Historisch Archief 1877-1940
XI *
II
Film
E
EK
D. C. van der Poel
George Stevens : Allee A dam s
(D« Uitkijk, Amsterdam)
VOOR de zoveelste maal is Alice
Adams" van George Stevens
een bewijs voor de waarde van
het scenario.
Naar de vorm is dit een film, die niet
op een bepaalde wijze nadrukkelijk
uitgaat boven een perfecte beheersing
van de techniek, zowel in de zin van
beheersing van het gegeven als van het
materiaal, zoals die steeds minder zeld
zaam is. Zeldzaam is echter het samen
gaan van deze technische capaciteit
met een waardevol gegeven n materi
aal, zodat de maker zijn kracht niet
behoeft te verspillen in de richting van
een ondanks alle perfectie tamelijk
waardeloos zelfs in de zin van ver
velend door de eeuwige herhaling
massaproduct.
Alice Adams" is niet vervaardigd
volgens het bekende procédéelk wat
wils". De film bevat geen sensatie en
geen girls en dus ook niet de meer en
meer gebruikelijke combinatie van
deze beide elementen (moord afgewis
seld door revue, wat wil men meer?).
Alleen een beetje liefde, die nog het
minst sterke deel is van deze film.
Maar in plaats van dat alles omvat
Alice Adams" een stukje Amerikaan
se milieu-schildering van zeldzame
scherpte. George Stevens toont ons
het burgergezin, waarvan de moeder
en dochter hoger op" willen. Bij de
moeder, die de kans voor zich zelf
vrijwel verkeken ziet, kan zich dit
nog slechts uiten in vitterige en ruziën
de critiek op de ietwat zwakke maar
eerlijke man, tevreden met zijn be
scheiden baantje, die niet heeft bereikt
wat voor anderen wel mogelijk was.
De1 dochter twenty-two and
wonderful" weeft zich in een net van
leugens om zo in de hogere" kringen
van het stadje succes te hebben. Zij
heeft altijd nog iets te veel van de
goede zijde van haar vader om te
slagen en te weinig energie in de goede
richting om het langs de weg van eigen
werk te proberen. Als zij op een moment
van vertedering voor de vader werkelijk
de stap doet naar de school voor
kantooropleiding ontmoet zij een tot
dusverre oppervlakkige bekende uit de
zo begeerde hogere kring en verstrikt
zich meteen in een verhaal dat zij een
secretaresse moet zoeken voor haar
vader. Ten slotte schijnt haar bekoring
de sociale slagbomen te zullen over
winnen ondanks de fouten die zij
voortdurend maakt maar het geheel
loopt uit op een eetpartijtje thuis, dat
door de valse schijn van stand en wel
stand der beide vrouwen uitlcopt op
een debacle, die in deze film uitgaat
boven de milieu-schildering tot een
prachtig stukje milieucri.iek, zoals
alleen de Amerikaanse openhartigheid
die vermag te geven.
Het jonge meisje wordt gespeeld door
Katherine Hepburn en zij weet het een
bekoring te verlenen, die heel wat
sympathieker is dan de gecompliceerde
historische figuren, waarin men meent
dat de sterren het schoonst kunnen
schitteren.
Ten slotte komt natuurlijk toch alles
terecht en wij krijgen de close up van
de kus" opdat wij rustig zullen kun
nen slapen. En zij leefden lang en
gelukkig." Het zij zo. Ook als kinderen
.onden wij het prettig met een gerust
hart van ons heldenpaar afscheid te
kunnen nemen.
Dit slot haalt de film weliswaar met
n slag naar beneden tot op het banale
peil, maar wij zijn door het verhaal
zowel als de wijze waarop ons dit is
verteld voldoende geboeid om het met
een schouderophalen op de koop toe
te nemen. Als het licht op gaat merken
wij toch ook dat wij ma?r in de bioscoop
zitten.
VOORAF gaat een klein Neder
lands filmpje: Oudjes" van Henk
Kleinman, waarbij een fotografisch
belangrijk en dankbaar gegeven het
leven van de oudjes in het
Amsterdamsche werkhuis wordt gekoppeld aan
een zwak verhaaltje. Hier had vorm
en de beheersing van deze vorm kunnen
leiden tot schoonheid, die nu door het
verhaaltje is gemist. Of moeten wij het
verhaaltje reeds als zoodanig beschou
wen als een bewijs van gemis aan zelf
vertrouwen bij voorbaat ten opzichte
van de zuivere vorm, zonder franje?
Katharine Hepburn (tweede van rechts) in George Stevens' film Alice Adams"
Schilderkunst
ALBERT PLASSCHAERT
Karakteriseeringen
HET is mijn bedoeling in een
reeks karakteriseeringen een
aantal schilders, beeldhouwers,
enz. te behandelen, die door hun
werk of door hun laatste werken, door
hun persoonlijkheid of door hun am
bacht of door een harmonie tusschen
die twee, niet zonder reden de aan
dacht hebben getrokken en die, hoewel
behoorende tot de tegenwoordigen,
kracht en zekerheid genoeg vertoonen
om ook tot de toekomstigen, die in de
toekomst zullen blijven, gerekend te
kunnen worden. Het is niet alleen dat
aangenaam gevoel, door hun werken
verwekt, dat mij hier aan zet, maar ook
de noodzaak, de noodzakelijkheid voor
een kritikus zich in bepaalde verschij
ningen eens meer- en getrouwer te
verTooreel
Dat domme" publiek...
EDUARD VERKADE
Jm\ATCENE wat het tooneel kan
i J bieden, heeft in wezen niets te
***^ maken met de realiteit der
dagelijksche omgeving, de verhoudingen van
allen dag, maar uitsluitend met de eeu
wige altijd geldende waarheden van het
Leven zelf.
In een tijd van welvaart en overvloed
zat de waarachtige dichter natuurlijker
wijs de rol vervullen vandenernstigen
ver maner* De ware tooneelleider, die zijn
stuk weet op te voeren, zal het publiek
weten los te maken van hun veilige ver
zekerde dagelijksche bestaan en hen we
ten op te heffen uit een fantasielooze
zelfgenoegzaamheid tot hoogere gedach
ten.
Zijn de tijden slecht en is het
dagetijksch bestaan onzeker en benauwend,
dan zal het .product van den
waarachtigen dichter en tooneelleider natuurlijker
wijs een opbeur enden, verruimenden in
vloed op het publiek moeten uitoefenen.
Wiet echter de tooneelleider zich als
humt naar niet genoegzaam los te
make van het dagelijksche gebeuren, en
racht hij dit te imiteeren, te beïn
vloeden of te expliceeren, dan dreigt hij
in de goede tijden oninteressant zoetelijk,
in de slechte oninteressant zwaartillend
te worden. In dit laatste geval krijgt men
dan een soort cataslrophale voorstellin
gen, waarbij de toeschouwer den geheelen
avond een noodlot direct boven zijn hoofd
voelt dreigen. De tooneelfiguren wente
len zich dan ,in droef geestigheid, het
zelfbeklag is niet van de lucht, het som
bere is nog niet somber genoeg, en de toe
schouwer zit oog in oog met het hél
erge, met datgene wat hij veelal ternau
wernood van hooren zeggen kende. En
niets voert tot, een oplossing, tot de zoo
noodzakelijke verruiming, en ten slotte
staat hij weer op straat en komt tehuis
met een hoofd zwaar als lood van verzet,
ergernis en verveting. Wil 'hij een vol
gend maal de dagelijksche zorgen van
zijn bestaan ontloopen, dan mijdt hij
angstig den schouwburg, en zoekt liever
de amusante verstrooiing, die geen kunst
wil zijn, dan de zwaarmoedige verveling,
die ten onrechte het etiquette hooge
Kunst" voert.
In ieder goed gebouwddra ma,
tooneelof blijspel, in iedere kunstzinnige voor
stelling gaat het uitsluitend om het
contrast, de schakeeringen van licht en
donker, van vreugde en verdriet, van
gerechtigheid en ongerechtigheid in de
menschelijke ziel. Wij willen volledige
karakters zien, in hun innerlijken groei,
in hun onderlinge tegenstellingen. Wij
willen metischen aanschouwen, die ge
voelen, denken en handelen zooals wij
zelf in dezelfde omstandigheden zouden
doen, kunnen doen, of liever nog, zouden
verlangen te doen.
En terecht weigeren de toeschouwers,
als geheel beschouwd n individueel,
zich onder een valsche leus naar den
schouwburg te laten drijven (en dan
nog wel tegen betaling) wanneer zij er
niet van overtuigd zijn, in de fantasie
wereld van het tooneel eerlijker contras
ten, een diepere beschaving, een fijnere
intelligentie en zuiverder gevoelsuitingen
te zullen aantref fen,dan die welke zij
zelf in het dagelijksch leven konden ver
werven en beleven. Zij willen geleid wor
dentot hoogere menschelijke waarden, en
niet geestelijk bij den neus genomen
worden, zich niet voeten afzakken in
een poel van zwaarwichtige zwarte
eentoonigheid, van een benepen ontevreden
egocentrische wereldbeschouwing.
Vox populi, vix Dei!
diepen dan hij daartoe gemeenlijk de
gelegenheid heeft en een langzaamheid
in zijn oordeel te vertoonen, zonder
welke langzaamheid, soms in n
oogenblik gerealiseerd ! een vol oordeel
niet bestaat noch werkt. Een der rede
nen verder zulke verzameling te be
ginnen is dat hij daar, hoewel steeds
gebonden aan de schoonheid of aan het
karakter, zijn eigen lust vrijer kan vol
gen ; al spelevarend, zich bezinnen kan
op allerlei, wat nooit tot schae kan zijn,
maar altijd tot baat. Er is in deze reeks
zoo wil ik hopen, steeds de aanwezig
heid te gevoelen van de lust of van den
hartstocht, elementen, die het leven
daar houden, waar dood door theorieën
of door vooropgesteldheden hinderlijker
is waar ook. Het gevaar der theorieën
is dat zij de verschijningen willen ber
gen op het cirkelvlak met te kleine
straal. Dat dit voorkomt, hoeveel ver
dwenen waarheden" hebben dit den
laatsten tijd niet bewezen, waarheden
door de toekomst afgeschud, omdat zij
belemmerden of omdat zij een vrijheid
bonden, een ongestoordheid verhinder
den, met andere woorden, omdat zij
tiranniseerden, waar zij te dienen of
te volgen hadden. Ge zult dus hier een
onbevangenheid vinden tegenover de
verscheidenheid, die n der, bekorin
gen is van het kunstwerk, niet het ge
loof in n waarheid. Integendeel een
zucht naar vele waarheden, en een
waardeering voor het phychologische
in het kunstwerk, waarvan een kunst.
werk de toch geordende verschij
ning Js.
Het kunstwerk is misschien het
blijvendst daar waar het. natuurlijke, als
natuur aandoende, onnatuur is, wat»
de geest zich vermeit en vrij gevoelt,
door overeenkomst met het natuur
lijke. Ik zal het oordeel niet dulden,
dat voortkomt uit andere zaken dan
hier voegen; noch dogma, noch socio
logische veronderstelling, noch
oekonorhisch staathuishoudkundige goden
dienst, noch weekhartige menschenmin
zullen tusschen andere dingen gescho
ven worden als bezaten zij hier gelijk
recht. In dat opzicht ga ik tégenover
vele mijner tijdgenooten in; zelden zag
ik eenig nut van de philanthropie, waar
het om de schoonheid giat. Een schil
derij zal gezien worden zooals het te
eerste is: een schilderij, een beeld als
een stapeling van volumina, maar
met psychologische beteekenis; het
persoonlijke zal niet ontmand worden
om ijdel en leeg rond te gaan als onper
soonlijkheid; het détail zal geëerd wor
den waar het in een verband, met het
groote mee kristalliseert het geeft
immers een vertrouwelijkheid, waar
anders het te kil kón worden of te
vormenloos.
Ik geef u gaarne toe, dat dit alles
niets bizonders hoort te wezen in de be
spreking van een kunstwerk, maar
vindt ge al deze eenvoudigheid overal ?
Vindt ge ook deironie der overtuigdheid
in vele kunstkritieken, den humor, die
de vroolijkheid is boven het voorwerp
uit; de scherpen uitval, die het niet
meer dulden is van het teemend ge
leuter en het aphorisme dat de concen
tratie is tegenover het suikerwater der
breedsprakigheid ? ....
. Toch, dit moet ik ten slotte nog wel
bekennen, ben ik bevreesd, dat ik niet
alleen hem, die deze karakteriseeringen
(misschien wordt het wel een boek!)
met de noodige vooringenomenheid zal
lezen teleur zal stellen. Die anderen
zullen het te dartel vinden bij vlagen.
En ik weet duvels goed, dat alles wat
in Holland niet naar den domin
smaakt, niet ernstig is, niet serieus. We
hebben nu en dan in de litteratuur wel
eens iets gewonnen door de dominé's
maar veel meer verloren. Wat wij
gekregen hebben door den dominéis een
pedante treurigheid, die alleen als solide
geldt; vroolijkheid is steeds verdacht;
te luchthartig; spot is een miskenning
van den lezer, dartel is eigentlijk
ónkiesch. Die smaak naar den dominéis
overal te vinden waar het een openbaar
succes geldt. Zij is daar onmisbaar. Zij
is zelfs in de openbare vijanden van dien
dominéaanwezig. Die vijandschap is
de mislukte poging zich van die nood
zaak openbaar te bevrijden; die vijand
schap bewijst bij nauwkeurig wegen
die aanwezigheid van dominé. Wij zijn
vrij van den dominéen zijn treurigheid
in pedanterie; hoe versmallen wij ons
succes. Maar wij gaan door, onboet
vaardig. Het verlucht ons; wij willen
niet bezwaard leven om ernstig te
schijnen; wij hopen nu eenmaal steeds
op de bevrijding en op de speelschheid
van het kunstwerk. Zoo zijn deze karak
teriseeringen geschreven. Zonder dog
ma, dat als een er voor gezet kamer
scherm de kleur en de doorschijnendheid
van het leven zou verminderen....
RADIO
STETHOSCOOP
ALS aankondigingen van de Pas
sie-herdenking brachten de N.C.
R.V. en de V.A.R.A. onder
scheidenlijk uit Haarlem en Den Haag
radio-uitzendingen van Bach's
Matthaus-Passion". Maar de volle vloed
golf van gewijde muziek ontlastte zich
eerst in de Lijdensweek zelve. Men
gelberg opende op Palmzondag de sluizen
met zijn bekende dramatische lezing
'van Bach's meest bekende partituur,
waarin hij alweer nieuwe attracties"
had ontdekt (de eigenaardige temp i
in de koren van nos. 25 en 26, de
orgeltutti in de koren van 33 en 69); Donder
dagavond liet de A.V.R.Ó. eenigen
fragmenten van deze uitzending her
halen. Verder gaven Brussel Fransch
Maandag, Motala Vrijdag en Brussel
Vlaamsch Zaterdag een uitzending van
dit onverwoestbare .muzikale monu
ment en vermoedelijk zal Leipzig op
den Eersten Paaschdag met een radio
emissie der traditioneele uitvoering in
de Thornaskirche besluiten. Weenen
zond Zondag de Matthaus-Passion"
van Schütz uit; de K.R.O. Dinsdag
en Beromünster Donderdag Pergolese's
Stabat Mater"; de N.C.R.V. Woensdag
The Messiah" van Handel; Boedapest
Donderdag en Paris Radio en Straats
burg Vrijdag de Johannes-Passion"
van Bach; Sottens Vrijdag Die sieben
Worte des Erlösers am Kreuze" van
Haydn; Lyon denzelfden dag Les
sept paroles du Christ" van Gounod;
Weenen het Stabat Mater" van Haydn
en Beromünster Die sieben Worte
Jesu Christ i am Kreuz" van Schütz;
tenslotte Brussel Vlaamsch Vrijdag
Christus am Oelberg" van Beethoven.
Eenmaal bekomen van deze
sacramenteele inuridatie, mogen we ons
afvragen, wanneer en door welken
omroep weer eens recht zal worden
gedaan aan het grootste oratorium,
dat ooit geschreven werd: Bach's
Hohe Messe". Maar nog dringender
wellicht rijst de vraag, welke omroep
zich weer zal zetten aan de taak,
's Zondags geregeld uitzendingen van
een Bach-cantate te verzorgen, zooals
Daventry en Leipzig vroeger plachten
te doen. Leipzig komt er nog wel
sporadisch mee, maar indien op
het gebied der gewijde muziek n
gebruik in eere dient te worden gehou
den, dan is het wel dit. De V.A.R.A.
heeft voor de vervulling van deze
edele roeping in den aether de beschik
king over vele voordeden boven
andere omroepen: zij heeft zendtijd
op Zondagmorgen; de arbeidersbewe
ging telt talrijke zangkoren, die in aan
merking komen om beurtelings zulk
een cantate in te studeeren en na
enkele repetities met den algemeenen
leider, die hiervoor natuurlijk met
grootézorg dient te worden gekozen,
uit te voeren; zij heeft ook een vast
orkest, dat zich op deze uitvoeringen
zou kunnen specialiseeren.
De A.V.R.Ó. heeft op aangrenzend
terrein een weliswaar heel wat minder
imposante, maar zeer zeker ook prij
zenswaardige traditie bevestigd met
haar Zondag-uitzendingen
Klankschoonheid in Nederlandsche kerken",
waarin de schat van orgelmateriaal,
die ons land overal bezit, successieve
lijk de revue passeert. Jammer genoeg
heeft zij het aanvankelijk ingesteld
gebruik niet voortgezet, bij de aan
kondiging dezer korte orgelconcerten
in haar orgaan een afbeelding en korte
beschrijving te publiceeren van het
orgel, dat aan de beurt was. In de
hoop, daarmede een interessante ver
zameling te vormen, zijn wij begonnen
deze pagina's te bewaren, maar we kun
nen ze wel weer weggooien, omdat de
publicatie om onbegrijpelijke redenen
is gestaakt. Verzamelt de A.V.R.Ó.
ze zelf om ze later gebundeld uit te
geven ? Wij hopen het!
G. K. KROP
PAG. 10 EN II Dl GROENE No. 1121
r*c. < oe GROENE No. 3T
EXPOSITION
INTERNATIONALE
TALRIJVE MANIFESTATIES OP HET QEBIEO VAN
KUNST, WETENSCHAPPEN, LETTEREN EN «PORT.
InllcMIngM bij da Seheepmrt- en Rtltburaitu
?n hit Comitévin Propaganda.
SCHRIJFSTERS OF SCHRIJVE RS
L
VAN MEISJES- OF JONGENSBOEKEN
VOOR LEEFTIJDENVAN 12-16, RESP.18 JAAR EN KINDERBOEKEN
VOOR DEN LEEFTIJD VAN OMSTREEKS 6 JAAR WORDT VER
ZOCHT TE SCHRIJVEN ONDER No. 9500 BUREAU VAN DIT BLAD.
ALLEEN NIEUWE EN OORSPRONKELIJKE
WERKEN KOMEN IN AANMERKING.
? HONORARIUM BIJ OVERLEQTE REGELEN. ?
R '^^*r^ .>*
NAAR DE MEIFEESTEN
12 DAGEN TE MOSKOU EN LENINGRAD
onder deskundige Nederlands* leiding
AM ER SPOORT-AMERSFOORT
? vem 2t April tot 9 Mei 1917 e>
V«rdM» Inlichtingen en protp. bl|
ALLE REISBUREAUX
«i latovriiMpforBatUbwreM
STADHOUDERSKADE 154
TEIETOON «f« ? AKSTCROArt-Z.
E"
AM
79*4
VOOR BEIRSBK/OEKURS
MONSTERKOFFERS EN ETUIS 'HSSSH&
TUIFABRIEK M. BIERAUGEL
REGULIERSDWARSSTRAAT 15 * AMSTERDAM * TELEFOON 35624