een BRIEFKAART";
op de odreszijde LETTERRAADSEL of
OMZETRAADSEL verme/den.
Oplossingen
Omzetraadsel
brood m es
eierstruif.
talstelsel.
ets na a l d.
regenjas.
landkaart.
aar d va r ken.
arbeidsloon.
teekenpen.
drogreden.
aartsengel.
nekslag.
nederlaag.
onderspit.
ornament.
interval.
traank l ie r.
Letttrraadsel
O gij, die duizendmaal al werdt
bedrogen
(H. W. J. M. Keuls)
i. o r ne er en
2. gieren
3. ij l g o e d
4. drogen
5. irrationeel
6. e d d a
7. dreinen
8. urbaniteit
9. interesse
10. zede
zi. ebro
12. nieten
13. duwen
14. malaga
15. adat
16. allegorie
Nieuwe opgaven
Letterraadsel
Van de onderstaande lettergrepen
moeten 18 woorden gevormd worden,
welker ie en 3e letters, gelezen van
boven naar beneden, een vers vormen
van Elisabeth Reitsma.
a - ba - ca - cee - de - den - den - der
der - e - een - er - er - ge - hees - kei
la - la - Ie - len - ment - min - na - na
neef - nie - niet - on - pen - pen - ren
ren - ret - sa - slui - te - ter - ti - tig
waai - wie - ij - zen - zer.
Omschrijving
i. van onkruid zuiveren, z. onsamen
hangend spreken, 3. alleenheerscher,
4. aanstoot geven. S* zonder kracht,
6. nakomeling, 7. gelijk, 8. nabootsen,
9. gluipende voorloopen, 10. geraas,
H. beginsel, 12. soort variététheater,
13. boomachtige struik, 14; op n
derde verminderen, X5* SP*JS» *6. be
neden, 17. evenwel, 18. sturen.
Voorvoegraadsei.
Door voor elk der onderstaande
woorden 3 letters te voegen kan men
nieuwe zelfstandige naamwoorden ma
ken. De beginletters van deze nieuwe
woorden moeten, in dezelfde volgorde.
een spreekwoord vormen.
ei
ader
kas
alt
niet
aard
eer
bal
gratie
ree
uur
pier
aal
as
zuur
gram
lade
moes
aar
pel
rang
DIEN DONDERSLAG UIT HELDEREN HEMEL,
A
héft De Groene drie maanden geleden
al voorspeld. De Groene is een zuiver
registreerende barometer van het wereld
gebeuren: wie hem bijhoudt IS bij", in
elk opzicht.
ABONNEER U THANS,
dan bent U er zeker van dat U geen
enkel nummer zult missen.
Het abonnement tot 31 Dec. 1937 kost f 9.25
BON
ADMINISTRATIE DE GROENE"
KEIZERSGRACHT 355 - AMSTERDAM
Ptttffro 72180 ? GIIMMM Giro G MM - T«MM» HH«
Mijne Heeren, ? ?
Wilt U mij als abonnéop De Groene
inschrijven? Ik zend U hiertoe f9.25.
Naam:
Straat:
Woonplaats:
Nr.
30.IJ7
Handteekenlng:
kttflMO M *ll«A «M*
?lnd« vu MH (MT«MIC M ofdnulm
Hl IM*