De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 20 maart pagina 3

20 maart 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

T \ i De mens ACHTER het masker Luchtbescherming is een zaak van organisatie! IN zijn boek over de oorlog der toe komst geen fantastische roman, maar een militair studiewcrk schrijft de Italiaanse hoofdofficier Rocco Morretta: De bescherming der bevolking van een grote stad tegen aanvallen uit de lucht bezorgt de overheid, die voor de veiligheid der inwoners in oorlogstijd verantwoordelijk is, veel hoofdbrekens. In d* eerste plaats ontbreekt ons nog de bizondere ervaring op dit gebied, en bovendien zit het probleem vol tegen strijdigheden .... Tot dusver is het vraagstuk nog slechts in theorie op gelost, ... Uit alles wat wij over de bescher ming der burgerbevolking hebben ver nomen blijkt dat de voorgenomen of reeds genomen maatregelen ter ver mindering van de verwoestingen door luchtaanvallen nog in het stadium ver keren van proefnemingen, die beves tiging door de oorlogservaring drin gend nodig hebben." Men kan het met deze uitspraak bijna geheel eens zijn. Bijna. Want in de laatste zin is Moretta bepaald te optimistisch, wanneer hij spreekt van bevestiging door de oorlogservaring". Onze proefnemingen zullen ongetwij feld ook wel eens door de ervaring worden weerlegd. KENT u de geniale fantasie van Wells:, ,De Oorlog in de lucht" ? In deze roman, verschenen in 1908, wordt een oorlog beschreven zoals die zich zou kunnen voltrekken als de aviatiek, die toen nog in haar kinderschoenen stond, zich zo snel ontwikkelde als in de twintigste eeuw mocht worden ver wacht. Wells heeft altijd een voorspel lende geest gehad en zijn voorspelling is uitgekomen: de aviatiek heeft zich met grote snelheid ontwikkeld, het luchtwapen heeft een grote taak gekregen in de oorlog, er is een wereldoorlog gekomen en sommige lieden spreken over een volgende. Tot zo ver de grote lijnen. Maar hoe geheel anders is het in de details gegaan dan Wells in 1908 kon voorzien ! Welnu : stel u voor dat in 1908 een regering de principiële juistheid van Wells' voorspellingen had ingezien en ' aan haar militaire deskundigen zou hebben opgedragen, de verdediging des lands in te richten met het oog op de luchtoorlog der toekomst.... wat aou het resultaat zijn geweest ? Een aantal kostbare maar zinloze maatregelen, die door onvoorziene vorderingen der techniek waardeloos zouden zijn ge worden nog vóór de tijd was aange broken om ze op de proef te stellen. Men kan geen doeltreffende maat regelen nemen voor een toekomst die men niet kent, ook al kan men met een profetische blik deze toekomst in grote lijnen voorzien. Ongeveer in deze positie verkeren wij op 't ogenblik ten opzichte van de be scherming der burgerbevolking tegen het gevaar uit de lucht in een eventuele volgende oorlog. We kunnen voorzien dat er wellicht een oorlog zal komen. We kunnen er zeker van zijn dat het luchtwapen, daarin een grote taak zal hebben en dat zijn aanvallen niet alleen zullen worden gericht tegen de troepen aan het front, maar ook tegen wat men vroeger het achterland noemde, omdat daar de kern is van de te breken weer stand en van daar uit het strijdende leger wordt voorzien met materiaal en levensmiddelen. We weten dus dat een deel der burgerbevolking zal blootstaan aan aanvallen met de bekende strijd middelen: brisantbommen, brandbom men en strijdgassen. Maar we weten niet welk deel, en evenmin weten we in welke mate en op welke wijze. Zelfs de straks te gebruiken strijdmiddelen kunnen grote verrassingen opleve ren. Al wat we ons hieromtrent trachten voor te stellen is wellsiaanse fantazie. En de afweermaatregelen die we be ramen zijn navenant: het zijn proef nemingen, die de bevestiging (of weer legging!) door de oorlogservaring dringend nodig hebben." DIT is gelukkig niet helemaal waar ! D; verduisteüng van het land bij luchtgevaar, waaromtrent de laatste tijd telkens voorbereidende proeven zijn genomen, blijft ook dan belangrijk als men er in zou slagen de vliegers op doeltreffende wijze draadloos te ori nteren boven een verdonkerd land zullen zij toch altijd moeilijker hun weg vinden. Daarom zijn de nieuwe Philips Protectorlampen, zo juist op de Jaar foto van een etalage, verleden zomer in een der groote steden genomen. Er stond niet bij dat een derge (ijk gasmasker voor de ongeoefende bur ger onbruikbaar is, zelfs al zou het passen (waf alleen in de 'gaskamer kan worden nagegaan) Open "overdrukgasmasker in gebruik beurs gedemonstreerd, die genoeg licht geven om in huis en op straat de weg te vinden maar het zó verspreiden dat van boven af reeds op korte afstand de verlichting onzichtbaar is, te begroe ten als een belangrijke uitvinding, die in tijd van nood haar nut zeer zeker zal bewijzen. Nog een nederlandse uitvinding van de laatste tijd kan van belang zijn van meer belang dan men zou kunnen afleiden uit wat men er in de pers en van officiële zijde van hoort: het open overdrukgasmasker, het eerste gasmasker dat voldoet aan redelijke eisen, die men aan een o/fcsgasmasker moet stellen. Het gewone" gasmasker is van huis uit een soldatenmasker, bestemd dus voor lieden die in het gebruik ervan worden geoefend. Deze oefening is zeer noodzakelijk, zó noodzakelijk dat men gerust kan zeggen.dat voor ongeschool den, die bovendien in nerveuze toe stand verkeren, zo'n gasmasker een waardeloos prul is. In tegenstelling hiermee, is het open overdrukgasmasker ontworpen als beschermingsmiddel voor de bur gerbevolking. Het bestaat uit een open kap, die over het hoofd wordt gescho ven (en dus iedereen past, ook kinderen) waarin constant een geringe overdruk wordt onderhouden door een pompje, dat lucht door een filterbus aanzuigt en in het masker perst. Het grote gevaar bij alle overdruktoestellen: dat de be dreigde persoon in zijn zenuwachtig heid te hard gaat pompen, waardoor de lucht te snel de filters passeert en niet voldoende van gas wordt gezui verd, zodat gas wordt geperst in de ruimte die men wil beschermen (hier: in het masker), is ondervangen op een wijze die geniaal van eenvoud is, je reinste ei van Columbus, en die ik hier dus niet aan H.H. concurrenten van de uitvinder zal verklappen. Er be staan ook grotere toestellen: zes mas kers op n filterpomp, voor een heel gezin. Dit eenvoudige toestel schijnt inder daad een doelmatige oplossing te bieden voor n der gevaren waaraan de burger in de luchtoorlog blootstaat. (Schijnt: slechts een romancier waagt zich hier aan profetieën.) Maar hoe belangrijk dergelijke uitvindingen ook mogen zijn, ze blijven van onderge schikte betekenis zo lang de hoofdzaak ontbreekt: de organisatie der lucht bescherming. Goed materiaal is on misbaar, maar men heeft er allén iets aan als het op doelmatige wijze wordt gebruikt. En dit is een zaak van orga nisatie een organisatie die de gehele bevolking van groot tot klein dient te omvatten. Zo lang deze organisatie niet tot stand is gekomen, m werke lijkheid, en niet alleen op papier, blijft onze luchtbescherming een fictie. Niet op het masker op de mensen achter het masker komt het aan. IEDERE man, iedere vrouw en ieder kind dient met de eenvoudigste regelen der luchtbescherming evenzeer vertrouwd te zijn als de bewoner van een grote stad met de regels van het verkeer. ledere inwoner dient zo ge schoold te zijn! dat hij bij het signaal luchtalarm" met evenveel zekerheid zijn schuilplaats opzoekt of zijn taak verricht als hij thans op een spitsuur van de Vondelstraat naar de Stads schouwburg wandelt (wat óók levens gevaarlijk is). Dit te bereiken is de eerste en nood zakelijkste taak; hiernaar zal door overheid en particuliere organisaties met alle kracht en de grootste mogelijke spoed moeten worden gestreefd. Onop houdelijke volksvoorlichting en geest driftige propaganda zijn noodzakelijk, doch deze zullen slechts de beoogde uit werking hebben als zij gepaard gaan met een onmiddellijk aangepakte doel matige organisatie der eenvoudige be schermingsmaatregelen. Propaganda n daad zijn noodig. Ze zijn dringend noodig, nu, zonder verwijl. De onvermijdelijke verschillen van meening op punten van onder geschikt belang dienen voor deze noodzakelijkheid te wijken. Met een behoorlijke organisatie der luchtbe scherming zijn jaren gemoeid. En het is niet gezegd dat er nog vél jaren zullen verlopen voor de genomen maat regelen op de proef worden gesteld. YGE FOPPEMA Sinaasappelen en bommen Albert Heiman DE grote geschiedenis van deze winter is, dat wij het hier in Spanje meer dan ooit van de sinaasappelen moeten hebben. Oorlog bete kent economische verwarring, en economische ver warring betekent gebrek. Elke week wordt de schaarste aan levensmiddelen groter, en nadat vlees en eieren reeds kostbare zaken geworden zijn, maken wij nu mee, dat het brood iets is, dat men niet elke dag meer eten kan. Gelukkig zijn de sinaasappelen et nog ! Hoe lang kan een mens van sinaasappelen en amandelen leven ? Voor het eerst sinds lang beginnen de epicu risten zich te interesseren voor vitaminen, plant aardige vetten en vervangmiddelen van proteïnen. De sinaasappelen zijn kostelijk dit jaar, en sinds er overal in, het buitenland een clearing bestaat die de export belemmert, komen er uit Valencia evenveel appelsienen als oekases voor het binnenland. Juist nu is Valencia altijd al een opgewekte stad drukker, rumoeriger en geanimeerder dan ooit. Een nood-residentie waar halve ministeries in veel te kleine paleizen zijn ondergebracht. Waar het wemelt van milicianos met verlof, die een paar dagen komen uitrusten van de barre strijd aan het front van Madrid. Ze nemen het er goed van, over tuigd van.de wisselvalligheid van dit leven, en maken de winkelstraten overvol, de restaurants blauw van de zware rook, en de bioscopen slechts door belege ring betreedbaar. Terwijl de ambtenaarswereld, die uit Madrid naar Valencia overgebracht is, in zijn bureaux en zijn hotels nagenoeg onzichtbaar blijft, behoort het leven van de straat aan de miliciano, die in de loop van vijf maanden van vrijbuiter en franctireur tot een echte soldaat geworden is, behoorlijk uitgerust en van duidelijke onderscheidingstekenen voor zien. Het is niet zonder een speciale gezelligheid, nu men aan elk cafétafeitje de wonderlijkste avonturen kan horen vertellen, grappen en kleine heldenfeiten, exempelen van een bizonder goed gesternte of van een buitengewoon bangelijke kameraad, zoals elke soldaat diébij dozijnen gereed heeft. Van een uitge sproken haat, een uitgesproken politieke felheid valt niets te bespeuren. Die opereren in het verbor gen, achter de schermen der kanselarijen en minis teries, niet onder het dappere, geestdriftige volk dat bij alles toch nooit'zijn gezonde realiteitszin ver liest. En kan men met recht zeggen, dat er in Valencia meer van de oorlog en minder van de revolutie bemerkbaar is, dan noordelijker langs de kust, in de steden en dorpen van Catalonië. Dat wordt men reeds onderweg gewaar. In tegenstelling met nog geen maand geleden, komen wij op de 400 K.M. van Barcelona naar Valencia geen enkele wachtpost tegen, niemand die onze auto aanhoudt of naar papieren vraagt. Met een absoluut gevoel van veilig heid doorkruist men op een koude Decemberdag dit gedeelte van Spanje langs de kust. Niettemin zijn er telkens kleine episodes die er aan komen herinneren dat wij ons midden in een burgeroorlog bevinden: de oorlogsschepen die men, van de weg af, hier en daar op zee ziet, de bijna totale afwezigheid van vissers boten, het strenge niet meer dan twee gerechten" in ons restaurant onderweg, en vooral de ontmoeting met een convooi geëvacueerden uit Madrid. Een lange reeks autobussen, gevuld met oudjes, met vrouwen en kinderen. De oudjes i nelkaar-gedoken, wanhoop aan dit leven op hun rimpel-gezichten; de moeders met grote starogen hun zuigelingen zeulend, en gelig-beangstigd de zwangeren; de kinderen, onze eeuwige hoop op de toekomst, de vuistjes zwaaiend en roepend: ,,Viva la republica !" Het is een beklemmend gezicht dat met een schok het be wustzijn teruggeeft, dat wij hier op nog geen twee uur autorijdens van het gevechtsfront van Teruel verwijderd zijn, dat er op ditzelfde ogenblik mis schien nog altijd de 2oo-kilo-bommen (made in Germany) op de huizenresten van de Puerta del Sol in Madrid neervallen. Dat wij in Valencia vandaag of morgen ook onaangenaam bezoek ,,per lucht" kun nen verwachten. Inderdaad is de nieuwe residentie van Spanje goed voorbereid op luchtaanvallen. Er zijn groote refugios", bomvrije kelders, gebouwd, die een paar duizend man kunnen bevatten; bestaande kelders werden ingericht voor massa-verblijf. Alle winkel ruiten zijn met papierstrooken, meestal met fantasie en zin voor ornamentiek, beplakt, tegen het sprin gen. Onzichtbaar is op bepaalde daken luchtafweergeschut opgesteld. En des avonds branden op straat blauwe lichtjes, terwijl rigoureus om tien uur heel de stad in donker gehuld wordt. Alleen in de zorg vuldig toegesloten huizen mag het licht blijven branden, en het is een zonderlinge sensatie, om middernacht uit de bioscoop komend, haast op het gevoel af de weg naar huis te moeten vinden in deze vreemd-verstilde nachtstad. Op een keer, kort na middernacht, is er alarm. Sirenes loeien, met lange claxonkrëten rennen auto's door de stad. Een luchtaanval op komst! Ik moet bekennen mijn civiele plicht zozeer vergeten te hebben, dat ik mij omgekeerd heb op het andere oor. Met de slaap valt minder te spotten dan met het leven, en alle gevaar went op den duur en krijgt iets belachelijks. Als de vensterschijven in gr izelementen gaan, is het tijd genoeg om op te staan. DE volgende morgen blijkt, dat het ongewenst bezoek van een paar vliegtuigen niet veel heeft kunnen uitrichten. Maar van schrik pver het alarm zijn verschillende ingezetenen dood gebleven.'Dat discrediteert voorgoed alle luchtraids. '*?Eet meer sinaasappelen. Sinaasappelen zijn voor ons, wat spinazie voor Popeye is," zegt mijn reisgenoot bij wijze van moraal uit deze geschiedenis getrokken. Maar ze heeft nog een andere mo raal. . ?De volgende dag, juist tegen etenstijd, is er op nieuw luchtalarm. Afgezien van een paar vrouwen die beginnen te hollen en die spottend worden nageschreeuwd, maakt echter niemand zich daar meer druk om. Nieuwsgierig blijven 'de meesten staan om de hemel af te zoeken. Rustig gaan ande ren de bar's binnen om een laatste aperitief". Ik geloof niet dat er veel mensen in de kelders gevlucht zijn. Er verschijnt tenminste niemand wanneer een half uur later nieuwe signalen bekend maken dat het gevaar geweken is. Ditmaal heeft de vijand slechts een kleine raid boven het strand gehouden, waar juist militaire oefeningen plaats vonden. Er viel geen enkel ongeluk te betreuren, maar het had ook anders kunnen lopen. Doch zo is de massa: ze houdt er niet van zich twee keer dood te schrik ken over nzelfde ding. Op het station, waar de treinen met vijf, zes uur vertraging gaan, komen honderden geëvacueerden uit Madrid en Extremadura op doorreis aan. Dit levert een nog ellendiger gezicht op, dan dat van de autobussen. Want deze vluchtelingen hier, slechts, vrouwen en kinderen en grijsaards, slepen nog de resten yan hun hebben en houden mee, die zij uit de algemene ramp hebben kunnen redden: zakken vol nutteloos eetgerei, lompen en rafels, halfvervuilde kledingstukken, een paar dekens. Bedreigde plaatsen worden zo mogelijk geëvacu eerd vrouwen en kinderen worden in vrocntouto's weggebracht naar veiliger plaats Moeders met vier, vijf kleine kinderen achter zich aan, meisjes die met balen zeulen die haast zo groot zijn als zij zelf. Mensen die de laatste overblijfselen van hun verleden niet willen en niet kunnen opge ven. Misère, doodsangst, radeloosheid. Ze zitten neer "op hun weinige bezittingen, ergens op het ver laten perron, en wachten urenlang tot de aanslui ting komt. Een paar vertellen dat zij al drie dagen onderweg zijn.... Ellende van de achterhoede. Wanneer wij met de trein teruggaan naar het noorden, in de zonnige namiddag een paar uur lang door bloeiende, neen, rijk met vruchten beladen sinaasappeltuinen, dan is het moeilijk te geloven dat dit alles tegelijkertijd bestaat: een zo feestelijke, zo mooie aarde, en een wereld zo vol van leed en moord en waanzin. Een zo lokkend leven en een zo afschrikwekkend bestaan ! Millioenen en millioenen sinaasappelen zijn nog o n geplukt. Hun stralende, zongouden ronding prijkt met ontzaglijke 'overdaad tussen het donkergroene gebladerte. Eén enkele boom draagt menigmaal honderden vruchten, en er zijn duizenden kavels vol bomen. Talloze overrijpe vruchten zijn afgeval len, liggen daar in de schaduw te wachten en weg te rotten. Juist zoals in de steden ontelbare rachitische kinderen op sinaasappelen wachten en vegeteren bij gebrek aan zon. Waanzinnige wereld.. .. De trein is vol milicianos en vluchtelingen. Allen zijn stiller geworden, geïmponeerd door de oriën taalse pracht en de rijkdbm van deze onafzienbare oranje-en-groene appelsienengaarden. Hier en daar staat een tuinman tussen de bomen de trein aan te gapen. Wanneer de vaart langzaam en langzamer gaat, de trein naar Spaanse aard begint te kruipen, worden de milicianos weer luidruchtiger, en roepen ze de boeren op het land toe, dat zij dorst hebben. Dorst naar sinaasappelen. De boeren lachen, en spoedig wordt onze trage trein met gouden vruchten bekogeld. Oorlogstijd.... de boeren zijn gul. In een dorpje brengen de boeren manden vol appelsienen die zij verdelen aan wie maar wil. En hun gave wordt met graagte aangenomen, want niemand heeft een al te volle maag in deze dagen. Dan valt een stille, starre winteravond over het omringende land. De trein, een expres notabene, gaat nog steeds langzamer, met opzet, om de vijand, te verschalken, die een veel te gemakkelijk spel zou hebben met op tijd lopende treinen uit de lucht te bombarderen. Alle lichten zijn gedoofd in onze overvolle wagon. Maar gedurende al de vijf uren dat wij ons in het bijna-stikdonker bevinden, ge beurt er niet n wanordelijkheid, niet n incident. Betekent dit niet dat er werkelijk een nieuw Spanje bezig is te ontstaan ? In Tarragona brengt het een of andere Comitémelk rond voor de kinderen der vluchtelingen. Spontaan en met de grootste orde worden allen bediend; op zulk een hartelijke wijze, die de geëvacueerden te midden van al hun ellende dermate roert, dat ze geestdriftig uitroepen: Leve Catalonië, Cataloni de genereuze !" . En dan schokken wij weer noordwaarts, waar minder oorlog is, maar meer revolutie. Wij dutten allen in de donkerte, terwijl de trein voorzichtig naar zijn weg snuffelt. Knap de vijand die ons weet te bombarderen, nu wij zonder lichten met meer dan negen uur vertraging huistoe gaan ! cftampaqnc K f* U Q O T IA T Cl' J.' '* / qucllc Tinesse.' PAO. 4 Di GROENE N*. 1120 PAO. 5 06 GROENE N* 3120 «**?>( ??% «-"T'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl