Historisch Archief 1877-1940
uit te leggen.... weet je, soms denk
ik wel eens dat de Heer er op rekent
dat we zelf ook een paar dingen beden
ken." Van die vrijheid wordt in de film
zeer ruim gebruik gemaakt. De schrij
ver is zelfs verder gegaan dan een
gelovige neger ooit zal zijn gegaan,
door nieuwe figuren in het
Oud-Testamentische verhaal in te voegen, hoe
zeer ze ook blijven in bijbelse trant.
Boek noch film trachten het Oude
Testament in onderdelen of opzet
nauwkeurig te volgen; getoond wordt
de visie dier Louisiananegers op de
voornaamste hoofdstukken van het
Oude Testament in hun opeenvolging.
Getoond wordt hoe de eerbiedige fan
tasie de oude verhalen actualiseert en
deze doet spelen in het leven dat men
kent. Natuurlijk zijn de Pharaoh en
Mozes, maar ook Gabriël en de Heer
zelf negers ! Natuurlijk zijn luiheid en
zinnelijkheid de grootste zonden, en
worden er door de engelen alleen'
dubbeltjes-sigaren gerookt l .En de
vertrouwelijkheid met de oude over
leveringen gaat gelijk op met de ver
trouwelijkheid met het heilige. Doch
het is een eerbiedige vertrouwelijkheid,
die voortkomt uit de grote bewondering
voor de schepping; die leeft uit het
gebed, waarin men alles durft te
zeggen en te vragen, maar die direct
weet te buigen, in vertrouwen dat een
Ander willen dan ook beter zal zijn;
die leidt tot een leven van arbeid in
vertrouwende nederigheid.
MOEILIJKER stof tot beschrijving
dan het menselijke religieuze leven
is er wel niet. Connelly's boek heeft
deze stof met voorzichtigheid en eer
bied behandeld naar het toeschijnt
heeft hij haar noch verfraaid, noch
verruwd. Een filmbeeld is opdringeri
ger daa een geschreven woord, met
recht heeft de film nog groter respect
voor haar stof betoond. Voor de hoofd
rollen werden zelden ,,mooie" figure ;
gekozen, de, aandacht werd door zul k 3
schoonheid niet afgeleid. De schroom
vallige gebaren van Eva, en van
Mozes, bijvoorbeeld zijn treffend. Op
de ontzagwekkende momenten is noo'.t
de Heer, steeds zijn omgeving getoond.
Zeker mogen er bezwaren zijn tegen
sommiger spel; daarop behoef ik hier
niet in te gaan. Want het spel blijft
binnen de grenzen van de vertrouwe
lijke eerbied. Ook de meermalen koste
lijke humor overschrijdt die grenzen
niet. Wanneer tie Heer zijn aartsengel
gemoedelijk ,,Gabe" noemt, en hem
wegstuurt om aan Satan te zeggen
,,he's just a plain fooi if hèthinks h
kin beat anybody, as big as Me",
waarop Gabriël antwoord ,,Yes, suh,
Lawd. Den Hl spit right in hls eye";
als de vleugels der aartsvaderen bij
het zitten-gaan pracht i g-gel ijk over
de stoelleuningen wippen; als de
engel-werksters in het hemelkantoor
onderstellen dat de Heer wel eens
,,sick an' tired of de glory" is, en de
Heer zelf bekent dat even bein' Gawd
ain't a bed of roses" dan is in de
omgeving de humor niet grof of ruw;
hij is integendeel de andere kant van
de vertrouwelijke eerbied. Men zou
zelfs kunnen verdedigen, dat men te
veel schematiseert, wanneer men de
humor afzonderlijk licht uit het
ongescheiden geheel, dat zonder hem glans
en beweging en eigen karakter missen
zou.
HET drama is dat van de acta et
gesta van het volk Israël van de
schepping tot aan Jezus' komst. Dat
zien wij zich op het doek voltrekken.
In de koorzang horen wij het meer
statische element, in zijn commentaar
op de gebeurtenissen: de waarschuwing
tegen de zonde, de lof Gods. Maar
het eigenlijke drama speelt zich nog
op een derde niveau af, hoorbaar in de
dialogen, in de actie slechts ternauwer
nood zichtbaar. Dit eigenlijke drama is
de ontwikkeling van de Joodse Gods
beschouwing, nauw corresponderend
met de ontwikkeling in God zelf, die
van den Heer der wrake wordt tot den
genadigen God. Enige aanleiding
tot deze opvatting (zij deze van de
negers uit Louisiana of van Connelly)
biedt het Oude Testament zeker, in
zover d,aar, in grote trekken, de latere
boeken meer van een Goddelijk erbar
men spreken dan de boeken, waarmee
de bijbel opent. Doch erkenden de
Joden ook een ontwikkeling van hun
God zelf?
Tegen de achtergrond van een zich
herhalend vallen en opstaan der mens
heid speelt zich die ontwikkeling af.
De Heer leert aan Mozes, dat Hij niet
aan tijd en plaats gebonden is, maar
helpt overal waar men in Hem gelooft.
Doch Hezdrel doet den Heer verstaan,
dat Hij een God van erbarmen is,
die alleen door lijden Zijn wil verwer
kelijken kan. Als gij wilt: hier ligt
pas de echte blasphemie, in de tekening
van een God, die door mensen terecht
gewezen wordt. Blasphemie als niet
getoond werd hoe enkel het hoogste
geloof in onwetende zekerheid uit
spraken durft doen, waaraan het
beeld Gods nog niet altijd beant
woordde. In boek en film schaamt
een enkele maal ook de Heer zich voor
zichzelf: zo is, in uiterste instantie,
zelfs het realistische beeld niet
indentiek gesteld met de hoogste Werkelijk
heid, waarheen het slechts verwijzing is,
MEN kan het oneens zijn over de al
of niet juiste weergave der reli
gieuze beschouwingen van een groep
mensen in Zuidelijk U. S. A. Daarover
kan is niet strijden, al lijkt me die
weergave aannemelijk. Of zulk een
weergave mag gedrukt worden, is
een andere vraag, die ik bevestigend
zou willen beantwoorden, mits die
weergave met schroom geschiede, en
mits er enige reden is dat ook de lezers
kring geen misbruik van de stof zai
maken. Bij een film is echter het gevaar
dat parelen voor de zwijnen gewor
pen" worden veel groter. Wij zien niet,
hoe het spel bij eindeloze repetities en
her-opnamen voor de spelers veel van
zijn glans en sfeer moet hebben ver
loren. Maar goed: de film draait klaar
voor ons en de gevulde bioscoopzalen.
Parel voor de zwijnen? Er is toch in
ieder land nog een groep
bioscoopgangers, dat niet enkel voor de sensatie
komt. En er is toch ook in al de ande
ren wellicht iets, dat door vertrouwe- '
lijke eerbied even geraakt zal worden.
Wij behoeven 'er geen Christelijke beïn
vloeding van het volk van te verwach
ten. Maar in de Amerikaanse theaters
was er tijdens de film grote stilte, en
om geen stukje humor heeft men
durven lachen. Zou die schroom niet
overal mogen worden verwacht, en
zou die door een film als deze niet
versterkt worden ?
Men kan ook de film gevaarlijk
noemen, omdat zij naïeve en foute
beschouwingen over God en een over
grote gemeenzaamheid met Hem mee
deelt. Persoonlijk ben ik meer bevreesd
voor het misverstand, als zouden alle
negers denken als Green Pastures"
beschrijft. De andere taal toch, het
vreemde dialect, de vervulling der
rollen uitsluitend door negers, de
omgeving en' de muziek dit alles
doet ons onmiddellijk een afstand be
seffen tussen het gespeelde en onszelf.
Dan nemen wij niet licht de denk
beelden waarvan gesproken en gespeeld
wordt, over: wat ons bijblijft is, behalve
schoone herinneringen, de schroom
ik zou zelfs willen zeggen: de religieuze
schroom en eerbied voor de zuivere
geloofsuitingen van een geheel andere
.groep mensen; eerbied misschien ook
voor het goddelijk Mysterie, dat zich
op zo verschillende wijze meedelen
moge aan hen en aan ons.
Deze regels willen enkel persoonlijke
indruk en doordenking zijn; bij offi
ciële filmkeuring moeten wellicht argu
menten, die ik niet aanvoerde, mede
van kracht zijn. H. J. HEERING
v
PAG/2 DE GROENE No. 3113
Naar ruimer wereldverkeer.
DE uitlatingen die de eerste ministers
van Holland en Zweden onlangs heb
ben gedaan in hun oproep tot vrijer
handelsverkeer, worden nu gevolgd door
tastende pogingen in dezelfde richting. De
ze week bezoeken zoowel minister
Runciman als Sir Otto Niermeyer de Vereenigde
Staten. Sir Niermey er 's reis wordt beschre
ven als een particulier bezoek, maar in wer
kelijkheid reist hij in opdracht van den
Raad van Bezitters van Buitenlandsche
Fondsen. Ook minster Runciman vertelde
bij z 'n aankomst, dathij een vacantiereisje
maakte, hoewel hij voornemens was een
beleefdheidsbezoek bij president Roosevelt
te brengen. Toch is het niet ver gezocht,
te veronderstellen, dat bij een gezellig
kopje thee de zuiver particuliere conver
satie plotseling zou kunnen overgaan op
onderwerpen als den
Engelsch-Amerikaanschen handel.de Monetaire Overeen
komst van Drie of zelfs zacht fluiste
rend de oorlogsschulden. Ondertusschen
heeft de Fransche regeering Georges
Bonnet, die een groote ervaring op econo
misch en financieel gebied heeft, tot ge
zant in Washington benoemd; en onlangs
sprak de Fransche minister van Handel
Bastid voor de vereeniging van Fransche
export-industrieën over de vooruitzichten
op een vrijer handelsverkeer. Bastid bracht
de regeerings-maatregelen tot afschaf
fing der contingenten tegelijk met de
devaluatie ter sprake, en daarbij ver
meldde hij in het bijzonder het bezoek
van minister Runciman aan de V.S. en
de jongste uitlating van dr. Colijn. Dit
zijn de draden van een weefsel, dat, zooals
Sir Arthur Salter in de Times bepleitte,
omgezet zou kunnen worden in een
werkelijken aanval der democratische landen op
handelsbelemmeringen in de wereld. De
vorming van zich uitbreidende ,,bloes"
met lage tarieven, tezamen met eenige
wijziging in de
meestbegunstigingsclausule, schijnt nu de beste weg om vooruit
te komen. En ongetwijfeld zijn wij nu het
psychologische oogenblik genaderd.
(The Economist, Londen)
. Het andere Japan
Ook een les voor Europa.
IK betreur het, dat de dagbladen schij
nen te handelen, alsof zij organen
waren, bestemd om den vrede te vernieti
gen, in plaats van bevorderen. Dit komt,
doordat zij meegesleept zijn door een'
extreem nationalisme. Misschien zou het
nog juister zijn, te zeggen, dat dit het
gevolg is van het feit, dat de pers zich
geschikt heeft in de slaafschheid van een
burocratische democratiq, in de onjuiste
veronderstelling, dat een dergelijke ge
bonden werkwijze een steun zou zijn voor
de nationale diplomatie. Onnoodig is het
te zeggen, dat de roeping van de pers als
internationaal lichaam niet is, de
critieklooze dienaar of het
propaganda'orgaan voor een burocratische diplomatie
te zijn. Haar roeping is hooger, haar mid
delen zijn verhevener.
(Hoofdredacteur Ishibashi in de
Oriënt Economist, Tokio)
Boemenlëen Bulgarije mochten
niets weten van de Engelache crlmlm
HET officieele
Roemeensche
blad der nationale
boerenpartij, Patria,
is in beslag genomen,
omdat het een foto
van mevrouw
Simpsoh bevatte.
Den bladen te So
fia is verboden over
de crisis in Engeland
en haar onmiddellijke
oorzaak, te berichten, evinmin
foto's worden gepubliceerd.
(De Perswereld, Amsterdam)
Htrtog van Windsor
mogen
Tsjechoslowakije in Duitsche oogen
DE erkenning van de souvereiniteit van
den Tsjechische n staat bij het verdrag
van Versailles is een hinderpaal voor de
vreedzame verbinding der twee groote
Duitsche waterwegen, de Rijn en de
Donau, in n economische eenheid.
Meer dan 80.000.000 Duitschers bewo
nen zonder onderbreking
Centraal-Europa. Welnu, dan is het een vraag of 6£
millioen Tsjechen (want de Slowaken
waren slechts tegen hun zin hun
bondgenooten) het recht hebben de vreedzame
ontwikkeling, de rust en de veiligheid
ecg
van een volk van 80 millioen zielen te
bedreigen ?
Het huidige Tsjecho-Slowakije heeft
niet het minste recht op het gebied
waarover de citadel van Praag heerscht.
De Tsjechen mogen dit echt-Duitsche
land niet opeischen, dat tot de oudste
declen van het Duitsche vaderland be
hoort. Nog minder hebben zij recht op
de grensstreken van het eigenlijke
Bohemen. die gekoloniseerd en vruchtbaar
gemaakt zijn door de Duitschers en die
ook heden nog in demografisch opzicht
Duitsch zijn. Hier dringt Duitschland
Tsjecho-Slowakije binnen, dat zich slechts
van natuurlijke grenzen heeft kunnen
voorzien door de brutale annexatie van
deze streken. Toch kunnen deze grenzen
niet gehandhaafd blijven, als de Tsjechen
voortgaan hun Duitsche bevolking met
hun haat te vervolgen. De Tsjechen
mogen niet vergeten, dat de Duitschers
een gunstige positie hebben in het
Boheemsche fort, welks muren aan drie
kanten omgeven zijn door Duitschers.
De natuur en de geschiedenis hadden de
Tsjechen verstandiger moeten maken,
want zij moeten zich herinneren, dat zij
niet in staat zijn dit fort, dat zooveel
Duitschers herbergt, tegen Duitschers te
verdedigen en zij moeten er zich wel voor
wachten dezen tot wanhoop te brengen..
De Tsjechische staat doet denken aan
een polyp, die zich in het vleesch van den
Duitschen staat heeft genesteld om zijn
vitale kracht te ondermijnen. Deze staat,
die gesticht is om als bastion voor Frank
rijk in het Oosten te dienen, en welks
gebied voor een deel tot de principieel
Duitsche landen behoort, bedreigt het
domein van het Duitsche Rijk en volk.
Dat is de rol, die de geschiedenis aan de
Tsjechen heeft toebedeeld. En als daar
tragiek in ligt, dan is het deze, dat de
Duitschers er zich niet voldoende reken
schap van geven, zoo weinig, dat de mees
ten hunner zelfs niet weten, dat geheel de
Tsjechische staat slechts een parasiet is
op het vruchtbare gebied, waar het
Duitsche element de meerderhied vormt
en dat hij uitsluitend ten koste van het
Duitsche Rijk bestaat.
(Deutschlands Erneuerung, München)
En wat de Tsjechen hiervan zeggen
N de zeven jaar,
dat de coalitie van
burgerlijke en socia
listische
Tsjeche-Slowaaksche partijen
bestaat, is zij, verre
van zwakker te wor
den, nog aanzienlijk
versterkt. Het be
wijs vindt men in de
gemeenteraadsver-.
kiezingen van 6 De
cember j.l., die een duidelijk succes heb
ben opgeleverd voor de coalitie en een
nederlaag voor de extremistische oppo
sitie-partijen: communisten, fascisten, de
Duitsche en Sudetenpartij. Eén van de
oorzaken van de nederlaag van Henlein en
de zijnen is, dat zijn partij de
propagandaclichés gebruikt, waarmee Berlijn Europa
overstroomt. Het spreekt vanzelf, dat
wanneer de Duitsche kranten vertellen,
dat de Tsjechische vliegvelden in de
grensstreken wemeleri van Russische offi
cieren en soldaten, bun lezers in Berlijn
of München; die geen enkel middel hebben
om deze berichten te controleeren, dat
voor zoete koek opeten. Maar wanneer de
,,Zeit" van Henlein deze berichten over
neemt en bericht, dat het op de vlieg
velden van Marien bad en Eger van Rus
sische officieren krioelt, dan kunnen de
volgelingen van Henlein zichzelf gemak
kelijk overtuigen van de valscbheid dezer
berichten.
Het gevolg van dezen toestand schijnt
paradoxaal: de propaganda, die in het
buitenland Tsjecho-Slowakije benadeelt,
leidt er in het binnenland toe, dat de
noodzakelijkerwijs beter ingelichte Duit
schers zich aan de zijde van de regeering
scharen. Zoo gebeurt het, dat, terwijl een
deel der Europeesche openbare meening
op het oogenblik doordrongen is van de
legende der Sowjetiseering van
TsjechoSlowakije, de Duitschers in onze repu
bliek zich steeds meer van Henlein af
wenden, juist om zijn propagandametho
den, waarvan zij met eigen oogen het
leugenachtig karakter kunnen vaststellen.
(Cepe, Praag)
PAG.0 DE GROENE No. 3113
Bentsj
Be pap wordt niet zoo heet ge
geten. ...
DE internationale toestand recht
vaardigt zeker geen zorgeloosheid
of onverschilligheid. Maar toch gelooven
wij niet, dat zij gegronde reden geven
voor welke vrees ook voor een Europeesch
conflict, dat tot oorlog zou kunnen lei
den .... Men behoeft slechts terug te
zien naar het politieke leven sinds den
wereldoorlog. Hoeveel gebeurtenissen,
hebben niet plaats gehad, die er volgens
de krantenberichten buitengewoon ge
vaarlijk uitzagen, en hoe dikwijls heeft
het niet gebken of wij op den rand van ean
nieuw conflict stonden. Sowjet-Rusland
met zijn bolsjewisme en de pogingen van
de Komintern om een wereldrevolutie te
ontketenen, leek ons tot 1929 nog een
zeer wel mogelijke oorlogsoorzaak. En hoe
algemeen verbreid was niet de meening dat
de conflicten tusschenPolenenDui.schland
onvermijdelijk tot oorlog zouden moeten
leiden. En hoe vaak zagen de
sensatieberichten niet reeds oorlogsvlammen in
Centraal-Europa en de Balkan lichten.
En hoe dikwijls zijn er geen conflicten
tusschen Italiëen de Balkanstaten voor
speld. En hoe vaak dreigden er rampen
in het Verre Oosten! En toch he^ft
Europa steeds den vrede bewaard. Óók
gelooven wij, dat de gevaren niet
overdreven moeten worden omdat wij
meerdere gunstige feiten zien voor de
verzekering van den vrede. Daarbij kan
de beteekenis van Eden's rede die
categorisch steun aan Frankrijk en
Belgiëtoezegde (in geval van een
nietuitgelokten aanval) niet hoog genoeg
worden aangeslagen. Als in 1914 een
Engelschman zoo duidelijk had
gespro''en, zou de oo-log niet uitgebarsten zijn.
Deze rede beteekent de verzekering van
den West-Europeeschen vrede en een be
langrijke factor in de handhaving van den
vrede in geheel Europa. En deze beteeke
nis is nog te grooter door de stelselmatige
herbewapening van Engeland. Mussolini's
laatste rede heeft ook duidelijk gemaakt,
dat Italiëin haar eigenbelang geen
catastrophe in Europa kan wenschen.
Niemand kan er ook maar de geringste
twijfel over koesteren, dat ook Rusland
vrede wil voor de ontwikkeling van zijn
binnenlandsche toestanden.
En wat Duitschland betreft kan de
toestand ook objectief niet anders gezien
worden, dat Duitschland aan het wapenen
is, maar dat daaraan grenzen zijn, die
Duitschland in zijn eigenbelang niet kan
overschrijden. Ook Duitschland heeft
zijn binnenlandsche moeilijkheden en
heeft tijd en vrede noodig voor consoli
datie van zijn regime. Bovendien is het
waar, wat Goebbels onlangs zei, dat
Duitschland niets te winnen had bij een
oorlog, en dat een oorlog zooveel zou
kosten, dat het, wat er ook gebeurt, met
een nadeelig saldo zou eindigen.
Dit is trouwens een algemeene waar
heid. Een moderne oorlog zou leiden tot
volledige verwoesting en materiaal-ver
nietiging, en tot een niet te bedwingen
sociale revolutie. Geen redelijk staats
man en geen verstandig soldaat wil deze
verantwoordelijkheid op zich nemen. En
Benesj heeft gelijk als hij zegt, dat hij
niet gelooft, dat Duitschland oorlog wil,
daar er geen moeilijkheden tusschen
Duitschland n de rest van de weield
bestaan, waarvoor geen redelijke op
lossing mogelijk is. (Prager Presse)
Bnsland's crediet
ER was een tijd, waarin wij in een toe
stand van economische en
financicieele blokkade gedwongen waren ten
koste van groote offers tot economische
betrekkingen met andere landen te komen.
Deze tijd is thans onherroepelijk voorbij.
Noch van belastingen in eenigerlei vorm,
noch van welke andere extra-betalingen
aan de buitenlandsche kapitalisten ook,
kan thans meer sprake zijn. Het systeem
van buitenlandschen handel der U.S.S.R.
maakt volledig een einde aan de resten
<ran onze, .giften' 'inden vorm van
onvoordeelige verdragen en dure credieten.Reeds
de verwerkelijking van het eerste vijf
jarenplan hebben wij zonder de,,tot slaaf
makende macht van buitenlandsche cre
dieten en leeningen'' (Staliri) vervuld. Het
tweede vijfjarenplan zullen wij uitvoeren
door sterke beperking van den invoer en
credieten. In het derde vijfjarenplan zul
len onze handen volkomen vrij zijn. In
JAC 7_DE GROENE Ne. J!(3
1924 eischten de Engelsche bankiers voor
een crediet aan de Sowjet-Unie niet alleen
de erkenning van de schulden van vóór
de revolutie, doch ook de opheffing van
het monopolie van den buitenlandschen
handel en de wederinstelling van het ka
pitalistische stelsel in de Sowjet-Unie.
In 1936 garandeerden de Engelsche
regeering en de bankiers aan de
SowjetUnie een crediet van 10 miliocn pond
sterling met een looptijd van 5 jaar tegen
5 pCt. rente. Hierbij vervielen alle illusies
van een verbinding der credieten met het
vraagstuk der schulden van vóór de
revolutie.
Het is van belang om in verband hier
mee op te merken, dat alle moeite die de
Ueber-Diplomat" Von Ribbentrop zich
heeft gegeven om in Engeland ook maar
3 of 6 maandsche credieten te krijgen,
vergeefsch .is gebleken, ondanks de heftige
sympathieën in sommige conservatieve
kringen voor het fascistische Duitschland.
De betalingscapaciteit der
SowjetUnie, om haar verplichtingen na te komen
staat volgens de gezaghebbende Financial
Times, geheel buiten twijfel.
Als men over de commercieele
credietwaardigheid van de U.S.S.R. spreekt,
moet vermeld worden, dat er geen enkel
geval is geweest, waarin een Britsch im
porteur zijn betaling niet heeft ontvangen.
En wat den politieken kant van de zaak
betreft, onderscheiden wij ons, van sym
pathieën voor of antipathieën tegen
regeeringsstelsels afgezien, thans gunstig
van tal van andere deelen van Europa.
De Sowjet-Unie had in 1936 evenals in
1935 een actieve handelsbalans, niettegen
staande de groote toeneming van den in
voer en van de betalingen. Wij waren niet
genoodzaakt in 1936 goud naar het buiten
land uit te voeren; al het in 1936 gedolven
goud bleef in het land, waardoor de voor
raad van de Staatsbank toenam.
De Sowjet-Unie beschikt thans over
zeer krachtige goud- en valuta-reserves,
welke een der Wezenlijke factoren vormen
voor haar economische kracht en ver
dediging, (Prawda, Moskou)
Het nieuwe proces in Moseon
ER zijn 18 beklaagden.
In tegenstelling tot Zinowjef en
Kamenefende andere beklaagden in Augustus,
die reeds lang uit de partij en ,,het
apparaat" gezet waren, betreft het thans
menschen, die tot voor kort de hoogste
ambten bezetten. Sterker, twee hunner,
Radek en Pfatakof gingen door voor de
vertrouwdste raadgevers van Stalin,
resp. voor buitenlandsche betrekkingen
en de uitvoering van het Tweede Vijf
jarenplan .... Een belangrijk symbolisch
en men waagt het nauwelijks uit te
spreken tragikomisch détail is het feit
dat de meeste beschuldigden bij het
Zinowjef-Kamenef-proces het hoofd der
verraders hebben geëischt. De dag voor
zijn arrestatie noemde Radek in zijn
laatste artikel Zinowjef een ,,agent van
Hitler".
In verband met dit proces vallen er
nog twee opmerkingen te maken:
ie. Evenals bij alle voorgaande pro
cessen in Moskou zijn ook hier vijf of zes
totaal onbekende beklaagden, waai van alle
aanleiding is te veronderstellen dat zij
den voornaamsten beschuldigden den ge
nadeslag moeten toebrengen.
2e. Geen enkele ran de vroegere leiders
de vroegere rechtsche oppositie is bij dit
proces in staat van beschuldiging gesteld,
maar als niet alle teekenen bedriegen zal
tegen hen een derde proces op touw gezet
worden. Rykof n Boecharin waren j.l.
in September ,,van rechtsvervolging ont
slagen". Welnu, er is thans een nieuwe
en hevige perscampagne tegen Rykof
ontketend. En Nicolaas Boecharin is zoo
juist zijn positie als hoofdredacteur van
de I zwestja kwijtgeraakt.
(Marianne, Parijs)
Alles beter dan dat
BIJ de Spaansche volksfeesten wordt
men .getroffen door de vriendelijke
boerenmeisjes, getooid in nationale
feestdrachten, en de keurige stoet e jongelui
die met hen dansen en men beseft dat
dit eersteklas materiaal is voor burger
schap of kanonnenvoer, maar niet voor
Bolsjewisme. (Morning Post, Londen)
De kleine caricaturen in den tekst zijn
uit ,,Marianne".
VER
D R f\ |G
HET DU/TSCH-JAPANSCHE, VERDRAG
Simson-Stalin: Dit zaakje heb ik zóó opgeknapt!" (North China Daily News, Sjanghai)
Uncle Som: Wat hoor ik daar ? Zouden ze toch nog uitkomen?"
(Youngstown Vindic Telegram, U.S.A.)
BURGEROORLOG ~3^
WÊRVWGSBUKEAU
Franco: Kent u alleen maar Spaanse/r? Neen meneer, o//een a/s u Duitsch, Italiaansch,
Portugeesch en lersch kent kunnen we u gebruiken." (Glisgow Bulletin)
v
8
Ben je bang?"
Neen, maar de kogels fluiten zoo valsch".
(Marianne, Parijs)
DE EERZUCHTIGE GOUDV/SCH
(Nebelspalter, Rorschach)