De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 20 maart pagina 2

20 maart 1937 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

VSf 9 * tf j '' i DE GROENE AMSTERDAMMER Opgericht In 1877 F3XFHANKÊLIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 61e Jaargang No.lÏ2 Redactie: Mr. M. KANN, TH. M OU SS AU LT, Mr. N. J. C. M. KAPPÊYNE VAN DE COPPELLO en Mr. R. H. DIJKSTRA Red. «n administr.: Keizersgracht 355» Amsterdam C. Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. giro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar. Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een Jaargang worden opgezegd. HET BURGERLIJK ACCENT Mr. M* Kann HUIZINGA ziet in de burgerlijke levens houding een van de kenmerken van het Nederlandsche volk. In zijn klein en fijn geschriftje Nederland's Geestesmerk" wijdt hij daaraan een kort hoofdstuk. Wie zal hem ongelijk durven geven? Professor Huizinga noemt onze nationale cultuur burgerlijk in eiken zin, dien men aan dit woord hechten wil en hij laat dezen term ook een deel van zijn negatieven zin. In bewogen tijden geeft die neiging tot het alledaagsche, het effene, het onbewogene een sterk houvast. Wij koesteren slechts burgerlijke aspiraties maar van onzen zin voor burgervrijheid laten wij ons dan ook niet afbrengen. En terecht! Maar ligt hierin ook niet een groot groot gevaar ? Hoeden wij ons wel voor de dwaling dat wij het burgerlijke, het benepene voor iets meer aanzien dan voor wat het is: het plat-alledaagsche? Juist onze bloedeigerïburgerlijkheid beneemt ons de visie. Wij zien het kleine en kleinzielige niet meer omdat het zoo alledaagsch is, wij hooren het burgerlijk accent niet meer omdat ons oor er volkomen aan gewend is. Burgerlijk" heeft in bepaalde kringen een bepaalde beteekenis. Maar au fond is ook die beteekenis een twijg van den zelfden stam. Het lijdt geen twijfel of onze literatuur, met name onze hedendaagsche letterkunde kenmerkt zich door een uitgesproken burgerlijk" karakter. Zijn détheetafel-drama's onzer schrijfsters niet terecht berucht? En is de rest zoo heel veel beter? Couperus was niet burgerlijk. Maar hoe armzalig is niet, in onze dagen, een literatuur die met de negatieve qualificatie omvademd kan worden over de geheele linie juist dèt te missen, wat Couperus' werk nog steeds een aangenaam klinkende muzikaliteit verleent? ? Is het trouwens met het tooneel ook maar iets beter gesteld? Geenszins. Het gesproken woord verraadt zijn burgerlijke afkomst onbarmhartig. Wij hebben goede acteurs, wij hebben betere actrices de namen die u invallen hoef ik toch niet te noemen, niet waar? maar zouden zij zelf niet begrijpen dat wij hen doorzien wanneer zij hun toevlucht nemen tot charges, dialectrollen en volksdrama's ?- En de film.... Ik heb mij» kijkend en luisterend naar datgene wat er aan de andere zijde van het voetlicht^ten beste gegeven werd, vaak afgevraagd of men zich hiervan bewust was. In Frankrijk, in Engeland, zelfs in Amerika 'zou het tooneel, zouden tooneelschool en conservatorium daar geen genoegen mee nemen. Men hoort dit daar dan ook niet. Maar, verder denkende, ziet men dat dit ten onzent een symptoom is en dat het geen zin zou hebben het symptoom te bestrijden wanneer men niet bereid zou zijn het kwaad zelf uit te roeien. Het kwaad zit dieper en het burgerlijk accent van onze tooneelspelers en dat in den radio-omroep is dan ook' niet het belangrijkste. Veel belangrijker DIKKER &THIJS LEIDSCHESTRAAT 82-84 bezorgt bij U aan huis diverse Koude en Warme schotelt In ons Restaurant Déjeuner a f 1.25 Diner a f 1.75 Onze Bar De Zeeuwsche Hoek" voor Uw Apéritif en 't vlugge gebruik van kleine schotels is het feit dat het geduld wordt. Dat het hedendaag sche publiek het blijkbaar ook in de literatuur duldt en vergeet dat onze literatuur stoelt op de Tachtigers, die toch om den drommel niet burgerlijk waren maar juist een reactie te zien gaven op een intens burgerlijk tijdvak! Is het niet, in zekeren zin, een kwestie van sociale verhoudingen ? In de bewogen tijden van deze laatste twintig jaar hebben er heel wat verschuivingen plaats gehad. Dat zou niets hinderen wanneer de omhoog-gekomenen zich zelf den eisch oplegden het burgerlijke van zich af te schudden. Of wat vrijwel op het zelfde neer zou komen wanneer onze samenleving dit van hen zou verlangen. Het schijnt dat zij dat op dit oogenblik niet meer doet. , Het is dan ook veel meer dan enkel een kwestie van ,,accent". De spraak is slechts n kant van deze complexe aangelegenheid. Misschien is ook ons onderwijs-stelsel er schuld aan. Niet omdat het een ieder, die de gelegenheid heeft weten aan te grijpen om zich in een of andere vak-wetenschappe lijke richting te bekwamen, practisch alle maat schappelijke poorten ontsluit. Dat is slechts toe te juichen. Maar omdat de bureaucratische reglemen teering van ons hooger onderwijs de werkelijke academische vorming harer alumni niet aan ver deren toets onderwerpt. Zij neemt dit aan als iets, dat vanzelf spreekt en houdt vast aan de fictie, dat zij die om hun diploma en een baantje studeeren ook in de breede academische cultuur opgaan. Ten onrechte. Het resultaat is, om nu maar eens een voorbeeld te noemen, dat veelal onze juridische belangen bepleit worden door gediplomeerde zaakwaar nemers, dat de distinctie in andere vrije beroepen even ver te zoeken is en dat het mitsdien geen won der is dat men vaak in handel en industrie op leiden de posten menschen tegen komt, die een vorige generatie niet verder dan den kantoorkruk gelaten zou hebben of hoogstens had aangesteld tot chef van de afdeeling verkoop". Goed ontvang hen met open armen. Geef hun de plaats waar zij krach tens hun capaciteiten recht op' hebben l Maar laten zij deze plaatsen innemen, in het bedrijf, op het terrein van het geestelijk leven, in de letteren en in de kunst, wanneer zij werkelijk aangekomen zijn op het niveau waarop deze plaatsen hooren te liggen. Dit niveau mag niet naar beneden worden gehaald. Wanneer men dat tolereert ontstaat er gevaar voor de Nederlandsche cultuur. Men zal mij van overdrijving beschuldigen. Maar men houde mij ten goede: ik bedoel meer dan het taalkundig accent. Wat is bedoel is het accent van onze hedendaagsche beschaving. Het lijkt mij dat er een zekere verslapping is ingetreden in den weer stand dien conservatieve (en toch zoo nuttige) vooroordeelen moeten bieden. Maar juist die vooroordeelen, die ons allen aankleven, zijn alweer zoo uiterst burgerlijk. Hoe zou daar dan nog een zekere mate van controle van uit kunnen gaan? Het is onmiskenbaar dat dit aan ons volks karakter ligt. Zeker, wij lijden niet aan den groot heidswaan der Duitschers, die nooit obstakels zien, noch lijden wij aan het traditionalisme van de Engelschen, die zoozeer, bijna met uitsluiting van al het andere, aan de uiterlijke eigenschappen van den gentleman hechten dat zij persoonlijke kwali teiten van kunde en onderlegdheid 'veel te licht tellen. Laat ons het juiste milieu zien te bereiken. Of liever: werkelijk hooge eisenen stellen. Niet alleen aan kundigheid in bedrijf, wetenschap of kunst, maar ook en weer niet bij uitsluiting aan levensstijl. PAG, l DE GROENE No. 9)20 Werkloosheid en Rapport v. d. Coram. v. Onderkoelt naar den toestand van ondersteunde werltlooxen «n hun ge*innen, A'adm 7 OOR at degenen, die geen rechtstreeksch contact met gezinnen van werkloozen hebben, is het meer dan moeilijk, zich ook maar eenigermcte reëel voor te stellen, wat het voor alle levens omstandigheden van die gezinnen wil zeggen, op dit peil te moeten leven. De gemiddelde lezer zal het zich &.ü. moeilijk kunnen indenken, dat er voor fruit per gezin wekelijks nog geen ^/s cent kan Borden uitgegeven ; dat eieren en kaas vrijwel niet en groenten nog maar sporadisch in huis komen; dat men veel thuis blijft o,a. om slijtage der schoenen te voorkomen; dat het hebben van drie kinderen zonder verdiensten het gezin met ondervoeding bedreigt, omdat men dan nog net niet in aanmerking komt voor de goedkoope werkloozen-margarine ; dat men niet meer schriftelijk kan solliciteeren, omdat de brief port te duur is ; dat het een levensprobleem is of men de krant moet af schaffen of het zangclubje voor de twee dochtertjes moet beëindigen; dat men een trouwring moet verkoopen als eenige mogelijkheid om een gemaakte schuld te voldoen. En toch is dit directe levensrealiteit, ge constateerd door wetenschappelijk betrouwbare be zoekers en verwerkt in een officieel rapport der ge meente Amsterdam. Een rapport dat in zijn nuchtere weergave van cijfers en simpele feiten even sterk spreekt als de beste roman, aan de werkloosheidsvraag gewijd. Het is natuurlijk jammer, dat eerst tegen den tijd, dat de werkloosheidscijfers weer wat gaan dalen en er algemeen van opleving wordt gesproken en men vier, vijf jaren lang over de levensomstandigheden van honderdduizenden medeburgers heeft beschikt, dat eerst dan regeering en gemeentebestuur de be schikking krijgen oter een rapport, dat zoo duidelijk en volledig weergeeft hoe de verleende steun wordt besteed, waar men er door kan standhouden, en waar men in groote moeilijkheden raakt. En men vraagt zich af, of het nu werkelijk noodig was, dat een com missie van onderzoek, tot instelling waarvan op 28 April 1033 wordt besloten, eerst anderhalf jaar later haar enquête kon beginnen en eerst vier jaar later met haar rapport kon komen. Maar deze critiek verstomt weer als men overweegt dat Amsterdam dit onderzoek dan toch maar heeft laten uitvoeren, alteen voorgegaan door een, overigens minder uitgewerkt, onderzoek in Den Haag. TT ET onderzoek loopt over 186 gezinnen, natuurtijk ?** geen groot aantal, maar toch een, dat representa tief geacht kan worden en van deze gezinnen hebben er 78 nauwkeurige gegevens verschaft voor een uitge werkt budgetonderzoek en een onderzoek naar de voedingswaarde van het gebruikte voedsel. Hieraan zijn de eerste twee deelen Van het rapport gewijd, terwijl het derde een nader beeld geeft van de huiselijke en sociale omstandigheden der gezinnen. Voorts wordt alles nog eens uitvoerig toegelicht met tabellen, waarvan de eerste alle 186 gezinnen kort maar zeer duidelijk beschrijf t en de laatste voor 78 gezinnen individueel de voedingswaarde nagaat. De vraag van de voeding, die een afzonderlijke be spreking vereischt, willen wij voorloopig nog terzijde laten en slechts mededeelen dat deze huismoeders het klaarspelen, de uitgaven voor voeding tot gemid deld f 2,03 per gebruikseenheid (de behoefte van een volwassen man) terug te brengen, terwijl het normale gemiddelde van wat dergelijke niet-werklooze gezinnen voor voeding uitgeven f 3.70$ bedraagt. Het verschil wordt vooral gevonden in het beperken van vleesch (16 cent inplaats van 62 cent per week) en suiker (saccharine f) ;het afschaffen anfruit, kaas en eieren ; het vervangen van bladgroenten door erwten, boonen DONDERKOPJES O n verdien t verwijt VERSCHILLENDE bladen en personen heb ben in min of meer gloeiende verontwaardi ging de geringe militaire waarde der Neder landsche luchtmacht en met name van den boriibardeerdienst verweten aan het ontwapenings. streven van vroeger jaren. Nu onthult echter een onzer hoogste militaire luchtvaartautori teiten op een vergadering van de Vereeniging voor Krijgswetenschap, dat de theorieën over het militaire vliegtuig sinds eenige jaren totaal gewijzigd zijn en wij thans geheel andere gevechtsvliegtuigen behoeven. Als wij dus eenige jaren geleden een prima luchtmacht hadden gehad, zouden wij thans reeds met een verouderd rommeltje zitten. Dat konden die ontwapenaars" niet weten, werkelijkheid e.d.; meer broodmaaltijden en minder vet wat qualiteit en quantiteit betreft. Minstens even sprekend zijn de gegevens betref fende andere gezinsuitgaven: verhuizen beteekent behalve kosten maken meestal een verliezen van het laatste contact met de wereld der werkenden. Vandaar dat huishuur meestal 30 pCt van het budget betee kent ; vandaar ook de maatregel der huurbijslagen. Geld voor vernieuwing van beddegoed en meu bilair is nergens aanwezig. Ook voor Meeding en schoeisel wordt gemiddeld per gezin nauwelijks een rijksdaalder per maand uitgegeven. Daarvan i's dan nog zeker 2/3 voor de kinderen bestemd. Een betrekkelijk groot bedrag wordt voor reparatie-materiaal uitgegeven-, de huisbezoeksters zijn erover uit, dat dit in het algemeen keurig gebeurt, maar dat het vrijwel hopeloos werk is, gezien de algemeene slijtage. Dat zelfde geldt ook van het huisraad. Een kwart der ge zinnen las geen krant meer. De helft deed in de drie maanden van het onderzoek geen enkele uitgave voor ontspanning, bij de andere helft waren er nog elf gezinnen waar deze uitgaven niet meer dan 3 cent per week bedroegen. Wat er wel werd uitgegeven was grootendeels onderhoud of verdere afbetaling van een radiotoestel, het instrument, dat het verminderd contact met de maatschappij eenigszins compenseert. Hier stuiten wij op een zeer algemeen en zeer pijn lijk verschijnsel: de groote meerderheid der werkloo zen is ontmoedigd, voelt zich minderwaardig en is geneigd zich achteraf te houden ; de helft der gezinnen ging met niemand of alleen met familie om; een der weinige verhuizingen had plaats om in een drukkere straat te wonen, waar men als werklooze niet opvalt"; om dezelfde redenen gaan de mannen in de week niet met de kinderen uit. Voor de kinderen is het laatste waar men toe komt het aanvragen van schoolkleeding en -voeding en dan nog wordt de kteeding vaak vzrmaakt. En het merkwaardige i$ dat dit vrijwel het eenige punt is waarop men vzn moreelen achteruitgang kan spreken : de snpe dat men geen werk wil zoeken gaat b.v. niet op; meer dan de helft deed nog geregeld pogingen om werk te+vinden, een derde had het be halve de inschrijving bij de Arbeidsbeurs na lang durige vergeefsche pogingen opgegeven. Vzlen hadden allerlei kleine bijverdiensten-geprobeerd, echter meestal tevergeefs. Hetzelfde. gunstige oordeel moet over de gezinsverhoudingen worden uitgesproken. Slechts in drie gezinnen was door de werkloosheid een slechte verhouding tusschen man en vrouw ontstaan, in tien was de stemming daardoor soms wat geprikkeld. In slechts n geval was er een conflict met oudere kinde ren. In een gezin waar minimaal gegeten en gestookt word was van de drie zoons er een H.B.S.er en een student in de medicijnen: deze jongen leende zijn studieboeken of schreef ze over. De hooge kosten van licht en papier drukten zwaar op het budget. i i geeft dit rapport telkens weer een tref f enden kijk op deze menschen, over wie nog te vaak als paria's der maatschappij wordt gesproken en ge dacht. En het is wel bedroevend, dat het juist vaket deze houding van de werkende medemenschen is, die het dezen gezinnen moeilijk maakt hun zelfbewustzijn en levensmoed te behouden. Op financieel gebied zijn wij in ons land zoo gelukkig, in de werktoozenzorg niet bij andere landen achter te staan; al hoeft dit bij onzen rijkdom allerminst een bron tot zelfverheffing te 'zijn ; en al had men met weinig hoogere uitgaven vaak tot uiting kunnen brengen, dat men de moreele waarde van den arbeid ook telt. Maar nog veel te vaak komt in ambtelijke en persoonlijke relaties met werkloozen een houding van superioriteit tot uiting, die nergens meer kwetst en nergens minder te pas komt. Mr. W. VERKADE zal men zeggen. Accoord. Maar zij hebben toch niet anders gedaan dan een huisvader die in een veilige stad weigert een dure inbraakverzekering bij een slechte maatschappij aan te gaan en die daartoe eerste te bewegen is bij verhoogde onvei ligheid en beter verzekeringsvoorwaarden. En men mag nu blij zijn, dat het geld toen niet zonder nut is uitgegeven. Metamorphose . DE ,,Tribune" gaat zich omdoopen In Volks dagblad, dagblad voor Nederland. Een aardige naam, maar niet erg origineel, naast het Volksblad en het Volk. En eigenlijk be teekent het precies het zelfde als Het Nationale Dagblad". De Tribune" had moeten begrijpen, dat zij met het gebruik van de nationale" en volks-" titels als reclame wat achter het net vischt. NOG STEEDS VRAGEN DB NON-WTERVENTIEmaatregelen onze aandacht. Nadat viceadmiraal De Graaff het hem gedane aanbod, de leiding van de controle ter zee en te land op zich te nemen, naast zich had neergelegd (hetgeen wij meenden te moeten verklaren uit zijn gebrek aan vertrouwen in de doeltreffendheid en oprechtheid van deze maatregelen), hebben de internationale instanties die zich met deze onverkwikkelijke zaak bezig houden, zich gewend tot Vice-admiraal Van Duim en Schout-bij-nacht Olivier. Deze laatste zou met de leiding der zee-controle worden belast. De heeren hebben deze aanbiedingen geaccepteerd en zijn reeds in contact getreden met Lord Plymouth. Moeten wij uit het feit dat Hollanders nu toch (met den Deenschen kolonel Lunn) met de leiding van deze aangelegenheid zijn belast, op maken dat de zaak serieuzer is dan wij eerst hebben aangenomen en dat het vooral Engeland in dezen ernst is ernst, niet alleen wat de be doeling maar ook wat de uitvoering aangaat? Dat zou uit het verder verloop van zaken moeten blijken. Zooals men weet staat als volgend punt op de Fransch-Engelsche agenda: de terugroeping der vrijwilligers", zoodat dan daarna maar dan werkelijk de Spanjaarden de zaak maar onder elkaar moeten uitvechten. De eerste debatten zijn hierover in de non-interventie commissie geopend. Het feit dat de Russen niet willen spreken over neutralisatie van den goudschat van de Bank van Spanje (die tijdig naar het buitenland is gebracht) geeft Italiëen Duitschland een aanleiding om te weigeren het chapiter van de terugroeping der vrijwilligers te entameeren. Dat is heelemaal niet erg. Nu is er tenminste een onderhandelingsobject. Voorzichtig onderhandelen is in ieder geval beter dan een politiek van op de spits drijven. Intusschen gaan de daden van zeerooverij" van Franco voort. Deze uitdrukking heeft minister DeGraeff in het Eerste-Kamer-debat niet ten onrechte gebruikt. Dat wij ter beveiliging onzer scheepvaart maatregelen nemen, spreekt vanzelf. Ook in oorlogs tijd was dit convoyeeren gebruikelijk. Een noot van humor ontbreekt hierbij niet: de nationaal-socialisten, Marchant d'Ansembourg vooraan, zijn in woede ontstoken, omdat nu onze slappe" regeering en ditmaal terecht krachtig optreed. MAAR WAT WIL MUSSOUNI EIGENLIJK? HIJ heeft zoojuist een schitterend georganiseerde triomftocht langs de Lybische kust achter den rug. Aan eerepoorten, monumenten, huldigingen en be tuigingen van onderworpenheid geen gebrek. Maar begint hij niet bij het einde? Of duidt dit alles op wat hij nog op het oog heeft voor zijn Italiaansch Imperium? Het is aanstonds duidelijk dat een her stel van het Romeinsche Keizerrijk laat ons n oogenblik dit waanidee onderstellen als iets dat realiseerbaar is Frankrijk en Engeland als tegenstrevers op zijn weg vindt. Frankrijk moet zich kunnen verlaten op de vrijheid van zijn ver binding met Noord- en Centraal-Afrika. En dat Engeland geen wereldmacht kan dulden die de boorden van de Middellandsche Zee voor zich opeischt, staat onomstootélijk vast. Maar er is iets dat wijst op het voornemen van Mussolini om zoowel Frankrijks als Engelands koloniale positie te ondermijnen. Dat is zijn pose als beschermer van den Islam. Dat is niet iets van vandaag of morgen. Radio-Bari zond indertijd reeds anti-Engelsche propaganda in de Arabische taal uit. Abessyniëis (hoewel de heerschende klasse den Koptischen godsdienst is toegedaan) in meerderheid een mohammedaansch land. Is het soms te ver wachten dat de volgelingen van Mohammed daar teedere gevoelens voor Italiëkoesteren? Of in het op even weinig zachtzinnige manier veroverde Lybische achterland? MET AUSTEN CHAMBERLAIN, DIE IN DE AFGEloopen week overleed, is een van die staats lieden weggegaan door wie de periode van rust gekenmerkt werd die Europa na den wereldoorlog genoot. Hij nam niet meer aan de actieve politiek deel, maar zijn woord had nog tot op 't laatst groot gezag. Het was geen wonder dat de eenige over levende van Locarno een groot propagandist was voor de vriendschap met Frankrijk. Juist nu ver langde hij de bevestiging daarvan. De gevaren van de dynamische periode der Europeesche politiek ontgingen hem geenszins. Hoewel deze zoon van den grooten Joe en- halfbroeder van den tegenwoordigen minister van financiën Neville Chamberlain, zich persoonlijk min of meer afzijdig hield, MG, 3 DE GROENE Na. 3)20 heeft hij toch bijgedragen tot de krachtsontplooiing die Engeland nu te zien geeft. Veel hangt er af van deze krachtsontplooiing. Zal het werkelijk tot actieven tegenstand van Engeland komen ? Gebeurtenissen van ondergeschikt belang zullen dien tegenstand niet uitlokken. Geen gestook in den Balkan, geen onrust in Frankrijk, zooals die bij de relletjes in Clichy tot uiting kwam. Het zullen grootere politieke vragen zijn, wil Londen tot daden geprikkeld worden. Het is niet uitgesloten dat de ontwikkeling van den toestand in de Middel landsche Zee Engeland binnen afzienbaren tijd voor de beslissende vraag zal stellen. DE NEDBRLANDSCHE RIJKSMIDDELEN VERTOOnen over Februari een zeer verheugend aspect. Hoewel die maand drie dagen korter was dan de vorige hebben de indirecte middelen ruim 33 millioen opgebracht en 2 millioen meer dan in Januari. Vergeleken met het vorige jaar was het verschil nog veel treffender: bijna zes millioen. Hiervan is bijna de helft te danken aan het her leef de beursleven in den vorm van zegelrechten. Maar ook tastbaarder verschijnselen van opleving spelen een rol: uit de in- en uitvoerrechten blijkt dat de uitvoer met 10 pCt. en de invoer met 5 pCt. is toe genomen. Ook het binnenlandsche handelsverkeer blijft grooter, ook nu de eerste kooprage na de deva luatie voorbij is, blijkens de ruim ? 600.000, die de omzetbelasting meer opbracht dan in Februari 1936. Toch zullen wij pas werkelijk kunnen genieten als uit een krachtige daling der werkloosheidscijfers en een verhoogde inkomstenbelasting in alle categorieën blijkt dat de opleving allen ten goede gaat komen. DE TWEEDE KAMER IS AAN DE LAATSTE LOODJES der wetgeving bezig, alvorens zij zelf het loodje legt en haar leden na Paschen den boer opgaan voor de verkiezingen van 26 Mei. De zeer lastige materie der Ziekenfondswet is tot rustiger tijden verschoven. De Zegelwet en de wet tot opheffing der goud clausules zijn met verwerping der amendementen zonder noemenswaardige bezwaren aangenomen; evenals de nieuwe contingenteeringen, al Hetende traditioneel vrijhandelaren hier zeer waarschuwende stemmen hooren. Langer heeft deze Kamer zich b^zig gehouden met de spoorwegsaneering en het bestuur en beheer van den Wieringermeerpolder. En tenslotte mag men ook wel zeggen dat de verbindend- en onverbindendverklaring der onder nemersovereenkomsten er doorgejaagd is, al héft men er nog twee middagen en n avond aan besteed. Tegen de onverbindendverklaring hadden de socia listen bezwaren, terwijl dit voor de liberalen juist de eenige attractie van het onderwerp was. Ook dit ontwerp is met verwerping der amendementen aanvaard. * MINISTER DE WILDE EN DE SOCIAAL-DEMOCRATEN zijn niet bepaald intieme vrienden. Ditkomt in sterke mate tot uiting bij de burgemeestersbe noemingen van dezen bewindsman. Hij spreekt in dit verband over hen als over menschen aan wie hij een hekel heeft", maar die hoogstens van tijd tot tijd kunnen meevallen. En onlangs heeft hij van zijn partijdigheid in dit opzicht nog een kras staaltje gegeven door als burgemeester voor het in groote meerderheid sociaal-democratische Usqucrt en als opvolger van een socialist, boven een geschikten candidaat, die lid is van deS.D.A.P., een. niet-rooden ambtenaar van de Zuivelcentrale te ver kiezen, wiens ontslag aldaar dringend gewenscht was n waarvan het eervolle" karakter met de noodige korreltjes zout moet worden genomen. Dat hij dus toch heeft kunnen besluiten het lid van het sociaaldemocratisch partijbestuur mr. J. in 't Veld in Zaandam tot opvolger van K. ter Laan te be noemen, strekt zoowel den na 23-jaren van ge trouwe ambtsvervulling aftredenden functionaris als den nieuwen candidaat, die als hoofdambtenaar van de gemeente Rotterdam dan ook voortreffelijke antecedenten heeft, gelijkelijk tot eer. En ten slotte ook den minister, die ditmaal zijn parti-pris heeft kunnen overwinnen. , UW PARTIJ heeft voor schriftelijke propaganda veel voordeel van een Alg. Adressenbureau, dat behalve Adressen ook prima outillage heeft voor adresseren, etc. Inl. bij De Mutator", Alg. Ad reeeen bureau. W. Parkweg 112-g, Ameterdam-Z. Tel. 91077

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl