Historisch Archief 1877-1940
VSf
9 *
tf
j '' i
DE GROENE AMSTERDAMMER
Opgericht In 1877 F3XFHANKÊLIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 61e Jaargang No.lÏ2
Redactie: Mr. M. KANN, TH. M OU SS AU LT,
Mr. N. J. C. M. KAPPÊYNE VAN DE COPPELLO
en Mr. R. H. DIJKSTRA
Red. «n administr.: Keizersgracht 355» Amsterdam C.
Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. giro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar.
Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een Jaargang worden opgezegd.
HET BURGERLIJK ACCENT
Mr. M* Kann
HUIZINGA ziet in de burgerlijke levens
houding een van de kenmerken van het
Nederlandsche volk. In zijn klein en fijn
geschriftje Nederland's Geestesmerk" wijdt hij
daaraan een kort hoofdstuk. Wie zal hem ongelijk
durven geven? Professor Huizinga noemt onze
nationale cultuur burgerlijk in eiken zin, dien men
aan dit woord hechten wil en hij laat dezen term
ook een deel van zijn negatieven zin.
In bewogen tijden geeft die neiging tot het
alledaagsche, het effene, het onbewogene een sterk
houvast. Wij koesteren slechts burgerlijke aspiraties
maar van onzen zin voor burgervrijheid laten
wij ons dan ook niet afbrengen. En terecht! Maar
ligt hierin ook niet een groot groot gevaar ? Hoeden
wij ons wel voor de dwaling dat wij het burgerlijke,
het benepene voor iets meer aanzien dan voor wat
het is: het plat-alledaagsche? Juist onze
bloedeigerïburgerlijkheid beneemt ons de visie. Wij zien
het kleine en kleinzielige niet meer omdat het zoo
alledaagsch is, wij hooren het burgerlijk accent
niet meer omdat ons oor er volkomen aan gewend is.
Burgerlijk" heeft in bepaalde kringen een
bepaalde beteekenis. Maar au fond is ook die
beteekenis een twijg van den zelfden stam.
Het lijdt geen twijfel of onze literatuur, met name
onze hedendaagsche letterkunde kenmerkt zich
door een uitgesproken burgerlijk" karakter. Zijn
détheetafel-drama's onzer schrijfsters niet terecht
berucht? En is de rest zoo heel veel beter? Couperus
was niet burgerlijk. Maar hoe armzalig is niet, in
onze dagen, een literatuur die met de negatieve
qualificatie omvademd kan worden over de geheele
linie juist dèt te missen, wat Couperus' werk nog
steeds een aangenaam klinkende muzikaliteit
verleent? ?
Is het trouwens met het tooneel ook maar iets
beter gesteld? Geenszins. Het gesproken woord
verraadt zijn burgerlijke afkomst onbarmhartig.
Wij hebben goede acteurs, wij hebben betere
actrices de namen die u invallen hoef ik toch
niet te noemen, niet waar? maar zouden zij
zelf niet begrijpen dat wij hen doorzien wanneer
zij hun toevlucht nemen tot charges, dialectrollen
en volksdrama's ?- En de film....
Ik heb mij» kijkend en luisterend naar datgene
wat er aan de andere zijde van het voetlicht^ten
beste gegeven werd, vaak afgevraagd of men zich
hiervan bewust was. In Frankrijk, in Engeland,
zelfs in Amerika 'zou het tooneel, zouden
tooneelschool en conservatorium daar geen genoegen mee
nemen. Men hoort dit daar dan ook niet. Maar,
verder denkende, ziet men dat dit ten onzent een
symptoom is en dat het geen zin zou hebben het
symptoom te bestrijden wanneer men niet bereid
zou zijn het kwaad zelf uit te roeien.
Het kwaad zit dieper en het burgerlijk accent
van onze tooneelspelers en dat in den radio-omroep
is dan ook' niet het belangrijkste. Veel belangrijker
DIKKER &THIJS
LEIDSCHESTRAAT 82-84
bezorgt bij U aan huis diverse
Koude en Warme schotelt
In ons Restaurant Déjeuner a f 1.25
Diner a f 1.75
Onze Bar De Zeeuwsche Hoek" voor Uw
Apéritif en 't vlugge gebruik van kleine schotels
is het feit dat het geduld wordt. Dat het hedendaag
sche publiek het blijkbaar ook in de literatuur duldt
en vergeet dat onze literatuur stoelt op de Tachtigers,
die toch om den drommel niet burgerlijk waren
maar juist een reactie te zien gaven op een intens
burgerlijk tijdvak!
Is het niet, in zekeren zin, een kwestie van sociale
verhoudingen ? In de bewogen tijden van deze laatste
twintig jaar hebben er heel wat verschuivingen
plaats gehad. Dat zou niets hinderen wanneer de
omhoog-gekomenen zich zelf den eisch oplegden
het burgerlijke van zich af te schudden. Of wat
vrijwel op het zelfde neer zou komen wanneer
onze samenleving dit van hen zou verlangen. Het
schijnt dat zij dat op dit oogenblik niet meer doet.
, Het is dan ook veel meer dan enkel een kwestie van
,,accent". De spraak is slechts n kant van deze
complexe aangelegenheid. Misschien is ook ons
onderwijs-stelsel er schuld aan. Niet omdat het
een ieder, die de gelegenheid heeft weten aan te
grijpen om zich in een of andere vak-wetenschappe
lijke richting te bekwamen, practisch alle maat
schappelijke poorten ontsluit. Dat is slechts toe te
juichen. Maar omdat de bureaucratische reglemen
teering van ons hooger onderwijs de werkelijke
academische vorming harer alumni niet aan ver
deren toets onderwerpt. Zij neemt dit aan als iets,
dat vanzelf spreekt en houdt vast aan de fictie,
dat zij die om hun diploma en een baantje studeeren
ook in de breede academische cultuur opgaan. Ten
onrechte.
Het resultaat is, om nu maar eens een voorbeeld
te noemen, dat veelal onze juridische belangen
bepleit worden door gediplomeerde zaakwaar
nemers, dat de distinctie in andere vrije beroepen
even ver te zoeken is en dat het mitsdien geen won
der is dat men vaak in handel en industrie op leiden
de posten menschen tegen komt, die een vorige
generatie niet verder dan den kantoorkruk gelaten
zou hebben of hoogstens had aangesteld tot chef
van de afdeeling verkoop". Goed ontvang hen
met open armen. Geef hun de plaats waar zij krach
tens hun capaciteiten recht op' hebben l Maar
laten zij deze plaatsen innemen, in het bedrijf, op het
terrein van het geestelijk leven, in de letteren en in de
kunst, wanneer zij werkelijk aangekomen zijn op
het niveau waarop deze plaatsen hooren te liggen.
Dit niveau mag niet naar beneden worden gehaald.
Wanneer men dat tolereert ontstaat er gevaar
voor de Nederlandsche cultuur.
Men zal mij van overdrijving beschuldigen. Maar
men houde mij ten goede: ik bedoel meer dan het
taalkundig accent. Wat is bedoel is het accent van
onze hedendaagsche beschaving. Het lijkt mij dat
er een zekere verslapping is ingetreden in den weer
stand dien conservatieve (en toch zoo nuttige)
vooroordeelen moeten bieden. Maar juist die
vooroordeelen, die ons allen aankleven, zijn alweer zoo
uiterst burgerlijk. Hoe zou daar dan nog een zekere
mate van controle van uit kunnen gaan?
Het is onmiskenbaar dat dit aan ons volks
karakter ligt. Zeker, wij lijden niet aan den groot
heidswaan der Duitschers, die nooit obstakels zien,
noch lijden wij aan het traditionalisme van de
Engelschen, die zoozeer, bijna met uitsluiting van
al het andere, aan de uiterlijke eigenschappen van
den gentleman hechten dat zij persoonlijke kwali
teiten van kunde en onderlegdheid 'veel te licht
tellen. Laat ons het juiste milieu zien te bereiken.
Of liever: werkelijk hooge eisenen stellen. Niet
alleen aan kundigheid in bedrijf, wetenschap of
kunst, maar ook en weer niet bij uitsluiting
aan levensstijl.
PAG, l DE GROENE No. 9)20
Werkloosheid en
Rapport v. d. Coram. v. Onderkoelt
naar den toestand van ondersteunde
werltlooxen «n hun ge*innen, A'adm
7 OOR at degenen, die geen rechtstreeksch contact
met gezinnen van werkloozen hebben, is het
meer dan moeilijk, zich ook maar
eenigermcte reëel voor te stellen, wat het voor alle levens
omstandigheden van die gezinnen wil zeggen, op dit
peil te moeten leven. De gemiddelde lezer zal het
zich &.ü. moeilijk kunnen indenken, dat er voor fruit
per gezin wekelijks nog geen ^/s cent kan Borden
uitgegeven ; dat eieren en kaas vrijwel niet en groenten
nog maar sporadisch in huis komen; dat men veel
thuis blijft o,a. om slijtage der schoenen te voorkomen;
dat het hebben van drie kinderen zonder verdiensten
het gezin met ondervoeding bedreigt, omdat men dan
nog net niet in aanmerking komt voor de goedkoope
werkloozen-margarine ; dat men niet meer schriftelijk
kan solliciteeren, omdat de brief port te duur is ; dat
het een levensprobleem is of men de krant moet af
schaffen of het zangclubje voor de twee dochtertjes
moet beëindigen; dat men een trouwring moet
verkoopen als eenige mogelijkheid om een gemaakte schuld
te voldoen. En toch is dit directe levensrealiteit, ge
constateerd door wetenschappelijk betrouwbare be
zoekers en verwerkt in een officieel rapport der ge
meente Amsterdam. Een rapport dat in zijn nuchtere
weergave van cijfers en simpele feiten even sterk
spreekt als de beste roman, aan de werkloosheidsvraag
gewijd.
Het is natuurlijk jammer, dat eerst tegen den tijd,
dat de werkloosheidscijfers weer wat gaan dalen en er
algemeen van opleving wordt gesproken en men vier,
vijf jaren lang over de levensomstandigheden van
honderdduizenden medeburgers heeft beschikt, dat
eerst dan regeering en gemeentebestuur de be
schikking krijgen oter een rapport, dat zoo duidelijk
en volledig weergeeft hoe de verleende steun wordt
besteed, waar men er door kan standhouden, en waar
men in groote moeilijkheden raakt. En men vraagt
zich af, of het nu werkelijk noodig was, dat een com
missie van onderzoek, tot instelling waarvan op
28 April 1033 wordt besloten, eerst anderhalf jaar
later haar enquête kon beginnen en eerst vier jaar
later met haar rapport kon komen. Maar deze critiek
verstomt weer als men overweegt dat Amsterdam dit
onderzoek dan toch maar heeft laten uitvoeren, alteen
voorgegaan door een, overigens minder uitgewerkt,
onderzoek in Den Haag.
TT ET onderzoek loopt over 186 gezinnen, natuurtijk
?** geen groot aantal, maar toch een, dat representa
tief geacht kan worden en van deze gezinnen hebben er
78 nauwkeurige gegevens verschaft voor een uitge
werkt budgetonderzoek en een onderzoek naar de
voedingswaarde van het gebruikte voedsel.
Hieraan zijn de eerste twee deelen Van het rapport
gewijd, terwijl het derde een nader beeld geeft van de
huiselijke en sociale omstandigheden der gezinnen.
Voorts wordt alles nog eens uitvoerig toegelicht met
tabellen, waarvan de eerste alle 186 gezinnen kort
maar zeer duidelijk beschrijf t en de laatste voor 78
gezinnen individueel de voedingswaarde nagaat.
De vraag van de voeding, die een afzonderlijke be
spreking vereischt, willen wij voorloopig nog terzijde
laten en slechts mededeelen dat deze huismoeders het
klaarspelen, de uitgaven voor voeding tot gemid
deld f 2,03 per gebruikseenheid (de behoefte van een
volwassen man) terug te brengen, terwijl het normale
gemiddelde van wat dergelijke niet-werklooze gezinnen
voor voeding uitgeven f 3.70$ bedraagt. Het verschil
wordt vooral gevonden in het beperken van vleesch
(16 cent inplaats van 62 cent per week) en suiker
(saccharine f) ;het afschaffen anfruit, kaas en eieren ;
het vervangen van bladgroenten door erwten, boonen
DONDERKOPJES
O n verdien t verwijt
VERSCHILLENDE bladen en personen heb
ben in min of meer gloeiende verontwaardi
ging de geringe militaire waarde der Neder
landsche luchtmacht en met name van den
boriibardeerdienst verweten aan het
ontwapenings. streven van vroeger jaren. Nu onthult echter
een onzer hoogste militaire luchtvaartautori
teiten op een vergadering van de Vereeniging
voor Krijgswetenschap, dat de theorieën over het
militaire vliegtuig sinds eenige jaren totaal
gewijzigd zijn en wij thans geheel andere
gevechtsvliegtuigen behoeven. Als wij dus
eenige jaren geleden een prima luchtmacht
hadden gehad, zouden wij thans reeds met een
verouderd rommeltje zitten.
Dat konden die ontwapenaars" niet weten,
werkelijkheid
e.d.; meer broodmaaltijden en minder vet wat qualiteit
en quantiteit betreft.
Minstens even sprekend zijn de gegevens betref
fende andere gezinsuitgaven: verhuizen beteekent
behalve kosten maken meestal een verliezen van het
laatste contact met de wereld der werkenden. Vandaar
dat huishuur meestal 30 pCt van het budget betee
kent ; vandaar ook de maatregel der huurbijslagen.
Geld voor vernieuwing van beddegoed en meu
bilair is nergens aanwezig. Ook voor Meeding
en schoeisel wordt gemiddeld per gezin nauwelijks
een rijksdaalder per maand uitgegeven. Daarvan i's
dan nog zeker 2/3 voor de kinderen bestemd. Een
betrekkelijk groot bedrag wordt voor reparatie-materiaal
uitgegeven-, de huisbezoeksters zijn erover uit, dat dit
in het algemeen keurig gebeurt, maar dat het vrijwel
hopeloos werk is, gezien de algemeene slijtage. Dat
zelfde geldt ook van het huisraad. Een kwart der ge
zinnen las geen krant meer. De helft deed in de drie
maanden van het onderzoek geen enkele uitgave voor
ontspanning, bij de andere helft waren er nog elf
gezinnen waar deze uitgaven niet meer dan 3 cent
per week bedroegen. Wat er wel werd uitgegeven was
grootendeels onderhoud of verdere afbetaling van een
radiotoestel, het instrument, dat het verminderd
contact met de maatschappij eenigszins compenseert.
Hier stuiten wij op een zeer algemeen en zeer pijn
lijk verschijnsel: de groote meerderheid der werkloo
zen is ontmoedigd, voelt zich minderwaardig en is
geneigd zich achteraf te houden ; de helft der gezinnen
ging met niemand of alleen met familie om; een der
weinige verhuizingen had plaats om in een drukkere
straat te wonen, waar men als werklooze niet opvalt";
om dezelfde redenen gaan de mannen in de week niet
met de kinderen uit. Voor de kinderen is het laatste
waar men toe komt het aanvragen van schoolkleeding
en -voeding en dan nog wordt de kteeding vaak
vzrmaakt. En het merkwaardige i$ dat dit vrijwel het
eenige punt is waarop men vzn moreelen achteruitgang
kan spreken : de snpe dat men geen werk wil zoeken
gaat b.v. niet op; meer dan de helft deed nog geregeld
pogingen om werk te+vinden, een derde had het be
halve de inschrijving bij de Arbeidsbeurs na lang
durige vergeefsche pogingen opgegeven. Vzlen hadden
allerlei kleine bijverdiensten-geprobeerd, echter meestal
tevergeefs. Hetzelfde. gunstige oordeel moet over de
gezinsverhoudingen worden uitgesproken. Slechts in
drie gezinnen was door de werkloosheid een slechte
verhouding tusschen man en vrouw ontstaan, in tien
was de stemming daardoor soms wat geprikkeld. In
slechts n geval was er een conflict met oudere kinde
ren. In een gezin waar minimaal gegeten en gestookt
word was van de drie zoons er een H.B.S.er en een
student in de medicijnen: deze jongen leende zijn
studieboeken of schreef ze over. De hooge kosten van
licht en papier drukten zwaar op het budget.
i i
geeft dit rapport telkens weer een tref f enden
kijk op deze menschen, over wie nog te vaak als
paria's der maatschappij wordt gesproken en ge
dacht. En het is wel bedroevend, dat het juist vaket
deze houding van de werkende medemenschen is, die
het dezen gezinnen moeilijk maakt hun zelfbewustzijn
en levensmoed te behouden. Op financieel gebied
zijn wij in ons land zoo gelukkig, in de werktoozenzorg
niet bij andere landen achter te staan; al hoeft dit bij
onzen rijkdom allerminst een bron tot zelfverheffing te
'zijn ; en al had men met weinig hoogere uitgaven vaak
tot uiting kunnen brengen, dat men de moreele waarde
van den arbeid ook telt. Maar nog veel te vaak komt
in ambtelijke en persoonlijke relaties met werkloozen
een houding van superioriteit tot uiting, die nergens
meer kwetst en nergens minder te pas komt.
Mr. W. VERKADE
zal men zeggen. Accoord. Maar zij hebben toch
niet anders gedaan dan een huisvader die in een
veilige stad weigert een dure inbraakverzekering
bij een slechte maatschappij aan te gaan en die
daartoe eerste te bewegen is bij verhoogde onvei
ligheid en beter verzekeringsvoorwaarden. En
men mag nu blij zijn, dat het geld toen niet
zonder nut is uitgegeven.
Metamorphose .
DE ,,Tribune" gaat zich omdoopen In Volks
dagblad, dagblad voor Nederland. Een
aardige naam, maar niet erg origineel, naast
het Volksblad en het Volk. En eigenlijk be
teekent het precies het zelfde als Het Nationale
Dagblad".
De Tribune" had moeten begrijpen, dat zij
met het gebruik van de nationale" en volks-"
titels als reclame wat achter het net vischt.
NOG STEEDS VRAGEN DB
NON-WTERVENTIEmaatregelen onze aandacht. Nadat
viceadmiraal De Graaff het hem gedane aanbod,
de leiding van de controle ter zee en te land op zich
te nemen, naast zich had neergelegd (hetgeen wij
meenden te moeten verklaren uit zijn gebrek aan
vertrouwen in de doeltreffendheid en oprechtheid
van deze maatregelen), hebben de internationale
instanties die zich met deze onverkwikkelijke zaak
bezig houden, zich gewend tot Vice-admiraal Van
Duim en Schout-bij-nacht Olivier. Deze laatste
zou met de leiding der zee-controle worden belast.
De heeren hebben deze aanbiedingen geaccepteerd
en zijn reeds in contact getreden met Lord
Plymouth. Moeten wij uit het feit dat Hollanders nu
toch (met den Deenschen kolonel Lunn) met de
leiding van deze aangelegenheid zijn belast, op
maken dat de zaak serieuzer is dan wij eerst
hebben aangenomen en dat het vooral Engeland
in dezen ernst is ernst, niet alleen wat de be
doeling maar ook wat de uitvoering aangaat?
Dat zou uit het verder verloop van zaken moeten
blijken. Zooals men weet staat als volgend punt
op de Fransch-Engelsche agenda: de terugroeping
der vrijwilligers", zoodat dan daarna maar dan
werkelijk de Spanjaarden de zaak maar onder
elkaar moeten uitvechten. De eerste debatten zijn
hierover in de non-interventie commissie geopend.
Het feit dat de Russen niet willen spreken over
neutralisatie van den goudschat van de Bank van
Spanje (die tijdig naar het buitenland is gebracht)
geeft Italiëen Duitschland een aanleiding om te
weigeren het chapiter van de terugroeping der
vrijwilligers te entameeren. Dat is heelemaal niet
erg. Nu is er tenminste een onderhandelingsobject.
Voorzichtig onderhandelen is in ieder geval beter
dan een politiek van op de spits drijven.
Intusschen gaan de daden van zeerooverij" van
Franco voort. Deze uitdrukking heeft minister
DeGraeff in het Eerste-Kamer-debat niet ten onrechte
gebruikt. Dat wij ter beveiliging onzer scheepvaart
maatregelen nemen, spreekt vanzelf. Ook in oorlogs
tijd was dit convoyeeren gebruikelijk. Een noot van
humor ontbreekt hierbij niet: de
nationaal-socialisten, Marchant d'Ansembourg vooraan, zijn in
woede ontstoken, omdat nu onze slappe" regeering
en ditmaal terecht krachtig optreed.
MAAR WAT WIL MUSSOUNI EIGENLIJK? HIJ
heeft zoojuist een schitterend georganiseerde
triomftocht langs de Lybische kust achter den rug.
Aan eerepoorten, monumenten, huldigingen en be
tuigingen van onderworpenheid geen gebrek. Maar
begint hij niet bij het einde? Of duidt dit alles op
wat hij nog op het oog heeft voor zijn Italiaansch
Imperium? Het is aanstonds duidelijk dat een her
stel van het Romeinsche Keizerrijk laat ons n
oogenblik dit waanidee onderstellen als iets dat
realiseerbaar is Frankrijk en Engeland als
tegenstrevers op zijn weg vindt. Frankrijk moet
zich kunnen verlaten op de vrijheid van zijn ver
binding met Noord- en Centraal-Afrika. En dat
Engeland geen wereldmacht kan dulden die de
boorden van de Middellandsche Zee voor zich
opeischt, staat onomstootélijk vast. Maar er is iets
dat wijst op het voornemen van Mussolini om
zoowel Frankrijks als Engelands koloniale positie
te ondermijnen. Dat is zijn pose als beschermer van
den Islam. Dat is niet iets van vandaag of morgen.
Radio-Bari zond indertijd reeds anti-Engelsche
propaganda in de Arabische taal uit.
Abessyniëis (hoewel de heerschende klasse den
Koptischen godsdienst is toegedaan) in meerderheid
een mohammedaansch land. Is het soms te ver
wachten dat de volgelingen van Mohammed daar
teedere gevoelens voor Italiëkoesteren? Of in het
op even weinig zachtzinnige manier veroverde
Lybische achterland?
MET AUSTEN CHAMBERLAIN, DIE IN DE
AFGEloopen week overleed, is een van die staats
lieden weggegaan door wie de periode van rust
gekenmerkt werd die Europa na den wereldoorlog
genoot. Hij nam niet meer aan de actieve politiek
deel, maar zijn woord had nog tot op 't laatst groot
gezag. Het was geen wonder dat de eenige over
levende van Locarno een groot propagandist was
voor de vriendschap met Frankrijk. Juist nu ver
langde hij de bevestiging daarvan. De gevaren van
de dynamische periode der Europeesche politiek
ontgingen hem geenszins. Hoewel deze zoon van
den grooten Joe en- halfbroeder van den
tegenwoordigen minister van financiën Neville
Chamberlain, zich persoonlijk min of meer afzijdig hield,
MG, 3 DE GROENE Na. 3)20
heeft hij toch bijgedragen tot de krachtsontplooiing
die Engeland nu te zien geeft.
Veel hangt er af van deze krachtsontplooiing.
Zal het werkelijk tot actieven tegenstand van
Engeland komen ? Gebeurtenissen van ondergeschikt
belang zullen dien tegenstand niet uitlokken. Geen
gestook in den Balkan, geen onrust in Frankrijk,
zooals die bij de relletjes in Clichy tot uiting kwam.
Het zullen grootere politieke vragen zijn, wil Londen
tot daden geprikkeld worden. Het is niet uitgesloten
dat de ontwikkeling van den toestand in de Middel
landsche Zee Engeland binnen afzienbaren tijd
voor de beslissende vraag zal stellen.
DE NEDBRLANDSCHE RIJKSMIDDELEN
VERTOOnen over Februari een zeer verheugend
aspect. Hoewel die maand drie dagen korter was dan
de vorige hebben de indirecte middelen ruim 33
millioen opgebracht en 2 millioen meer dan in
Januari. Vergeleken met het vorige jaar was
het verschil nog veel treffender: bijna zes millioen.
Hiervan is bijna de helft te danken aan het her
leef de beursleven in den vorm van zegelrechten. Maar
ook tastbaarder verschijnselen van opleving spelen
een rol: uit de in- en uitvoerrechten blijkt dat de
uitvoer met 10 pCt. en de invoer met 5 pCt. is toe
genomen. Ook het binnenlandsche handelsverkeer
blijft grooter, ook nu de eerste kooprage na de deva
luatie voorbij is, blijkens de ruim ? 600.000, die de
omzetbelasting meer opbracht dan in Februari 1936.
Toch zullen wij pas werkelijk kunnen genieten als
uit een krachtige daling der werkloosheidscijfers en
een verhoogde inkomstenbelasting in alle categorieën
blijkt dat de opleving allen ten goede gaat komen.
DE TWEEDE KAMER IS AAN DE LAATSTE LOODJES
der wetgeving bezig, alvorens zij zelf het loodje
legt en haar leden na Paschen den boer opgaan voor
de verkiezingen van 26 Mei. De zeer lastige materie
der Ziekenfondswet is tot rustiger tijden verschoven.
De Zegelwet en de wet tot opheffing der goud
clausules zijn met verwerping der amendementen
zonder noemenswaardige bezwaren aangenomen;
evenals de nieuwe contingenteeringen, al Hetende
traditioneel vrijhandelaren hier zeer waarschuwende
stemmen hooren. Langer heeft deze Kamer zich
b^zig gehouden met de spoorwegsaneering en het
bestuur en beheer van den Wieringermeerpolder.
En tenslotte mag men ook wel zeggen dat de
verbindend- en onverbindendverklaring der onder
nemersovereenkomsten er doorgejaagd is, al héft
men er nog twee middagen en n avond aan besteed.
Tegen de onverbindendverklaring hadden de socia
listen bezwaren, terwijl dit voor de liberalen juist
de eenige attractie van het onderwerp was. Ook dit
ontwerp is met verwerping der amendementen
aanvaard. *
MINISTER DE WILDE EN DE SOCIAAL-DEMOCRATEN
zijn niet bepaald intieme vrienden. Ditkomt
in sterke mate tot uiting bij de burgemeestersbe
noemingen van dezen bewindsman. Hij spreekt in
dit verband over hen als over menschen aan wie
hij een hekel heeft", maar die hoogstens van tijd
tot tijd kunnen meevallen. En onlangs heeft hij
van zijn partijdigheid in dit opzicht nog een kras
staaltje gegeven door als burgemeester voor het in
groote meerderheid sociaal-democratische Usqucrt
en als opvolger van een socialist, boven een
geschikten candidaat, die lid is van deS.D.A.P., een.
niet-rooden ambtenaar van de Zuivelcentrale te ver
kiezen, wiens ontslag aldaar dringend gewenscht
was n waarvan het eervolle" karakter met de
noodige korreltjes zout moet worden genomen. Dat
hij dus toch heeft kunnen besluiten het lid van het
sociaaldemocratisch partijbestuur mr. J. in 't Veld
in Zaandam tot opvolger van K. ter Laan te be
noemen, strekt zoowel den na 23-jaren van ge
trouwe ambtsvervulling aftredenden functionaris
als den nieuwen candidaat, die als hoofdambtenaar
van de gemeente Rotterdam dan ook voortreffelijke
antecedenten heeft, gelijkelijk tot eer. En ten slotte
ook den minister, die ditmaal zijn parti-pris heeft
kunnen overwinnen. ,
UW PARTIJ
heeft voor schriftelijke propaganda veel voordeel
van een Alg. Adressenbureau, dat behalve Adressen
ook prima outillage heeft voor adresseren, etc.
Inl. bij De Mutator", Alg. Ad reeeen bureau.
W. Parkweg 112-g, Ameterdam-Z. Tel. 91077