Historisch Archief 1877-1940
l..,.
vrijheid heeft de geheele linkerzijde zich verzet tegen
verschijningsverbod (als erkende mr. Joekes wel de
mogelijkheid dit uit het huidige artikel 7 der Grond
wet te wringen) en zich uitgesproken voor een
,,droit de réponse". Dit laatste achten ook wij een
zuiverder maatregel, al zouden wij het niet tot een
recht van de regeering willen beperken, maar het
willen uitbreiden tot allen, die de rechter daartoe
in aanmerking laat komen.
De bepalingen tegen de revolutionnaire
volksvertegenwoordigers vinden natuurlijk allereerst verzet
bij deze heeren zelf, de communisten en mr. Wester
man, waarbij zich opmerkelijker wijze ook ds. Zandt
voor de staatkundig-gereformeerden schaarde. Aan
gezien deze punten nog aan de orde komen en de
Kamer het bij de algemeene beschouwing vooral
gehad heeft over wat niet in de voorstellen stond,
komen wij hierop zeker de volgende week nog terug.
Thans is reeds te vermelden dat de sociaal-demo
craten amendementen hebben ingediend om de uit
sluiting wegens schennis van geheimen te beperken
tot geheimen als volksvertegenwoordiger vernomen
en die wegens opruiing te schrappen. Wat het eerste
betreft kan het inderdaad wel eens plicht van een
volksvertegenwoorder zijn om een geheim hem ter
oore gekomen in het landsbelang te verklappen!
Wat het tweede betreft, is het zeker onjuist deze
uitsluiting door de kamer zelf te doen plaats vinden
en de amendementen van de heeren Schouten en
Coops om dit aan den Raad van State, resp. aan den
Hoogen Raad op te dragen, verraden wel, dat dit
vraagstuk niet eenvoudig is.
HET KONINGSCHAP IS BIJ DEZE HERZIENING
slechts terloops in het geding: het Koninklijk
inkomen wordt met 1/6 verminderd; en deze
? 200.000 worden beschikbaar gesteld als inkomen
van den Prins-gemaal. Wel heeft mr. Goseling bij
zijn beschouwingen over de diepergaande staats
hervorming, die hij zich gewenscht had, gezegd,
dat daarbij het erfelijk koningschap en zulks niet
slechts als ornament zeker behouden moest
blijven. Veel uitvoeriger heeft zijn geestverwant
prof. Romme zich over de principieele vragen, ons
koningschap betreffende, bezig gehouden in een
belangwekkende feestrede voor de katholieke
A~nsterdamsche studenten. Zonder zoover te gaan
als mr. Westerman, die een leidende politieke rol
van de Kroon wenscht, of zelfs maar als mr. Boon,
die zich in een E. d. D.-vergadering heeft laten
ontvallen dat wij al een Leider hebben in het Huis
van Oranje, blijkt deze Tilburgsche hoogleeraar
de staatkundige positie van het koningschap toch
hooger aan te slaan, dan in moderne staatsrechte
lijke beschouwingen gebruikelijk is; hij noemt als
element van waarde in ons koningschap de histori
sche traditie die het vertegenwoordigt, het offer
aan het ambt, het erfelijkheidsbeginsel dat de
onpartijdigheid waarborgt, maar ook de bewerking
van eenheid van doelstelling tusschen regeering
en parlement. Dit laatste is in principe waar n in
de practijk, wanneer er geen duidelijke vaste
meerderheid in het parlement is, inderdaad
wenschel ij k, al is de invloed van de raadslieden der
Kroon" in dezen terecht niet gering en danken
deze hun positie bijna steeds aan het parlementaire
stelsel. Maar mr. Romme zal toch ook de houding
van de Kroon bij de Aprilbeweging niet vergeten zijn,
welke van dit ideaal wel wat verschilde. En als
hij tenslotte betoogt dat er gevallen zijn waarin de
vorst zich tegen den volkswaan van den dag moet
keeren als deze de hoogste zedelijke waarden die
ook prof. van den Bergh bij zijn geruchtmakende
oratie heeft willen veiligstellen, op onherstelbare
wijze bedreigt, dan is dat wederom volkomen juist,
maar hetzelfde geldt .evenzeer van het ministerie
en zou ook voor een president gelden. Hadden wij
een dergelijke houding niet ook van Hindenburg
verwacht, als hij wat jonger was geweest?
En het gevaar blijft, dat het Koningschap zelf
van deze houding het slachtoffer wordt, of dat een
terugkeer naar de beperkte monarchie plaats
vindt. Zoodat buiten de waarde van onpartijdig
heid door erfelijkheid en nationale traditie, waarop
algemeen de voorkeur voor de monarchie berust,
geen nieuwe argumenten daarvoor zijn aange
bracht. Want voor het gezag-in-het-algemeen waren
deze al meer geuit. En aangezien de persoon des
konings evenzeer kan blijven beneden de eischen
die aan hem gesteld worden als het volk en zijn
vertegenwoordiging, is het altijd nog het beste, dat
op het volk zelf de uiteindelijke verantwoordelijk
heid voor zijn eigen lot blijft rusten. ,
of moeilijke en on
regelmatige stoel
gang regelt men vlug zonder kramp of pijn met
Mijnhardt's Laxeertablctten
Prijs per doos 60 et. Bij Apoth. en Drogisten
PAG. 4 OE GROENE No. 3113
Film
99
IIB GRAZIGE WËIM2N
99
Negers vertolken Gods nabijheid
ALS toneelstuk is Mare Con
nelly's The green
pastures", waarvan de titel
ontleend is aan psalm 23, her
haaldelijk verboden. In ons
land twee jaar geleden, toen de
Utrechtsche studenten het wil
den opvoeren. In Skandinavi
heeft het ergernis gewekt. Maar
in New York is het sinds Fe
bruari 1930 meer dan driedui
zend maal opgevoerd.
In hoeverre ergernis, verbod en
succes gerechtvaardigd waren,
laat zich, zonder de betreffende opvoeringen te
hebben gezien, moeilijk beoordelen. Zeer aan
nemelijk klinkt de opmerking van de Reverend
Père A. M. Roguet, die in Frankrijk een verza
meling van 70 foto's uit de film, welke onder
leiding van de schrijver naar het toneelstuk is
gemaakt, inleidde: ,,Het is mogelijk, dat,
overgeplant in een Noordelijke sfeer, gespeeld door
nagemaakte negers, voor een puriteins publiek, dit
stuk kwetsend voor de Goddelijke majesteit zou
kunnen schijnen. Maar in zijn oorspronkelijk
klimaat, vertolkt door echte negers, met een on
opgesmukte naïveteit, bezit het stuk van Connelly
in zijn roerende, weldoende eenvoud een onmisken
bare religieuze waarde."
De film maakt het mogelijk dit stuk in deze on
misbare vorm en kwaliteit ook elders te vertonen.
Het brengt op deze wijze zijn klimaat mee en de
vraag blijft nu slechts, in hoeverre wij in staat zijn
dit aan te voelen en te verdragen. In Londen, waar
The green pastures" destijds als toneelstuk ver
boden is, heeft de censuur na vijf maanden beraad
de film toegelaten, welke daar nu reeds een maand
loopt. Wel is daar een petitionnement tegen de film
op touw gezet, onder het motief, dat deze God
belachelijk maakt. In Parijs waar de film eveneens
meer dan een maand loopt, schijnt men minder
overgevoelig te zijn.
r T zover e geschiedenis van Connelly's stuk
:n film. Wie deze zag moet m. i. tot de over
tuiging komen dat verzet ertegen meer een bewijs
schijnt van een poging om God te monopoliseren,
dan van begrip van zijn universaliteit.
Mare Connelly, de schrijver van het stuk, die zelf
de toneelopvoering zowel als de film regisseerde,
verklaart dit stuk als een poging om bepaalde aspec
ten van een levend geloof in de termen van de
gelovigen te herscheppen. Als God de mens schiep
naar zijn beeld, hoe kunnen de negers van Louisana
hem dan anders zien dan gelijkend op de meest
Oe godsdienstige negerfilm The
Green Posture»" dreigt voer ons ver
foren te zullen gaan : zij is reeds in
eerste instantie door de keurings
commissie afgewezen. In onderstaande
artikelen zetten onze filmcriticus en
een theoloog, die beiden de film
reeds zagen, uiteen waarom een
definitief verbod een blamage voor
Nederland zou zijn.
respectabele van hen, hun eer
waarde dorpsgeestelijke ? En hoe
kunnen zij het scheppingsver
haal en al deze wonderlijke ver
halen uit het Oude Testament
zich anders voorstellen dan op
de wijze waarop deze hun worden
verteld in bekende, vertrouwde
beelden uit hun dagelijks leven ?
De kinderen van het zondag
sschooltje, waarmede de film
opent, hebben hun eigen zeer
familiaire voorstelling van de
hemelse zaligheden en van de
beslommeringen van De Lawd" met een mensheid,
die steeds maar weer tegen haar heil, in uit de band
springt. Op deze voorstellingen bouwde Connelly
zijn stuk en film. De beelden zijn familiair, maar
zij zijn stellig niet profaan. Integendeel. Er ligt
een uiterst fijn gevoel en een grote kunst ten
grondslag aan deze nabije religiositeit.
Voor de kinderen van de zondagsschool is de
hemel een plaats waar het zalig" is volgens hun
voorstellingsvermogen. Een paradijs, dat lijkt op
wat men zich droomt achter het witte hek van de
voor hen gesloten buitens, waar men alle dagen
gebakken vis kan eten en sigaren rookeri van een
kwartje, zoveel men maar wil. En De Lawd"
schrijdt door dit hemelse paradijs als hun meest
geliefde en geëerde geestelijke in zwarte jas, mild
en wijs, temidden van zijn engelen, die hem in een
prachtige spiritual antwoorden, zoals de kindertjes
hun leraar. Een scène uit hun dagelijks leven, over
gebracht in duizendvoudige dimensie. '
In dit kader volgt dan het scheppingsverhaal,
waarbij de moeilijkheid van het waarom", waarop
ook de leraar van de zondagsschool geen antwoord
weet, door een kinderlijke ziel naïef wordt opgelost
in een verhaal over de hemelse pudding die niet zo
lekker was als gewoonlijk door gebrek aan voldoende
firmament en een daarop op bevel van De Lawd"
verschenen overdaad aan firmament, welke ten
slotte leidt tot het scheppen van de aarde en alles
wat er op is.
' Prachtig is de oplossing voor de gang naar de
aarde. ,,De Lawd" gaat door het witte tuinhek en
heel de engelenschaar kijkt met gespannen belang
stelling naar beneden. Bij de bloemen is daar alles
O. K., Lawd", maar de mensen geven velerlei
zorgen. Wat is alweer natuurlijker, dan dat dit alles
verteld wordt in bekende beelden, die allerminst
hoge ernst al is deze dan af en toe doorbroken
door een milde humor uitsluiten. De Lawd",
die alles moet leiden, heeft in de hemel zijn bureau
met de dikke' wetboeken en vaak moet hij naar de
/
?
'V
Ft ««?"
aarde om daar orde te scheppen. Prachtig, en vaak
ontroerend, zijn de ontmoetingen met Kaïn, Noach
en Mozes. En het is alweer natuurlijk, dat deze
laatste de wonderen, waarmede hij den Pharao zal
overtuigen, a good trick" noemt en dat Babyion
het uiterlijk heeft van de danshuizen van New
Orleans.
HET gaat er Mare Connelly niet om, afstand te
scheppen, maar integendeel de eeuwige waar»
heden te geven in beelden van de eigen tijd en de
eigen sfeer van zijn toeschouwers. De bijbel is niet
een geschiedenis uit het verleden. Wanneer wij hem
bestuderen is dat omdat hij ons kostbare raad geeft
voor ons heil, voor het heil van mensen, die vandaag
leven," zoals wederom A. M. Roguet zeer terecht
opmerkt.
Het is geen geringe verdienste dit door middel van
de film te realiseren. Het werk van Connelly ver
dient dan ook als film alle aandacht en bewondering.
Aandacht en bewondering vooral om de wijze waar
op hij kans gezien heeft een stijl te scheppen tussen
werkelijkheid en onwerkelijkheid, die tot nu toe
zelden of nooit mogelijk is gebleken. Het
bezwaar, dat wij nog zeer onlangs zo scherp konden
ondervinden bij een poging tot verfilming van
Shakespeare, is hier vrijwel overwonnen. Juist door
zijn aanvaarding van de werkelijkheid in deze
beelden en bovenal door de grote eenvoud
dringt de werkelijkheid zich hier nooit op als beletsel
voor elke daar bovenuit gaande fantasie, zoals ander
zijds de film zo vaak juist een werkelijke verbeelding
van de werkelijkheid in de weg staat. Dit welslagen
is in de eerste plaats te danken aan een buiten
gewone beheersing van alle middelen en, wat nog
belangrijker is, aan een buitengewone zelfbeheer
sing. De mogelijkheden van de film zijn hier voort
durend ondergeschikt gemaakt aan het doel, met
een zeldzaam maatgevoel bij hun toepassing. De
close up is vermeden en de. montage is nergens
merkbaar filmisch". In dit opzicht is The Green
Pastures" een speelfilm, maar van een formaat,
dat dit woord nauwelijks rneer toelaat'?omdat
men er bij het zien van deze film nergens aan denkt.
DE keuringscommissie zal nu, nadat de film in
eerste instantie ontoelaatbaar is verklaard, bij
herkeuring moeten uitmaken of wij haar hier
mogen zien, volgens het criterium of zij ergernis en
aamtoot zou kunnen geven aan lieden, die deze
ergernis en aanstoot opzettelijk gaan opzoeken, of
wat ook vertoond is ongezien gekwetst"
worden.
Laten wij hopen, dat men tegenover een werk
van deze zeldzame kwaliteit waarvan de
vertoning te Parijs mij een sterke indruk gaf nu
eindelijk eens open oog zal hebben voor de absurdi
teit van deze overweging. D. C. VAN DER POEL
, ' /* v,
Gabriél,
De Lawd's Angel"
L
Vertrouwelijkheid
met den
Di.H.J.HEERING
WIE zoeken wil, vindt in de verf timing van
Green Pastures" alle blasphemieën bij
een: de verbeelding van God als gewoon
mens allereerst. Gewoon mens niet enkel in uiterlijke
verschijning, maar de Heer slaat een zo cents-sigaar
niet af, Hij heeft zijn plotselinge misnoegens en
opwellingen, Hij begaat (en erkent) vergissingen.
Ja, Hij verzet zich tegen de hoogste gebeden der
mensen, en besluit toch van hen te leren. Mensen
zijn het, die den Heer uitleggen wie Hij is. De humor
ontbreekt in den hemel en in het heilige werk niét.
En zelfs moet het oor schrikken door uit Zijn mond
de bastaardvloek doggone I" te horen. Kan het
heilige meer geschonden worden dan door ver
menselijking, humor en bastaardvloek ?
THE Green Pastures" is een poging, bepaalde
aspecten van een levende godsdienst weer te
geven in de taal van zijn gelovigen. Deze godsdienst
is die van vele duizenden Negers in het Zuiden van
de Verenigde Staten." Zo opent Mare Connelly het
,.De Lawd" en zijn engelen
Geëerbiedigde
voorwoord tot zijn boek, dat aan de film ten grond
slag ligt. Deze opmerking verplaatst ons van de
? theorie naar de practijk. Het gaat altijd lichter een
woord of theorie blasphemisch te noemen dan de
levende werkelijkheid. Te meer wanneer ? als in
dit geval de werkelijkheid allerminst bedoelt
blasphemisch te zijn. Wij hebben reden om te gelo
ven dat de schrijver de negers van Louisiana kent.
En de regisseur, die zijn tekst vrijwel op de voet
volgt, liet enkel negers meespelen. Verhaal en beeld
mogen ons verbazen toevallig echter logeerde ik
enige dagen bij neger-vrienden in het hartje van
New York's coloured" stad Harlem, kort nadat
ik de film drie maal had gezien en gehoord, en ik
herkende het dialect; ik maakte er verschillende
kerkdiensten mee, met preken even
reaUstischbeeldend, met liederen even naïef-enthousiast als
die in Green Pastures". Enkele predikanten bleken
volkomen te delen de overtuiging van den Zondag
schoolmeester Deshee in de film: Het antwoord
is dat de Bijbel geen tijd heeft om alle bijzonderheden
PAG. 3 DE GROENE N* 1113
». -'.V. .