De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 20 februari pagina 2

20 februari 1937 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

l 'S t U 1 -. DE GROENE AMSTERDAMMER Opgericht In I877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 6le Jaargang N^1Ï6 Redactie: Mr. M. K A N N, TH. M O U S S A U L T, Dr. P. H. RITTER Jr., Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO en Mr. R. H. DIJKSTRA Red. en adminlstr.: Keizersgracht 355. Amsterdam C. Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. giro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar. »»-»?» w» v?-. . ___ _ | || ^ M» l ' l lll J.l llll.mall. _ ^»_ ?? Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd. TREURSPEL DER SPAANSCHE DEMOCRATIE Dn J. Brouwer Ben voorapel en O*le bedrijven DE phasen welke de Spaansche democratie in zes jaren heeft doorloopen worden aangege ven door di ie redevoeringen van Azafia. In het najaar van 1930 kondigde hij de demo cratische republiek aan. Deze bestond reeds, zoo zeide hij, in het hoofd en het hart van het meerendeel der Spanjaarden, en niets zou haar komst kun nen beletten. De dictatuur en de monarchie zouden door haar eigen zwaarte vallen. De republiek zou worden uitgeroepen door den wil van het volk, en zij zou worden gegrondvest op de vrijheid van het geweten, de gelijkheid voorde wet, de vrije meeningsuiting, en de heerschappij van den wil van de meer derheid, zooals deze in een algemeene, vrije stem ming zou zijn kenbaar gemaakt. In het najaar van 1935 sloot Azafia het eerste, droevige bedrijf van het Spaansche drama af. Wat een grootsch schouwspel van een in vrijheid schep pend volk had kunnen worden, was tot een treurspel van mislukkingen, van den onwil, van het verzet tot het begrijpen, van de onmacht tot het opnemen van het nieuwe», en van de bewuste misleiding ge maakt. Azafia*zelf in vijt jaren tijds door harde ervaringen van zijn idealisme teruggebracht tot een bitter besef van de werkelijkheid, erkende dat de democratische republiek in Spanje slechts kon behouden worden als al diegenen die haar als uit gangspunt van hun politieke en sociale actie hadden verkozen, zich samensloten, met terzijdestelling van de, voorloopig als bijkomstig te beschouwen, ideolo gische verschillen. Azaaa, de burgerlijke democraat, ontwierp het Volksfront en maakte het tot werke lijkheid. : In Januari 1937 hield Azana, in zijn hoedanigheid van president van de Spaansche republiek, in Valencia een redevoering waarin de periode van het Volksfront als regeeringsmacht werd omvat en waarin de gewelddadige opstand van de reactionnaire partijen werd ontleed en beoordeeld. De rede sloot met constructieve raadgevingen voor de vol gende phase waarin de Spaansche democratie thans treedt. Het Volksfront EEN feit van verreikende beteekenis voor hen die het in de juiste belichting willen en kunnen zien is, dat het Volksfront, d. i. de coalitie van alle republikeinsche partijen, ontworpen en verwerkelijkt is door een burgerlijk democraat, Azafia. Dat deze staatsman-letterkundige, doortrokken van acht tiende en negentiende-eeuwsche idealistische ideeën van geleidelijke ontwikkeling langs door de Rede aangegeven banen, een coalitie bedacht: en sloot met partijen wier programma en actie een wereld van gedachten, gevoelens en besluiten inhield die zijn geachtensfeer kwetsten, geeft aan het Volks front een politiek-sociale stootkracht waarvoor de reactionnaire partijen terecht uitermate be vreesd werden. De Spaansche liberalen en democraten waren zich wel bewust dat zij bij een overrompeling door de reactionnaire partijen alles zouden verliezen, en dat zij door de coalitie met de linksche groepen het essentieele van hun politieke en maatschappelijke plannen konden waarborgen. Vandaar ook de voor waarde die aangenomen werd dat slechts uit de liberalen en de democraten de regeeringspersonen . zouden worden gekozen. , . i ' De regeerlng In naam van bet Volksfront HET Volksfront kreeg in Februari 1936 bij een, onder een rechtsche regeering tot stand ge komen, algemeene verkiezing een beslissende meer derheid, en volgens de afspraak werd de nieuwe regeering gevormd door de leden der democratisch* republikeinsche partijen. Deze regeering herstelde de democratische republiek van 1931 en koos haar grondbeginselen tot uitgangspunt, o.a. vrijheid van geweten, gelijkheid voor de wet, verbetering van de levensvoorwaarden van de landbevolking en de industriearbeiders. Het onverbeterlijke Spaansche optimisme bestendigde evenwel de grondfouten van de eerste regeerders van de republiek, men liet het Spanje ... waarheen? ARM SPANJE! Waarheen? De leesteekens bij deze woorden duiden aan, hoe positief onze afschuw van den burgeroorlog en onze deernis met zijn slachtoffers, hoe onzeker daaren tegen onze gedachten over den zin en den afloop ervan zijn. Toch kan een breedere kijk op het historische, economische en geestelijke kader der gebeurtenissen ons een groote steun zijn voor het verwerven van een zelfstandig oordeel dien aangaande. Daarom meenden wij goed te doen, l ?n aantal deskundigen tot medewerking uit te oodigen aan een speciaal nummer over Spanje, .u het een jaar geleden is, dat de Republikeinsche egeering op 16 Februari 1936 haar groote stemtusoverwinning behaalde. Ook hebben wij een i ge Spanjaarden zelf aan het woord willen laten, al s het duidelijk dat het voor hen, die zoo nauw bij de gebeurtenissen betrokken zijn, volstrekte objectiviteit een onmogelijke eisch is. Wij kozen hen echter uit de groep der Katholieke intelectueelen, wier instelling o.i. de objectiviteit nog het meest nabij komt. De Redactie Aan welken kant de \verantwoordelijkheid? ._ . .... .^ _?.,. ? tt*t na-rna ? ?/ geheele staatsapparaat (administratie, recht, leger e. d.) in handen van de tegenstanders der repu bliek. Het impulsieve Spaansche temperament drong en leidde tot op zichzelf staande uitbarstingen en de eene uitbarsting verwekte de andere. Deze ge welddadigheden werden even handig uitgelokt als politiek uitgebuit. Dit is de phase van Februari 1936 tot Juli 1936: een regeering die vrijwel machteloos is doordat haar administratieve en orde-hand havende apparaat in handen van haar gedissimuleerde tegenstanders is, een volk dat in barren materieelen en geestelijken nood ongeduldig wordt, en een sfeer die van geweld en provocatie geladen is. De algemeene verwarring, in de gemoederen en in het openbare leven, was voor een groot deel van het Spaansche volk zelf de weerslag van het onrecht d&t hem werd aangedaan. Het Spaansche volk, in weinige jaren eenigszins tot het besef gekomen van zijn rechten en menschelijke waardigheid, begon te weigeren voort te leven in den ergerlijken staat van verdrukking en geestelijke en stoffelijke verwaarloozing waarin het sinds eeuwen leefde. Het Spaan sche volk ??de landbevolking, de industriearbeiders en de kleine burgerij drong op naar de plaats welke een elementaire maatschappelijke gerechtig heid hem diende in te ruimen. Vrijwel alle intellectueelen .en kunstenaars stonden in dezen aan den kant van het v tik. Niemand is echter in staat ge weest dit Spaansche groeiproces kundig te leiden, en zoo konden diegenen die in het volwassen en bewust worden van het Spaansche volk een bedrei ging of beperking van hun belangen en voor rechten zagen, ruw toeslaan, terwijl anderen on zeker rondtastten. De opstand /"""EHEEL volgens de Spaansche traditie wilden vJ de rechtsche partijen de macht, welke zij bij de algemeene verkiezingen hadden verloren, met wapen geweld herwinnen. Eenige maanden te voren hadden zij een coalitie gevormd, gebaseerd op enkele ge meenschappelijke grondbeginselen, een coaUtie die slechs sterk was als oppositie. Zij hadden aanhang gezocht door een sensationeele actie tegen het Volks front. Men maakte daarbij een uiterst simplistische en onjuiste tegenstelling, rood en revolutionnair Spanje tegenover katholiek en traditionalistisch Spanje, politieke, maatschappelijke en zedelijke wanorde tegenover het op religie en wet gevestigde en gehandhaafde gezag; Moskou tegenover Rome.... De leuze der religie, op een tijdstip dat de godsdienst door velen wordt misbruikt als een krachtig politieinstituut en een distinctief van de keurige, gezeten burgerij, sloeg in, zoowel in een deel van Spanje als in het buitenland. Onder leiding van de militairen gingen de monarchisten, traditionalisten en fascisten - grootgrond bezitters, financiers, industriëlen, gezeten burgers en vrijwel de geheele geestelijkheid met degenen, die zij onmiddellijk konden beïnvloeden r?tot den gewelddsdigen opstand over. Naar het heette was het een godsdienstoorlog, doch opzet, uitvoering en leiding waren aan de religie vreemd. Het heette, dat men terug wilde naar de roemruchte zestiende eeuw, maar men kon weten dat die zestiende eeuw inder daad politiek en maatschappelijk een ontzaglijke mislukking was geweest, waarvan Spanje zich in eeuwen niet had kunnen herstellen. De leiders van den opstand meenden het geheel der moderne maatschappelijke problemen met eenige sabelhou wen te kunnen oplossen, en de militaire en econo mische dictatuur te kunnen grondvesten op een met geweld bedwongen en neergedrukt volk. Kortom men wilde het herstel der feodale macht zooals deze tot voor kort in Spanje had geheerscht leger, grootgrondbezit en geestelijkheid welke een van nature zeer rijk land tot het klassieke oord van pau pers, bedelaars en struikroovers heeft gemaakt. De beteekenis -van bet conflict DE opstand der rechtsche partijen was reeds vóór hij openbaar werd een internationaal probleem, ten eerste door de militaire voci bereiding in Marokko, een Spaansch protectoraat, en ten tweede door de f Mi. 2 DS GROENE Na. 1114 DE legaliteit. De wettige regeering. Het gezag van de wettige regeering. De juristen kennen den valstrik, ofwel den dubbelen bodem, die achter den valschen, hoewel soms zeer goed nagebootsten vloer dezer respectabele con structie verborgen is, maar al te goed. Het is goed dat een regeering wettig is, maar dat is niet voldoende. Wij weten maar al tegoed, hoezeer de zuiverste wettigheid een onrechtvaardigheid kan dekken. De Regeering (daaronder niet alleen het ministerie maar ook het geheele staatkundige apparaat verstaan), die na de stembusoverwinning van j6 Februari 1936 aan het bewind kwam, en het lot van Spanje beheerschte, zou maar weinig waard zijn geweest, als strikte wettigheid haar eenige rechtsgrond was geweest. Maar het ministerie, en de politieke meerderheid die het kabinet steunde, en de administratie die het had te gehoorzamen, waren bovendien, waren vooral juridisch rechtmatig. Waarschijnlijk bezaten zij de grootst mogelijke rechtmatigheid, die .een politieke toestand op dat oogenblik kon bezitten. Want een regeering kan wettig zijn in dezen zin, dat zij beantwoordt aan een aantal geschreven regelen of constitutioneel^ gewoonten, die in een bepaald land van kracht zijn. In dezen zin kan men zelfs van een dictatuur zeggen, dat zij wettig is, maar om te kunnen voldoen aan dat diepe en niet te onderdrultken verlangen naar gerechtigheid, waarmee men de qualiteit van een gezagsuitoefening beoordeelt, moet men zich ook afvragen of zij, behalve wettig ook rechtvaardig, d. w. z. recht is. Volgens de beroemde formuteering van Rudolf Stammkr, zij het met meer gedegen inhoud, moet men van elke Begeer ing eischen, dat zij altijd een richtig recht" uitoefent. Maar als er tegenwoordig n waarheid, wij zouden haast zeggen n axioma is, is het dit dat er geen wettig dus ook geen rechtmatig regime bestaat, als het niet berust op de algemeene instemming van het land. En omgekeerd kunnen wij zeggen, dat het bewind, dat op die instemming kan rekenen, volkomen rechtmatig is. Deze instemming is dermate noodzakelijk, dat ook de dictatoren, zooals meermalen is opgemerkt, wanneer zij haar niet bezitten, deze instemming veinzen te bezitten, of haar met geweld afdwingen, of haar te voorschijn goochelen, of haar opleggen met het zachte middel van een volksstemming, waarbij men spontaan" zijn instemming betuigt, onder den druk van bajonetten of onder het welwillend toezicht der staatspolitie. Het is duidelijk, dat, evengoed als een regeering wettig en niet gerechtvaardigd kan zijn, een regeering rechtmatig maar niet volmaakt, ideaal of vlekkeloos (waar zijn zij dat ooit?) kan wezen. Evenzeer als de rechtmatige echtgenoot, de rechtmatige vader of de rechtmatige liefde verre van de wijste, de schoonste of bewonderenswaardigste kunnen zijn. Maar evengoed als het absurd zou zijn om in opstand te komen tegen het rechtmatige vaderlijke gezag, onder voorwendsel, dat hij lauw is in geloofszaken, of in zaken onhandig heden heeft begaan of tegenslagen heeft gehad, even absurd is een gewelddadigen ??en nutteloozen?? overeenkomst van de opstandelingen met enkele Europeesche staten. Reeds zeer kort na de uitbre king van den opstand werd deze overeenkomst en de daaruit voortvloeiende materieele hulp een on loochenbaar feit. Als weerslag daarvan heeft men, om internationale verwikkelingen te vóórkomen, in het buitenland vrijwel aanstonds de wettige regee ring en de opstandelingen als gelijkgerechtigde belligerenten voorgesteld en behandeld. Dat is wellicht het droevigste tafereel in het treurspel van de Spaansche democratie. Wellicht r?en dit is een zeer delicaat punt ware het beter geweest in de gegeven omstandig heden als de regeering en het volk zich niet hadden verzet. Verscheidene vakverbonden hebben sinds jaar en dag tegen georganiseerd, gewapend geweld geijverd, en evenals de dictatuur van Primo de Rivera door haar economische onmacht en onkunde is gevallen, zoo zouden in de inmiddels voor een militaire dictatuur nog ongunstiger geworden toe standen de opstandelingen vast zijn geloopen in de onontwarbare moeilijkheden welke het volk, de opstand tegen een rechtmatige, dat wil niet alleen maar zeggen wettige" regeering, onder voorwendsel, dat zij deze of gene fout of deze of gene zwakheid heeft begaan. Het is mogelijk maar het is thans niet de gelegen heid dat te bespreken dat de rechtmatigheid in den zin van de grootst mogelijke instemming van een volk, niet steeds bepaald kan worden met de nauwkeurige mechanische telling der stemmen, bij een verkiezing uitgebracht. De wettigheid is iets; het aantal stemmen is nog iets meer. Maar wat de regeering der Republiek sedert den loden Februari 1036 stellig bezat, en wat ten minste zich reeds aan gekondigd had bij de monster-meeting op het Campo de Comilla" aan de oevers van de Manzenares in October 7055, toen een half millioen Spanjaarden met enthousiasme toestroomden om Azana te hooren, dat was nog heel wat meer. Wat deze regeer ing bovenal bezat was de levende, warme, diepe steun van de Spaansche massa. Dat wil zeggen: recht matigheid; algemeen en diepgeworteld recht. Zij zou misschien niet volmaakt zijn. Zij kon in het eene of andere geval geen succes hebben; maar zij bezat de levende rechtvaardiging der instemming van het volk, levend juist daarom, omdat deze in stemming niet alleen maar de belooning of het gevolg was van een werkelijkheid, die door deze overwinning was gesanctioneerd, maar omdat zij een open verwachting was, een enorm vertrouwen bezat, waarmee het publiek de regeering als het ware met leven bezielde. Sommige intellectueelen uit angst voor hun baantje, tamelijk veel geestelijken, die hun roeping miskenden, militaire aanvoerders, die hun instincten, maar niet hun voorschriften volgden; ontelbaar veel burgers, kleine, middelsoort- en gfoote burgers, die zeiden te gehoorzamen aan ik weet niet welke vage leuzen van orde en vaderlandsliefde, maar die, zooals wij allen weten, aan de werkelijke eischen van maag en brandkast gehoorzaamden, een aantal fanatieke en onbezonnen jongelui, die meenen, dat Spanje telkens geboren wordt als zij juichen zij allen, onder dekking van ongelukkige Marokkanen, en van door berekenende roof zucht van zekere landen gezonden legioenen en deskundigen, zij allen hebben zich brutaal en dolzinnig in den strijd geworpen tegen een gezag, dat juridisch en politiek zoo wettig en recht matig was als maar mogelijk is. Zij zijn dus rebellen geen nationalen; niets anders dan rebellen. Het zou goed zijn als geen der landen, die nog in staat zijn den zin en de draagwijdte der gebeurtenissen te begrijpen, dit ooit zou vergeten. Verantwoordelijk voor den strijd en het karakter dat hij heeft gekregen, zijn de aanvallers en de aanleggers van dezen ontzettenden, broederstrijd. Waarlijk, n juridisch n menschelijkerwijs gespro ken, zijn zij direct of indirect, de uitsluitend ver antwoordelijken voor alles wat er gebeurt en wat zij zelf verrichten, maar ook voor alles wat er tegen hen gebeurt. JOSÉMA DE SEMPRUN GURREA Spaansch gezant te 's-Gravenhage Spaansche bevolking, hun op alle terreinen van het maatschappelijke leven had kunnen verwekken. De hulp van sommige buitenlandsche staten voor de organisatie van een doeltreffende dictatuur zou in Spanje door de dwarsche, individualistische ge aardheid van het in min of meer zelfstandige ge westen verdeelde Spaansche volk zijn verzwakt of verijdeld. De democratische gedachte en'het gevoel van saamhoorigheid zou inmiddels bij het volk zijn versterkt. Wie nu van dichtbij het Spaansche drama gade slaat vreest terecht, dat dit een tragisch slot voor de burgerlijke democratie kan hebben. Niet vanwege een overwinning door de opstandelingen. Deze zouden over zichzelf struikelen. Het gevaar is dat in een voor minstens een kwart eeuw economsch vernietigd land er geen draagvlak zou zijn voor de burgerlijk-democratische gedachte van 1931, en dat de duchtige, in het binnen- en buiten land politiek uitgebuite, bedreiging van een vol slagen maatschappelijke omwenteling een werke lijkheid zou kunnen worden. ?"l""* MIDDEN VAN ALLE TUMULT IN EN OM l Spanje spelen zich nog andere tafereelen l af in onze oude en langzamerhand doodelijk vermoeide wereld tafereelen die zoozeer onze angstig geboeide blikken trekken, dat wij ze ook deze week niet zullen laten voorbijgaan, zonder er nader bij stil te staan. Daarbij komt allereerst Engeland aan de beurt. Twee dingen trekken daar onze aandacht: het naderend aftreden van Baldwin, die zich een dagje ouder voelt worden, en de geweldige financieele voorzorgen (achtereenvolgende staatsleeningen tot een totaal bedrag van £1.500 millioen!), die er genomen worden om aan de bewapeningseischen tegemoet te kunnen komen. Het is Neville Chamberlain, die als minister van financiën de eerste leening van £ 400 millioen bij het parlement voor stelt. De periode-Baldwin, waarbij men gerust de laatste periode-MacDonald rekenen kan, teekent een scherpomlijnd tijdsbestek in de Britsche historie. Die van de ontwaking-tot-de-realiteit van een in sulaire, in eigen ideeën en illusies levende, ietwat weltfremde" natie. Het is bekend geworden, dat Baldwin veel eerder dan het gros van zijn landgenooten heeft begrepen, dat de tijd andere maat regelen eischte en dat Engeland, dat betrekkelijk gesproken vóór was gegaan op den weg der ont wapening, daarmee in een uiterst zwakke positie was geraakt en onwillekeurig da^door de zaak van den vrede n slechten dienst had bewezen. Om dit euvel te verhelpen heeft hij zijn landgenooten misleid" op een wijze als een dokter, die zijn patiënten niet de volle waarheid vertelt. Achter af is men daarover een kort oogenblik verbolgen geweest. Nu niet meer. En het doel is bereikt. Baldwins komend aftreden hij zal wachten tot na de kroningsfeesten, waarna hij in den adel stand verheven zal worden, zal geen minister crisis zijn. Austin Chamberlain wordt gedoodverfd als zijn opvolger. Maar het weggaan van Baldwin, dezen levend geworden John Bull-figuur, zal toch als een verlies gevoeld worden. NIET ALLEEN DE EUROPEESCHE SITUATIE, OOK de toestand in het Verre Oosten is oorzaak van deze Engelsche voorbereidingen op zeer langen termijn. In Japan is de toestand nog allerminst klaar. Nadat men (wie zal zich daavjver verbazen?) zeer lang heeft moeten zoeken alvorens men iemand vond die bereid bleek zich over de lec^e maar daarom niet minder zware portefeuille vóu financiën te ontfermen, is er eindelijk een ministerie Ha j as j i tot stand gekomen dat zich sterk maakt de militaire eischen er in het parlement door te kunnen krijgen. Als doekje voor het bloeden wordt nu gezegd^, dat men Japans militaire en territoriale positie op het Aziatisch vasteland slechts wil stabiliseeren". De militairen willen dus geen nieuwe avonturen wagen. Maar zullen zij, juist door hun tegenwoor dige positie, daartoe niet telkens weer worden ge dwongen? En anderzijds, wanneer men slechts het behoud nastreeft van wat men nu bezit, zal Japan dit financieel en economisch kunnen dragen? De publieke opinie in Japan begint in te zien dat de militairen een te groote hypotheek op het land gelegd hebben: Vandaar dat blijvende parlementaire steun aan daze regeering een kwestieus geval blijft. D' k E BISSCHOPPEN IN DUITSCHLAND HEBBEN, Kardinaal Faulhaber voorop, nu een scherp requisitoir gehouden over alle schendingen van het concordaat door het huidige regiem: confiscatie van bisschoppelijke brieven, gevangenzetting van pries ters zonder strafrechtelijk vonnis, verbeurdverkla ring van kerkelijke goederen, massaal entslag van katholieke kloosterlingen bij het onderwijs, proces sieverbod, censuur óp predicaties en een stroom van beleedigingen door officieele en officieuse per sonen. De kardinaal onthulde daarbij, dat de wensen tot dit concordaat niet van zijn kerk maar van Hitler zelf was uitgegaan. Herhaalde schendin gen maken het concordaat echter tot een aanfluitmg en verbreking wordt thans ernstig overwogen. Evenveel reden als de Katholieken heeft de Protestantsche Rijkskerkcommissie om zich te beklagen over de Duitsche regeering. Deze commissie onder voorzitterschap van den 76-jarigen ds. Zoellner is in October 1935 door minister Kerrl dadelijk bij zijn optreden ingesteld; de mislukkingen van de vroegere vertrouwensmannen van het Derde Rijk, van bisschop Muller, ,,het kind", en van den hardhandigen dr. Jaeger hadden Kerrl genoopt het compromis te zoeken; zoo wist hij de gematigde hoofdgroep van de Belijdenisbeweging er toe te brengen in de Lands- en Rijkskerkcommissies zitting te nemen samen met vertegenwoordigers der Duitsche Christenen. Ondanks het noemen van PAG. 3 DE GROENE No. 3116 bodem en ras in haar eerste manifest, bleek de commissie voor Kerrl en de zijnen niet handzaam genoeg, allerlei werd buiten haar om door het Rijkskerkministerie bedisseld en staatssecretaris Muhs, aan wien Kerrl alles overliet, streeft openlijk naar een nationale" kerk die de verschillen tus schen protestant en katholiek gelijkschakelt. De conflicten, die ontstonden, leidden ertoe, dat de commissie steeds meer tegenover de regeering kwam te staan. Daarmee is haar reden van bestaan voor de huidige machthebbers vervallen en werd zij genoopt, ontslag te vragen". Bij den verscherpten ideologischen strijd, die na Saarstemming en Rijn landbezetting weer opgevlamd is, is de Rijkskerk commissie tusschen twee stoelen komen te zitten. Zij gaat thans voorgoed heen. Na een onbesliste botsing in de regeer ing tusschen hen, die een vol ledige geloofsvervolging willen inzetten en degenen, die met de belijdenisgetrouwen sympathiseeren, heeft Hitler den knoop doorgehakt door te bepalen dat een constitueerende algemeene Synode voor de Evangelische kerk verkozen moet worden. De verkiezing is een twijfelachtige geschiedenis; nog afgeziflfi van de vraag of de radicale aanhangers van Niemöller c.s. zelfs wel de gelegenheid zullen krijgen candidaten te stellen, is de onkerkelijke massa leden, die nog wel stemgerechtigd is, groot genoeg om bij een maar van n kant toegelaten propaganda gemakkelijk de trouwe kerkleden te overstroomen (zooals zij dat trouwens in den zomer van 1933 bijna overal ook gedaan hebben). Ander zijds is dit politieke middel voor het regiem een tweesnijdend zwaard, want alle stemmen voor Belijdenis-candidaten zullen nu ook als politieke stemmen tegen het regime uitgelegd worden; en dat getal zal licht hooger zijn dan de i % die tegen Hitler zijn uitgebracht bij de laatste volksstemming. Maar voor de kerkelijke getrouwen ziet het er zwart uit, want hoe het ook loopt, de terreur van staats wege zal zeker toenemen. En indien de Belijdenis beweging bij de verkiezingen in de meerderheid blijft, zal zij, zonder financieele middelen, een eigen kerkgenootschap moeten stichten, terwijl de politieke druk zeker niet zal verminderen. Alle Christenen cp de wereld hebben hun hoop op hun trouw gevestigd, maar hun beproevingen zullen niet licht zijn. Het is onbegrijpelijk dat de Duitsche regeering niet inziet, welk een kwaad dit clles haar weer zal doen in het buitenland. IN DUITSCHLAND HEEFT MEN WEL INGEZIEN DAT de Nederlandschèregeering de eerbiediging van Nederlands integriteit nooit tot een punt van onder handelingen maken kan. Dit is immers iets dat vanzelf spreekt. Slechts de N.S.B, schijnt dat niet in te zien, ma&r van deze nationale" partij zijn wij gewoon dat zij steeds als advocaat optreedt voer Duitschlands fouten. Evenmin verwondert het ons dat deze legale" partij opkomt tegen de maatrege len die de nieuwe grondwet beraamt tegen revolutionnaire volksvertegenwoordigers. Het rechtspre kend orgaan dat hierover zal moeten beslissen, wordt maar meteen bloedraad" gedoopt merk waardig dat staatsrechtelijke beoordeeling bij de heeren dadelijk de associatie met bloed wekt. Overi gens is het nog zeer de vraag, of dit deel van de her ziening in de nieuwe Kamer tweederden der stem men zal halen evenals het gemengde slothoofdstuk. OPDAT MINISTER COLIJN DE BEHANDELING VAN de Rijksbegrooting in de Eerste Kamer kon 'bijwonen, is de Indische begrooting met diverse aanhangsels in zeer snel tempo de Tweede Kamer gepasseerd. Over twee punten is gevochten: over het interpellatierecht van den Volksraad, niet be paald sterk tegenover de vurige verdediging van jhr. de Geer c.s. volgehouden/maar toch door de meerderheid der Kamer aanvaard; iets wat niet be paald getuigt van dankbaarheid. Zonder den voorarbeid van den Volksraad zou het der Kamer nooit gelukt zijn de Indische begrooting in zes dagen te behandelen. En wat voor de Indische vertegenwoor diging gevraagd werd was toch niet vél: een recht om antwoord te 'krijgen, tenzij het landsbelang er zich tegen verzet. Moeilijker heeft onze premier het nog gehad in zijn poging om de pensioenkorting nog een vijftal jaren te handhaven. Als hij niet vele con cessies had gedaan waaronder de belangrijkste: verkorting van den termijn tot 1938, en het lokaas j e van zeven ton voor de vóór 1923 gepensionneerde militairen, diéal lange jaren te kort zijn gekomen had hij een echecje niet kunnen ontgaan. ^ i \annpacjne kruq brut . ? / /. . ? / .cll'e i (.nesse.'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl