De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 13 maart pagina 3

13 maart 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

F... \ .' >! 1 DE NON-INTERVENTIE-COMMISSIE. die het lang beoogde maar op zich zelf toch nog ijdele doel der controle op Spanje's grenzen en kusten bereikt heeft, is niet de eenige internationale instantie die deze week van zich doet spreken. Te Genève kwam een com missie bijeen die ter voorbereiding eener mogelijke grondstoffen-confe rentie beraadslaagde. In deze kolom men hebben wij reeds vaak uiteengezet dat het grondstoffenprobleem als inter nationaal vraagstuk eigenlijk niet be staat. De leuzen die te dien aanzien, door de ,,Have-nots" worden aange heven dienen als voorwendsel voor hun koloniale aanspraken. Maar de feiten bewijzen dat het bezit van koloniën al heel weinig met de beschikbaarheid van grondstoffen te maken heeft. Wanneer deze Geneefsche besprekingen (waar aan Duitschland en Italiëniet meedoen om geen ongelijk te kunnen krijgen) tot een zakelijk resultaat komen, kan slechts n conclusie geboren worden : de wereld kan slechts bij vrij handels verkeer baat vinden. H\EGRELLE HEEFT OP HET GEBIED {?S der constitutioneele legaliteit (waarvan fascisten van allerlei plui mage immers steeds zulke groote voor standers zijn) een nieuw stukje uitge haald. Een rexistisch Kamerlid voor Brussel bedankte. Al zijn lijstopvolgers eveneens. En de jonkman Degrelle kondigde aan dat hij zelf lijstaanvoerder zou worden bij een eventueele nieuwe verkiezing. De Kamer was zoo ver standig om tot nieuwe verkiezingen te besluiten. Maar niet dan nadat Van Zeeland verklaard had den belhamels van repliek te zullen dienen door op te treden als candidaat van alle ,,echte" partijen van liberalen, socialisten en katholieken. Dit wordt dus klaar en duidelijk een strijd tusschen verstand en onverstand. Aan den uitslag daarvan behoeven wij tenslotte niet te twijfelen. FLANDIN HEEFT GELIJK GEHAD: Blum moest tot een pauze be sluiten in zijn sociaal programma dat, financieel gezien, van inflationislische tendenzen niet vrij te pleiten , was. Maar al moge er nu een periode van betrekkelijke deflatie volgen, waarbij de financiën gesaneerd moeten worden, de leeningsmarkt weer moet worden ontsloten en aan de kap i taal vlucht een einde worden gemaakt de reactie vergist zich, wanneer zij denkt dat de sociale maatregelen, die in Frankrijk zijn uitgevaardigd, . weer ongedaan gemaakt kunnen worden. Trouwens, de nood der tijden heeft de felle partij tegenstellingen weggevaagd. Het una niem besluit tot het uitgeven van de nieuwe leening bewijst hoe het behoud van het land er allen gelijkelijk ter harte gaat. r. POLEN IS EEN NIEUWE REGEERING opgetreden onder leiding van kolo nel Koe; dit is nog allerminst een ver. laten van het semi-dictatoriaal regi me, maar het kabinet poogt toch op een ietwat breedere basis te steunen dan de militaire kabinetten van tot dusver. Kolonel Koe heeft hiertoe een plan aangekondigd, waardoor een deel van het grootgrondbezit in kleine perceelen den boeren ter beschikking zal worden gesteld. Toch blijft de groote boerenpartij, evenals de socialistische partij en de nationale minderheden, in een scherpe oppositie; dit heeft ook reeds tot een heftig conflict met den linkschen gemeenteraad, in Krakau geleid. Maar het politieke zwaartepunt van Polen ligt nog zoozeer bij het leger, dat voorloopig de oppositie, hoe groot ook, nog wel machteloos zal zijn. Al thans erkent het nieuwe blok van kolo nel Koe, dat zij niet de eenige vertegen woordigster van Polen is en dat ook de oppositie een reden van bestaan heeft; en dat is al meer dan men in vele lan den van Centraal en Oost-Europa kan zeggen. OINIEKS - H W KINIIEKBN! DE ontevredenheid met het mid delbaar onderwijs gymnasi aal inbegrepen blijft be staan, is nog groeiende. In dagbladartikelen, ingezonden stukken, dunne en dikke brochures, op allerlei manie ren wordt die ontevredenheid gelucht. Het onlangs uitgekomen boekje, ge schreven door den rector van het Kennemer Lyceum, dr. A. de Vletter en verschenen onder den titel: Hand in eigen boezem" is de hartekreet van een man, die zijn beste krachten gegeven heeft aan de verbetering van het middelbaar onderwijs" en bevat een zeer klemmend betoog dienaan gaande. Men kent de bezwaren tegen de huidige middelbare scholen. Het onder wijs is niet levend genoeg, de leer lingen krijgen te veel feitenmateriaal te memoreren, ze worden te mecha nisch behandeld, hebben te veel huis werk, zelfwerkzaamheid wordt niet of veel te weinig toegepast, ze zijn na hun eindexamen in het gewone leven en aan de universiteit maar matig of slecht bruikbaar de goeden na tuurlijk niet te na gesproken enz. enz. Of nu de hoofdfout zit in het klassi kale systeem, zooals de Vletter uit voerig betoogt en wij voor een groot deel onderschrijven is voor dis cussie vatbaar, maar een ding is zeker, daarover is men het in onderwijskringen roerend eens, dat door de huidige onderwijspolitiek van de rege ring, het klassikale systeem grondig wordt bedorven. In deze maanden, nu de verkiezingsleuzen en beloften niet van de lucht zijn is het goed en nood zakelijk alle ouders van schoolgaande kinderen want de noodlottige poli tiek treft even goed de lagere scholen te doordringen van het feit, dat de toekomst van hun kinderen in gevaar is, d&t van een nieuwe regering onom wonden geëist moet worden, dat er een einde komt aan dit steeds verder voortvretende bederf. Wat of dat bederf veroorzaakt ? Het steeds voller stoppen van de klassen, het klaar stomen van de leerlingen aan ?de lopende band, het steeds verder mechaniseren van het onderwijs. Denkt u lezer, dat een leraar in staat is een 30 of meer grote meisjes en jongens enigermate te geven wat hun toekomt, opeen gepakt als ze zitten in n klas ? Denkt u dat er van individuele behan deling sprake kan zijn, dat een leraar in de natuurwetenschappen in staat is een dergelijke klas behoorlijk prak tisch werk te laten verrichten? Niets van dat alles. Alle fouten die het M.O. aankleven worden door deze klasse overlading nog vele rm len vergroot en het is voor iemand, die zijn werk met hart en ziel wil uitvoeren, onduldbaar om te zien hoe door onkunde of uit zogenaamde zuinigheidsoverwegingen de kinderen cp hun zér gevoelige leeftijd aan een ,,opleiding" worden blootgesteld die hen, zoals dr de Vletter schrijft, niet goed werken leert, maar hen tot onzelfstandige, volgzame luis teraars en twijfelmoedigen maakt, tot slechte studenten als ze aan de Univer siteit komen, tot slechte staatsburgers en hoera-hou-zee-roepers, als ze later in de maatschappij staan". IS het werkelijk zo erg? Is het bovenstaande niet schromelijk over dreven, zijn de klassen zo groot? Het is inderdaad zo erg" en het wordt in snel tempo erger, wanneer er niet gauw een stokje voor wordt gestoken. In mededeling no. 68 van het Centraal Bureau voor Statistiek afd. onderwijsstatistiek overgenomen in het weekblad voor Gymnasiaal en Middel baar Onderwijs no. 24 van n Fe bruari 1937 staan de schrikwek kende gegevens. Enkele cijfers ter illustratie. Klassen Klassen met hoog- met meer Aantal stens 20 dan 20 klassen leerlingen leerlingen Gymnasia 1930 1936 H.B.S. B. 1930 1936 H.B.S. A. 1930 1936 Lycea onderbouw 1930 1936 Lycea Gymn. 1930 1936 H.B.S. 1930 1936 483 376 107 (11 met meer dan 25) 478 236 242 (95 met meer dan 25) 1085 737 349 (60 met meer dan 25) 1116 385 731 (391 met meer dan 25) 129 69 60 (6 met meer dan 25) 118 22 96 (65 met meer dan 25) 187 81 106 (18 met meer dan 25) 227 28 199 (126 met meer dan 25) 148 139 9 (o met meer dan 25) 227 186 41 (12 met meer dan 25) 181 150 31 (4 met meer dan 25) 217 133 84 (38 met meer dan 25) ,,Het aantal klassen met meer dan 25 leerlingen, e:n getal dat toch uit onderwijskundig oogpunt als ontoe laatbaar beschouwd moet worden is dus thans bij de Gymnasia, H.B.S.en en Lycea opgelopen tot het schrik barende getal van 727. In 1930 waren er joo, in 1933, 446 en nu 7^7. Een dergelijke toestand is onhoudbaar" aldus de heer Bartels, redacteur van bovengenoemd weekblad. Inderdaad, deze toestand is onhoud baar, maar wanneer er van de kant der ouders geen storm van protest opgaat, zal men op de ingeslagen weg steeds verder voortgaan. Want op onder wijs" kan zo gemakkelijk bezuinigd worden, op salarissen en andere uit gaven. De goegemeente beseft zo niet welke schade er aan hun kinderen wordt toegebracht en de stem van protesterende leerkrachten is zo vaak die van de roepende in de woestijn of.. .. van belanghebbenden, en dan telt hij helemaal niet mee. MAAR het moet nu een einde nemen, de ouders moeten wakker geschud worden, alle ouders, n het bezuinigingsverhaaltje moet gedepo neerd worden waar het hoort, bij alle slechte verhaaltjes: in de prullemand ! Want het staat voor ons onherroepelijk vast, dat hier roofbouw wordt gepleegd en roofbouw moge op het ogenblik van toepassing enige verlichting van uit gaven geven, in de komende jaren zullen we er .dubbel en 'dwars voor moeten boeten. De redenering is natuurlijk: vollere klassen, minder leraren, dus minder salarissen, dus goedkoper. Klopt als een bus, maar de bus is lek. Want vollere klassen betekent ook slechter opgeleide kin deren, minder'geschikte studenten enz. meer kans op zitten blijven en dus: nog vollere klassen of toch splitsen. Het betekent ook overwerkte leer krachten en daarnaast: een groot aan tal werklozen, onderwijzers- bij duizend tallen, leraren M.O. bij honderden. Is het niet de dwaasheid ten top gevoerd, duizenden jonge mensen de werkge legenheid die er volop is te onthouden, de werkenden overbelasten, de kinder opleiding vermechaniseren en dat alles om de denkbeeldige winst van wat geld? Als leger en vloot uitgebreid moeten worden laat men zich niet af schrikken door de kosten. Dan zegt men het moet, en het gebeurt, Natuur lijk, zegt men, onze onafhankelijkheid, onze weermacht staat op het spel! Hier ook. Hier staat onze geestelijke weermacht op het spel en ten spijt van de hoogconjunctuur waarin op het ogenblik de bewapeningsrage ver* keert, staat voor ons vast, dat ver hoging van de geestelijke weermacht een heel wat betere waarborg is tot behoud van de nationale onafhanke lijkheid dan welk modern kanon of vliegtuig ook. ,,Ik zie weer bij den ingang van een klein Chineesch dorp de stroken rood papier op de muren en aan de huizen, met spreuken die onheil van allerlei aard moeten weren. De bewoners ont lenen er ongetwijfeld een gevoel van veiligheid aan. En wat is veiligheid anders dan een gevoel? Hoe prak tisch en hoe goedkoop l Hoeveel doel treffender dan onze milliarden uit gaven, die geen gevoel van veiligheid teweeg brengen. Waarom noemen wij het eene bijgeloof en het andere politiek beleid? (Prof. Dr. J. Huïzinga ,,De schaduwen van morgen".) Zo kan men over de betekenis van de materiele weermacht van mening verschillen, maar de waarde van de geestelijke weermacht staat voor een ieder die zijn landgenoten niet tot kuddedieren verlaagd wil zien en die er vooral voor waken wil dat het op groeiende geslacht een prooi wordt van de huidige culturele crisis, onher roepelijk vast. Daarom Ouders: uw kinderen! Hét is hoog tijd !" P. SCHUT GOUDKOORTS (Slot van pag. 5 laatste kolom) Dat is goed, leg maar neer. We zullen het vast wegen. Maar gaat u eerst naar de controle. Loket 13." Met waschgoed zou er niet nuchterder kunnen worden omgesprongen. Levantinescu is in geen velden of wegen te bespeuren. Om te beginnen moet ik een half uur wachten, na mijn papieren te hebben ingeleverd. Einde lijk word ik afgeroepen. Monsieur Jongstra uit Weesp !" Ik draai precies het verhaal af dat van mij verwacht wordt. Ik. lieg dat het gedrukt staat maar ik geloof in mezelf, in mijn financieel genie, in mijn wijze en vervooruitziende aankoopen van goud. Gelooft Monsieur Ie Controleur mij soms niet? Neen, zeker niet! Ik zie het aan zijn gezicht. Maar wat kan het hém schelen ? De papieren zijn in orde en goud slaat hij niet af. Hij ont duikt liever de wet dan dat hij dit goud weigert. Of ik maar even teekenen wil ? Zeker. Loket zeven. Twee millioen zooveel honderdduizend francs. Ik zie dat Levantinescu al staat te wachten. De zaak is eerlijk afgewikkeld. Ik ben nog een paar dagen gebleven. Vrijdag bracht Henri mij naar den trein. We waren net op tijd," zei hij. Met dat goud, bedoel ik. Kijk, hier heb je de krant. Blum heeft het stuur omgegooid. Er komt een groote leening. En de vrije markt in goud is hersteld. Nu zou er geen winst meer te maken zijn, want ook de inkoopsprijs van het goud is gestegen. Dat is maar goed ook, want een misbruik dat daarvan gemaakt werd! Nu; adie hoor!" , Ik nestel mij in mijn coupe-hoek. Tegenover mij zit, welk een toeval, de diplomaat! Ik knik hem toe als een ouden kennis en zeg iets compli menteus over het voorrecht om met een diplomatiek paspoort te reizen. Maar hij is bescheiden. Och, vroeger was dat anders, ziet u." Hij wijst op zijn leege en slappe actentasch, waaruit de krant van vanmorgen te voorschijn komt. Zou hij soms .. ? ? ? GOUD Hare sprongen van de Banque de France BEHAGELIJK laat ik mij voortwiegen in de muisgrijze kussens van een Fransche eerste-klas coupé. Wel zeker, waarom niet? Wel is waar zijn het nog maar enkele snel vervlogen jaren, die mij scheiden van een schamel studentenbestaan aan de Sorbonne, toen ik ieder kwartaal met de grootste moeite net genoeg geld bij elkaar kon schrapen om voor een week mijn hotelkamer in de rue de l'Ecole de Médecine vaarwel te zeggen en een retourtje-tweede te koopen om bij mijn ouderen broer in Amsterdam te komen bij-eten, maar vandaag zie ik met minachting neer op zulke proletariërs van den geest. Zelfs voel ik me volstrekt niet den mindere van mijn overbuurman, die met zijn diplomatieke pas de heele Belgische grens-en-douanen-magistratuur in de houding heeft doen staan. Een diplomaat.... het mocht wat. Een ambtenaar, een bureaucraat, een armoedzaaier. Neen, dan ik, Martinus Jongstra, magnaat van den geldhandel, vertrouwensman van de Banque Levan tinescu l Eerlijk gezegd kan ik niet beweren dat Levantinescu een bijster solieden indruk op mij heeft gemaakt. Maar wat doet het er toe? Hij heeft mijn hulp noodig voor een bestimmt risicoloses Geschaft waarbij ik misschien wel duizend gulden kan verdienen en Henri mij garandeert dat ik reis-en-verblijfkosten-eerste-klas er in ieder geval uit kan slaan. Meneer Levantinescu spreekt namelijk Duitsch en hij schijnt een zeer goede relatie te zijn van mijn neef Henri die al sinds jaren op een Parijsch commissionairskantoor werkzaam is. Maar Henri kan .deze affaire onmoge lijk zelf opknappen. Ik begrijp niet waarom hij zich in een dergelijke chariteit jegens mij uitpu.t. Van dien kant had ik hem nog niet leeren ken nen. Maar hij heeft me gezegd, dat ik dat wel zien zou, dat ik dat wel zou begrijpen wanneer ik in Parijs aan-. kwam en dat Levantinescu iemand noodig had, die niet alleen vreemdeling was, maar ook niet in Parijs woonde. Enfin, mij goed. Paris vaut bien une messe. Ik nestel mij dus nog wat behagelijker in mijn hoekje. Het wordt vol in den trein. In Brussel koop ik kranten. Waarom zou ik het mij ditmaal aan iets laten ontbreken? De kranten brengen met sensationeele headlines de zelfde berichten als de Rotterdammer van vanmorgen. Het gaat berg-af met de f inancieele situatie van Frankrijk. De rentes liggen uiterst zwak in de markt. De goudvoorraad van de Banque de France slinkt lang zaam, maar gestadig. De billettenomloop bereikt een ongekende hoogte. Wat is er mis? Frankrijk is toch een rijk land. Er is misschien geen land in Europa, waar zoozeer de kleine man kapitalistje is op zijn manier. In Parijs, in al die dooie provincie-plaatsjes, en op het platteland. En dan, de groote kapitalen.... , Zoo zit ik te mijmeren, terwijl wij voortsnellen langs boomen en velden door het rijkste land van Europa, door het land dat alleen door de zenuwach tigheid van zijn bewoners aan een financieele en economische crisis ten prooi is gevallen. Want zoo is het. An deren, zooals mijn druk gesticuleerende coupégenooten, die in Brussel zijn in gestapt, zeggen dat de regeer ing-Blum de schuld van alles is. Misschien ligt de waarheid ook wel in 't midden. Ik zal het in Parijs wel precies te hooren krijgen. Maar n ding is er merkwaar dig ondanks het feit dat de kapitaalvlucht uit Frankrijk blijkbaar sinds maanden in vollen gang is, ondanks het feit dat de Banque de France en het Fransche egalisatie-fonds onophou delijk goud moeten af geven voor export haar het buitenland, is de prijs van het goud in Frankrijk laag. Komt dat om dat Jan en Alleman, vooral in de pro vincie, zooveel goud opgepot hebben,dat er nog onmetelijke voorraden van zijn? Zooveel begrijp ik wel van de heele affaire-Levantinescu, dat mijn' komst iets te maken heeft met transacties in goud en met het verschil in prijs dat er bestaat tusschen goud-in-Frankrijk en goud-in-het-buitenland. Dat scheelt wel vier of vijf procent. De export van goud is verboden. Hij wil mij toch geen goud laten smokkelen ? Hoor eens.... daar moet ik toch nog eens over nadenken... Fantazeerend over avontuurlijke grensoverschrijdingen en opwindende revolver j ach ten, soes ik in in de be nauwde coupé. Precies, zegt Henri, die mij, nadat ik mij wat heb opgefrischt, met den grooten financier van mijn hotel komt halen. Jawohl", zegt Levantinescu met onvervalscht Budapester accent. Precies zooals u zegt, de waarheid ligt in het midden." De vent valt me mee. Niet alleen omdat hij beaamt wat ik zeg het geen natuurlijk heel prettig is. Niet omdat hij begonnen is met mij direct en contant tweeduizend francs voor reis- en verblijfkosten te vergoeden wat nóg prettiger is. Maar omdat hij mij een heel plausibele verklaring geeft van de f inancieele situatie in Frankrijk. Mogen zijn bankzaken dan van twijfel achtig allooi zijn, aan politiek en eco nomisch inzicht schijnt het hem niet te mankeeren. DieRechtspresse", zegt hij, maakt den boel kapot. Het grootkapitaal zaait wantrouwen. Vandaar de kapitaalvlucht, die tot uitdrukking komt in de daling der staatspapieren. Er is hier een inflatie-psychose. Nu hebt u gelijk, wanneer u zegt dat die angst wel zou af-ebben, wanneer wij maar tijd van leven hadden, en dat hij kennelijk wordt onderhouden door een kern van waarheid in al dat gepreek van de rechterzijde. De maatregelen van Bium hebben een inflationistische uitwer king. Dat zie je al aan den geld-omloop, die aanzienlijk gestegen is. Zoo werkt de eene factor weer op den anderen in. Zij versterken elkaar. Maar het eind is toch een onnoodig alarm. Er is in Frankrijk geld genoeg. Maar het is een gevaarlijk ding om van staatswege de Rentes te steunen. Wanneer je daaraan begint, kost dat zooveel geld, dat je wel meteen je valuta kunt prijsgeven ! De Banque de France bevindt zich toch al in een lastig parket. Zij kan niet alleen goud af geven. Zij heeft ook goud noodig. Maar de regeering wil niet dat zij daarvoor den vollen prijs geeft dien de tegenwoordige wisselkoers zou rechtvaardigen. Dat heeft natuurlijk een averechtsch gevolg. Maar juist daarvoor heb ik u noodig, mein Herr ! U hebt alle paperassen bij u? Pas en inschrijvingsbillet van uw woonplaats ? Goed. Geef u mij dat maar mee. Neen, uw pas heb ik niet noodig, Herrjongitra; nooit uw pas aan vreemden geven, denk er om ! Morgen komt u bij mij op mijn kantoor, klokke, half tien. Dan krijgt U een stel afrekeningen van mij, waarop staat dat u verleden jaar op verschillende data zooveel en zooveel, tenslotte zestig duizend dollar aan goud hebt gekocht. Morgen bren gen wij dat goud naar de Banque de France, die u, omdat u buiten Frankrijk vertoeft, niet in de verleiding wil bren gen om uw goud uit Frankrijk te smokkelen en u daarvoor bij uit zondering den vollen buitenlandschen prijs betaalt. Niet alleen om de deugd te belooneh, natuurlijk, maar omdat zij dat goud zoo erg noodig heeft. Volkomen legaal, niet waar ? Nou en de winst, dat heb ik beloofd, die wil ik wel met u deelen. Dus tot morgen !" Hebt u wel eens goud' getranspor teerd ? Mijn rechterarm is er nog lam van. Zestigduizend dollar is niet veel. Een stuk of wat zakjes die met gemak in twee actentasschen en een v al i es j e gaan. Maar samen weegt het zwaarder dan een mensch. Daar staat het op den bodem van de taxi terwijl wij de binnenplaats van de Banque de France in draaien. Mijn neef Henri en Mon sieur Levantinescu, die vandaag Fransch spreekt, nemen de acten tasschen. Als quasi-rechtmatig eige naar torsch ik het valies. Langs spiedende blikken van supposten en politieagenten, langs dadelijk herkenbare stille rechercheurs en langs dikke burgerjuffrouwen in bruine ge breide jasjes, die meer op ouvreuses of nóg andere dames lijken dan op kantoorjuffrouwen (maar zoo i's het nu eenmaal in Frankrijk), gaat het naar de balie, waarachter wagentjes met goud naar de kluizen gereden worden. (Slot op pag. 4, laatste kolom) Hotel Rest. ZILVEN Hotel Rest. STAMEREN S' sv LOENEN (Veluwc) Het geheele jaar open MAARN (Utrecht) 13 Maart weder open :tor cnde omgeving o v .1 f i rust, >mfort en ontspanning PAG. 4 DE GROENE No. 3119 PAG. 5 DE GROENE No. 3119

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl