De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 27 maart pagina 2

27 maart 1937 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

xt * k l i ir» DE ENCYCLIEK De Paus neemt stelling tegen het nationaal-socialisme , ,Met bedekte en zichtbare dwang maatregelen, intimidaties, het in uitzicht stellen van oeconomische, professioneele, burgerlijke en' andere nadeelen wordt de geloofstrouw der katholieken onder een druk geplaatst, die even onwettig als menschonwaardig is. Ons gchccle vaderlijke mede-gevoel en diepste mede lijden vergezelt hen, die hun trouw aan Christus en de Kerk tegen zoo hoogen prijs moeten betalen. Echter, hier is het punt bereikt, waar het ons het laatste en hoogste, om redding of ondergang gaat Als de verleider of onderdrukker op een van hen toetreedt met den Judaseisch van uittreden uit de kerk. dan kan bij hem alleen het woord van den Heiland voorhouden: ,,Ga weg van mij, Satan, want er staat geschreven: den Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen...." ,.Het behoort tot de noodlottige kenteekenen van dezen tijd, dat evenals de zedenleer, ook de fundeering van het rechtswezen en de rechtspraak meer en meer wordt losgemaakt van het ware geloof in God en de geopenbaarde ge boden van God. Wij denken hierbij vooral aan het zoogenaamde natuurrecht, dat door den vinger van den Schepper-zelf in de tafelen van het menschenhart gegrift werd.... Menschelijke wetten, die met het natuurrecht onoverbrugbaar in tegen spraak zijn, lijden aan een oorsprongsfout, die door geen middel van geweld of machtsontplooiing kan worden goed gemaakt." HET zij mij vergund bovenstaande woorden uit de pauselijke encycliek, die jongstleden Zondag in alle roomsche kerken van den kansel werd voorgelezen, aan te halen. Deze woorden zijn van zeer groot historisch belang. De diplomatie van den Heiligen Stoel heeft lang geduld geoefend. De roomsche kerk heeft immers den tijd. Maar nu is aan Hitler toch een over-duidelijk Tot hier toe er niet verder !" toegeroepen. Deze encycliek keert zich tegen alle waandenkbeelden en usurpaties van de hakenkruiserij. Tegen de Blut und Boden"theorie, tegen den r assen waan, tegen de eischen van den totalitairen staat inzake de opvoeding van de jeugd een opvoeding die geen ander doel kent dan weerbaarmaking tegen de onderdrukking ran gewetensvrijheid en religieus leven en tegen de rechtsverkrachting die zich baseert op de theorie: Recht ist was dem deutschen Volke nützt." De kerkstrijd is, voor het overige, niet iets van vandaag of gisteren. Nu is het weer de protestantsche kerk, tot welke het Derde Rijk in scherpe tegen stelling geraakt, dan weer de roomsche. Oorspron kelijk leek het of er tusschen de protestanten en de ware nazi's nog wel eenige affiniteit kon bestaan en was het vooral de roomsche geestelijkheid met wie de nieuwe nationaalsocialistische heerschers in conflict kwamen. De groote woordvoerder voor de roomsche zaak was toen kardinaal Faulhaber. Intusschen werd het verzet van protestantsche zijde steeds grooter. Allerlei conflicten liepen hier dooreen. Daar waren de zich noemende Duitsche Christenen", die eigenlijk in 't geheel geen Christenen meer waren, maar grootendeels' Rosenbergianen, belijders van het nieuwe Germaansche heidendom. Dan was er een kleine partij van gelijkschakelaars en daartegenover weer een groote schaar van aanhangers der belijdenis-kerk. Er is juist op dit oogenblik over het Charter van de Duitsche evange lische kerk veel te doen. De twee jaar oude strijdvraag of de kerk zichzelf mag besturen of, gelijkschakeld, van boven-af dus, in het huidige stelsel, van staatswege ??bestuurd zal worden, is nog steeds onbeslist. Kerrl, de tot minister voor kerke lijke zaken benoemde nationaalsocialistische be windsman, heeft het in de afgeloopen periode niet op een breuk laten aankomen. Nu zouden er kerke lijke verkiezingen worden gehouden, maar ook daarmee schiet het niet op. Gemanipuleerde ver kiezingen durft Hitler in deze zaken niet aan. Echte verkiezingen blijkbaar ook niet. Het heet dat er reeds eenige ontwerpen voor verkiezingsreglementen in de prullemand zijn gegaan. De indruk die het nazi-bewind maakt is er een van weifelmoedigheid. qo&d/f E NIEUWE BROCHES 'f - - 5O Tenslotte is de tegenstelling tusschen de evangelische kerk en minister Kerrl onlangs nog verscherpt door een open brief aan Kerrl van den bekenden theoloog Superintendent (Bisschop) Dibelius, die voor de protestantsche kerk vierkant stelling neemt tegen de nationaalsocialistische thesen, zegt dat hij nie mand zijn meening op wil dringen, dat hij de mee ning van anderen eerbiedigt maar dan ook niet kan dulden dat aan de evangelische kerk de nationaal socialistische dogma's opgedrongen worden. Ter zelfder tijd verkondigde in de overvolle dom kerk te München kardinaal Faulhaber opnieuw zijn afwijzing van de nationaalsocialistische leer. Oorspronkelijk heeft het régime getracht prote stanten en katholieken tegen elkaar uit te spelen. Maar daaraan is een einde gekomen door een zekere mate van onderlinge verstandhouding van de kerke lijke leiders. ZONDER eenigen twijfel komt de encycliek van den Paus voor Hitler op een zeer ongelegen moment. De reacties van de Duitsche regeering zijn dan ook zwak en weifelend. In allerlei beschou wingen kan men lezen, dat het van zoo bijzonder belang is dat protestanten en katholieken nu in den kerkstrijd hand in hand gaan en dat de Paus blijk baar dit moment gekozen heeft voor zijn encycliek omdat zijn tegenstander met de evangelische kerk in een cul-de-sac was aangeland. Evenveel nadruk wordt er gelegd op de zuiver politieke overweging dat Hitler zich juist nu, op dit uur, geen enkele wrijving met Rome kan permitteeren. Dat is zoo. Hitlers buitenlandsche politiek hij is over de periode heen dat hij zich tegenover Frankrijk en Engeland kan veroorloven wat hij wil zou tegen over buitenlandschen druk niet veel weerstand meer kunnen uitoefenen, wanneer hij van Mussolini's hulp verstoken bleef. En, al mag het Vaticaan Mussolini vrij koud laten, tegen Rome doet Mussolini niet mee. Dan is daar de Oostenrijksche kwestie. Hitler, zelf Oostenrijker, zal zijn Oostenrijksche aspiraties nooit kunnen opgeven. Maar hoe zal het mogelijk zijn de Duitsche invloed daar te doen doordringen, in dat volledig roomsche land, wanneer Duitsch" identiek wordt met anti-roomsch"? Tenslotte is er nog de verbondenheid aan Franco, die de erkenning van het bewind der Spaansche insurgenten heeft meegebracht. De steunverleening aan de opstandelingen kon immers nog een heime lijke zaak zijn, niets dan een uiting van fascistische solidariteit. De erkenning gaat (met het oog op materieele en territoriale belangen) veel verder. Die eischt dan ook eerbiediging van Franco's katholieke pretentie's. Trouwens, welken indruk zou een openlijke strijd met Rome, waar ook in de wereld, maken juist op een oogenblik dat enkelen van de leiders der Duitsche publieke opinie, zooals Schacht, er op wijzen dat men de buitenwereld nocdig heeft? ZAL Rome het op een opzegging van het Concor daat laten aankomen ? De openlijke schending er van stelt de encycliek duidelijk genoeg vast. Men zal zoonoodig de opzegging niet uit den weg gaan, maar hiertoe het initiatief nemen, dat is iets dat deze encycliek nog uitsluit. Hiermee is de passiviteit van de diplomatie van de Heilige Stoel gekenschetst. Want zelfs haar actie ??en die weegt in dit geval berust op passiviteit. De beteekenis van deze encycliek is daarom des te grooter. Zij, die zich door het schijnbaar-opzettelijk samenvallen van de protestantsche actie en de pauselijke encycliek laten verblinden, vergissen zich. Het is eveneens een dwaling te meenen dat de pijlen van deze encycliek met voorbedachten rade zijn afgeschoten op een oogenblik dat Hitler zich uit politieke overwegingen, die Oostenrijk, Italiëen Spanje betreffen, geen strijd met Rome kan veroorloven. Zulke coïncidenties geschieden van zelf. De kracht die de politieke en religieuze actie samensmeedt, die een coördinatie schept tusschen het protestantsche en het katholieke ver weer, is geen papenlist" die kracht is niets dan het nationaalsocialisme zelf. ? Het nationaalsocialisme wekt dit verweer, het kan niet anders dan dit doen. Het nationaalsocia lisme, dat een levensbeschouwing pretendeert te zijn, is een dwaalleer op ieder gebied, op dat van de politiek 'en van de in praktijk gebruikte economie, de economische politiek, op dat van het recht en van de wetenschap in den meest uitgebreiden zin des woords, op dat van de moraal en van de religie. Het belijdt het recht van den sterkste en streeft in de politiek naar suprematie. Blindelings volgt het een feilbaar mensch, die zich tot Leider proclameert. PAG. 2 DE GROENE Ne. 3121 Balans der ; Spelling Boven de wereld hangt een wolk van woordcnkraam." (Prof. Huizinga) MIJN overleg met de Koninklijke Academie van Wetenschappen"t aldus de Minister van Onderwijs in de Eerste Kamer, heeft tot positieve resultaten geleid. Ik heb haar geschreven, dat ik mij voor het werk eener commissie geenszins zou kunnen vereenigen met de basis hetzij, dat in de Nederlandsche taal een onderscheid tusschen het mannelijk en het vrouwelijk geslacht niet ken worden gehandhaafd, hetzij dat de onderwerpen van geslacht en van voor naamwoordelijke aanduiding met elkaar geen verband houden." Blijkbaar vindt de minister dat het nu maar eens uit moet zijn : hij zal de commissie niet te talrijk maken opdat zij snel zal kunnen werken; zij zal geen debating-cïu'j zijn, want: ,twie het lidmaatschap aan vaardt, aanvaardt tevens den door mij aangegeven grondslag." Zooiets is alleen mogelijk op dit strijdperk der geesten: de spelling. Hier wordt een wetenschappelijke commissie benoemd, een commissie van taaldeskun digen, maar dezen heeren wordt van te voren de biecht aangezegd; Denk er om, dit en dat moet de basis zijn van u'Jütaalwetenschappelijk inzicht, anders kan ik u als deskundige niet gebm'.ken ! Boven alle deskundigheid staat het taaiinzicht van den minister. Gelukkig maakt deze hyper deskundige het zijn adviseurs niet moeilijk. Hij stelt slechts twee dingen vast: het onderscheid tusschen het mannelijk en vrou welijk geslacht dimt te worden gehandhaafd, en er blijve verband bestaan tusschen geslacht en voornaamwoordelijke aanduiding. Het stellen van deze voorwaarden was tamelijk overbodig. Want niemand, behalve misschien een enkele inwoner van een krankzinnigengesticht, heeft er tot dusver ooit aan gedacht, te ontkennen dat oom" mannelijk en tante" vrouwelijk is, of te propageeren dat men van zijn zuster zou mogen schrijven: Hij gaaf naar school", of van een minister: Zij heeft haar ondeskundigheid genoegzaam aangetoond." Dit is de vierde maal dat deze minister ex cathedra een fenomenale dwaasheid over de spelling ver kondigt. De eerste dwaasheid zat in het Koninklijk Besluit -van 18 Juni 1936 waarbij de spelling 1034" werd gewijzigd, en wel in punt 4 : De verbuigingsuitgangen e en en van het lidwoord een, van geen en van de bijvoegtijk gebruikte bezittetijke voornaamwoorden mijn, uw, zijn, hun en haar, mogen worden wegge laten, behalve in staande uitdrukkingen als Hare Hoogheid, te zijnen huize, en in bijzondere taal en bijzonderen stijl." Het laatste was een toevoeging op den regel van minister Marchant. Let wet: de zg.stomme u'.tgangen mogen worden weggelaten, behalve in bijzondere