Historisch Archief 1877-1940
if
I
DE GROENE AMSTERDAMMER
Opgericht in 1877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 61e jaargang No.3117
Redactie: Mr. M. K A N N, TH. M O U S S A U L T,
Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO
en Mr. R. H. DIJKSTRA
Red. en admlnlstr.: Keizersgracht 355, Amsterdam C.
Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. giro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f. 10.?per jaar.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd.
G E V RAAG D :
een
Mr. M. KANN
DE politieke evolutie is het product van vele
factoren. Soms hebben behoudende invloeden
de overhand, soms vooruitstrevende. Maar
steeds compenseeren zij elkaar min of meer; althans
zij behooren dat te doen.
De laatste tientallen jaren hebben echter zoo groote
veranderingen in ons maatschappelijk en econo
misch bestel te zien gegeven en ons voor zoo groote
problemen geplaatst, dat het afwisselende spel der
parlementaire krachten op den achtergrond ge
drongen is. Langzamerhand zijn wij verzeild inden
ideaal-toestand, dat wij geen conservatieve partijen
meer hebben?tenminste, wanneer wij ons tot de ser
ieuse partijen bepalen. De sociaal-democratische partij
(toegegeven, dat zij de vlegeljaren nu ruimschoots
te boven is) kan men moeilijk conservatief noemen.
Zij propageert een zeer boud opgezette plan-politiek
en streeft op sociaal-economisch gebied een groote
mate van ordening" na. Per saldo verschilt het
zuiver staatkundig beleid der Socialisten niet zoo
veel van dat der Katholieken, die de straffe
planpolitiek verwisselen voor een geproponeerde grootere
royaliteit inzake werkverschaffing, uitvoering van
openbare werken, kortom, uitgaven politiek" en die
nu bij uitstek in de ordening van het bedrijfsleven
een panacee zien tegen bijna alle economische
kwalen. Beide partijen hebben een broertje dood
aan bezuiniging en aanpassing.
Kan men dan de Vrijzinnig-Democraten, onze
eigen onvervalschte Radicalen, conservatief noe
men, omdat zij in de practijk een flink stuk weegs
hebben meegewandeld op het steile pad van de
aanpassing? Toch moeilijk. Zij blijven wat zij zijn,
maar zien dérealiteit. Daarvan getuigt ook hun
bekeering inzake de militaire vraagstukken. Een
bekeering, waarin op stuk van zaken de socialisten
deelden.
Zijn dan de liberalen conservatief? Misschien
maar wanneer deze partij nog eenige kans heeft,
moet de kracht van haar actie komen uit de gelederen
van haar jongeren", die verre van conservatief
zijn en van wie velen al bijna nét zoo geporteerd zijn
voor de vooruitstrevende idealen van dezen tijd die
samengevat kunnen worden in het eene woordje:
ordening nét zoo geporteerd als de jongere"
Christelijk Historischen. Dus, want over de. C.D.U.
hoeven wij niet te spreken, ook de Christelijk
HistoDr. P. H. Riteer Jr.
Dr. P. H. Ritter Jr., aan wien reeds eenige \
maanden de gelegenheid ontbrak, actief deel te j
nenun aan den redactioneelen arbeid voor ons '
blad, heeft ons verzocht hem te ontheffen van zijn
redacteurschap van De Groene.
Hoewel onze redactie dit besluit van den heer
Ritter betreurt, evenals wij meenen dat onze
lezers dit zullen doen, moet zij toch dit bestuit
respecteeren. Wij willen echter geen afscheid ne
men, zonder voor het forum onzer lezers den heer
Ritter hartelijk dank te zeggen voor wat hij voor
ons blad heeft geschreven. Allereerst denken wij
daarbij aan de ttDe Weektrompet van den Wijzen
Olifant," welke hij meer dan een jaar voor ons
schreef, tot zij voor de Kanttéekeningen" plaats
maakte, maar ook aan vlotte reportages en puntige
artikelen die van zijn hand in ons blad hun eigen
plaats verwierven. Het spijt ons, den heer Ritter
uit onzen kring te moeten missen, maar wij hopen
nog meerdere malen bijdragen van zijn hand te
mogen ontvangen. De Redactie.
rischen kan men niet meer conservatief noemen?
Dan misschien ook de Anti-Revolutionnairen niet.
En daartoe zou na Colijn's rede in de Eerste Kamer
ook bijster weinig reden zijn.
OF ligt het criterium tusschen vooruitstrevend
en conservatief misschien op een ander terrein?
Wanneer wij de politieke vragen van dit oogenblik
bekijken, zien wij dat zij niet op zuiver politiek
gebied liggen, maar meer van sociaal-economischen
aard zijn. Zij zijn wetenschappelijk te definieeren
(hetzijngeen gevoelskwesties") en, wanneer men de
omstandigheden kent, kan men met een vrij groote
mate van objectiviteit de juiste oplossing dier vraag
stukken aangeven. Het zijn niet vragen van voor
of tegen", zooals in het midden van de vorige eeuw
de Grondwetswijziging, die de ministerieele ver
antwoordelijkheid bracht, of later de wet die de
algemeene leerplicht instelde of, na den oorlog,
het algemeen kiesrecht. Maar het zijn vragen van
meer of minder" ??overheidscontrole op het be
drijfsleven, prijsregelingen voor landbouwproducten,
contingenteeringen en andere maatregelen van
handelspolitiek. Er is niemand meer, die principieel
voor protectie is. Dat was vroeger anders, zoowel
in het Anti-Revolutionnaire als in het Katholieke
kamp.
Toch is het de vraag of wij, wanneer we ons slechts
met sociaal-economische kwesties bezig houden,
niet gaan lijden aan een zekere eenzijdigheid in
ons politiek menu. Het is mogelijk ik waag het
niet, daarover een oordeel uit te spreken dat de
Antithese", de oude tegenstelling tusschen Links
en Rechts heeft afgedaan. Wat betreft deze hier
boven genoemde sociaal-economische vraagstukken
en program-punten, zien wij, zonder dat een nauw
keurige scheidslijn valt aan te geven, bij Links en
Rechts dezelfde zacht vervloeiende kleurengamma
die loopt van enthousiast" tot sceptisch", van
socialist via radicaal tot liberaal en van Katholiek,
via Christelijk-Historisch tot Anti-Revolutionnair.
MAAR is hier nu alles mee gezegd? Men kan van
brood alleen niet leven. Het materieele speelt
in de politiek tenslotte geen overheerschende rol.
Zelfs niet de eerste rol. Dat kan slechts tijdelijk zoo
schijnen.
De politieke arena de verdeeling der partijen,
de lijst van vraagstukken waarom gestreden wordt
moet den menschen nog iets anders geven. Het
politieke leven is een afspiegeling van ons
zieleleven. Over de menschelijke psyche heersenen
allerlei affecten, gevoelens, bindingen aan idealen.
Wij zien dat duidelijk, wanneer wij in de historie
terugblikken.
Die affecten blijven altijd dezelfde. Er zullen
altijd menschen blijven, die in hun diepste gevoelens
de van God gegeven absolute monarchie als ideaal
aanhangen en menigeen die nationalistisch een
'moderner zienswijze is toegedaan, zal ergens diep
in zijn hart dit denkbeeld terugvinden. Dit is nu
maar een voorbeeld, en een sterk voorbeeld, maar
van deze psychologische archaïsmen zijn er meer.
En er moeten er meer zijn. Het kan niet anders.
Af en toe komen wij dan ook uitingen tegen die
daarop, en op niets anders, terug te voeren zijn. Wij
kennen die uitingen eigenlijk allemaal. Het zijn
psychische affecten die een rol spelen bij den braven
provincialen notabele wiens hart fierder klopt wan
neer hij een troep soldaten, met muziek voorop,
ziet voorbij marcheer en. Of wanneer zijn eenigszins
beperkt denkende buurman zegt dat 't een schande
is wanneer de staat 'menschen, die te beroerd zijn
A LS in 1866 de kranige, doch aan de
rechtsZJ geleerdheid volstrekt vreemd gebleven" minister
" ?*? van Koloniën Fransen van de Putte, afgaande
op de adviezen van den
dogmatisch-romeinsch-rechtelijk ingestelden jurist Kappeyne van de Coppello,
de Indische bevolking dreigt gelukkig te maken met
de toekenning van het Europeesch eigendomsrecht op
den grond, is het Thorbecke, die, hoewel hij deze be
doeling om haar voor willekeurige beschikkingen door
den staat te vrijwaren, waardeert, de intrekking der wet
en daarmede de val van het ministerie bewerkt. Hij
schaart zich dan naast de conservatieve oppositie,
omdat hij inziet, dat deze wet zou leiden tot verwrin
ging van het inheemsche grondenrecht, tot
proletariseering van de Javaansche boerenentot ontbinding der
natuurlijke dessagemeenschappen. Thorbecke ziet
deze onheilen zoo duidelijk, omdat hij behalve jurist
ook historicus is, en behalve het
Romeinsch-Napoleontische ook het oud-Germaansche rechtssysteem kent.
Evenmin nu als de inlandsche dessa uit zou komen
met een eigendomsrecht uit de Romeinsch-rechtelijke
school, evenmin ook als een Westersch erfrecht zou
passen op een matriarchale maatschappij, of een
verkeersreglement te land op ontmoetingen van sche
pen ter zee, evenmin kan men het absolute eigendoms
recht, zooals dat berust op de verhouding van den
eigenaar tot zijn gemunt geld, kleinodiën, klein en
groot vee en huis, zonder wijziging toepassen op
groote product ie-eenheden, waarvan het gzbruik, het
niet-gebruik of het misbruik beslissend is voor het
levensgeluk van duizenden en nog eens duizenden
medemenschen. Een zoo groote, uit eigendom voort
vloeiende beschikkingsmacht, is alleen te verdedigen,
wanneer het misbruik daarvan aan banden wordt
gelegd door een heerschende sociale moraal of door
een sociale wetgeving. Ontbreken die, dan moet de
gekrenkte menschenwaarde zich weleen anderen uitweg
zoeken door middel van aantasting van het als onrecht
ervaren recht. Dit zoozeer ontbreken van waarborgen
voor het sociaal gebruik van een, vooral op maatschap
pelijk nut gericht, eigendomsrecht, dat het tot onhoud
bare toestanden leidt, hebben wij een juridisch
luchtledig" gedoopt, toen wij in De Groene van 6 Fe
bruari over de staking bij de General Motors" in
Amerika de volgende woorden schreven:
Toen de directie (der General Motors) vervolgens
de staking wilde breken door de werktuigen van een
der onderdeelen naar elders te vervoeren, is bszetting
der fabriek gevolgd. Dit gaat den onwettigen kant uit,
maar men moet niet vergeten, dat hier een juridisch
luchtledig bestaat...."
'T1 EGEN deze zinsnede is de heer F. G. A
Ver?* s.teegh opgekomen. Hij schrijft ons de vol
gende ontboezeming, welke wij hier gaarne willen
beantwoorden: ?
Daargelaten nog, dat Dr. P. A. evengoed en beter
had kunnen spreken van een poging der directie het
bedrijf in gang te houden inplaats van de staking
te breken", met de bezetting van een fabriek door de
arbeiders gaat het niet den onwettigen kant uit",
doch een dergelijke bezetting is volkomen onwettig en
onrechtmatig, om bij een dermate flagrante inbreuk
op het eigendomsrecht, die bovendien een strafbaar
feit oplevert, nog maar niet nader in te gaan op de
qualificatie juridisch luchtledig".
Het ware te hopen geweest, dat de Heer Sloan,
directeur der General Motors, den noodigen steun van
Regeeringszijde verkregen had, maar dan ook onmid
dellijk, in zijn verzet tegen deze terreur van de zijde
om te werken, steunt van zijn geld.
De lezer houde mij ten goede het is er mij niet
om te doen, een grapje te maken. De Engelsche
caricaturist Low heeft voor aezen beperkten
reactionnairen medeburger een type geschapen: Colonel
Blimp. Welnu, de Blimps hebben in de politiek een
functie. En zeer zeker nebben dat de minder be
perkte, de ontwikkeldere conservatief-voelende bur
gers.
Zou het, overigens hoogst relatieve, succes der
nationaal-socialisten misschien daaraan te danken
zijn, dat onze serieuze politieke partijen geen toe
vlucht meer bieden voor den Waarlijk Conservatief ?
Vroeger hadden wij tenminste duidelijk en uit
gesproken: Rechts en Links. En Rechts was (of
scheen) conservatief. Maar wij hebben gezien, dat
dat nu zeer zeker niet langer zoo is. En toch, of wij
het er zelf nu mee eens zijn of niet, er moet een
politiek dak boven 't hoofd komen van hen, die
i'.
en sociale conflicten
van den heer Lewis, die immers zoo handig'' geweest
' is, het bedrijf slechts in enkele vitale deelen te laten
staken met het gevolg eener extra schade van de
General Motors, die thans de loonen van de niet
stakende arbeiders betalen moet.
Het traangas en de vuurwapenen, waarover Dr.
P. A. schrijft, waren er waarschijnlijk niet eens aan
te pas gekomen. Een flinke straal van de brandspuit
zou zoo goed als zeker voldoende geweest zijn, aange
nomen dat deze brandspuit tenminste ook niet bezet"
was.
Ik geviel alles voor een zoo goed mogelijk bestaan
van den arbeider, die natuurlijk het recht en in zeke
ren zin de plicht heeft te trachten zijn rechtvaardige
eischen met wettige middelen te verwezenlijken, ik
gevoel ook veel voor De Groene, waarvan ik reeds lange
jaren abonnéen trouw lezer ben, maar n de arbeider
n De Groene moeten het niet te bont, in casv te
rood-bont maken,"
E manier waarop onze geachte opponent over
het" eigendomsrecht en de" arbeider schrijft,
doen ons vsrmoeden, dat hij bij zijn woorden niet
voldoende aan de concrete verschillen tusschen Neder
land en Amerika op dit terrein heeft gedacht. Aan
het ontbreken van sociale wetgeving, van een goede
arbeidsinspectie, van een overheidsinstitüut voor be
middeling, en aan het feit dat eerst de regeer ing van
Roosevelt hierin verandering begint te brengen; aan
de gehuurde misdadigers, waarmee de directie poogt
het bedrijf in gang te houden", waarbij men voor de
grofste middelen niet terugdeinst. Dat men bij de dezer
dagen plaats gevonden moord op den stakingsleider
Norman Redwood het eerst aan medeplichtigheid van
den bouwer, waar gestaakt werd, dacht, werpt op het
gewetdadig karakter dezer arbeidsconflicten een schel
licht.
Dan was hij ook niet zoo optimistisch geweest over
de werking van het brandspuit-middel, - deze week
is nog weer gebleken dat een traangasaanval van de
politie (fabriekspolitie?) op een door stakers bezet
gebouw door het werpen van projectielen is afge
slagen. Dan had hij misschien ook niet gesproken
over een zoo goed mogelijk bestaan" want het gaat
voor deze automobiel-werkers niet maar om wat
meer of minder toon, maar allereerst om de vraag, of het
tempo van den loopenden band ad libitum kan worden
verhoogd, met het gevolg dat driekwart hunner
(officieele cijfers !) met veertig jaar afgeleefde invaliden
zijn, dan wel of, zooals bij de Nash-fabrieken en
anderen, dat tempo in overleg met vertrouwensmannen
uit het bedrijf wordt vastgesteld. Maar het feit dat
n de regeering Roosevelt is toch allerminst een
wilderevolutionnair en mrs. Perkins
iseereenbureaucrate , n de publieke opinie, de kerken voorop, n
zelfs een deel der belanghebbende aandeelhouders met
hun sympathie der stakers steunden, had hem toch op
weg moeten helpen; dergelijke verschijnselen doen zich
toch zoo maar niet voor, als het alleen maar om inbreuk
op eigendomsrecht ter wille van loonsverhooging gaat.
Wij voelen alles voor de zekerheid van eigendom
en bezit, behoudens de grenzen der wet, en waar deze
grenzen der wet behoorlijke waarborgen bieden tegen
calamiteuse misbruiken van deze rechten, zooals hier
te lande, keuren wij bezetten van fabrieken en der
gelijke onvoorwaardelijk af. Ons betoog was dan ook
allerminst een pleidooi voor het rooóbönte, maar slechts
voor een beter begrip en bescheidener oordeel tegenover
de bonte verscheidenheid der wereld, die zich in
juridische schema's niet laat vangen. Dr. P. A.
gelooven dat alle verdriet komt van het algemeen
kiesrecht, dat het nou maar eens uit moet zijn met
die werkloozensteun, en met al die belastingen en
bijzondere heffingen, dat onze weermacht
schandelijkerwijze niet genoeg in tel is en dat in Indiëde
inlander op zijn nummer gezet moet worden, etc.
Want in allen ernst, schijnen wij niet veel vooruit
strevender dan wij in werkelijkheid zijn ? Daarom:
Gevraagd een conservatieve staatspartij.1
DE NIEUWE BROCHES
"?""M ,...- < 5O '
EEN ENGELSCHE KRANT, DB NEWS CHRONICLE,
bracht dezer dagen het bericht dat een aantal
Londensche medici een instituut hadden
opgericht met het doel de wereld van misdadigers,
zooals dieven en oplichters, te bevrijden. Zij
zouden den sleutel tot dit probleem hebben gevonden
en reeds vele misdadigers hebben genezen in het
Instituut waar zij er hun werk van maken de
patiënten" lichamelijk en geestelijk te onder
zoeken. In Londen kan men voortaan rustig slapen.
Dat er bij ongeluk tóch nog in 't holst van den nacht
iemand het slot van uw voordeur komt forceeren
zal er voortaan tot de allerhoogste uitzonderingen
behooren en slechts toegeschreven kunnen worden
aan eenige verkeerd gelezen woorden uit een overi
gens onfeilbaar maar toevallig wat haastig geschre
ven doktersrecept.
Minder rustig slapen voortaan de Berlijners, die
hun huissleutel aan het politie-bureau hebben
moeten afgeven voor het geval dat iemand 's avonds
eens mocht hebben vergeten het licht uit te draaien
tijdens een luchtalarm. De Berlijners kunnen echter
het gevoel niet van zich afzetten, dat zij nu geen
oogenblik van den dag of den nacht meer onge
stoord van hun privé-leven kunnen genieten. Nóg
gemakkelijker dan voorheen kan de niets vermoe
dende burger v.orden gearresteerd. Moeten wij,
zelfgenoegzame en zelfverzekerde bewoners dezer
lage landen, ons niet duizend jaar in de geschiedenis
terugdenken, tot den tijd der Noormannen toen wij
hier rondliepen met een strop om den nek, om ons
een dergelijken toestand te kunnen herinneren?
Wanneer wij de voordeur in het slot hebben laten
vallen en bij de kachel kruipen of in bed, wenschen
wij ons niet meer te laten storen. Niet door het
inbrekersgilde en niet door de politiek. A propos,
wanneer deze menschlievende Londensche doktoren
zich nu eens in plaats van met misdadigers, met
politici zouden occupeeren (inderdaad, een psychia
trisch onderzoek dezer heeren zal in vele gevallen
tot een curieuze uitkomst voeren) zouden zij
dan de wereld niet een nog veel grooter dienst
bewijzen ?
INDERDAAD, DE POLITICI MAKEN HET LEVEN
l lastig en gecompliceerd. Hoe gecompliceerd
dat leert ons hetgeen zich in Oostenrijk dezer dagen
.tijdens het bezoek van Von Neurath heeft afgespeeld.
Bij het accoord dat op il Juli 1936 onder
Mussclini's auspiciën tusschen Duitschland en Oostenrijk
tot stand kwam, werden alle hangende geschillen
geliquideerd. Maar het gewroet der Nazi's, vooral
der Oostenrijksche nazi's, hield niet op. Men
trachtte deze nationale" tendenzen onschadelijk
te maken door de nationale richting wat meer den
vrijen teugel te laten en lieden met
nationaalsocialisïische sympathieën zelfs in de regeering op
te nemen. Het Duitsche Rijk scheen voorloopig
genoegen te nemen met de erkenning dat Oosten
rijk een Duitsche staat was, dus met een abstract
Deutschtum. Hitler begreep zeer wel dat Anschluss
op dit oogenblik niet te bereiken was. Italiëzou
zich er daadwerkelijk tegen verzetten. En Mufsolini
is tenslotte Hitler's eenige steun en toeverlaat.
Maar men moet niet uit htt oog verliezen oat de
Anschluss het einddoel fcliift van dezen Oosten
rijker Deze kroon op zijn werk kan echter door
allerlei andere zaken voorbereid worden. Vooral
door de officieele aanvaarding van een beide Rijken
verbindende Nationale Idee. In de politiek is er
altijd veel veranderlijks. Wanneer dan eenmaal de
tijd rijp mocht wezen.... Het was dus een ieder
duidelijk dat dit Oostenrijksch accoord slechts een
voorloopig accoord was. Van het dreigend zg.
nationale gevaar maakten intusschen de
Legitimisten gebruik. De groote kleurlooze middenstof,
de brave gematigd-onverschilligèboeren en burgers
die, in groote meerderheid katholiek, een afschuw
hadden van het Hitler-nationalisme, zagen een
waarborg van veiligheid in een herstel der monarchie.
Was eenmaal Habsburg weer op den troon geheven,
dan zou iedere Anschluss voortaan onmogelijk zijn.
Intusschen maken de politieke omstandigheden (de
tegenkanting van de Kleine Entente) ook een herstel
van de Monarchie op dit oogenblik nog niet tot iets
dat uitvoerbaar is. Evenwel, wat dezen tegenstand
betreft, daarin kan ook de tijd verandering brengen.
Zoo vlug zal dat evenwel niet gaan; en of de uit
vrees geboren liefde voor de monarchie dan nog in'
zoo belangrijke mate aanwezig is als heden ten
dage, dat staat natuurlijk te bezien. De
republikeinsche gevoelens en de arbeidersbeweging zullen
in het weinig standvastige Oostenrijk ook wel weer
eens hun beurt krijgen.
PAG, 3 DE GROENE Ne. 3117
Maar hoe dan ook toen het beleefdheidsbezoek
van den Duitschen minister van buitenlandsche
zaken in Weenen . eeds in alle finesses was voorbe
reid, vond Schuschnigg het noodig Oostenrijks
volstrekte onafhankelijkheid nog eens te onder
st reepen, door aan te kondigen, dat zoodra de tijd
daarvoor rijp zou zijn, een volksstemming zou
worden gehouden over de vraag of men weer tot den
monarchalen staatsvorm zou terugkeeren. Deed
Schuschnigg dit, omdat de nationale infiltratie zijn
positie begon te ondermijnen? De eigen" nazi's
hebben er tenslotte voor gezorgd dat Von Neurath's
bezoek een stijve formeele aangelegenheid is ge
worden. Hun demonstraties moeten voor den gast
even pijnlijk zijn geweest als voor de gastheeren.
Een vreemde constellatie: Von Neurath, die in
Duitschland de diplomatie der oude school vertegen
woordigt, een vakman die niet uit het nazi-kamp
afkomstig is, arriveert om van de groote vriendschap
te getuigen die het nationaal-socialistische Rijk
koestert voor het onafhankelijke Oostenrijk. Hij
kent den vastbesloten onafhankelijkheidszin van de
Oostenrijksche regeering en respecteert dien vol
komen. Zonder twijfel is hij daarin zelf te goeder
trouw. Maar met veel ophef en hoera-geroep wordt
hij opgewacht en gehuldigd" door de nazi's die
tegen de regeering en tegen het ideaal der onaf
hankelijkheid demonstreeren....
ACHTER OOSTENRIJK BEGINT DE BALKAN. DAT
daar de politieke rust ver te zoeken valt, is
werkelijk niets nieuws. In Boekarest moet
Tartarescu een aantal daar geaccrediteerde gezanten
zien te loodsen. De (zeer bevriende) Tsjechische
gezant, die zich als officieel vertegenwoordiger
misschien wat al te vrij heeft geuit in een overigens
verdienstelijk geschiedkundig werk, waaraan men
in Polen aanstoot genomen heeft, heeft reeds zijn
koffers gepakt. De Duitsche, de Italiaansche en de
Portugeesche gezant zijn zoo onkiesch geweest
een demonstratie van de Ijzeren Garde bij te wonen
ter gelegenheid van de begrafenis van twee leden
dezer nazi-partij die in Spanje gesneuveld waren.
De Ijzeren Garde is een verboden beweging, De
regeering beschouwt haar als een opstandig element.
Het lijdt dus geen twijfel, dat deze gezanten onjuist
gehandeld hebben door feitelijk aan een demon
stratie tegen de regeering mee te doen. Een regee
ring die zichzelf respecteert, weet hoe zij hierop
moet antwoorden.
ALLERLEI SOORTEN FASCISTISCHE POLITICI ZIJN
in de weer om ons het leven moeilijk temaken
al is het duidelijk dat de ster der dictaturen ten
ondergang nijgt. Göring was ,,op een jachtpartij"
in Polen, maar eenig diplomatiek succes vermocht
hij er niet te boeken daar de Polen het Duitsche Rijk
weer eens hevig wantrouwen ten opzichte van zijn
bedoelingen met Dantzig.
. In Spanje zijn de aanvallen der fascistisch gezin
den na de inneming van Malaga weer dood geloopen.
Nu zijn dan de regeeringsgezinden tijdelijk weer in
den aanval, maar teekening zit er toch niet in den
burgerstriid. Het is duidelijk dat zonder indruk
wekkende Italiaansche hulp Franco Malaga nooit
had kunnen innemen. Van Mussolini's kant was het
zenden van troepen een inbreuk op het
Gentlemansagreement met Engeland. Dit wordt hem nu inge
peperd : de, Negus heeft een uitnoodiging ontvangen
om zich op de kroningsfeesten van Koning George te
laten vertegenwoordigen.
ONZE EERSTE KAMER, DIE DOOR HET
EVENREdig kiesrecht, onvermijdelijk een doublure is
geworden van de Tweede Kamer, heeft zeer in be
langrijkheid verloren, al heeft zij wel eens een en
kele maal de Kamer voor Honderd in gunstigen zin
gecorrigeerd. Daarbij komt dat in onzen senaat"
van tijd tot tijd politieke veteranen" worden bij
gezet of minder tactvolle politici, zoodat men uit
dit gezelschap nog wel eens afwijkende klanken
vermag te hooren, van wat aan de overzijde van
het Binnenhof bon ton" is. Zoo moet men den
aandrang naar herstel der coalitie, waarvoor St.
Joris-Van-Wijnbergen nog eens zijn oude
strijdros heeft laten optuigen, en dat nu ook in deze
Kamereenigen weerklank vond, niet geheel repre
sentatief nemen voor de partijen, die zij schijnen te
vertegenwoordigen. Toch waren de pleidooien van
de heeren Van Lanschot en de Savornin Lohman
voor een kabinet op positief-christelijken grond
slag" wel symptomatisch voor die naar het oude
terugverlangende geesten, welke er zich maar
PAG. 7 DE G
JM7