De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 30 januari pagina 5

30 januari 1937 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

LACHSPIEGEL DER ZONDEN Duitscher aangespoeld" Letterkundig leven \ J. van Hattiim: Dr Pot hoof il plant * v. llitmar, Itutterilum) WANNEER men ontdekt, dat J. van Hattum de eerste afdeeling van zijn bundel ge dichten als Mlyrisch" kwalificeert, hoe wel de verzen, die soms aan Leopold en soms aan Engelman doen denken, nuchterder en gloedloozer dan van deze beiden en door de woordkeuze juist van de, voor hen beiden zoo karakteristieke, incantatie gespeend zijn, dat de tweede afdeeling ,,terrestrisch" heet, ofschoon het aardsche" er niet in al zijn gulle vrucht baarheid of demonische drift, doch uitsluitend in zijn sociaal en psy chologisch aspect verschijnt, dat de derde afdeeling als humor" wordt aangekondigd, al onderscheidt zich deze ,,humor" nauwelijks van de satire uit afdeeling II, hoogstens eenigszins door een grooter mate van ongedistingeerdheid, dan rijst er bij den lezer gerechtvaardigde twijfel aan de kennis der termen, het juiste inzicht en de zelfcritiek van dezen dichter. Critiek echter bevatten deze gedich ten in ruime mate en in overvloedige hoeveelheid: menschelijke en maat schappelijke) religieuse en profane, proletarische en burgerlijke. In ver schillend opzicht is deze bundel een grimmige lachspiegel der humane zonden geworden. Het is nu deze be en veroordeelende gezindheid, welke het den dichter in Van Hattum vaak onmogelijk maakt aan het woord te komen. De hem ter beschikking staan , de woorden en dat zijn er niet weinige ??heeft hij noodig om met scherp accentueerende stem en krakend articuleerende spraak zijn verzen naar een punt te drijven, dat echter de onver biddelijke overtuigingskracht of het ontwapenend esprit eener pointe" gemeenlijk ontbeert. Vinnig en met zelfgenoegzame welsprekendheid schrijft hij zijn, van strofe tot strofe zich herhalend en dus zich verzwak kend, betoog dat de suggestie schenkt van een bitse, door droge haat aange wakkerde, aanklacht. Dergelijke ge dichten houden het midden tusschen cynische novellen, om een anecdotische kern heen geconcipieerd, en een met rake accenten, treffende beeld spraken, satirieke formuleeringen, maar ook met een lichtelijk boetpr ekerig-humanitaire tendens geschreven pamflet. Daar het meer endcel dezer gedichten op spitsvondige eloquentie berust, is ook hun uiterlijke constructie zoo duidelijk bemerkbaar; inwendige structuur missen zij al evenzeer als vormkracht, en wel is er de adem haling van den verzenspreker in be speurbaar, maar niet de ademtocht van het vers. Van Hattum's poëzie moge dan verwantschap vertoonen met die van Du Perron, ? de laatste is oneindig geestiger, vooral gecultiveer der en van veel gedistingeerder en waarachtiger allure. Bij J. van Hattum kan men zich nooit bevrijden van het vermoeden, dat al deze wrange ont goochelingen en zijn kwetsende hoon een grootendeels geforceerde en aan stellerige levenshouding is. Poëtische hoogtepunten in zijn werk, bijv.: Aan mijn moeder" en ,,De Vreemde", bezitten iets van de vlietende beweging van overeenkomstig gebouwde gedich ten van Engelman; de beste verzen in een ander genre:,,Her inner ing" ,,Z'encanailleerde zich....", Wekdroom", roepen ons de sfeer van bezetenheid uit Vestdijk's poëzie voor den geest, maar van een hoeveel beangstigender beklemming, een hoeveel aanvaard baarder perversie vormen Vestdijk's gedichten het beeld, nu zij naast die van Van Hattum liggen! Wat voor mij in al deze aangelegen heden van het eminentst belang is: het niveau, waarop een dichter zijn bezie ling en bedoeling verwezenlijkt, dit peil ligt bij Van Hattum te laag. Zijn betoogtrant onderscheidt zich alleen door scherpte, niet door levenswarmte of verzoenende vooruitzichten en ver wachtingen; zijn humor stijgt niet uit boven banale grapjasserij (,,Ik ben van Hattum en ik weet dat 140 pond zoo heet"); zijn satire is stellig doel treffend, maar graaft niet onmerkbaar ook naar de ongenoemde gebieden van menschelijke waardigheid. Ten gevolge van zijn onloochenbaar talent, zijn knap verbalisme, zijn durf, zijn sociale hekelkracht, zijn onbeschroomde psy chologie (al reikt deze niet veel dieper dan de zichtbare oppervlakte), stellen de gedichten, die Van Hattum heeft gebundeld onder den opzichtigen titel De Pothoofdplant" ons teleur, omdat zich tegenover zoovele pro's n allesbeheerschend contra doet gelden: de opgeschroefdheid dezer productie, die, naar het innerlijke gehalte beoordeeld, veel te gemakkelijk is tot stand ge komen. D. A. M. BINNENDIJK H. MARSMAN Bibliografie Salvador Hortog : lic wilde schuit (Quvrido. AntMterdam). BEHALVE de Geus'?Wilde vaart" verschenen er in den laatsten tijd nog drie zeeromans, waaronder Salva dor Hertog's De wilde schuit". Er is dus geen gebrek aan belangstelling meer voor het onderwerp! De roman van Hertog is eveneens een geschiedenis van een schip in de wilde vaart". Hertog schrijft zake lijker, geeft het leven op zoo'n schip meer documentair", het is meer een tafereel dan een roman, het ver haal van menschen op een zeetocht naar Zuid-Amerika. De verschillende figuren aan boord van het schip, in hun onderlinge verhouding is meer in het kader van een reis en wat er zooal voorvalt aan boord en aan de wal gevat. De groote adem", de zeelucht van de Geus' boek mist het echter. Niettemin is het een interessant boek geworden, dat men met belangstelling leest, goed en teekenachtig geschreven. C. v. W. Kon rad Afferx: Ei u Mensen ffillt aus Deutachland (Queiido 1930) DOOR omstandigheden komt deze bespreking te laat. Te laat, hoe wel het zeker geen debuut geldt, dat een half jaar na zijn verschijnen opgerakeld moet worden. De eersteling van Merz, sympathiek en bescheiden, werkt langzaam dóór. Maar om meer dan n reden was het beter geweest, als ik er kort na het verschijnen op had kunnen wijzen, want vooral voor Hol landers van dezen tijd is Ein Mensch fallt aus Deutschland" een opmerke lijk boek. De geschiedenis is, kort verteld, deze: een duitsch werkstudent" helpt een vriend, die een politieken moord heeft begaan; hij vlucht naar Holland, zon der pas, arm, werkloos aanvankelijk, verricht daarna in Amsterdam allerlei los en vreemd werk, wordt overreden, heeft een amoureuse verhouding met een vrouwelijke arts, in wier kliniek hij verpleegd wordt, vindt, op de vlucht voor die liefde de arts is getrouwd, haar man in een duitsch concentratie kamp ten slotte werk als boerenknecht in llpendam. Ziedaar het schema. Het gegeven is daarom zoo actueel en tegelijkertijd ingrijpend omdat hier het z.g. probleem der emigratie niet als probleem wordt gesteld maar als naakte en bittere werke ijkheid. De Winter van dit boek Winter is de naam van de hoofdpersoon houdt van Duitschland, van het ware Duitschland wel te verstaan, van zijn moeder, zijn verloofde, zijn vrien den, zijn stad. Hij wordt losgescheurd uit een vertrouwd leven, uit een om geving, een realiteit, die hem lief was, en tegenover een vreemde, gesloten, samenleving geplaatst, tegenover een zeer eigenzinnig soort menschen. Te genover die voor iederen vreemdeling zoo ontoegankelijke levenssfeer van ons land. Als men daarbij bedenkt, dat Winter in hart en nieren Duitscher is en Berlijner, treft ons zijn reactie op Holland des te meer. Bij hem geen zweem van de stomme, quasi-ueberlegen hoog moed, die alles meet aan den van God gegeven norm van het Bei-uns", geen onverschilligheid, maar belangstelling, aandacht, eenvoud, ironie en ontvan kelijkheid. Toegerust met die gaven reageert Winter op ons land, en meer: op het leven, op het harde lot dat hem trof. Onopzichtig, dapper ik zou bijna zeggen: Klein-maar-dapper" zag hij de werkelijkheid, onderging en ver werkte hij de ervaringen die onver hoeds zijn leven tot op den grond toe hebben omgewoeld. En langzaam, voorzichtig, toegewijd en volhardend bouwt hij zich een nieuwe werkelijk heid op, een ook materieel nieuw be staan. Ik geloof, dat het boek van Merz vooral waarde heeft als debuut. Men voelt dat dit slechts een begin is: er moet iets op volgen en het moet over troffen worden. Het is echt en beschei den, scherp van observatie, soms zelfs aangrijpend (curieus genoeg in de beide mislukkende liefdesverhoudingen met Ilse en met Cor), maar het doet verlangen naar meer. De ironische nuchterheid van den Berlijner heeft slechts n nadeel: zij wordt te veel geëxploiteerd. Daardoor krijgt de humor iets gezocht soms, en de spontaniteit wordt geschaad. Maar overigens is het juist die natuurlijkheid die voor het boek inneemt. Ik voor mij zou den stijl graag wat minder stokkend zien. Het rhythme loopt te veel van punt tot punt. Hier en daar is de ge voeligheid iets te pathetisch, maar dit zijn geringe bezwaren. Naar het eind toe wordt het boek steeds beter. Vooral deze indruk belooft dat dit begin, op zich zelf geslaagd, in een volgend werk overtroffen kan worden. Onder den titel: Duitscher Aange spoeld" is het boek door Nico Rost in het Nederlandsen vertaald (Uitgave De Tijdstroom"). Een Hollander over Chateaubriand Prof. Dr. P. Valkhoff Johannrs Tlclrooy: Een groot ro manticus. Chateaubriand. Zijn leve u ril zijn werken (TJeenk Williuk, Haarlem) IN het voorbericht van zijn boek zegt Tielrooy dat twee vragen voor hem aanleiding werden deze studie ter hand te nemen: Hoe ziet het er in het binnenste van zulk een groot roman ticus" uit? Welk is het echtheids gehalte in het werk van den vader der Fransche romantiek?" Op de eerste vraag heeft Chateau briand zelf onbewust het antwoord ge geven in zijn wonderbaarlijke M moires d'outre-tombe, dat monument van zelf-beschouwing en ^elf-ontle ding, waaraan hij veertig jaren werkte: eigen leven en dat van honderden tijd genoten gespiegeld in de ziel van de Amerika-reiziger, off icier, migré, godsdienst-apologeet, romancier, historicus, diplomaat, politicus, die Chateaubriand geweest is. Als men de gecompliceerde geest van de enchanteür" wil leren kennen, in zijn veelvuldige eigenschap pen en misschien schijnbare tegenstrijdigheden, moet men in de eerste plaats gaan tot dat werk. Men slaat het open en komt onmiddel lijk onder de fascinerende greep van een proza, dat, in al zijn schakeringen, de bron is geworden van geheel het artistieke proza van de negentiende eeuw, door de plastieke directheid van evenementen, volgens eigen oordeel, weer te geven. Hij doet dat in aange name vorm en met een volmaakte ken nis van zijn onderwerp. Tielrooy's wijze van schrijven brengt mede dat zijn stu die hier en daar op een vie romancée" gelijkt, en dat is geen bezwaar. Doch, die schrijftrant wekt verlangen naar mér literaire schildering, en bij Tiel. rooy's vluchtige evocatie van de vrou wen die door Chateaubriands leven zijn gegaan, bedenken we onwillekeurig met welk een wellust, in allerlei tonelen en dialogen, Siegfried van Praag de liefdes van Renézou hebben geëtst. Zo missen we in Tielrooy's boek een be vredigende schildering van zijn innige het beeld, de realistische felheid van uitdrukking, de kleurige originaliteit, de melodieuse muziek van klanken ritme. Zie bijvoorbeeld in de Mémoires" de gedeelten wa.'rin hij zijn moeilijk migré-bestaan van Londen schildert, en gezant in datzelfde Londen, vroeger met nu vergelijkt, de ijdele praal en gevierdheid met de armoede van tóén, en plotseling oproept de dagen van ellende, die toch ook mooie dagen van vriendschap-in-misère waren. Volgens omgang, gedurende dertig jaren, met Tielrooy liet hij zich het contrast tussen Juliette Récamier. de jonge ongelukkige die hij geweest, Tielrooy heeft óók het echtheidsen de magnifique ambassadeur" die gehalte in het werk van Chateaubriand hij geworden was, met innig genoegen willen bepalen, en bij die keuring komt de echtheid er niet altijd goed af. Dat meen ik altans hier en daar te lezen, zoals in een oordeel over de brochure waarin Chateaubriand in 1831 de overlopers naar het Louis-Philipperegiem geselt. Vreest Tielrooy niet dat, tengevolge van zijn boek, te velen Chateaubriand zullen gaan beschouwen als iemand voor wie het houwen van smaken. Als Tielrooy hiermede be doelt dat Chateaubriand mér geniet van zijn ambassadeurschap bij het herdenken van zijn eerste verblijf in Engeland, ben ik het niet met hem eens. Niemand heeft meer dan hij de ijdele nietigheid ingezien van alle groot heid, de vergankelijkheid van alle ge not; niemand heeft zo spoedig genoeg gehad van zijn gevoelens of daden, zo zijn eigen standbeeld" de levenstaak spoedig de verveling, de afkeer gekend, was, en de indruk zullen behouden dat Niet ieder heeft tijd of lust zich te de vader der Franse romantiek eigenverdiepen in de omvan<rijtr.e Mémoi- lijk een geniale poseur geweest is? res", en daarom heeft Tiel rooy er goed aan gedaan, na anderen, het leven en de werken van Chateau briand te vertellen, en verschillende b-langrijke Veilig voor Griep en Keelpijn De antiseptische tandpasta Ivorol zuivert den mond van bacteriën en vermindert besmettings gevaar in tijden van griep en verkoudheden. «&?£,& t-s.ÜtfS ^ TKIJFiF GEDEZET Minimum -pensionprijzen van de Sporthotels SCHWE1ZEBHOF ........ Fr.S. 10. BAHNHOF . ............ ?r S 11Fr |. 1250 MERKUR ................ S/1 1250 SUVRETTA .............. El' IS 50 ALPENSONNE .......... 5a S 50 nF¥I FVUË.......... Fr.S. li'OV SPORTHOTEL Fr.S. 13.30 DES ALPES SEEHOF ? ? ? r r'°' **?*"' BERGHOTEL PRATSCHLI Fr.S. 15. ALTEIN Fr..S. 15.50 AROSA-KULM Fr.S. 16.EXCELSIOR ? Fr.S. «? GR. HOTEL TSCHITGGEN Fr.S. 16. HOF MARAN Fr.S. 16. NEUES WALDHOTEL .... Fr.5. 16* Z^Jr«r. Sul.«h«l o»d« leidin, v.n J. P.hlnd,.. De qroote winterattractie REGINA HOTEL ADELBODEN Het gezelligste en sportieve centrum in de zonnigste wintersportplaats van het BERNER OBERLAND Eigen ijsbaan ? Curling Skischool Speciale prijzen In Januari DlR. MAX SCHUBIGER ?? PataPo'HoterDtvos &01 Dir, W. Hol»bo«r Dirby-Hotil *< 100 Dir. A. Hvalste S*voy Sport-Hotal 100 Dir. P. Bao«r Sporthotel SMlwf 100 : Dir. P. SotalOuer 4 AnglttarroAParkHotol M Dir. B. Byehen Corlton Soort-Hotel 00 Propr. M. BectorLtndry Monteni Sporthotel M Dl' Gftebw.Hflslor ZERMATT (i62o M.) Altijd sneeuw, gunstigst klimaat. ledere tak van sport, onder de beste omstandigh. Zwitsersche ski-school Otto Furrer. DE HOTELS SEILEE: VICTORIA MONT-CERVIN (160 bedden) (140 bedden) Kamer met volledig pension vanaf fr. 13.-. Orkest, talrijk;; gelet -;nhed«n voor sportbeoefening en amusement. Geïllustr. prospectus en tarief verkrijgb. bij: HOTELS SEILER ZEEM ATT. Hotel Waldhaus Familie-hotel len rang, in zonnige, rustige omgeving. Ijsbaan, ski-velden, vóór hst hotel, eigen ski-school. Zon nige terrassen. Orkest. Volledig Pension vanaf ?0. NDELWALD BERNER OBERLAND ZWITSERLAND. De wintersportplaats van den kenner. Toonaangevend voor het Skiloopen en de ssport. Goedkoopste sportspoor der Alpen. Beroemde Zwitsersche Ski-school gratis. Goedkoop ste hotels. SCHWEIZERHOF LENZERHEIDE 1500 M. PRIMA WINTERSPORTPLAATS Eerste klas hotel met alle comfort. Geprefereerde verblijfplaats der beste Nederlandsche familiën. Pension vanaf frs. 15.?. Prospec tus verkrijgb. bij F. Brenn, prop. 5000 M. per dag aan prachtige afdalingen in het grootste Downhill only" gebied van liet Berner Oberland. Goedkoopste sportspoor abonnementen van de Zwitsersche Skischool. BU het hotel: privéIJs- en Curllngrinks met het beste ijs in Zwitserland. Bobbaan. Een van ouds gerenommeerd hotel met een jeugdigen modernen geest, waar de Nederlander zich thuis gevoelt. Dagelijks feestelijkheden. Dans-attracties. boer G Rl NDELWALD WENGEN De grootste wintersportplaats van het B ER N ER OBERLAND Men vrage het prospectus van de vijf VOORNAAMSTE HOTELS: Palace Hotel & National Regina Hotel Blümlisalp Grand Hotel Victoria Grand Hotel Belvédère en Villa Belvédère Park Hotel Beausite \ ?fc PAO. t DEGROENENe.llll

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl