De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 27 februari pagina 3

27 februari 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

De reportage van de week V ternauwernood rekenschap van geven, dat het nog zeer de vraag is of de oude coalitie-partijen nog wel te zamen de 50 zetels zullen halen bij de verkiezing (die nu waarschijnlijk toch wel op 26 Mei zal plaats vinden). Minister Colijn is ten aanzien van deze vragen met veel meer werkelijk heidszin begiftigd. Hij kon aantoonen dat het huidige kabinet niet achterstond in het verwerkelijken van Christelijke beginselen bij coalitie-kabinetten, waar binnen de verschillende Christelijke groepen het sinds de pacificatie over de concretiseering der specifieke begin selen ook zelden eens konden worden. Alle neiging om met behulp van het staatsgezag het Christendom op te leg gen is onzen premier bovendien geheel vreemd en ook op dit punt kreeg de N.S. B.-debater eenige rake antwoorden op zijn weinig verheffend speechje. Een zoo groot mogelijke samenwerking op Christelijken grondslag is dr. Colijn's ideaal en die is misschien nog wel breeder uit te strekken dan de huidige regeeringsformatie, hoewel de woord voerder van dr. Colijn's geestverwan ten in de Tweede Kamer bij voorbaat alle samenwerking met socialisten vrij wel geheel heeft afgewezen. Laat ons echter met jhr. van Lanschot afwach ten tot de beer geschoten is, alvorens het twisten over zijn huid te gaan beoordeelen. STEENEN VOOR BROOD, ACHTEN DE ordeningaanbidders, datgene waar toe minister Gelissen bereid is inzake de ordening in de steen- en broodbakkersbedrijven, steenen voor brood achten omgekeerd zij, die streng toe zien op het algemeen belang, de orde ningsmaatregelen, die wel aan het met verlies werken van velen een einde maken, maar die niet bijdragen tot een werkelijke saneer ing van economisch ongezonde verhoudingen. De heeren Wendelaar en Smeenk hebben minister Gelisse-Vs weigering tot bekrachtiging dezer eerste twee ordèningspogingen, ter sprake gebracht in de Tweede Kamer, en de minister heeft aanne melijk kunnen maken, dat de orde ningsgedachte niet gediend zou zijn ge weest met de overeenkomsten zooals zij hem waren voorgelegd. Met de baksteen productie zal de zaak waarschijnlijk heel anders aangepakt moeten worden, willen niet de onproductieve bedrijven als een te zware last op den heelen bedrijfstak blijven rusten. Inzake de bakkerijen zal de minister nog eens met professor Gerbrandy overleggen: de standpunten-schijnen niet zoo ver meer uit elkaar te loopen. Iedereen is het er over eens, dat de beunhazerij en de wetsontduiking de toestand voor bonafide bakkers onhoudbaar maken, tot schade van het publiek. De vesti gingswet, die straks ook aangenomen zal zijn, zal hier wellicht nader tot het door allen gewenschte doel bren gen. Een kleine verhooging van den broodprijs zal dan misschien niet uitblijven, maar misschien zal een reorganisatie van onze landbouwcrisis wetgeving, waarop in toenemende mate wórdt aangedrongen, de mogelijkheid openen om de groote indirecte lasten op het brood te verlagen. ONZE GROOTE VERKEERSBEDRIJVEN vertoonen alle teekenen van een herleefden ondernemingszin, aanbouw van nieuwe schepen, de bestelling van 37 electrische treinen en 26 diesel stellen door de spoorwegen toonen aan, dat men weer in een opleving gelooft en nog van de lage prijzen gebruik wil maken om de noodige bestellingen te doen. De K.L.M., wier ondernemings geest overigens nimmer stop heeft ge staan, heeft een nieuwe luchtlijn van Batavia naar de Philippijnen en ook een verbinding naar West-Indiëvia de Portugeesche bezittingen, in den zin. Het blijft een bedrijf, dat een waardige opvolgster blijkt te zijn van de vrachtvaarders van Europa" waar de Holanders vroeger zoo bekend om waren. STEUNFRAUDE - BELASTINGFRAUDE W. H. Meijburg VERANDERING in de economi sche structuur kan leiden tot een wijziging der rechtsovertuiging. De delicten, die ik in den kop van dit artikel tegenover elkaar stel, mogen ons daarbij als voorbeeld dienen. Bij steunfraude worden op onrecht matige wijze gelden uit de staatskas verkregen, bij belastingfraude wordt den staat even onrechtmatig onthou den, waarop deze volgens de wettelijke bepalingen recht heeft. Naarmate de bedragen, aan steun besteed, hooger werden en deze steun als een zware, maar uit sociale over wegingen te aanvaarden, last op de ge meenschap drukte, gingen er stemmen op om steundelicten streng te straffen. Op het onmaatschappelijk karakter van de overtreding wordt de nadruk gelegd en de neiging ontstaat den overtreder zijn daad zwaar aan te rekenen. In de artikelen, die in de vakliteratuur het afgeloopen jaar aan deze steundelicten werden gewijd, werd niet verzuimd een parallel te trekken met de belastingfraude. Er is inderdaad tusschen beide overtredingen een zekere overeenkomst, beide schaden de financieele belangen van de ge meenschap en kunnen, voorzoover veel vuldig in practijk gebracht, een be dreiging van de financieele positie van den staat vormen. Daarbij is ook ge wezen op tegenstelling tusschen de sociale groepen, die deze delicten be gaan: de steunfraude door een be volkingsgroep, die als regel tot de grens van het bestaansminimum is teruggedrongen, en de belastingfraude, een overtreding uit hebzucht gepleegd door lieden met een redelijk, soms zelfs een zeer hoog inkomen. EN nu laat de belastingontduiking zich zoo goed in deze vergelijking betrekken, omdat hier inderdaad van een groei der rechtsovertuiging in de laatste decade mag worden gesproken, niet omdat wij op dit punt fijner be snaard zijn dan voorheen, maar omdat de ontwikkeling in deze tien jaren er toe heeft geleid, het individueel belang wat minder op den voorgrond te plaatsen. Zelfs in staten, waar Gemeinnutz" nog niet zoo domineert, dat streven naar Eigennutz", althans in theorie, als laakbaar wordt be schouwd, heeft men zich toch niet geheel aan dezen gedachtengang kun nen onttrekken. De rechtsovertuiging was vroeger nu eenmaal zoo, dat de ernst van de fiscale overtreding in breede kringen werd verworpen. Be lastingontduiking was een sportieve daad, een prestatie waarvoor men zich in strikt besloten kring rechtmatige bewondering ten deel liet vallen. TENGEVOLGE van de hierboven ge schetste ontwikkeling, door rechter lijke uitspraken gesteund, kan gezegd mMiinmiuiiHiiiiHiiiHiiiiiiiiii GHARIVARIA Merkwaardige berichten , ,Het aantal buitenlanders in Frank rijk is sedert 1931 met / 437,416 afge nomen." (Leeuw. C.) ,,De brandweer heeft de beneden verdieping voor het vuur weten te behouden.." (Hbl) Paindeluxe-brood ,,De Minister zal overleggen wat kan worden gedaan, om herhaling in de toekomst te %'oorkomen." (M.v.A ?) , .Deze actie zal zonder vooraf gaande waarschuwing plaats vinden." (X.R.C.) ,,Portugal te onbesuisd." (Volk) Uit de hoogeschool der journalistiek ,;In vele landen weet men zich geen raad met de levensmiddelen." (Hbl.) ,,We schikken ons in het onver mijdelijke, maar meevallen doet het niet." (Vds. NU.) Zonder in raadkamer te zijn ge weest, wordt het veizoek afgeweien." (N. H. CJ Passivisme ,,Bij dezen wordt door mij bepaald, dat alleen dan van de wapenen ge bruik mag woiden gemaakt, wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn/' (Min. v. J.) ,,Nu moet spoedig door de regee ring tot daden worden overgegaan." (N.R.C.) ,,Het komt dikwijls voor, dat door wielrijders goederen worden vervoerd. De Comm. v. Pol. deelde mede, dat dit door hem aan het personeel is opgedragen. Reeds vele jaren wordt door de Rotterdamsche politie met succes opgetreden." (Hbl.) Deelwoordenjammer ,,Zoo doorredeneerende zouden de nieuwe bepalingen ten eenen male overbodig zijn." (Hol.) ,,Als vertegenwoordiger der Maat schappij het geheele land bereizende, zal het den heer Smit ongetwijfeld bij zijn jubileum niet aan belangstelling ontbreken." (Wbl. v. Bloemencult.) Nog een nagalm Omstreeks half elf 'gisterenavond hebben de Leidsche meisjesstudenten aan de Prinses een. aubade gebracht. , .Bijvoorbeeld de onderwijzer vraagt al zingende: Hoe vindt jij het hier?" (Hbl.) Al schrijvende zou de onderwijzer, hopen wij, vragen: Hoe vind jij het hier? Onze classici ,,Er is een geestelijk vitamine noodtg, een imponderabilium." (Het N. Leven) ,,Ecce lignem crusis." (O. T.) Het wassende ongeloof ,,Dit cijfer illustreert hoe ongeloofe lijk weinig manschappen een beslis sende rol in dit wereldrijk kunnen spelen." (Alg. Ind. DU.) , , ,Het zijn mannen die ongeloofelijk vrijgevig kunnen zijn en ongeloofelijk op.de penning." (Hbl.) Het juiste woord op de juiste plaats ,,In onovergankelijke dankbaarheid herdenken wij hun offcrdood." (Tel.) ,,Ik laat de auto voor het postkan toor stappen." (Hbl.) Het levende lijk ,,Zij was drie jaar geleden bij een auto-ongeluk met haar verloofde om het leven gekomen en het bleek deze verloofde te zijn, die toen ongedeerd is gebleven;" (N. R. C.) Correspondentie L. Ie G. De Tel. schrijft geregeld verscheiden waar ik verscheidene geschreven zou hebben. Wat is nu eigenlijk juist, verscheiden Duitschers of verscheidene Duitschers? Antw. Het laatste, tenzij u dooden bedoelt. De Tel. zal zich verde digen met verwijzing naar veel voor Vele. Mooi vind ik dat verscheiden niet, maar als de Tel. nooit iets ergers uithaalde l Nou. worden, dat geleidelijk een andere meening baan brak. Maar de eerzame burgers, wier leven zich nog voor een groot deel in de, aan individueele vrij heid zoo rijke negentiende eeuw af speelden, hebben het in dit opzicht niet gemakkelijk. In velen wortelt nog te zeer de overtuiging, dat staats bemoeiing een noodzakelijk kwaad is en hun handel en wandel hierdoor zoo weinig mogelijk behoort te worden beïnvloed. En hierin past ook de op vatting van den ficsus als den lastpost, dien men zoo mogelijk een knol voor een citroen verkoopt. Het is dan ook typisch, dat zij die voor deze delicten in de beklaagden bank kwamen, als regel nimmer met den strafrechter in aanraking zijn ge weest en zij ook allen crimineelen aanleg missen. Het betreft hier een overdrijving van egocentrisch gerichte karakters, een exces, dat in de huidige economische structuur onvermijdelijk tot bestraffing moet leiden, bestraffing opdat het individu leere, deel van de gemeenschap te zijn. OOK bij steundelicten dient in 't oog te worden gehouden, dat mis bruiken, waardoor onrechtmatig werkloosheidsuitkeering wordt genoten, het stelsel, waarbij de gemeenschap den enkeling in zijn nooddruft niet laat verloren gaan, in gevaar brengt. Zoo wel het belang van de noodlijdenden als dat van de maatschappij te wier laste zij komen, eischt ook hier streng optreden. Er dient op te worden gewezen, dat in de eerste plaats door administra tieve maatregelen, scherpe controle en administratieve boeten een goede uitvoering van deze bepalingen kan worden bevorderd. Voor den straf rechter is daarnaast een taak wegge legd ten opzichte van hen, die niet van goeden wille zijn. De gevallen, die worden voorgebracht zullen echter die moeten zijn, waarbij de daad zwaar kan worden aangerekend en een zekere graad van geslepenheid bij den frau deur uit de feiten kan worden aan getoond. Sla weinig, maar de zeld zame klap, die wordt toegediend moet raak zijn. Ik achtte het niet ondienstig een onderwerp, dat binnen het gebied van de vakliteratuur zoovele pennen in beweging bracht, ook hier eens aan de orde te stellen. De over tuiging zal toch op allerlei gebied veld moeten winnen, dat, willen wij teza men verder gaan, wij ons ook zullen moeten herzien. Zoo ook hier. Tot slot wil ik dan met instemming aanhalen, wat Mr. B. V. A. RÖling schreef in het Ned. Juristenblad van? 30 Mei 1936: ,,Wanneer men zijn positie kiest tegenover dit weer moderne rechtsverschijnsel der generale preventie, dan is het goed de tragiek te beseffen, die er aan verbonden is. Het ware vreemd als de tragiek van onzen overgangstijd, steunende in het feit, dat niet zooals in statische tijdperken het recht wordt toegepast van het verleden, maar dat van de toekomst, zich niet zou openbaren in de straf rechtspleging. Dergelijke toepassing is gegeven de noodzakelijkheid van verandering onvermijdelijk. Op twee wijzen kan de verandering zich voltrekken. Via dédictatuur, waarin een tijd lang het delict bestaat in een formal ungehorsam" en het motief tot handelen wordt der Führer hat gesagt.. .." of via een geleidelijke ombuiging der meeningen op de verschillende punten, evolutionair en voorzichtig. Op deze wijze heeft inderdaad ook de straf rechter een taak. En deze wijze lijkt mij meer met den Nederlandschen aard in overeenstemming". J 1 50 jaar Gebouw Carr H. B. FORTUIN AMSTERDAM voor vijftig jaar. Een stad van bedaagde deftigheid, waar de gezeten bur gerij den boventoon voerde, waar slechts de deftige Amsterdammers als de echte Amster dammers golden. Op de rustige, doch nijvere handelskantoren on derhield men het contact met de geheele wereld; op de beurs werden de rijkdommen dezer aarde ver handeld. Maar over alles lag de deftigheid. Want dat hadden de Amsterdamsche burgers van de ener gie van de ondernemende kracht der Hollandsche zeventiende-eeuwers overgelaten. Amsterdam was een stad, waar ieder deftig wilde zijn, een heer, net als de gezeten burgers, wier glanzende equipages en nobele rijpaarden de anderen verblindden. En zoo wil ieder leven, als een heer, om ook als een heer uit te gaan in een wereld van deftige schitte ring. De heeren van de diamant laten het geld rollen, als zij zich vermaken tusschen het feestelijk roode pluche van schouwburg of variété. Amsterdam leeft, met tusschen de grachten en in nieuwe wijken, als De Pijp, een leven van barokke deftigheid. Eens per jaar wordt de stage gang van het stede lijke leven verbroken. Dan is het kermis, en dan komt het circus. Het komt-met honderden vreemde lingen, Franschen, Duitschers, Grieken, Engelschen, het komt met edele en bijzondere paarden en nog eens met paarden, met clowns, met ballerina's en met een wereld van avontuur. Dat is het circus van den grooten directeur Oscar Carré, die met zijn vrouw, de schoone Amalie Salamonsky, zuster van den Duitschen circusbezitter, en met zijn drie zoons en zijn dochter alle hoofdsteden der oude wereld bereisde. En wel bijna elk jaar werd dan ook in Amsterdam een houten tent gebouwd, een heel ge bouw, dat in drie weken geplaatst werd, nu eens op het Amstelveld, dan weer op het terrein bij het Amstelgrachtje; Dan was er voor Amsterdams uitgaand publiek een eenig schouwspel te zien van paarden, vele soorten van paarden in vele soorten van dressuur; en dat in een tijd, dat men zelf paar den bezat, en er de mérites of fouten van kende en bediscussieerde met meer vuur, dan nu van een auto. Het circus had een programma, dat samen gesteld was met oneindige zorg. En de paard^nbezitters in Amsterdam, de talrijke ruiters, zij keken met eerbied naar de prestaties van Oscar Carré, naar <le elegante nummers, die Amalie Carréop den breeden paardenrug uitvoerde. Drie weken leefde Amsterdam met het circus mee. Men kende het programma door en door, wijl men het circus twee, drie maal ging bezoeken. De deftige Amsterdammers kenden ook den directeur Oscar Carré, dien zij met zijn vrouw en kinderen in hun huizen uitnocdigden. Daar werc'en dan de avonturen verhaald uit de geheele wereld, daar kwamen de verhalen los over Oscar's groot vader, Joseph Carré, den Franschen acrobaat en kunstrijder; en over Oscar's vader, Wilhelm en zijn vrouw, de Hollandsche Kaetchen de Gast, pleeg dochter van den Duitschen circusdirecteur Gaertner, paardrijdster en een beroemde schoonheid. En men hoorde, hoe Wilhelm en zijn vrouw zich in Amster dam in de Plantage gevestigd hadden. Men besprak ook de gebeurtenissen van de laatste jaren; de ves tiging van het semi-permanent gebouw, en, gewich tig, het verleenen van het praedicaat Koninklijk". Zoo sprak men dan ook overde bezwaren, die de Am sterdamsche politie maakte tegen het semi-permanente gebouw, en dïe, toen in 1887 een vreeselijke brand het Weensche Ringtheater in asch had gelegd, onoverkomelijk werden. En Carrémocht niet meer spelen, tenzij in een steenen gebouw. ??"N E ZE Oscar Carréheette de gentleman onder de L/ manègevorsten". Niet slechts met de Amster damsche notabelen was hij goed bevriend. Over de geheele wereld stond hij in contact met de eerste kringen en zelfs had hij vorstelijke relaties, en stond hij in de gunst bij de Russische Czarenfamilie en mocht hij onder zijn bewonderaars Keizerin Elisabeth van Oostenrijk rekenen, die hem een prachtig paard ten geschenke gaf. En toen nu Oscar in Holland niet meer zijn voorstellingen kon geven, tenzij in een duur steenen gebouw, waren dadelijk zijn vele vrienden bereid hem te steunen, zoodat binnen weinige weken met den bouw van Circus Carréaan gevangen kon worden. In negen maanden moest het Een foto tijdens den bouw van Carr gebouw gereed zijn. En eerst moest de molen van het Rasphuis ge sloopt worden, die daar ter plaatse volgens de degelijke constructie methoden van onze voorouders, onwrikbaar in den grond gemetseld zat, met hechte fundeeringen. Daar om liet men eenvoudig de zware fundeering van de ronde molenmuren staan, en bouwde men op dien kring de piste, den betooverden cirkel van het circus. Negen maanden later, op 3 December 1887' kon Oscar Carrémet een diepe, hoofsche buiging de huldiging van het bewonderend applaudisseerende Amsterdamsche publiek in ontvangst nemen, om met een elegant gebaar dankend te wuiven naar de loges, waar deftig en vriendelijk glimlachend Am sterdams notabelen, Oscar Carre's vrienden, zetelde. DAT was voor Amsterdam het begin van een traditie van amusement in het groote steenen gebouw aan den Amstel. Telkenjare bijna keerde Carréin zijn vast Amsterdamsch gebouw terug. Hij nam dan zijn intrek in een der lokalen aan de voor zijde, waar nu de koffiekamers zijn. En dan joeg door de manege de wilde ren der uitgezochte paar den. Amsterdam liep uit, om het bonte, schitterende en edele programma te zien. Edel door de keur collectie van ruim honderd paarden, waaronder Oscar's beroemde Trakehner hengsten. Twaalf paar den, feilloos gehoorzamend aan de wenken van den meester, keerend, en wendend, zich door en langs elkander bewegend in moeilijke figuren, om tot slot zich in een halven cirkel hoog te heffen op de ach terste beenen. En daar waren de clowns, Augusten, acrobaten, en daar was Oscars dochter, de hupsche Kaetchen, en Maximilian, zijn zoon, die het orkest dirigeerde en zelf ook zijn vrijheidsdressuren toonde. Soms ook waren er nummers, waarin ballet op het tooneel en de paarden in manege samenwerkten en na den boerenoorlog toonde men een grandioos gevecht van Engelschen" nagezeten door Boeren" de manege door, het gebouw door en dan dwars door de piste het tooneel op, waar de Engelschen tusschen rotsen van stuc en doek wisten te ont komen, een wilde ren, met schoten en stof, een sen satie voor de stad ! De macht en de aanzien der Carré's en van hun gebouw in Amsterdam waren met de jaren gestegen. Zoodat, toen in 1891 de circustrein van Den Bosch naar Hannover bij het dorpje Kirchlingen een bot sing had, en bij dit ongeluk Oscars lieftallige vrouw, Amalie het leven verloor, het medeleven in Holland en vooral in Amsterdam zeer sterk was. TWEE jaartallen staan nu tegenover elkaar: ? 1887-1937. Toen Oscar Carré; nu Alex Wunnink. En daartusschen een lange rij exploitanten en direc teuren. Het variétévan Frits van Haarlem, opera's, de Hollandsche en de Italiaansche, Heyermans, Royaards, revues van Ter Hall en Bouwmeester, een passiespel, operettes. En in al dien tijd n ding, dat gebleven is: Het pluche van de stoelen in loges en klaprijen. Dat pluche is een symbool: voor een romantisch, feestelijk, deftig, quasi-deftig vermaak. Vermaak, feestelijke schittering, het is er bewaard, daar aan den Amstel. Want de huidige machthebber, de baas van 1937, die jaren lang als ambtenaar voor Oscar Carréte midden zijner bewonderaars. Haar een teekening van Joh. Braakensiek in De Groene, in het jaar van opening van Gebouw Carr de vermakelijkheidsbelasting het gebouw belaagde, die het eertijds Herman Heyermans als ambtenaar benauwd maakte, om het hem als vriend weer te kunnen verlichten, weet, zooals ns Carré, nog even goed wat dat is: publiek en vermaak. En als men thans, verlokt door de romantische reclame, die immers bij het circus hoort, voorbij de goudgetreste, zwaar begalonneerde portiers het voor portaal van het gebouw aan den Amstel betreedt, dan staat daar in den granieten grond gegoten het jaartal 1887. En binnen, in het schemerduister, net als toen, hel verlicht door schijnwerpers, turnen witte tricot-figuren hoog aan de trapeze, warrelt de luidruchtige werveling van een variétémet schittering en glans. En wij, op het roode pluche, wij zitten in het kijkspel, geboeid, gelukkig en tevreden. Bij het jubileum, straks, keert het circus weer, en zullen in het gesloopte parket de paarden draven en de clowns hun grollen verkoopen. Als in 1887. Een foto uit 1854; W'//ne/m Carréen zijn Hollandsche vrouw Kaetchen De Gast; links zijn oudste zoon Oscar ?f» '<\W ' PAG. 4 DE GROENE No. 3117 v

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl