De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 3 april pagina 10

3 april 1937 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Trswr i*. lij ZINVEI ROTTERDAMSCHE HYPOTHEEKBANK VOOR NEDERLAND l 4°/0 PANDBRIEVEN & 10O°/0 NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP N,V, lationaal Bezit van Aandeelen Koninkl. lederl. Stoomboot-Maatschappij, gevestigd te AMSTERDAM. uiföT VAN f 5,556,500.-Gewone Aandeelen De Heeren HOPE & Co., en de NEDERLANDSCHE HAN DEL-MAATSCHAPPIJ, N.V. berichten dat zij op Maandag 5 April 1937, van des voormiddags 9 uur tot des namiddags 4 uur, de Inschrijving op bovengenoemde Aandeelen tot den koers van 106 pCt. openstellen te Amsterdam: ten kantore van de Heeren HOPE & Co. en de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPJJ, N.V., te Rotterdam en >s-Gravenhage: ten kantore van de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAAT SCHAPPIJ, N.V. Houders van Amortisatiebewijzen Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij N.V. en houders van gewone aandeelen N.V, Nationaal Bezit van Aandeelen Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij genieten bij deze uitgifte een recht van voorkeur, zooals in het prospectus omschreven. Prospectussen en Inschrijvingsbrieven zijn aan de kantoren van inschrijving verkrijgbaar. AMSTERDAM, 30 Maart 1937. N.V. INSULAIRE HYPOTHEEKBANK HEERENQRACHT 244 AMSTERDAM C. 4% PANDBRIEVEN a 99"4% Conversie der 57, en 41/, V. Pandbr. In 4% PANDBRIEVEN a 99V4 % WIE ZICH EEN OBJECTIEF OORDEEL WIL VORMEN OVER HET PROCES TE MOSCOU TEGEN DE TROTSKISTEN KAN DAT NIET ZONDER KENNIS TE NEMEN VAN HET STENOGRAFISCH PROCES VERS L AG TEGEN RADEK, PJATAKOW, SOKOLNIKOW e. a. GEAUTORISEERDE VERTALING VAN HET DOOR HET VOLKSCOMMISSARIAAT VAN ? JUSTITIE UITGEGEVEN PROCESVERSLAG 640 PAGINA'S GEBONDEN Fl. 2. TE BESTELLEN BIJ: PEQASUS", HEMONYSTRAAT 5, A'DAM Z. - GIR0173.127 N.V. DE HOLLANDSCHE VOORSCHOTBANK KRUISWEG 7O HAARLEM De Bank verstrekt voorschotten met een minimum van/1000.- op billijke en wat de terugbetaling betreft gunstige voorwaarden onder borgtocht of zake lijke zekerheid. Een prospectus wordt op aanvraag gaarne toegezonden. VAN RIJN S o I [MOSTERD Geef adresveranderingen TIJDIGoplAlswij'sWoemdags Uw nieuwe adres weten ontvangt U daar 's Zaterdags de nieuwe p r\ p M p " lx \J C l T C " ALTIJD WELKOM ! Spaart plaatjts voor onse albums. A Financiën en economie CONVERSIE C. A. Klaasse DE eenige leeningen die zich in de belangstelling van de be leggers kunnen verheugen zijn die met korten looptijd. De 3 % lo-jarige leening Noord-Holland die kort geleden werd uitgegeven staat bijna il/2 % boven pari, en brengt den houders een rendement op van z'/4 %. Terwijl de 3 % grootboekcertificaten, die verleden jaar October tot 98 % zijn opgeloopen, zijn teruggevallen tot ruim 90 %»is de noteering van de 3 % 20-jarige staatsleening die verleden jaar November is geëmitteerd nog vlak tegen pari aan. Terwijl alle 3^2 % conversieleeningen in de laatste maand mislukt zijn, is een 3V2 % leening Utrecht, die grootendeels aflosbaar is in de komende 13 jaar, goed geslaagd. Heel duidelijk spreekt uit deze feiten de voorkeur van het beleggend publiek Voor kortloopende obligatien. Hetgeen dus beteekent dat men in de komende jaren een stijging van de kapitaalrente verwacht, en, om daarvan te kunnen profiteeren, gaarne een lager oogenblikkelijk rendement over heeft, omdat men dan koersverlies op het bestaande bezit vermijdt wanneer de verwachting van stijgende rente verwezenlijkt wordt. Het recente verloop van de obligatiemarkt in Engeland en Amerika heeft velen in de verwachting van oploopende kapitaalrente versterkt. In Engeland was reeds geruimen tijd het koerspeil van goudgerande waarden dalende. Het peil der 2l[2 % consols is daar ongeveer gelijk aan dat van onze integralen, en de 3lj2 % warloan staat niet ver van pari afi Zoodat men kan zeggen dat daar op het oogenblik de rentestandaard ongeveer gelijk is aan de onze. Dit beteekent intusschen ten aaniien van de situatie een jaar geleden reeds een rentestijging met om en nabij een half procent. In Amerika dateert de /lauwe houding van prima obligatien, speciaal staatsfondsen, eerst van den allerlaatsten tijd; nog steeds liggen de koersen boven het laagste peil van het vorige jaar. ' Ook de Amerikaansche emissiemarkt vertoont indigestieverschijnselen juist als de onze. Maar daar is het logischer omdat de nieuwe uitgiften omvangrijke bedragen nieuw geld vereischten. De toestand van de Ameri kaansche obligatiemarkt is overigens altijd heel moeilijk te vergelijken met onze Europeesche maatstaven, omdat daar de banken zulk een belangrijke factor op beleggingsgebied zijn. Wan neer de vraag naar commercieel crediet toeneemt, stóoten de banken een deel van hun voor onze begrippen relatief zeer omvangrijke, beleggingsporte feuille af. Aldus is er pverthere een enge samenhang tusschen geld- en kapitaalmarkt. JNSEN ZOOWEL in Engeland als Amerika / gelden op de kapitaalmarkt fac toren die elders, met name ten onzent, niet gelden. In beide landen is, om te beginnen, de economische conjunctuur in een heel wat meer gevorderd stadium dan . bij ons. Endogene invloeden op hetv l renteverloop, zooals die daar gelden, } zijn dus hier, mutatis mutan4is, pas f over eenige jaren te wachten. Veivolgens is b.v. in Amerika de rente op prima obligatien nog altijd een stuk lager dan hier. Trouwens exogene invloeden op onze kapitaal rente, in den zin van communiceerende- ?? vaten-werking, zijn lang niet zoo spoedig te verwachten als voorheen; daarvoor is de samenhang tusschen de verschillende markten te los geworden. Er is overigens nóg alle reden voor ; een nivelleering, te weten een stijging « van de rente in Engeland en eventueel \ Amerika tegenover een daling of gelijk blijven van de rente hier. De lage rente, die beide landen in de afgeloopen jaren hadden, dreef immers mede op inter nationaal kapitaal, dat daar een tijdelijke toevlucht had gezocht. Sedert het goudbloc de gouden standaard verliet is veel kapitaal ge repatrieerd. Een stijging van de rente tegenover een daling in de repatrieeringslanden is niet anders dan logisch. En dat is dan ook wat we sedertdien gezien hebben. Natuurlijk | zijn er factoren aan te wijzen die zouden 'kunnen duiden op een tendens tot algemeene rentestijging. Men noemt allereerst daarvoor de bewapening. Daartegenover staan echter andere factoren, die het aannemelijk maken, dat bij een komende conjunctuur opleving de kapitaalvraag relatief ge ringer zal zijn dan vroeger in soort gelijke gevallen, onder meer de waar schijnlijk veel geringe kapitaalexport. Men kan op dit terrein geen enkele goed gefundeerde voorspelling doen, hoogstens tendensen aangeven, waarbij men dient te zorgen, geen factor te vergeten, maar ook de waarde van n niet te overschatten. Er zijn elementen, die op renteverlaging duiden: zware aflossing op &&isleèningen, stijging der besparingen in opgaande conjunc tuur, andere die op stijging van de kapitaalvraag duiden: conjunctureele kapitaalbehoefte (die echter misschien relatief veel geringer zal zijn dan vroeger vaak het geval was, omdat de kapitaalexport wel heel wat minder zal zijn) en bewapeningsdrang. Omtrent dit laatste punt is b.v. prof. Keynes zeer optimistisch; hij verwacht dat het stijgende kapitaal aanbod de vraag voor dit doel ruim zal kunnen bevredigen. HOE het verloop ook zijn zal, op het oogenblik staat vast, dat de beleggers een stijging van de rente voorzien, en dat beteekent, dat normale langloopende leeningen geen belang stelling ontmoeten. Hoe zal het onder die omstandigheden met de emissiemarkt gaan? De regeering heeft tot nu toe ervan afgezien, verdere conversieleeningen te plaatsen. Heel begrijpelijk overigens, want een staatsleening uitgeven zonder kans op afdoend succes is niet gebruikelijk en evenmin verstandig. Intusschen staan er nog verschil lende 4 % staatsleeningen uit, onder meer die van 1934, waarin toenmaals een groot deel van de staatsschuld in eens werd geconverteerd. Men betaalt op deze leeningen een rente die hooger is dan de huidige kapitaalrente. Maar toch is het waar schijnlijk dat men zich voorloopig ervan onthouden zal, tot conversie over te gaan. De eenige goede kans van slagen zou hierin liggen, dat men een leening met betrekkelijk korten looptijd uitgeeft. ? Nu is het niet denkbaar/ dat men de aflossing dusdanig regelt, dat in ge middeld tien jaar ten laste van den gewonen dienst der begrooting de beDE NIEUWE PRIJSVRAAG Opgravingsbei icht Hertmllng der opgave. In net jaar 3937* worden in deze streken opgravingen gedaan. Ge vraagd wordt een 'bericht uit een jO-3te eeuwsche krant van maximaal 750 woorden weer te gtwn, waarin ooorkomt de vermelding van de opgraving en de beschrijving van een thans algemeen gebruiksvoorwerp, naar keuze van den inzender. Inzendingen uiterlijk Maandag 5 April, verslag en prijstoekenning in het nummer van zo April. PUZZLES Prijswinnaars zijn deze week: voor net letterraadsel Mejuffrouw M. Verkoort, van Spoenstraot 27, Nijmegen; voor het visitekaartje Mejuffrouw L A. A. de Leau, Br/nfcgreverweg 248, Deventer: Voor elke puzzfe wordt een plastiek van Hildo Krop uit geloofd. Inzendingen vóór Dinsdag op een BRIEFKAART; op de adreszijde LETTERRAADSEL of VISITEKAARTJE vermelden. Letterraadsel Van de onderstaande lettergrepen moeten 15 woorden gevormd worden, welker ie letters, gelezen van boven naar beneden, en 3e letters, gelezen van beneden naar boven, een vers vormen van Jef Last. a - a - chec - cro - de - de - e - en en - en - ex- fel - gie - in - kra- krui- laIe - li - lo - mer - misch - na - ne - nee o - pen - pert - ren - rof - sa - se - ta ten - ter - tie - tri - ven - vi. Omschrijving i. verrukking, 2. wansucces, 3. doodsbericht, 4. zich langs den grond voortbewegen, 5. kleur, 6. duidelijk, 7. in acht nemen, 8. koopman, 9. koers verandering, 10. vaccineeren, n. inheemsch, 12. gezond maken, 13. drie stemmig muziekstuk, 14. eenjarig dier, 15. sein op de trom. Visitekaartje T. BÜUFIT Baara Texel Wat is het beroep van dezen Heer? Oplossingen Letterraadsel De hemel wordt een koe ler, dieper blauw (Gerard Wijdeveld) i. d r o ge t 2. e v e n 3. h a l e n 4. eieren 5. meridiaan 6. e d d a 7. leider 8. w i e m e 9. o p p e r 10. reëel ii. du r en 12. t o b b e 13. el lende 14. emaneeren 15. neutraliteit 16. k a w i Visitekaartje Het beroep van C. Tautrec te Urmond is: tramconducteur. trokken leening wordt afgelost, al zou een kleine inkrimping van den ge middelden looptijd in vergelijking tot de te converteer en leeningen logisch zijn in een periode van opgaande con junctuur en verwachte budgetverbete ring. Men zou dus komen tot een lee ning waarvan een groot deel over een aantal jaren in eens zou moeten worden afgelost. De ervaringen die debiteuren in de afgeloopen jaren met korte leeningen hebben opgedaan zijn niet gunstig. Wanneer de aflossing komt op een ongunstig tijdstip, komen er moeilijk heden. De debiteur plaatst zich zelf door zulk een leening op een gegeven moment in een dwangpositie. Dat men voor een groote staatsleening zulk een oplossing zou kiezen, is dan ook niet waarschijnlijk. Voor de niet-vlottende staatsschuld is elke andere oplossing, dan die, waarbij de amortisatie geleidelijk ? en ten laste van den gewonen dienst kan geschieden, eigenlijk va-banque-poliliek. Het lijkt dus zaak, nog even af te wachten totdat een meer definitieve oplossing mogelijk is. Het verdere koersverloop van obligatien in Enge land en de V.S. is voor de stemming ten onzent in dat verband van gr\>ote beteekenis, al is de samenhang tusschen de kapitaalmarkt daar en hier maar betrekkelijk, en is discongruentie alleszins denkbaar. ZOO ZIJN ONZE MANIEREN Plezier T"N£ hall van een fashionable li Londensch hotel, zoo om^?^ streeks half acht, dus tegen het fashionable diner-uur. Door de groote draaiende hall-deuren komen edel-gebouwde mannen in ideale rok' costumes binnen, begeleid door vrou wen in kostelijke stoffen en bont gehuld en gesierd met edelsteenen. Buigende bedienden, lakeien met kuitbroeken en discrete hovelingen in nobele zwarte kleeding en met glimmende scheidingen, geleiden de aankomenden, die stroef van de deftigheid kijken, naar de vestiaire en naar de Orchid-room of de VioletRoom, of waar de ontvangst voor het diner plaats mocht hebben. De hotelbedienden glimlachen in functie en de gasten kijken strak voor hun pteizier; het behoorde om gekeerd te zijn. Ik weet niet hoe het diner verloopt. Ik dineer elders en keer pas om streeks middernacht terug en ga naar mijn kamer en te bed. Het is onmogelijk te slapen. Er is een rumoer als een oordeel. Gezang, gestamp, joelen, zingen en jubelen, en afwisselend ten droomige wals melodie en dan weer infernaal hotjazz-gestamp. Ze dansen... en opeens begint een vrouw vreeselijk hard te zingen. Ik telefoneer naar de Réception en vraag naar de naastbij-zijnde derderangs-nachtclub. Waarom,..? Omdat die naast mijn kamer schijnt te zijn en hier in huis. Pardon, zegt de beleefde mijn heer verlegen.... Ja, dat is heffeest... Het zal tot n uur, hoogstens half twee duren. Om over half twee eindigt de band met een rauw geloei... en plotseling spelen ze het volkslied dat Gods zegen over den Koning afsmeekt.... En dan wordt het stil. De partij is afgeloopen, en ik herinner mij het begin er van, met de stijf-deftige menschen. En ik begrijp opeens zoo onge veer wat een partij is : een collectief verhittingsproces, door middel van alcohol en opwindende muziek.... van vriestemperatuur of daar be neden tot en met het kookpnut.... CONSERVATOR Schaken onder redactie van Dr.S.TARTAKOWER Uit Laskers schaakcarrière KORT geleden gaven wij de be roemde partij Lasker?Napier, die in de schaakliteratuur een voorname plaats inneemt. Thans laten wij een mooie positiepartij van Lasker volgen, die weinig bekend is. Deze partij, gespeeld tegen vier consultanten te Moskou 1899, demonstreert Laskers fijne speelwijze. Men ziet nauwelijks een fout van de tegenpartij en Lasker weet toch te winnen. Vlerpaavdspel gespeeld ie Moskou Wit: Zwart: Dr. E. Lasker ^Bobrow-Gontscharow J Grigoriew-Nenarokow i.è2?e4 e??es; ?. Pb i?03 Pb8?có; 3. Pgi?£3 Pg8?£6; 4. Lfi?bs Lf8?b4; 5. d2--d3 Een tijdelijke afwijking van de boekvarianten; maar spoedig beweegt zich de partij op bekende wegen. 5- ? ? X d7?d6; 6. o-^-o . . v Lb4 x 03; 7. b2 x 03 o?o; 8. Lei?g$ Pc6?67; Niet goed na den ruil op denóenzet. De7 is de zet. 9. Pf3?h4 c??có; 10. Lbs?C4 d6?ds; ii. Lc4?b3 dsxe4; 12. d3xe4 DdSxdz Beter was volgens de Deutsche Schachzeitung 12..... Lg4; 13. £3, Db6+; 14. Khx, Tad8, maar dan volgt 15. Dei I Lhs; 16. Dg3 en wit wint een pion. *f3\TaixdïPey?-gÓ; 14. l%4Xh6 h7xg6; 15. Lgsxfó g7x£6; xó.Tdi?dol Deze zet brengt wit in het voordeel. De open d-lijn is Van groot belang. 16 Kg8?g7J Gedwongen, daar £5 niet gaat we gens Txg6-f. 17. £2?£4! 65 x £4; 18. Tfi xf4 Lc8?«6; Indien 18. £5; 19. exfs, LxfS; 12. g4, Lc8; 21. Tdfó, Leo; 22. L xe6, £xe6; 23. Tx£81 Tx£8; 24. Tx£8, Kx£8; 25. h4 en wint; of 19: gxfs, 20. Lc4 gevolgd door Ld3 en pion f S gaat verloren. 19. Lb3xe6 fyxeó; 20. Tdöxeó Ta8?d8; Hoewel wit een pion gewonnen heeft, is de winst zeer twijfelachtig, daar zijn pionnen zwak zijn en de zwarte stukken goed opgesteld staan. Maar wit forceert door fijn spel de winst. 21. 64?es l fox es; Indien £5 zoo Td4 22. Tf4x£8 Td8xf8; De eenige kans bestond in Kx£8. Thans is de partij tot een arithmetisch probleem gereduceerd. 23. Te>~«7+l Tf8?f7; 24. Te7xf7+ Kg7Xf7; 25. h2?h4 ! ...... De pointe van wit's 2ie zet. Hij moet nu een vrije pion op den Konings vleugel verkrijgen, waartegenover zwart, hopeloos staat. 25* ? a7?as; 26. gz?g4 as?a4; 27. Kg i?£2 34?as; 20. Kf2?es Kf7?eó 29. Ke3?e4 Keó?£6; 30. C3?4 K£6?eó; 31.04?es Ke6?£6; 32. h4?hs göxhs; 33-g4xhs Kfó?gs; 34. Ke4xes Kgsxhs; 35. Kes?do Khs?g4;, 36. Kd6?07 Kg4?£3 37. Kc7 x b7 Kf3?62; 38. Kb7 x có Ke2?d2; 39. Kc6?bs Kd2 x c2; 40. es?có Kc2?b.2; 41. c6?07 Kb2xa2; 42. Kbs?^b4 Ka2?bz 43. 07?c8D as?a2. Als de witte koning niét zoo dicht bij had gestaan, dan zou het nog remise zijn geweest. 44. Dc8?h8 + ' Kb2?bi; 45. Th8?hi-f Kbir?b2; 46. Dhi?g2+ Kba?br; 47. Kb4?es ! az?aiD+ 48. Kc3?^b3 Opgegeven Mat is niet te dekken. Door haar eenvoud een zeer imponeerende partij. i S. LAMOAU .iiiiiMiiiiiiitiiiiiiiiiiitiHiiiitiitHttttnMiiiMiiMiiiiiiiiiiiMtiiiiij s ' ? " 5 f : ^^ ^^. v^ M' w^ *m ?*, ^^. M. ? v^. ??? ?. ? B^ ? ^^ ** CORRESPONDENTIE betreffende de Schaakrubrle'k MTSLUITEND adresseeren aan de Redactie van De Groene Amsterdammer, Keizersgracht 355, Amsterdam C., met vermelding van het woord SCHAAKRUBRIEK op de enveloppe, * l PAG. 19 DB GROENE No. 3122 PAG. 18 DE CÏROENP Ne. 3ir>J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl