Historisch Archief 1877-1940
xt *
k
l i
ir»
DE ENCYCLIEK
De Paus neemt stelling tegen het nationaal-socialisme
, ,Met bedekte en zichtbare dwang
maatregelen, intimidaties, het in uitzicht
stellen van oeconomische, professioneele,
burgerlijke en' andere nadeelen wordt
de geloofstrouw der katholieken onder
een druk geplaatst, die even onwettig
als menschonwaardig is. Ons gchccle
vaderlijke mede-gevoel en diepste mede
lijden vergezelt hen, die hun trouw aan
Christus en de Kerk tegen zoo hoogen
prijs moeten betalen. Echter, hier is het
punt bereikt, waar het ons het laatste
en hoogste, om redding of ondergang
gaat Als de verleider of onderdrukker
op een van hen toetreedt met den
Judaseisch van uittreden uit de kerk. dan kan
bij hem alleen het woord van den Heiland
voorhouden: ,,Ga weg van mij, Satan,
want er staat geschreven: den Heer uw
God zult gij aanbidden en Hem alleen
dienen...."
,.Het behoort tot de noodlottige
kenteekenen van dezen tijd, dat evenals
de zedenleer, ook de fundeering van het
rechtswezen en de rechtspraak meer en
meer wordt losgemaakt van het ware
geloof in God en de geopenbaarde ge
boden van God. Wij denken hierbij vooral
aan het zoogenaamde natuurrecht, dat
door den vinger van den Schepper-zelf in
de tafelen van het menschenhart gegrift
werd.... Menschelijke wetten, die met
het natuurrecht onoverbrugbaar in tegen
spraak zijn, lijden aan een oorsprongsfout,
die door geen middel van geweld of
machtsontplooiing kan worden goed
gemaakt."
HET zij mij vergund bovenstaande woorden
uit de pauselijke encycliek, die jongstleden
Zondag in alle roomsche kerken van den
kansel werd voorgelezen, aan te halen. Deze woorden
zijn van zeer groot historisch belang. De diplomatie
van den Heiligen Stoel heeft lang geduld geoefend.
De roomsche kerk heeft immers den tijd. Maar nu
is aan Hitler toch een over-duidelijk Tot hier toe
er niet verder !" toegeroepen. Deze encycliek keert
zich tegen alle waandenkbeelden en usurpaties van
de hakenkruiserij. Tegen de Blut und
Boden"theorie, tegen den r assen waan, tegen de eischen van
den totalitairen staat inzake de opvoeding van de
jeugd een opvoeding die geen ander doel kent
dan weerbaarmaking tegen de onderdrukking
ran gewetensvrijheid en religieus leven en tegen de
rechtsverkrachting die zich baseert op de theorie:
Recht ist was dem deutschen Volke nützt."
De kerkstrijd is, voor het overige, niet iets van
vandaag of gisteren. Nu is het weer de protestantsche
kerk, tot welke het Derde Rijk in scherpe tegen
stelling geraakt, dan weer de roomsche. Oorspron
kelijk leek het of er tusschen de protestanten en de
ware nazi's nog wel eenige affiniteit kon bestaan
en was het vooral de roomsche geestelijkheid met
wie de nieuwe nationaalsocialistische heerschers in
conflict kwamen. De groote woordvoerder voor de
roomsche zaak was toen kardinaal Faulhaber.
Intusschen werd het verzet van protestantsche
zijde steeds grooter. Allerlei conflicten liepen hier
dooreen. Daar waren de zich noemende Duitsche
Christenen", die eigenlijk in 't geheel geen Christenen
meer waren, maar grootendeels' Rosenbergianen,
belijders van het nieuwe Germaansche heidendom.
Dan was er een kleine partij van gelijkschakelaars
en daartegenover weer een groote schaar van
aanhangers der belijdenis-kerk. Er is juist op dit
oogenblik over het Charter van de Duitsche evange
lische kerk veel te doen. De twee jaar oude
strijdvraag of de kerk zichzelf mag besturen of,
gelijkschakeld, van boven-af dus, in het huidige stelsel,
van staatswege ??bestuurd zal worden, is nog
steeds onbeslist. Kerrl, de tot minister voor kerke
lijke zaken benoemde nationaalsocialistische be
windsman, heeft het in de afgeloopen periode niet
op een breuk laten aankomen. Nu zouden er kerke
lijke verkiezingen worden gehouden, maar ook
daarmee schiet het niet op. Gemanipuleerde ver
kiezingen durft Hitler in deze zaken niet aan. Echte
verkiezingen blijkbaar ook niet. Het heet dat er
reeds eenige ontwerpen voor verkiezingsreglementen
in de prullemand zijn gegaan. De indruk die het
nazi-bewind maakt is er een van weifelmoedigheid.
qo&d/f
E NIEUWE BROCHES
'f - - 5O
Tenslotte is de tegenstelling tusschen de evangelische
kerk en minister Kerrl onlangs nog verscherpt door
een open brief aan Kerrl van den bekenden theoloog
Superintendent (Bisschop) Dibelius, die voor de
protestantsche kerk vierkant stelling neemt tegen
de nationaalsocialistische thesen, zegt dat hij nie
mand zijn meening op wil dringen, dat hij de mee
ning van anderen eerbiedigt maar dan ook niet kan
dulden dat aan de evangelische kerk de nationaal
socialistische dogma's opgedrongen worden.
Ter zelfder tijd verkondigde in de overvolle dom
kerk te München kardinaal Faulhaber opnieuw zijn
afwijzing van de nationaalsocialistische leer.
Oorspronkelijk heeft het régime getracht prote
stanten en katholieken tegen elkaar uit te spelen.
Maar daaraan is een einde gekomen door een zekere
mate van onderlinge verstandhouding van de kerke
lijke leiders.
ZONDER eenigen twijfel komt de encycliek van
den Paus voor Hitler op een zeer ongelegen
moment. De reacties van de Duitsche regeering zijn
dan ook zwak en weifelend. In allerlei beschou
wingen kan men lezen, dat het van zoo bijzonder
belang is dat protestanten en katholieken nu in den
kerkstrijd hand in hand gaan en dat de Paus blijk
baar dit moment gekozen heeft voor zijn encycliek
omdat zijn tegenstander met de evangelische kerk
in een cul-de-sac was aangeland. Evenveel nadruk
wordt er gelegd op de zuiver politieke overweging
dat Hitler zich juist nu, op dit uur, geen enkele
wrijving met Rome kan permitteeren. Dat is zoo.
Hitlers buitenlandsche politiek hij is over de
periode heen dat hij zich tegenover Frankrijk en
Engeland kan veroorloven wat hij wil zou tegen
over buitenlandschen druk niet veel weerstand
meer kunnen uitoefenen, wanneer hij van
Mussolini's hulp verstoken bleef. En, al mag het Vaticaan
Mussolini vrij koud laten, tegen Rome doet Mussolini
niet mee.
Dan is daar de Oostenrijksche kwestie. Hitler,
zelf Oostenrijker, zal zijn Oostenrijksche aspiraties
nooit kunnen opgeven. Maar hoe zal het mogelijk
zijn de Duitsche invloed daar te doen doordringen,
in dat volledig roomsche land, wanneer Duitsch"
identiek wordt met anti-roomsch"?
Tenslotte is er nog de verbondenheid aan Franco,
die de erkenning van het bewind der Spaansche
insurgenten heeft meegebracht. De steunverleening
aan de opstandelingen kon immers nog een heime
lijke zaak zijn, niets dan een uiting van fascistische
solidariteit. De erkenning gaat (met het oog op
materieele en territoriale belangen) veel verder.
Die eischt dan ook eerbiediging van Franco's
katholieke pretentie's. Trouwens, welken indruk
zou een openlijke strijd met Rome, waar ook in de
wereld, maken juist op een oogenblik dat enkelen
van de leiders der Duitsche publieke opinie, zooals
Schacht, er op wijzen dat men de buitenwereld nocdig
heeft?
ZAL Rome het op een opzegging van het Concor
daat laten aankomen ? De openlijke schending
er van stelt de encycliek duidelijk genoeg vast. Men
zal zoonoodig de opzegging niet uit den weg gaan,
maar hiertoe het initiatief nemen, dat is iets dat
deze encycliek nog uitsluit. Hiermee is de passiviteit
van de diplomatie van de Heilige Stoel gekenschetst.
Want zelfs haar actie ??en die weegt in dit geval
berust op passiviteit.
De beteekenis van deze encycliek is daarom des
te grooter. Zij, die zich door het
schijnbaar-opzettelijk samenvallen van de protestantsche actie en
de pauselijke encycliek laten verblinden, vergissen
zich. Het is eveneens een dwaling te meenen dat
de pijlen van deze encycliek met voorbedachten
rade zijn afgeschoten op een oogenblik dat Hitler
zich uit politieke overwegingen, die Oostenrijk,
Italiëen Spanje betreffen, geen strijd met Rome
kan veroorloven. Zulke coïncidenties geschieden
van zelf. De kracht die de politieke en religieuze
actie samensmeedt, die een coördinatie schept
tusschen het protestantsche en het katholieke ver
weer, is geen papenlist" die kracht is niets dan
het nationaalsocialisme zelf. ?
Het nationaalsocialisme wekt dit verweer, het
kan niet anders dan dit doen. Het nationaalsocia
lisme, dat een levensbeschouwing pretendeert te
zijn, is een dwaalleer op ieder gebied, op dat van
de politiek 'en van de in praktijk gebruikte economie,
de economische politiek, op dat van het recht en van
de wetenschap in den meest uitgebreiden zin des
woords, op dat van de moraal en van de religie. Het
belijdt het recht van den sterkste en streeft in de
politiek naar suprematie. Blindelings volgt het een
feilbaar mensch, die zich tot Leider proclameert.
PAG. 2 DE GROENE Ne. 3121
Balans der ; Spelling
Boven de wereld hangt een wolk van
woordcnkraam." (Prof. Huizinga)
MIJN overleg met de Koninklijke Academie
van Wetenschappen"t aldus de Minister
van Onderwijs in de Eerste Kamer, heeft
tot positieve resultaten geleid. Ik heb haar geschreven,
dat ik mij voor het werk eener commissie geenszins
zou kunnen vereenigen met de basis hetzij, dat in de
Nederlandsche taal een onderscheid tusschen het
mannelijk en het vrouwelijk geslacht niet ken worden
gehandhaafd, hetzij dat de onderwerpen van geslacht
en van voor naamwoordelijke aanduiding met elkaar
geen verband houden."
Blijkbaar vindt de minister dat het nu maar eens
uit moet zijn : hij zal de commissie niet te talrijk
maken opdat zij snel zal kunnen werken; zij zal geen
debating-cïu'j zijn, want: ,twie het lidmaatschap aan
vaardt, aanvaardt tevens den door mij aangegeven
grondslag."
Zooiets is alleen mogelijk op dit strijdperk der
geesten: de spelling. Hier wordt een wetenschappelijke
commissie benoemd, een commissie van taaldeskun
digen, maar dezen heeren wordt van te voren de biecht
aangezegd; Denk er om, dit en dat moet de basis zijn
van u'Jütaalwetenschappelijk inzicht, anders kan ik
u als deskundige niet gebm'.ken !
Boven alle deskundigheid staat het taaiinzicht van
den minister.
Gelukkig maakt deze hyper deskundige het zijn
adviseurs niet moeilijk. Hij stelt slechts twee dingen
vast: het onderscheid tusschen het mannelijk en vrou
welijk geslacht dimt te worden gehandhaafd, en er
blijve verband bestaan tusschen geslacht en
voornaamwoordelijke aanduiding.
Het stellen van deze voorwaarden was tamelijk
overbodig. Want niemand, behalve misschien een
enkele inwoner van een krankzinnigengesticht, heeft
er tot dusver ooit aan gedacht, te ontkennen dat oom"
mannelijk en tante" vrouwelijk is, of te propageeren
dat men van zijn zuster zou mogen schrijven: Hij
gaaf naar school", of van een minister: Zij heeft
haar ondeskundigheid genoegzaam aangetoond."
Dit is de vierde maal dat deze minister ex cathedra
een fenomenale dwaasheid over de spelling ver
kondigt.
De eerste dwaasheid zat in het Koninklijk Besluit
-van 18 Juni 1936 waarbij de spelling 1034" werd
gewijzigd, en wel in punt 4 : De verbuigingsuitgangen
e en en van het lidwoord een, van geen en van de
bijvoegtijk gebruikte bezittetijke voornaamwoorden
mijn, uw, zijn, hun en haar, mogen worden wegge
laten, behalve in staande uitdrukkingen als Hare
Hoogheid, te zijnen huize, en in bijzondere taal en
bijzonderen stijl."
Het laatste was een toevoeging op den regel van
minister Marchant. Let wet: de zg.stomme
u'.tgangen mogen worden weggelaten, behalve in
bijzondere taal en bijzonderen stijl". Daar moeten
ze dus worden geschreven. Maar wat is bijzondere"
taal en bijzondere" stijl? Kanselarijtaal, poëzie?
Jawel, maar het betreft hier een voorschrift voor de
spelling van eindexamenwerk/ Maar dan is het een
voorschrift waar niemand een louw aan vast kan
maken, een dwaas en verwarrend voorschrift.
De tweede dwaasheid beging de minister toen hij
de kennelijk mannelijke zelfstandigheden" uitvond,
die niemand sindsdien nog heeft kunnen ontdekken,
en toen hij verzuimde daarnaast een categorie van
kennelijk vrouwelijke zelfstandigheden" uit zijn
steek te tooveren, aldus een pronominaal vacuüm
scheppend.
De derde dwaasheid was het voorschrift dat, zoo
lang de of f ideële lijst van kennelijk mannelijke
zelfstandige naamwoorden" nog niet is verschenen,
In de economie gaat het natinaalsocialisme de
economische doelstellingen voorbij om hét maat
schappelijk- en bedrijfsleven aan n gedachte te
onderwerpen: de militaire gedachte. De wetenschap
wordt verdraaid/ de toepassing der wetenschap
door valsche leuzen aan een grotesk staatsideaal
dienstbaar gemaakt. Met ieder objectief onderzoek
strijdige theorieën worden met dit doel gepropageerd.
De kunst is haar levensadem ontnomen. De op
voeding der jeugd zelfs in sommige gevallen de
religieuse opvoeding wordt tot een aanfluiting
gemaakt van de menschelijke beschaving.
Wie de wetenschap beoefent zoekt de waarheid.
De moraal eischt op een ander gebied de zelfde
integriteit. De religie: niets dan den dienst van God.
Het kan ons om 't even zijn op welk gebied en in
welke verhoudingen, maar er is niemand althans
geen serieus mensch of hij ervaart en belijdt het
Absolute.
Het nationaalsocialisme, echter, tracht dit Abso
lute naar zijn hand te zetten. Het ontkent Recht
en Waarheid. Het tracht een eigen" waarheid
\
op de onderwijzers-examens de schrijfwijze overeen
komstig De Vries en Te Winkel moet worden gevolgd
ten schrijfwijze die reeds vóór Marchant (door
minister Terpstra) was afgeschaft en waaraan
trcu uens sinds jaren niet meer streng de hand werd
gehouden om de eenvoudige reden dat geen sterveling,
ook minister Slotemaker de Biuïne niet, in staat is
de geslachtsregels van De Vries en Te Winkel stipt
te volgen. Hetgeen ook de minister inziet: vandaar
dat hij toestemming v ir leent, op het examen een
woordenboek te gebruiken....
/N zijn Herinneringen" schrijft Dr. R. A.
Kollewijn, de veteraan der vereenvoudigde spelling, hoe
hij in 1878 m Leipzig met professor Hildebrand het
vraagstuk van geslacht en verbuiging in de Neder
landsche taal besprak. Hij (prof. Hildebrand)
vond het ongelofelik dat men niet zelden den en
wien, zij en haar schreef, waar ieder die algemeen
beschaafd Nederlandsch sprak, altijd de, die (of
wie), hij en hem gebruikte. Hij opperde de veronder
stelling dat ik door een mij vertrouwd dialekt in de
war werd gebracht. Toen ik volhield zei hij hoofd
schuddend: Nein mein lieber Kollewijn, das kann
ich Ihnen nicht glauben. So chinesisch sind die
Hollander eben nicht."
Minister Slotemaker de Biu~ne slooft zich uit,
aan te toonen dat wij nog altijd de Chineezen van
Europa zijn. En hij niet alleen. Quasi-deskundigen
en volslagen ondeskundigen hebben zich beijverd het
vraagstuk van onze spelling te hullen in een wolk
van woordenkraam en valsch pathos. In
kolommenlange artikelen is betoogd dat het onnationaal is
als men zo" schrijft in plaats van zoo" (?ver
moording van de taal der troonrede" schrijft prof.
Taverns) ; dat het goddeloos is aan den S/&-V hetzelfde
geslacht toe te kennen als aan de tafel (?tusschen de
Kc'.lewijners en ons staat het Woord van God" schreef
Dr. Dam in De Reformatie); dat de taal wordt ver
duisterd als het onderscheid tusschen slepen en sleepen
(dat zonder ezelsbruggetje niet te onthouden is)
vsrtoren zou gaan. En omdat Het Volk de nieuwe spel
ling heeft ingevoerd (waarschijnlijk doordat in het '
kader van de arbeidersbeweging nogal wat ex-onder'
.wijsmenschen zitten en er onder de onderwijzers
van oudsher veel aanhangers der vereenvoudigde
spelling zijn), daarom heet de spelling-Marchantnu
in sommige kringen de roode" spelling, resul
taat van den ontbindenaen invloed van het
Marxisme" !
Het is vurig te hopen dat de commissie, die straks
zal worden ingesteld, zich zal weten te vsrheffen boven
dezen wolk vin woordenkraam", en dat de Minister,
als hij met haar advies in handen n 'beslissing zal
mosten nemen, zich in een helder oogenblik zal
kunmn losmaken van zijn voor oor deelen. Misschien
komt hij dan tot het inzicht:
dat de taal een levznd en groeiend organisme is, dat
zich niet in een keurslijf laat dwingen;
dat niemand de taal heef t voor te schrijven hoe ze
moet zijn slechts eerbiedig mag constateeren hoe
ze is;
dat er niet n linguïstische waarheid is: dit is
goed en dat is fout, maar dat er in vele gevallen twee
en zelfs meer vormen bestaan die allemaal goed zijn;
en ten stotte :dat spelling niets te maken heeft met
godsdienst, vaderlandsliefde, politiek, aesthetica en
al wat er verder de laatste jaren is of nog zal worden
bijgesleept.
Dan hebben we kans dat we uit den chaos geraken.
En anders blijven we er in. Want de taal is
gansch het volk, en, als ons volk, zal zij zich nooit
laten dwingen in vormen waar zij is uitgegroeid.
Zelfs niet door ministerieele decreten.
YGE FOPPEMA
in te stellen op ieder gebied. Dit is een verschijnsel
dat den psychiater niet vreemd zal aandoen. Hij
kent dit verschijnsel uit de psychopathologie.
Hysterici en krankzinnigen houden ook aan een
eigen" waarheid vast. Het nationaalsocialisme is
dan ook een massaal pathologisch verschijnsel,
n groot waandenkbeeld.
Het ken de wereld nog in het verderf storten.
Maar gelukkig stoot het in zijn groei en zijn schijn
bare bevestiging op den weerstand diergenen, die
zich hun geloof in het Absolute niet laten ontnemen.
Dit geloof, deze vaste overtuiging, vindt op dit
oogenblik, door de onderdrukking sterk geworden,
zijn uitdrukking. Vandaar dat, politiek gesproken,
het nationaalsocialisme niet meer vrijelijk manoeu
vreeren kan. Dat dit alles op n en het zelfde
moment geschiedt is werkelijk geen wonder. En
zeker geen diplomatieke list. Het is het bewijs dat
de menschheid nog niet verloren is. Voor den
nationaalsocialistischen heerscher evenwel, is de
encycliek een Mene Tekel.
M. KANN
HET GAAT HITLBR NIET VOOR DEN WIND,
op dit oogenblik. Nog is de storm in Amerika,
die de Duitsche reactie óp Burgemeester
Laguardia's ongegeneerde uitspraken heeft doen
opwaaien (maar in de Vereenigde Staten zegt een
ieder, ook een hoog magistraat, wat hij wil zonder
zich aan conventies betreffende hoofden van be
vriende mogendheden" te storen) nog is die
storm niet bedaard, of Hitler ziet zich plotseling
in een scherp conflict met de katholieke kerk. Het
kan niet anders of in het Rijnland en in
ZuidDuitschland moet de pauselijke encycliek Hitler
een groot stuk van zijn prestige kosten. Dat dit in
Beieren reeds begonnen is, met name te München,
waar voor eenige weken dichte volksmenigten
na den Zondagsdienst Kardinaal Faulhaber en
prins Ruprecht omstuwd hebben, is werkelijk niet
van beteekenis ontbloot. Kenteringen in de Duitsche
publieke opinie plegen zich daar nu eenmaal vroeger
en scherper af te teekenen dan elders. Dat was
reeds zoo gedurende en na den oorlog en ten tijde
van de opkomst der Hitlerbeweging. München
was steeds eerder revolutionair of
hyper-nationalistisch dan de rest van het Rijk.
OOK IN OOSTENRIJK GAAT HET HET
NATIONAALsocialisme niet voor den wind. Schuschnigg
was te Boedapest op bezoek, waar juist een natio
naalsocialistische aanslag op den staat is verijdeld.
Teruggekeerd stuurde hij terstond, zelfs zonder zijn
Kabinetsleden daar in te kennen minister Neustadter
Stürmer de laan uit. Deze bewindsman, die met de
leiding van het departement van politie en nationale
veiligheid belast was een wondbare en gevoe
lige plek in het regeeringsapparaat derhalve
was in het kabinet opgenomen om daarin
het Duitschvoelende element meer tot uitdrukking
te brengen, dan vroeger het geval was. Hij stond
den nationaalsocialistischen strevingen nog het naast.
Maar blijkbaar te na. Tijdens het bezoek van Von
Neurath had Schuschnigg reeds een voorproef je
gehad van wat hem te wachten stond, mocht zijn
waakzaamheid verslappen. Te Boedapest zijn hem
waarschijnlijk de oogen geopend. Verscheidene
prominente figuren zijn daar ernstig gecompro
mitteerd, onder anderen de Duitsche gezant Von
Mackensen, die fluks tot onderstaatssecretaris in
de Wilhelmstrasse benoemd moest worden want
hij kan niet op zijn Hongaarschen post terug. Zou
Schuschnigg daar ook over Neustadter Stürmer zijn
ingelicht ? Voor deze hypothese zijn er aanwijzingen
te over.
OP EEN OF ANDERE ONVERKLAARBARE WIJZE
heerscht er hier te lande een groote ongerust
heid ten opzichte van de Fransche openbare orde. Ten
onrechte. .Zulke relletjes als er onlangs te Clichy zijn
voorgevallen, zijn van geen werkelijke beteekenis.
Evenmin als bij ons een relletje in de Jordaan van
eenig belang zou zijn. Maar in het buitenland
denkt men al gauw dat het ernstig kraakt.
Het was dan ook dwaasheid om te denken dat
voor het kabinet-Blum uit een en ander parlemen
taire moeilijkheden zouden ontstaan. Die zijn er,
in dit opzicht, nooit geweest. Van beide kanten,
door de volgelingen van De la Rocque en door de
volksfronters zijn er bij deze herrie overigens
groote fouten gemaakt. Terecht schrijft Het Volk:
Als de tegenstanders de doodsvijanden zijn, die,
zo zij de macht in handen zouden krijgen, de demo
cratie zelve om hals zouden brengen, dan is het
moeilijk, zich te houden aan de grondregelen van
een democratische samenleving. Doch juist in die
gevallen, als de democraten over een grote mate van
zelfbeheersing moeten beschikken, is het zaak de
democratie te belijden metterdaad en zich verre te
houden van de wegen van vechtpartijen en geweld
dadigheid, die steeds verder afvoeren van de demo
cratie."
ZUID-OOST EUROPA BAARDE DEZE WEEK EEN
nieuwe verrassing?het
Italiaansch-Zuidslavische vriendschapsverdrag. Geen kwade verrassing,
ditmaal. Wat de Fransche politiek had nagestreefd,
maar wat door vermoording van Koning Alexander
verijdeld werd, is nu uit de omstandigheden geboren.
Ciano is naar Belgrado gereisd. De geschilpunten
over de behandeling der Slovenen in het Italiaansche
Istrië, over de Italiaansche belangen in Dalmatië,
over Albaniëzijn opeens bijgelegd. Het is te hopen
dat dat zoo zal blijven. Overigens is het niet onjuist
gezien van Mussolini, zich nu in de Adriatische Zee
den rug te dekken. Hij is hals over kop uit
NoordAfrika teruggekeerd. Het triomfeerend gezelschap
zou door zandstormen verjaagd zijn. Dat is mogelijk.
Maar het is lang niet uitgesloten, dat Mussolini
zich op dit oogenblik zoo ver van huis niet heel erg
pleizierig voelde. Een legerorder", kennelijk van
zijn hand, op Italiaansche legionairs in Spanje ge
vonden, compromitteert hem wel heel erg. In
tusschen is het dezen legionairs in militair opzicht
niet bepaald voor den wind gegaan. In de non
interventie-commissie geraakte Grandi in een
moeilijk parket waarbij hij zich door bluf en groot
spraak een houding tracht te geven. De Italiaansche
legionairs zullen nooit uit Spanje wijken!"
Van de week gaat de daadwerkelijke controle
in. De auspiciën zijn nog verre van gunstig.
HET NEDERLANDSCHE AANDEEL IN DE ZEER
twijfelachtige non-interventiegeschiedenis is
gelukkig niet heel groot. De medewerking der twee
marinemannen aan de controle is net mooi genoeg;
zij nemen althans hun taak niet te licht op; schout
bij-nacht Olivier krijgt acht administrateurs onder
zich (waarvan er ook al weer twee Nederlanders
zullen zijn) in de verschillende controle-havens,
verder krijgen de schepen dan observing-officers"
aan boord, waarvan ons land er 30 van de 650
mag leveren, die bij het laden en lossen moeten
controleeren of er geen ongerechtigheden gebeuren
en de lading mogen onderzoeken. Ten slotte krijgt
Nederland nog deel aan de neutraliteitstaak, door
dat er hier een aantal Spanjaarden, die na het mis
lukken van de rebellie in Madrid en bij de ongeregeld
heden aldaar gevlucht zijn in de Nederlandsche
legatie, met het s.s. Ajax naar hier komen en hier
onder een zeker toezicht bij Eindhoven zullen wor
den ondergebracht.
HET CONVOOI VAN ONZE MARINE HEEFT SUCCES
kon minister de Graeff onder applaus op den
laatsten zittingsdag der Tweede Kamer mededeelen.
De Hertog Hendrik" heeft, ondanks haar min of
meer twijfelachtige gevechtswaarde, den
zeeroovers" van generaal Franco voldoende respect in
kunnen boezemen om herhaling van het lot van de
Triton" te voorkomen. Hoezeer deze juridische
terminologie voor het aanhouden van
handelsschepen door de strijdkrachten van een
nieterkende regeering hier het feitelijke begrip zeerooverij
nadert, blijkt wel uit de verhalen van de bemanning
der inmiddels zonder haar lading teruggekeerde
Triton". De sinaasappelen welke dit schip naar
Holland zou brengen, zijn in Ceuta uitgeladen en
aan de Duitschers als betaling voor wapentuig
overgedaan, minus het .gedeelte wat ter plaatse werd
opgegeten. En als straks de Java" Spanje genaderd
is en de twee nieuwe onderzeeërs de O 16 hebben
vervangen zal het in nog sterker mate uitgesloten
zijn, dat de belangen der Nederlandsche scheepvaart
worden aangetast. Natuurlijk wil dit niet zeggen,
dat eventueele overtreders van de non-interventie
onder Nederlandsche vlag convooi krijgen; het is
alleen voor schepen met andere lading dan
oorlogscontrabande bestemd. Zooveel zij kan, zal onze
regeering trouwens reeds door maatregelen hier
te lande voorkomen, dat er Nederlanders bij over
treding der non-interventie betrokken zouden raken.
De Kamer heeft haar de daartoe noodige volmachten
gaarne toegezegd.
D F LAATSTE VRIJDAGMIDDAGZITTING HEEFT
trouwens nog heel wat meer onderwerpende
revue zien passeeren, voordat voorzitter Aalberse
met een prijzend woord van de politieke
Meistersinger" u behoudens onvoorziene omstandigheden
afscheid nam tot na de verkiezingen. Deze laatste
middag leidde nog tot echècjes voor de ministers
Slingenberg en De Wilde, waarvan de eerste een
groote drankbestrijders-meerderheid tegenover zijn
overgangsbepalingen voor de Drankwet vond en de
tweede een unaniem verzet tegen de dure plannen
voor de ambtswoning van den Commissaris der
Koningin in Noord-Holland ontmoette. De R.K.
heer Van der Bilt, die op grond van zijn leeftijd na
de verkiezingen niet terug zal keeren, had de leiding
. genomen van dit verzet, dat met algemeene stem
men la mort sans phrase" over deze plukkerij
van de overheid uitsprak. Het wordt langzamerhand
een goede traditie, dat de Kamer voor dergelijke
grapjes een stokje steekt. Als zij althans aan den
dag komen....
De heer Van der Bilt is overigens niet de eenige
die ditmaal onvoorziene omstandigheden
en de sluitingszitting uitgenomen voor het
laatst een Kamervergadering bijwoonde. Hij deelt
dit lot met vier andere katholieken, acht socialisten,
vier anti's en nog een tiental anderen. Men mag
dus zeker wel op een 25-^! nieuwe gezichten in de
nieuwe Kamer rekenen; mogen er heel wat jonge
gezichten bij zijn.
j
l
H
K
l lij
/?3D/n»CftJC M*.
L