De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 13 februari pagina 3

13 februari 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

«^^^^iMiÉn»^^ 'W* t:* i HOE BESTEEDT DE ARBEIDER ZIJN VRIJEN TIJD? EEN argument, dat in de loop van de geschiedenis steeds weer tegen iedere werktijdverkorting en met name tegen de Achturen-Dag v is ingebracht, luidt: De arbeiders zullen er niet beter of gelukkiger door worden; wanneer men hen gedurende achttien uur per etmaal aan de greep van het bedrijfsleven onttrekt, zullen hiervan slechts ontworteling en leegloperij, vermeerderde dronkenschap, huiselijke- en burenruzie het gevolg zijn." Ook thans, nu de 40 uren-week (echter om meer economische redenen) aanhangig is gemaakt, kan men van zulke redeneringen nog een nagalm vernemen. Het spreekt vanzelf, dat de socialis tische beweging zich hier tegenover niet onbetuigd gelaten heeft. Doch evenzeer is het duidelijk, dat zij niet veel anders kon doen, dan naast de op losse gronden berustende, pessimis tische verwachtingen, een ander, even weinig bewijsbaar, optimistisch geluid te doen horen. In dezen kon alleen de practijk het beslissende woord spreken. En de practijk heeft reeds voor een belangrijk deel beslist. Dat het alcoho lisme in de laatste vijftien a twintig jaar is af- in stede van toegenomen, kunnen wij allen constateren door de dagelijkse waarneming, en dit wijst reeds in een hoopvolle richting. Doch voor verdere conclusies ontbraken tot nog toe voldoende feitelijke gegevens. Wij willen niet beweren, dat deze gegevens thans voor ons liggen. Maar wel is e: een begin gemaakt met de verzameling van materiaal. Enige jaren geleden is door het Instituut voor Arbeidersontwikkeling een enquête op gezet naar de besteding van de vrije tijd door werkende, mannelijke arbeiders, en in het .voorjaar van 1934 is dit onderzoek overgenomen en gecomple teerd door de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Uitvoerige (téuit voerige) vragenlijsten zijn uitgezet, en 621 statistisch bruikbare werden ingevuld teruggezonden, terwijl daar naast 226 schema's van vrije tijds besteding over veertien dagen (?bud getlijsten") konden worden verwerkt. Bovendien kwam de enquête-com missie in het bezit van een aantal plaatselijke sociogrammen" omtrent de verhoudingen in de gemeenten Krommenie, Sint Jacobi-Parochie, Wier, Stadskanaal, Lopik-Jaarsveld, en over een woningblok in de Amster damse Indische buurt. Het spreekt vanzelf, dat tenslotte ook boeken als de voortreffelijke dissertatie van Dr. Heertje, De Diamantbewerkers van Amsterdam" (1936) en Blonk's oudere sociografie over Enschedé, Fabrieken en Mensen" ter dege werden gebruikt. De statistische verwerking van het materiaal geschiedde door E. H. Hof stee, terwijl Dr. A. Blonk en Dr. J. P. Kruyt de sociologische verhandeling over een en ander schreven. Hun werk verscheen als No. 16 in de Nutsboekerij. IN hoeverre is het hier verzamelde materiaal representatief voor de Nederlandse arbeidersklasse? Slechts zeer ten dele, en dat is be grijpelijk genoeg wanneer men bedenkt', dat dit onderzoek is uitgegaan van een Instituut, dat zich voornamelijk be weegt onder de modern georganiseerde en sociaaldemocratisch-gezinde arbei ders. Niet minder dan 280 personen of 45 % was lid van de S.D.A.P., terwijl zelfs 421 of 68 % behoorde tot een vakvereniging, aangesloten bij het N.V.V. De confessionele arbeiders behoorden daarentegen tot de zeldzaamheden. Voorts zijn deze gegevens voor een belangrijk deel voortgekomen uit een zeer geselecteerde kring. Zeker zijn enkele deelnemers bij het invullen van hun formulieren door anderen gehol pen, maar de meesten vonden tijd en gelegenheid, om dit zelf te doen. Wie het ontwikkelingspeil van de Neder landse arbeiders kent, weet, dat zulke zelfstandige invullers tot de uitzonde ringen behoren, althans een heel stuk uitsteken boven de middelmaat. Bovendien is uit de katholieke provin cies nagenoeg niets binnengekomen. Zo zijn dus de cijfers, waartoe het onderzoek komt, in hoge mate een zijdig, en naar de culturele" kant geflatteerd. Toch kunnen ze ons twee dingen leren. Enerzijds, hoe bedroevend het er zelfs in deze proletarische elite Herstellende zieke" y f ET Nedertandsche openbare en r?j bedrijfsleven gedraagt zich als ?*? ?*? een herstellende zieke, die zijn krachten voelt terugkeeren en in een Pallieter stemming geraakt van op gewektheid en ondernemingslust* Van alle kanten komen de plannen op voor nieuwe ondernemingen, uitbreidingen, tunnelplannen, boschplannen, bouw plannen : de rente is nog laag, de loonen zijn nog aangepast", iedere onderne ming, iedere openbare instantie wil de kans waarnemen voor het te laat ts* Bij een zieke zou men deze verschijnselen als een teeken van herstel met vreugde moeten begroeten en den patiënt alteen wat moeten remmen bij de overmatige hoeveelheden hooi, die hij voor zijn vork bestemd heeft. Maar bij onze maatschappij ligt het een beetje anders; zij is geen echte zieke; zij kan over alle grondstoffen naar hartelust beschikken, zij beschikt ook over voldoende technische middelen om alle noodzakelijke tevensbehoeften te bevredigen. Zij heeft alteen een paar jaar lang haar levensmogelijkheden niet willen gebruiken. Zij is op haar bed gaan liggen en heeft gezegd: Nu ben ik ziek en kan een deel van mijn lichaam niet gebruiken." Intusschen heeft zij de rest van haar lichaam overmatig in gespannen en afgebeuld. En nu is de melancholieke bui over en wit zij alle lichaamsdeelen weer aan het werk zetten, ook al zijn zij een beetje stijf en stram geworden. Maar nu komt het verschil met het menschelijke lichaam. ? ? juist de hernieuwde ondernemingslust en winstkansen brengen onvermijdelijk de rente- en de loonsverhooging mee, die men nog hoopt voor te zijn. En zoo zal juist de uitvoering van de meeste plan nen vallen in een tijd dat alles weer duur is. En dan komen de nieuwe stroppen en, wie weet, nieuw pessimisme en een nieuwe crisis. Wat zou er een massa leed en zorg aan ons volk bespaard zijn gebleven en wat zou onze crisisval veel minder diep en pijnlijk zijn geweest als de plannen, die nu klaar worden gemaakt, vier, vijf jaar geleden gereed hadden gelegen en als wij toen den moed hadden gehad het kapitaal te wagen, dat wij thans rustig wagen, maar dat zoo lang verzekerd, herverzekerd en ongebruikt moest blijven. Maar wij hebben alten, mét de geheele wereld, aan deze ziekte mee.... gedaan. Ja, gedaan, want het was geen echte ziekte, maar een ingebeelde. Ingebeelde zieken moet men niet in alles toegeven, dan worden zij tot tyrannen. Als wij dat nu eens tot d volgende crisis kontten onthouden en onze eigen levenshouding eens zoo konden saneeren dat wij tegen deze psychosen wat meer immuun werden.. ? W. V. nog steeds uitziet, en hoe weinig reden er nog is, het arbeidersvraagstuk als min of meer opgelost" te beschou wen. En anderzijds zijn er binnen deze kring enkele verschillen op te merken tussen bepaalde onder-groeperingen on derling, zooals b.v. tussen de modern ge organiseerde partijleden en partijlozen. Deze eersten, de zgn. dubbel geor ganiseerden", staan ongetwijfeld cul tureel hoger dan de alleen in vak bonden ingeschrevenen, terwijl dezen op hun beurt staan boven de wilden". Men merkt dit aan allerlei: aan caf tegenover schouwburg- of concert bezoek; aan het zinloze drentelen" tegenover de, uitstapjes met gezin of familie; aan het helpen van moeder de vrouw in de huishouding (hier tegen blijken de leden der S.D.A.P. aanmerkelijk minder mannen-ponteneur te hebben dan de anderen 1); aan de voor studie uitgetrokken tijd; aan de uren, die men aan de kinderen besteedt; aan het luisteren naar klas sieke radio-muziek; aan de wensen voor eventuele meerdere vrije tijd; en tenslotte ook aan het lezen van boeken. Doch hoe slecht is het met dit laatste nog gesteld l Niet minder dan 36% van het materiaal gaf op, nimmer een boek te lezen, ja, zelfs nog 27% van de dubbel georganiseerden, terwijl het aantal deelnemers dat nooit naar de radio luisterde daartegenover n» et boven de 25% uitkwam! Wij willen hieruit niet concluderen, dat de radio het boek verdringt (integendeel: zeer velen wórden door radio-lezingen tot de litteratuur gebracht, vooral onder de arbeiders), maar . wel, dat geen tak van cultureele beïnvloeding een zo breed veld bestrijkt als juist de allermodernste van de aether. Men stelle hier b.v. tegenover, dat slechts 206 personen of 33 % van het totaal wel eens een bioscoop bezoekt. Waarbij dan nog niet vergeten mag worden, dat een gedeelte van deze gegevens verzameld werd in een periode, dat de crisis nog niet zo diep had doorgevreten als nu. Zo staat er in dit geschrift zeer veel, waarmee de sociaal-paedagoog zijn voordeel kon doen, ook al zijn de meeste gegevens nog slechts aanwijzingen. Maar sommige van deze aanwijzingen bevestigen opmerkelijk onze eigen ervaringen. Zo blijkt het intellectuele en culturele belangstellingspeil (te constateren uit b.v. studie en luisteren naar klassieke muziek door de radio) te stijgen met de grootte van de gemeente totdat er bij de allergrootste steden weer een terugval komt. Zelfs het percentage, dat tot schouwburgbezoek komt, ver heft zich in gemeenten met meer dan 100.000 inwoners niet boven de 30 %, terwijl het in plaatsen van 50.000 tot loo.ooo inwoners tot 33% opliep. Inderdaad constateren lichamen als het Instituut voor Arbeidersontwikke ling, dat het interne leven van de middelgrote afdelingen dat van de grootste meestal overtreft. Een derge lijke overeenstemming van statistiek en ervaring geeft ons ook meer ver trouwen in de andere cijfers. WIJ hebben dit boek met enige beklemming gelezen. In welk een cultuur-woestenij leven wij nog, wanneer wij hier dan de uitkomsten voor ons hebben van een zeer geselec teerd arbeiderspubliek I Doch er is n ding, dat ons telkens weer het ver trouwen hergeeft, en dat zijn de verge lijkingen met vroeger tijden. Uitdrukkelijk constateert de sociograaf C. van Eden, dat in Krommenie (overigens een moeilijke, weinig tot positief werk geneigde gemeente 1) het gezinsleven thans zeker meer tot zijn recht komt, dan in de 90-er jaren, toen JUBILEUMFONDS Dezer dagen werden wij verrast mee een zeer verheugend naspel van ons zestigjarig Jubileum. Ons werd n.l. namens een groot aantal lezers van ons blad een jubileumfonds over handigd, als blijk van waardeering voor wat De Groene" in de afgeloopen zestig jaar heeft gedaan en als blijk van sympathie met zijn huidig streven. Wij zijn oprecht getroffen over het aantal der goede gaven uit ruime en smalle beurs. . Deze gaven vervullen ons met moed en dankbaarheid. Moed om te zijner tijd nog weer eens een dergelijke onderneming op touw te zetten als ons jubileum-referendum, want het fonds is in staat geweest een niet onaanzienlijk gedeelte van de onkosten daarvan te dekken, moed ook om op de gewone wijze voort te gaan en te streven naar steeds beter wekelijksche nummers zoowel wat inhoud als uiterlijk betreft. Dankbaarheid vervult ons voor zooveel sympathie en medeleven uit onzen lezerskring. D/rect/e en Redactie van De Groene Amsterdammer daarvan haast geen sprake wa.s" (blz. 34). Schier overal blijkt het caf bezoek te zijn teruggelopen (met name Stadskanaal laat zich hieromtrent zeer positief uit). Terecht kunnen de heren Blonk en Kruyt dan ook zeggen, dat de verkorting van de arbeidstijd, alles samen genomen, een grote zegen is geweest. De balans", schrijven zij op blz. 73, blijkt dan door te slaan naar de kant van de voordelen: meer be moeiingen van den vader met het kind, een versterking van de gezinsband, verminderd alcoholisme, een sterke uitbreiding van de ontwikkelings arbeid onder volwassenen, het tot in de diepste lagen doordringen van de dagbladpers, de uittocht te voet of per fiets in de natuur, de sterke uitbreiding van vele takken van sport, de enorme uitbreiding van het verenigingsleven". Dat is het algemene beeld. Toch zijn er uitzonderingen. Het komt ons voor, dat er in sommige arbeiders-milieus een zekere teruggang te bespeuren is, en wel in die streken en bedrijven, waar de socialistische beweging het oudst is, en waar zij dus cultureel min of meer blijkt te hebben uitgewerkt". Aanwijzingen in die richting krijgen wij uit Sint JacobiParochi in het oude rode Friesland (blz. 47; uit de kring der diamant bewerkers (blz. 48/49), en wat betreft het arbeiderstoneel in Krommenie (blz. 71): ook deze industriestreek is immers een oud anarchistisch gebied). Dit klopt trouwens precies met de ervaringen van het Instituut, dat noch aan de Zaan, noch onder de mannen van Polak, noch in Troelstra's geboor testreek behoorlijk vaste voet wist te krijgen. De oude instanties blijven cultureel werkzaam, maar in een nieuwe opzet zijn zij moeilijk mee te krijgen. Men krijgt een indruk van teren op oude roem". Correlaties dus genoeg, en pro blemen te over. Wij staan hier zeker nog aan het begin van een ontginning; die belooft de moeite waard te zijn. Immers, 'hoe weinig weten de meeste landgenoten nog af van de leefwijze, de behoeften en het ideaal van hun eigen volk! Boeken als het hier besprokene vullen de leemte stellig niet aan, maar zij doen beseffen, dat er een leemte is, en reeds dat schijnt ons belangrijk. Laat ons eindigen met het uit spreken van de verwachting, dat men weldra (ook als een vorm van werk verschaffing aan jonge intellectuelen) dit studiewerk zal voortzetten. De jonge wetenschap der sociale volkskunde" heeft nieuw materiaal zo bitter nbdig! Dr. H, BRUGMANS Lu tour de f o r c e PRESIDENT Roosevelt is zijn nieuwe bewinds periode aangevangen met een aantal maat regelen welker samenhang en consequentie aantoont, dat hij zijn taak van reorganisator van het politieke en sociale leven in de Vereenigde Staten nog niet als geëindigd beschouwt, al. heeft een nieuwe periode van voorspoed reeds vele sporen uitgewischt van de economische crisis die haar dieptepunt had bereikt bij Roosevelts ambts aanvaarding, juist vier jaar geleden. In dien tijd heeft de instemming, die zijn bewind vond, ups en downs gekend. Hoe de Geschiedenis over hem zal oordeelen kunnen wij hoogstens gissen misschien zal hij als een van Amerika's grootste presidenten worden beschouwd. Zijn tweede ambtstermijn is hij in ieder geval ingegaan met een o verweid igenden verkiezingstriomf. Dat ligt nu eenige maanden achter ons en op dit oogenblik is er weer heel wat opschudding in de publieke opinie en wordt hij. de Democraat, weer uitgekreten voor Dictator, Want wat is het geval? De New-Deal-actie is indertijd ernstig tegengewerkt door het Hoogge rechtshof, dat een groot deel van de crisismaat regelen onwettig verklaarde. Op deze wijze waren uniforme en effectieve crisismaatregelen echter niet meer uit te voeren. In Amerika ma g de rech ter de wet aan de grondwet toetsen. Dat wil zeggen: wie zich aan een bepaalde rijkswet niet wil houden, kan probeeren bij den rechter in verzet te komen en te zeggen dat de verplichtingen, die de aangevochten wet hem oplegt, in strijd zijn mee de Grondwet precies zoo als men bij ons een enghartige of misplaatste gemeenteraads-verordening kan aanvechten met een beroep op strijd met de wet. Om een heel eenvoudig voorbeeld te noemen: landbouwsteun door middel van beperking van de verbouwde oppervlakte en schadeloosstelling aan de producenten uit een fonds dat door accijnzen (processing-taxes) op de beschermde produc ten gespijsd werd een eenvoudige methode die wij ook kennen in den vorm van tarwesteün, zuivelsteun, enz. ??deze aanvankelijk met veel succes gebruikte vorm van steun werd door het Hooggerechtshof onmogelijk gemaakt omdat z.i. het recht dergelijke maatregelen uit te vaardigen slechts aan de afzonderlijke Staten behoorde en de Unie zich slechts had te bemoeien met de. rijksbelangen, die haar ter regeling waren opgedragen, zooals defensie, financiën, enz. Er zou dus op zijn hor gst een geheel versplinterde crisiswetgeving hebben kunnen bestaan. Maar ook die zou in de praktijk niet mogelijk zijn geweest omdat de eene staat belang gehad zou hebben bij steun aan den maisbouw, de andere bij tarwe steün, nog een andere bij beperking van de katoen productie. Tusschen-staatsche invoerbelemmeringen zouden hiervan het gevolg zijn geweest en er zou moeilijk iets te vinden zijn dat zoozeer tegen letter en geest van de Amerikaansche instellingen en be grippen indruischt als juist dit l Neen, het was duidelijk dat de tegenstand van het Hooggerechts hof niet was een hoeden van de grondwet, maar een zuiver reactionaire tegenwerking, gericht tegen den New Deal. Een tegenkanting, die zich niet alleen richtte tegen Roosevelts economische politiek, maar zich nu bok begon aan te kondigen tegen zijn sociale politiek. In de praktijk is die tegenwerking aanvankelijk niet zoo erg geweest, omdat rechtspraak gelukkig langzaam werkt, Roosevelts economische maat regelen, nooit anders dan als tijdelijk bedoeld, hun effect al hadden gehad en de depressie al een flink stuk overwonnen was, toen het Hoog gerechtshof en masse wetten nietig begon te ver klaren. Dit wekte echter in zeer breede kringen verzet en het werkte, voor de verkiezingen, propa gandistisch vóór Roosevelt. Dat de President in zijn tweede ambtsperiode, waarin hij het programma wil verwezenlijken dat hij zich gesteld heeft om den achterstand in te halen die in de V.S. heerscht op het gebied der sociale wetgeving, zou trachten de bevoegdheid van dit lichaam om wetten aan de Grondwet te toetsen een bevoegdheid, die vrijwel uitsluitend in Amerika bestaat eenigszins te beknotten, lag dan ook wel voor de hand. ROOSEVELT begon echter met iets anders; met de afschaffing van het spoits-system, met de afschaffing van het ingewortelde Amerikaansche gebruik van de baantjes voor de vriendjes". Wanneer een partij een verkiezingsoverwinning behaalt, worden eenvoudig alle ambtenaren, die tot de overwonnen partij behooren, voor zoover zij tenminste op eenigszins belangrijke plaatsen zitten, naar huis gestuurd om voor de supporters van den overwinnaar plaats te maken. Vandaar dat men bij een présidentswisseling ook vaak nieuwe be noemingen ziet op de Amerikaansche gezantschapsposten in den vreemde. Reeds in 1933 bij zijn ambtsaanvaarding be trachtte Roosevelt groote gematigdheid in deze bui t verdeel ing. Misschien omdat er in de debacle die op het Hoover-bewind gevolgd was zooveel be langrijker dingen te doen waren; maar hoe het ook zij hij liet velen op hun plaats. Nu heeft Roosevelt aangekondigd, dat het met het spoilssystem voor goed gedaan is. (Het blijft natuurlijk de vraag of dat ook het geval zal zijn wanneer zijn administratie misschien eens door een Republikeinsch bewind opgevolgd zal worden.) Deze ver klaring is intusschen met groote voldoening opge nomen. Maar toen kwamen en dat wekte heel wat minder enthousiasme de mededeelingen dat er wetsvoorstellen zouden worden ingediend nopens de wijze van benoeming van het Hooggerechtshof. Had men aanvankelijk zijn weerzin te kennen gegeven ten aanzien van de reactionaire tegen werking van dit hooge lichaam, nu bekroop een breede massa van politiek niet geheel en al onge schoolde lieden toch een gevoel van angst en wan trouwen, dat op deze wijze praktisch een ingrij pende wijziging der constitutie op handen was, die er in den vorm van een amendement op de Grond wet niet zoo gemakkelijk en zeker niet zoo gauw door zou komen. Daarom heeft Roosevelt de zaak, onhandig genoeg eenerzijds en anderzijds misschien wel slim, zóó aangepakt: hij stelt een ingrijpende wijziging voor van de wet op de rechterlijke orga nisatie, die hierop neerkomt de organisatie der lagere rechtbanken buiten beschouwing gelaten dat er, in plaats van een Supreme Court van negen leden, een Hooggerechtshof komt van ten hoogste vijftien leden, waarbij aan ieder lid dat ouder is dan zeventig jaar een plaatsvervangend lid moet worden toegevoegd. Dat klinkt hatelijk. Zooiets als een curator voor den kindschen maar hooggeleerden rechter. Hierop zijn dan ook reeds de noodige amendementen in gediend. O.a. n om royaalweg de Raadsheeren op hun vijfenzeventigste jaar op hun volle jaar wedde te pensionneeren. DE federale hoven, en uitteraard het Supreme Court, zijn zelden of nooit de objecten geweest van het spoils-system. Van het Hooggerechtshof was de onafzetbaarheid der voor het leven benoemde raadsleden daartoe reeds een waarborg. Af en toe moest er eens in een vacature voorzien worden; hoogstens waren er soms twee vacatures kort na elkaar. Maar dat was nooit genoeg om, met een staatkundig oogmerk, deze Hooge Raad politiek ,,om" te krijgen. Trouwens, met politiek in den zin van partij-politiek hield dit lichaam zich niet bezig. Toch heeft Roosevelt er tegenstand genoeg van ondervonden. Men dient hierbij in het oog te houden, dat deze tegenstand een sociaal antago nisme was, en niet een politieke vooringenomen heid. Daar kwam nog bij de hooge leeftijd van de heeren, die het hun wel uitermate moeilijk maakte in te zien, hoezeer deze crisis bewees dat het eens en voor altijd gedaan was met het Amerikaansche ieder-voor-zich-en-God-voor-ons-allen. Een nieuwe tijd was aangebroken. Die der sociale voorzorgen. En dat begrepen de oude heeren niet. Nadat zij de crisis-steunmaatregelen hadden afgewezen, ver klaarden zij ook de sociale wetten ongeldig. Roosevelt zou zich over de gederailleerde crisis wetgeving hebben kunnen heenzetten. Deze maat regelen hadden hun effect gehad en zij waren slechts voor een korte periode van reconstructie ge concipieerd. Maar in zijn programma van sociale wetgeving kon hij tenslotte geen belemmering dulden. Toch is het wapen dat hij gesmeed heeft de aanvulling van het Supreme Court een ge vaarlijk wapen. Een wapen dat zich tegen hemzelf kan keeren. Opvolgers van Roosevelt zullen zich op het precedent beroepen dat hij dit lichaam niet als onaantastbaar heeft gerespecteerd. Misschien zal een opvolger bij de wet een lage of zelfs geheel willekeurige leeftijdsgrens laten vaststellen een nóg latere opvolger een beperkt aantal zittingsjaren; met geen ander oogmerk dan om er eigen partijgenooten in te kunnen brengen. Het zij nog eens gezegd: Roosevelt is het niet om partijgenooten te doen. Zijn verwerping van het spoils-system staat er borg voor dat hij even veel Republikeinen als Democraten zal benoemen. Maar hij wil er en dat is mogelijk uit beide kampen, of uit de partijlooze rechtsgeleerden, jongeren in hebben, menschen «net sociaal bewustzijn. Niette min zal het den President moeilijk vallen zich tegenover een sceptisch nageslacht vrij te pleiten van partijdigheid, wanneer hij op deze wijze het Supreme Court om krijgt, al beroept hij zich er nbg zoo nadrukkelijk op dat hij het juist was, die het sp'oils-system afschafte. De bewering zoueven hypocriet klinken als komiek. Het is jammer dat Roosevelt het niet wil wagen den koninklijken weg te betreden, die van herziening der Constitutie. MR. M. KANN TT & r1' \ ^ " '??t Roberts ButlT Brandeis Van Devanter Hughes PAG. 4 DE GROENE Ne. 31 IS McReynolds (afwezig) Een zitting van het Hooggerechtshof der VereenJgde Staten Sutherland Stone Cardozo

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl