Historisch Archief 1877-1940
11 mort
gaan zien
\
Thans is «r een FORD V-8
voor elk doel, voor ieders individueele eisch
De keus uit twee V 8 motoren:
voor maximale
prestaties
BS
60
rem-pk voor hen, die uitzonderlijke prestaties
verlangen en toch zuinig willen rijden,
rem-pi
«*§£»fc, l x
l
voor extra
zuinigheid
rem-pk voor hen, die maximale zuinigheid als
eerste eisch stellen en toch willen profiteeren
van V-8 prestaties, rust en souplesse.
En welk model motor U ook kiest, U be
schikt over dezelfde groote carrosserieruimte,
dezelfde flinke bagagebergplaats, hetzelfde
rijcomfort, dezelfde veiligheid, die een 100%
stalen carrosserie, veiligheidsglas in alle
ramen en de nieuwe zelf bekrachtigende
Ford-remmen U schenken.
Ford-remmen garandeeren U de veiligheid van
staal tusschen wiel en pedaal",
Prijzen Ford V-8 Personenwagens vanaf f 1750/
laaf den Official Ford Dealer U de nieuwe, fraai gestroomlijnde modellen toonen.
Maakt een proefrit in de nieuwe Ford V-8 en overtuigt U zelf van Ford-pertectie!
N. V. NEDERLANDSCHE FORD AUTOMOBIEL FABRIEK AMSTERDAM
' i^WP***^^^*^^"*^P*l'^»^"i i' A ? "? " *
^^^^^^^^^^^^^J^^^^i^f^^f'^^^^^r^^^^^P'-'ZONDEVAL
Theatermoraal van een recidivist
H. B. Fortuin
IK heb vele zonden. Ik kan mijn
nagels niet met rust laten; ik betaal
mijn belasting niet op tijd; ik heb
gaten in mijn sokken; ik laat mijn
fiets altijd buiten staan; ik lach als er
iets naars gebeurt en ik verloochen
oude vrienden. Dat alles zou nog over
komelijk zijn, en als er eens een dag
mocht komen, dat ik verantwoording
voor mijn leven en mijn zonden zou
moeten afleggen, zou ik daaromtrent
nog wel tot een vergelijk kunnen ko
men. Immers, nagels, belasting, sokken
een fiets, het zijn alles zoo profane
zaken, die bij een afrekening over
geestelijke waarden nauwelijks gewicht
in de schaal leggen. En dan.... ik
heb veel liefgehad.
Maar dat ik mij zelf tot de
recidivistische en ongeneeselijke crimineelen
reken, heeft een anderen grond. Ik
weiger in een schouwburg te betalen
voor hetgeen ik daar geniet. Waarom?
Ik weet het niet. Voor het donker van
de bioscoop heb ik wekelijks mijn
zestig cent over. De kroonluchters en
het pluche van den schouwburg wensch
ik voor niets te krijgen. Ik reken mij
daar tot een geestelijke en artistieke
elite, die eenvoudig niet betaalt van
wege de litesse. En dus behoor ik tot
het gilde der ,,gate-crashers", der
deurformanten, der suppoostverschalkers.
Toen ik nog jong was en vol zelf
vertrouwen en toen ik nog geen fat
soen had om dit coram publico te
verliezen, zei ik: Pers l" en liep door.
Het lukte. Nu ik werkelijk pers" ben,
en het voor mij een kwestie van leven
of dood is, dit aannemelijk te maken,
gelooft niemand me meer. Ik moet
me legitimeeren, mijn loopbaan en
werkkring schilderen, en dan nog een
plaats koopen.
Vroeger heb ik het eenige malen
bestaan, dat ik bij een première op een
jongen van een bloemenwinkel wacht
te, bij den artisteningang de bloemen
van hem over nam en, de bloemen
hoog voor mij uit in witruischend
papier, de deur in, den portier voorbij
stapte die mij wat nariep, (ik hoorde
niet wat), een gang door, een trap op
tot ik in het domein der garderobières
was, die met zorg de bloemen van mij
overnamen, ze legden tusschen andere
op den vloer van een zachtruikend
vertrek, en mij duidelijk te verstaan
gaven, dat ik nu verder overbodig was
geworden. '
Ik wilde dan het tooneel over naar de
zaal, maar bontgekleede acteurs en
huiverend-nabije actrices, wier aan
blik mij hartkloppingen gaf, drentelden
daar heen en weer. Ik vluchtte den,
kelder in, tusschen geweldige ver
warmingsketels, waar een dichte hitte
mij tegensloeg. Ik steeg alle trappen op,
totdat ik in een repetitielokaal van een
dansschocj kwam, en tenslotte vond ik,
langs een draaitrap, die kronkelde als
de wroeging in mijn gemoed, de burge
meestersloge, die nog met vacantie was.
Ik verliet de loge met het gezicht van
een wethouder, langs een suppoost,
die dacht dat ik de zoon van iemand
was, en, om de tooneelwereld met mijn
bedriegerijen niet al te veel te dupeeren,
ging ik zitten op n ha den
goedkoopsten rang, op een geheel leege
bank. Dat was het lot tarten. Een
vriendelijke, maar noodlottige juffrouw
in zwart luster met een wit schortje
vroeg opgewekt mijn plaatsbewijs,
omdat ik fout moest zitten. Ik had het
niet.... De juffrouw had assistentie,
een verdieping lager. Maar ik had
mijn eerlijke hoofd en de slimheid van
een ratelslang in een hoekje; ik verzon
a la minute een verhaal, dat tot in de
fijnste onderdeden van een gigantisch
web van bedriegerij feilloos klopte. Een
verhaal van kaartjes, een neef, een
flauwte, een deur. En waarachtig, de
juffrouw kon zien, dat het alles waar
was. Want hier zat een net
jongmensch, met een onmiskenbaar eerlijk
gezicht, zonder kaartje op een
goedkoopen rang: eerlijke armoede, zoo ziet
gij er uit!
EN nu.... Nu koop ik dan wel
plaatsen, maar nog steeds wil ik
liegen en bedriegen. Ook ik wil in het
oord van schijn en spel mijn spel van
schijn spelen.
Ik speel een rol, net zoo goed als
dat gebeurt aan de andere zijde van
het voetlicht. Ik speel een rol van
glans, van een vorst, een keizer, een
heer.... En dat is verklaarbaar. Want
w is een neiging in den mensch,
om zich voor meer uit te geven,
dan hij is. Ik heb nog nooit de
maanbrieven van mijn kleermaker aan
mijn pak gehangen (een hupsch
blauw-zwart costuum, geheel op crediet
gewerkt, paardenhaar, voering, alles).
Ik laat niemand met opzet de gaten
in mijn zolen zien. Ik toon mijn vingers
niet, waaraan ik gepeuterd heb, en,
als ik in den schouwburg niet kan
zien, of als ik op een duurdere plaats een
rijk nichtje zie zitten, ga ik, met een
spiedend oog op de juffrouw, die óók
al geen programma aan mij verkocht
en geen dubbeltje kreeg yoor het
aanwijzen van mijn plaats, (en wat
voor een plaats, nogaantoe!) ergens
anders zitten, beter, rijker, hooger of
vooraner. Zoo is de mensch en zoo ben
ik. Dan leef ik, dan voel ik me, dan
ben ik gelukkig. Zoo klim ik tot de
hoogte van een fauteuil-de-b&lcon of
koningsloge, omdat daar ook deschoone
Amélie zit, die heelemaal niet hoeft te
denken dat zij meer is, omdat haar
vader in het effectenvak is. Dan stijg
ik naar het balcon, omdat je daar een
zoo veel beter uitzicht hebt, o.a. ook
op het tooneel.
J e gaat naar boven. J e schuif t een rij
in. Je klapt neer. Je zit. Je zit wat
rustiger. Eerst alleen uiterlijk. Maar als
er niets gebeurt, als het blijkt, dat de
suppoost niet naar je keek, ook
innerlijk. Het wordt donker en weer
licht. Je zit er nog. Je bent nu
heelernaal rustig en zeker. Mooi zoo.
Niemand om je heen kan meer zien,
uit wat voor kleine omstandigheden
je bent gekomen. Je hoort nu bij de
aristocratie van het balcon. Er is rust
in je en stil genieten van de goede
positie, van die prachtige plaats.
En dan.... opeens, daar is het, het
vreeselijke, het donderend luide, het
bliksemend helle. Dat, wat de heele
schouwburg ademloos zal doen toezien;"
wat de acteurs 's avonds aan vrouw en
kinderen zullen vertellen, wat men je
nog jaren op straat zal naroepen.
Een tikje op je schouder. Pardon,
meneer, mag ik even uw plaatsbewijs
zien?" Ze mogen. Ze mogen alles, als
ik maar mag verdwijnen, spoorloos,
plotseling, nu, voor eeuwig
Hee meneer, dat begrijp ik niet;
stalles-plaatsen, meneer, komt u maar
eens even mee...." Mijn geest, het
onsterfelijke er van, zweeft middenin
de leege ruimte. Het sterfelijke' er
aan is reeds gestorven van angst.
Mijn geest wil terug naar mijn
eenTceken/ng voor De Groene van Th. Ortmonn
voudige, veilige plaats, op den grond,
' stalles, parterre, maar niet in die duize
lende hoogte van macht en rijkdom.
Maar mijn lijfelijk lichaam weigert
nog. Mijn lichaam is nog 7 meter te
hoog.
Lacht men, joelt men? Of denk ik
dat maar? Werpt men mij met steenen,
word ik gevangen gezet, gedood ?
Nooit meer, nooit meer! Ik mag gaan
zitten op mijn echte plaats. O dank u,
suppoost. Ik leef nog, ik kan nog zien.
Ik heb tranen in mijn oogen....
En een week later zal ik weer
fauteuil-de-balcon zitten, vóór Amélie
en zegevierend kijken op mijn plaats
in de stalles !
Verrassende mededeelingen
,,De raad bleek in hooge mate com
pleet te zijn." (N.R.C.)
,,De velden zijn zoo onbrandbaar
als een kruitvat." (Avp.)
En een niet verrassende
mededeeling
Een foto van het extérieur geeft
het gebouwtje aan den buitenkant
weer." (Kerk en Wereld)
Palndeluxe-brood
Het geklop werd nog eens her
haald, maar niemand liet zich zien."
(N.R.C.)
Deze herinnering uit het verleden
vervulde hem met wrevel."
(Het Kompas)
Misplaatste dankbaarheid
,,Hij was een groot kunstenaar,
maar dank zij zijn groote tekortko
mingen geen groot mensch."
(De Nederl.)
,,Kroonprinses Marie Josévan
Italiëis voor de tweede maal moeder
geworden." (Tel.)
Burgervrouwtjes kunnen't maar
eens. Wat? Moeder worden.
Het juiste woord op de juiste
plaats
..Onder den schijn van het drijven
van staatswetenschap voert hij reac
tionaire politiek." (De Soc. Dcm.)
,,De ware patriot is bereid zijn leven
te geven voor de opstanding yan zijn
land." (Hbl.)
Het afschuwelijke woord
,,Zij zullen fsclsprekend geen mede
werking vcrlee'ncn."Y-5Mm. C.)
Fselsprekcnd wordt hij op wonderbaarlijke
wijze gered." (N. R. C.) ,,De moeder
is fselsprekend verrukt." (Gr.)
Fselsprekend hebben de artisten toch ge
speeld, en fselsprekend zitten ze nu
weer in de autobus." (Hbl.)
Barenwee
,,Er gaat een golf van humor door
dieordeloozebewogenheid." (X.H.C.)
,,Er is een golf van geestdrift over
het land gevaren." (Hbl.)
,,Er deinde over alle straten een
golf van spontane vreugde." (N.H.C.)
Geslachtelijke moeilijkheden
,,De Italiaansche regeeiing besloot
zijn burgers uit Abessiniëte verwijde
ren."1 (Alg. htd. Dbl.)
,,Hierop hebben de heeren Donker,
Bakker-Nort en Boon een amendement
ingediend." (Tel.)
Onze adverteerende
humoristen
Wed. 53 j. wenscht kennism. met
dito heer, met bestaan." (N.H.C.)
? Helderziende werkt op foto's, voelt
ziekten aan, absoluut Christelijk, 75'
et." (Rolt. Nbl.)
Wie kan mij aan een f iets helpen,
die reeds 3 maal is gestolen, tegen
kl. vergoeding." (Hbl.) .
i v ft
PAO. «» DE BOENEN* 3117
PAR. II PE ^RflPMP Nft. 3118