taal en bijzonderen stijl". Daar moeten ze dus worden geschreven. Maar wat is bijzondere" taal en bijzondere" stijl? Kanselarijtaal, poëzie? Jawel, maar het betreft hier een voorschrift voor de spelling van eindexamenwerk/ Maar dan is het een voorschrift waar niemand een louw aan vast kan maken, een dwaas en verwarrend voorschrift. De tweede dwaasheid beging de minister toen hij de kennelijk mannelijke zelfstandigheden" uitvond, die niemand sindsdien nog heeft kunnen ontdekken, en toen hij verzuimde daarnaast een categorie van kennelijk vrouwelijke zelfstandigheden" uit zijn steek te tooveren, aldus een pronominaal vacuüm scheppend. De derde dwaasheid was het voorschrift dat, zoo lang de of f ideële lijst van kennelijk mannelijke zelfstandige naamwoorden" nog niet is verschenen, In de economie gaat het natinaalsocialisme de economische doelstellingen voorbij om hét maat schappelijk- en bedrijfsleven aan n gedachte te onderwerpen: de militaire gedachte. De wetenschap wordt verdraaid/ de toepassing der wetenschap door valsche leuzen aan een grotesk staatsideaal dienstbaar gemaakt. Met ieder objectief onderzoek strijdige theorieën worden met dit doel gepropageerd. De kunst is haar levensadem ontnomen. De op voeding der jeugd zelfs in sommige gevallen de religieuse opvoeding wordt tot een aanfluiting gemaakt van de menschelijke beschaving. Wie de wetenschap beoefent zoekt de waarheid. De moraal eischt op een ander gebied de zelfde integriteit. De religie: niets dan den dienst van God. Het kan ons om 't even zijn op welk gebied en in welke verhoudingen, maar er is niemand althans geen serieus mensch of hij ervaart en belijdt het Absolute. Het nationaalsocialisme, echter, tracht dit Abso lute naar zijn hand te zetten. Het ontkent Recht en Waarheid. Het tracht een eigen" waarheid \ op de onderwijzers-examens de schrijfwijze overeen komstig De Vries en Te Winkel moet worden gevolgd ten schrijfwijze die reeds vóór Marchant (door minister Terpstra) was afgeschaft en waaraan trcu uens sinds jaren niet meer streng de hand werd gehouden om de eenvoudige reden dat geen sterveling, ook minister Slotemaker de Biuïne niet, in staat is de geslachtsregels van De Vries en Te Winkel stipt te volgen. Hetgeen ook de minister inziet: vandaar dat hij toestemming v ir leent, op het examen een woordenboek te gebruiken.... /N zijn Herinneringen" schrijft Dr. R. A. Kollewijn, de veteraan der vereenvoudigde spelling, hoe hij in 1878 m Leipzig met professor Hildebrand het vraagstuk van geslacht en verbuiging in de Neder landsche taal besprak. Hij (prof. Hildebrand) vond het ongelofelik dat men niet zelden den en wien, zij en haar schreef, waar ieder die algemeen beschaafd Nederlandsch sprak, altijd de, die (of wie), hij en hem gebruikte. Hij opperde de veronder stelling dat ik door een mij vertrouwd dialekt in de war werd gebracht. Toen ik volhield zei hij hoofd schuddend: Nein mein lieber Kollewijn, das kann ich Ihnen nicht glauben. So chinesisch sind die Hollander eben nicht." Minister Slotemaker de Biu~ne slooft zich uit, aan te toonen dat wij nog altijd de Chineezen van Europa zijn. En hij niet alleen. Quasi-deskundigen en volslagen ondeskundigen hebben zich beijverd het vraagstuk van onze spelling te hullen in een wolk van woordenkraam en valsch pathos. In kolommenlange artikelen is betoogd dat het onnationaal is als men zo" schrijft in plaats van zoo" (?ver moording van de taal der troonrede" schrijft prof. Taverns) ; dat het goddeloos is aan den S/&-V hetzelfde geslacht toe te kennen als aan de tafel (?tusschen de Kc'.lewijners en ons staat het Woord van God" schreef Dr. Dam in De Reformatie); dat de taal wordt ver duisterd als het onderscheid tusschen slepen en sleepen (dat zonder ezelsbruggetje niet te onthouden is) vsrtoren zou gaan. En omdat Het Volk de nieuwe spel ling heeft ingevoerd (waarschijnlijk doordat in het ' kader van de arbeidersbeweging nogal wat ex-onder' .wijsmenschen zitten en er onder de onderwijzers van oudsher veel aanhangers der vereenvoudigde spelling zijn), daarom heet de spelling-Marchantnu in sommige kringen de roode" spelling, resul taat van den ontbindenaen invloed van het Marxisme" ! Het is vurig te hopen dat de commissie, die straks zal worden ingesteld, zich zal weten te vsrheffen boven dezen wolk vin woordenkraam", en dat de Minister, als hij met haar advies in handen n 'beslissing zal mosten nemen, zich in een helder oogenblik zal kunmn losmaken van zijn voor oor deelen. Misschien komt hij dan tot het inzicht: dat de taal een levznd en groeiend organisme is, dat zich niet in een keurslijf laat dwingen; dat niemand de taal heef t voor te schrijven hoe ze moet zijn slechts eerbiedig mag constateeren hoe ze is; dat er niet n linguïstische waarheid is: dit is goed en dat is fout, maar dat er in vele gevallen twee en zelfs meer vormen bestaan die allemaal goed zijn; en ten stotte :dat spelling niets te maken heeft met godsdienst, vaderlandsliefde, politiek, aesthetica en al wat er verder de laatste jaren is of nog zal worden bijgesleept. Dan hebben we kans dat we uit den chaos geraken. En anders blijven we er in. Want de taal is gansch het volk, en, als ons volk, zal zij zich nooit laten dwingen in vormen waar zij is uitgegroeid. Zelfs niet door ministerieele decreten. YGE FOPPEMA in te stellen op ieder gebied. Dit is een verschijnsel dat den psychiater niet vreemd zal aandoen. Hij kent dit verschijnsel uit de psychopathologie. Hysterici en krankzinnigen houden ook aan een eigen" waarheid vast. Het nationaalsocialisme is dan ook een massaal pathologisch verschijnsel, n groot waandenkbeeld. Het ken de wereld nog in het verderf storten. Maar gelukkig stoot het in zijn groei en zijn schijn bare bevestiging op den weerstand diergenen, die zich hun geloof in het Absolute niet laten ontnemen. Dit geloof, deze vaste overtuiging, vindt op dit oogenblik, door de onderdrukking sterk geworden, zijn uitdrukking. Vandaar dat, politiek gesproken, het nationaalsocialisme niet meer vrijelijk manoeu vreeren kan. Dat dit alles op n en het zelfde moment geschiedt is werkelijk geen wonder. En zeker geen diplomatieke list. Het is het bewijs dat de menschheid nog niet verloren is. Voor den nationaalsocialistischen heerscher evenwel, is de encycliek een Mene Tekel. M. KANN HET GAAT HITLBR NIET VOOR DEN WIND, op dit oogenblik. Nog is de storm in Amerika, die de Duitsche reactie óp Burgemeester Laguardia's ongegeneerde uitspraken heeft doen opwaaien (maar in de Vereenigde Staten zegt een ieder, ook een hoog magistraat, wat hij wil zonder zich aan conventies betreffende hoofden van be vriende mogendheden" te storen) nog is die storm niet bedaard, of Hitler ziet zich plotseling in een scherp conflict met de katholieke kerk. Het kan niet anders of in het Rijnland en in ZuidDuitschland moet de pauselijke encycliek Hitler een groot stuk van zijn prestige kosten. Dat dit in Beieren reeds begonnen is, met name te München, waar voor eenige weken dichte volksmenigten na den Zondagsdienst Kardinaal Faulhaber en prins Ruprecht omstuwd hebben, is werkelijk niet van beteekenis ontbloot. Kenteringen in de Duitsche publieke opinie plegen zich daar nu eenmaal vroeger en scherper af te teekenen dan elders. Dat was reeds zoo gedurende en na den oorlog en ten tijde van de opkomst der Hitlerbeweging. München was steeds eerder revolutionair of hyper-nationalistisch dan de rest van het Rijk. OOK IN OOSTENRIJK GAAT HET HET NATIONAALsocialisme niet voor den wind. Schuschnigg was te Boedapest op bezoek, waar juist een natio naalsocialistische aanslag op den staat is verijdeld. Teruggekeerd stuurde hij terstond, zelfs zonder zijn Kabinetsleden daar in te kennen minister Neustadter Stürmer de laan uit. Deze bewindsman, die met de leiding van het departement van politie en nationale veiligheid belast was een wondbare en gevoe lige plek in het regeeringsapparaat derhalve was in het kabinet opgenomen om daarin het Duitschvoelende element meer tot uitdrukking te brengen, dan vroeger het geval was. Hij stond den nationaalsocialistischen strevingen nog het naast. Maar blijkbaar te na. Tijdens het bezoek van Von Neurath had Schuschnigg reeds een voorproef je gehad van wat hem te wachten stond, mocht zijn waakzaamheid verslappen. Te Boedapest zijn hem waarschijnlijk de oogen geopend. Verscheidene prominente figuren zijn daar ernstig gecompro mitteerd, onder anderen de Duitsche gezant Von Mackensen, die fluks tot onderstaatssecretaris in de Wilhelmstrasse benoemd moest worden want hij kan niet op zijn Hongaarschen post terug. Zou Schuschnigg daar ook over Neustadter Stürmer zijn ingelicht ? Voor deze hypothese zijn er aanwijzingen te over. OP EEN OF ANDERE ONVERKLAARBARE WIJZE heerscht er hier te lande een groote ongerust heid ten opzichte van de Fransche openbare orde. Ten onrechte. .Zulke relletjes als er onlangs te Clichy zijn voorgevallen, zijn van geen werkelijke beteekenis. Evenmin als bij ons een relletje in de Jordaan van eenig belang zou zijn. Maar in het buitenland denkt men al gauw dat het ernstig kraakt. Het was dan ook dwaasheid om te denken dat voor het kabinet-Blum uit een en ander parlemen taire moeilijkheden zouden ontstaan. Die zijn er, in dit opzicht, nooit geweest. Van beide kanten, door de volgelingen van De la Rocque en door de volksfronters zijn er bij deze herrie overigens groote fouten gemaakt. Terecht schrijft Het Volk: Als de tegenstanders de doodsvijanden zijn, die, zo zij de macht in handen zouden krijgen, de demo cratie zelve om hals zouden brengen, dan is het moeilijk, zich te houden aan de grondregelen van een democratische samenleving. Doch juist in die gevallen, als de democraten over een grote mate van zelfbeheersing moeten beschikken, is het zaak de democratie te belijden metterdaad en zich verre te houden van de wegen van vechtpartijen en geweld dadigheid, die steeds verder afvoeren van de demo cratie." ZUID-OOST EUROPA BAARDE DEZE WEEK EEN nieuwe verrassing?het Italiaansch-Zuidslavische vriendschapsverdrag. Geen kwade verrassing, ditmaal. Wat de Fransche politiek had nagestreefd, maar wat door vermoording van Koning Alexander verijdeld werd, is nu uit de omstandigheden geboren. Ciano is naar Belgrado gereisd. De geschilpunten over de behandeling der Slovenen in het Italiaansche Istrië, over de Italiaansche belangen in Dalmatië, over Albaniëzijn opeens bijgelegd. Het is te hopen dat dat zoo zal blijven. Overigens is het niet onjuist gezien van Mussolini, zich nu in de Adriatische Zee den rug te dekken. Hij is hals over kop uit NoordAfrika teruggekeerd. Het triomfeerend gezelschap zou door zandstormen verjaagd zijn. Dat is mogelijk. Maar het is lang niet uitgesloten, dat Mussolini zich op dit oogenblik zoo ver van huis niet heel erg pleizierig voelde. Een legerorder", kennelijk van zijn hand, op Italiaansche legionairs in Spanje ge vonden, compromitteert hem wel heel erg. In tusschen is het dezen legionairs in militair opzicht niet bepaald voor den wind gegaan. In de non interventie-commissie geraakte Grandi in een moeilijk parket waarbij hij zich door bluf en groot spraak een houding tracht te geven. De Italiaansche legionairs zullen nooit uit Spanje wijken!" Van de week gaat de daadwerkelijke controle in. De auspiciën zijn nog verre van gunstig. HET NEDERLANDSCHE AANDEEL IN DE ZEER twijfelachtige non-interventiegeschiedenis is gelukkig niet heel groot. De medewerking der twee marinemannen aan de controle is net mooi genoeg; zij nemen althans hun taak niet te licht op; schout bij-nacht Olivier krijgt acht administrateurs onder zich (waarvan er ook al weer twee Nederlanders zullen zijn) in de verschillende controle-havens, verder krijgen de schepen dan observing-officers" aan boord, waarvan ons land er 30 van de 650 mag leveren, die bij het laden en lossen moeten controleeren of er geen ongerechtigheden gebeuren en de lading mogen onderzoeken. Ten slotte krijgt Nederland nog deel aan de neutraliteitstaak, door dat er hier een aantal Spanjaarden, die na het mis lukken van de rebellie in Madrid en bij de ongeregeld heden aldaar gevlucht zijn in de Nederlandsche legatie, met het s.s. Ajax naar hier komen en hier onder een zeker toezicht bij Eindhoven zullen wor den ondergebracht. HET CONVOOI VAN ONZE MARINE HEEFT SUCCES kon minister de Graeff onder applaus op den laatsten zittingsdag der Tweede Kamer mededeelen. De Hertog Hendrik" heeft, ondanks haar min of meer twijfelachtige gevechtswaarde, den zeeroovers" van generaal Franco voldoende respect in kunnen boezemen om herhaling van het lot van de Triton" te voorkomen. Hoezeer deze juridische terminologie voor het aanhouden van handelsschepen door de strijdkrachten van een nieterkende regeering hier het feitelijke begrip zeerooverij nadert, blijkt wel uit de verhalen van de bemanning der inmiddels zonder haar lading teruggekeerde Triton". De sinaasappelen welke dit schip naar Holland zou brengen, zijn in Ceuta uitgeladen en aan de Duitschers als betaling voor wapentuig overgedaan, minus het .gedeelte wat ter plaatse werd opgegeten. En als straks de Java" Spanje genaderd is en de twee nieuwe onderzeeërs de O 16 hebben vervangen zal het in nog sterker mate uitgesloten zijn, dat de belangen der Nederlandsche scheepvaart worden aangetast. Natuurlijk wil dit niet zeggen, dat eventueele overtreders van de non-interventie onder Nederlandsche vlag convooi krijgen; het is alleen voor schepen met andere lading dan oorlogscontrabande bestemd. Zooveel zij kan, zal onze regeering trouwens reeds door maatregelen hier te lande voorkomen, dat er Nederlanders bij over treding der non-interventie betrokken zouden raken. De Kamer heeft haar de daartoe noodige volmachten gaarne toegezegd. D F LAATSTE VRIJDAGMIDDAGZITTING HEEFT trouwens nog heel wat meer onderwerpende revue zien passeeren, voordat voorzitter Aalberse met een prijzend woord van de politieke Meistersinger" u behoudens onvoorziene omstandigheden afscheid nam tot na de verkiezingen. Deze laatste middag leidde nog tot echècjes voor de ministers Slingenberg en De Wilde, waarvan de eerste een groote drankbestrijders-meerderheid tegenover zijn overgangsbepalingen voor de Drankwet vond en de tweede een unaniem verzet tegen de dure plannen voor de ambtswoning van den Commissaris der Koningin in Noord-Holland ontmoette. De R.K. heer Van der Bilt, die op grond van zijn leeftijd na de verkiezingen niet terug zal keeren, had de leiding . genomen van dit verzet, dat met algemeene stem men la mort sans phrase" over deze plukkerij van de overheid uitsprak. Het wordt langzamerhand een goede traditie, dat de Kamer voor dergelijke grapjes een stokje steekt. Als zij althans aan den dag komen.... De heer Van der Bilt is overigens niet de eenige die ditmaal onvoorziene omstandigheden en de sluitingszitting uitgenomen voor het laatst een Kamervergadering bijwoonde. Hij deelt dit lot met vier andere katholieken, acht socialisten, vier anti's en nog een tiental anderen. Men mag dus zeker wel op een 25-^! nieuwe gezichten in de nieuwe Kamer rekenen; mogen er heel wat jonge gezichten bij zijn. j l H K l lij /?3D/n»CftJC M*. L

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl