De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 24 april pagina 3

24 april 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

l l Dat Holland daarin een vooraanstaande plaats in neemt, vervult ons met vertrouwen in de toekomst. "|"WINTIG POLITIEKE PARTIJEN HEBBEN HUN l candidatenlijsten ingediend voor de TweedeKamer-verkiezingen van 26 Mei. Dat wil zeggen een vermindering van meer dan 60"?vergeleken bij de drieënvijftig van 1933, met de N.S.B, als zich onthoudende vierenvijftigste. Voor een groot deel danken wij deze vermindering van rompslomp en verwarring aan den nieuw-ingevoerden eisch tot het stellen van een waarborgsom, waardoor bijna alle belangenpartijtjes van de baan geveegd zijn. Slechts drie zijn er over gebleven: de boeren van Vervoorn, die van Bouwman en de bedrijfsautohouders van Kraak Steeman met wat bijloopers, welke geen van drieën veel -kans maken hun waarborgsom van ? 4500,?te behouden. Behalve de zittende partijen der huidige Kamer, in te deelen in acht fracties (varieerende van drie tot negenentwintig leden) en zes eenlingen, hebben zich slechts zes nieuwe groepen aangemeld: de twee niet-vertegenwoordigde belangengroepen, de Christelijk Nationale actie van prof. Hugo Visscher en drie fascistische partijen, de N.S.B.; de N.S.N.A.P., die nog een trouwer copie van de H i tierbeweging probeert te zijn dan de N.S.B., maar overigens totaal onbeteekenend is'; en Zwart Front", dat in het Zuiden eenigen aanhang schijnt te hebben. Zoo bezien, zijn de twintig partijen die zich thans aan ons volk presenteeren nog rijkelijk veel in getal, maar of meer dan elf of twaalf de eindstreep zullen halen, is zeer twijfelachtig. Het groóte vraagstuk is en blijft het aantal zetels dat de N.S.B, zal halen. Of, gezien de nuchtere mentaliteit van ons volk, de Duitsche taktiek van demonstratief wegblijven hier eenigen indruk zal maken, staat te bezien. De nationaalsocialistische Eerste-Kamer-fractie heeft zich nu van deze taktiek bediend. Het is duidelijk dat Mr. van Vessem een gelegenheid heeft gezocht om zich verontwaardigd te kunnen toonen en des wege den al of niet in de Handelingen precies weer gegeven volzin U bent hier in fatsoenlijk gezel schap" met al of niet den nadruk op hier heeft aangegrepen om een incident uit te lokken. Nu heeft Mr. van Vessem, om genoegdoening te kunnen verkrijgen, den Kamervoorzitter de Vos van Steenwijk zelfs een ultimatum gesteld dat Zaterdag afloopt! Wat er van het voorzitterschap terecht moet komen wanneer de President niet eens meer de orde mag handhaven, moet ons de Partij van de Orde maar vertellen.... DE DATUM DER CANDIDAATSTELLINGEN IS EEN geliefde dag voor verkiezingsredevoeringen, evenals de dagen er om heen, en bijna alle groóte partijen zijn daarbij dan ook voor het voetlicht ge treden: dr. Colijn, mr. Geseling, ir. Albarda, mr. Joekes en mr. Boon, om van de mindere goden nog te zwijgen. Wat massaliteit van bezoek betreft, spannen onze premier en ir. Albarda de kroon, terwijl mr. Joekes waardeering verdient, door in tegenstelling tot dr. Colijn zeer concreet op den sociaal-economischen toestand in te gaan en duidelijke deciderata te laten hooren. Van mr. Goseling noteeren wij met genoegen zijn volmondige verklaring voor de democratie; op economisch terrein bleef hij wel zeer in het vage, door alleen de uitersten van staatssocialisme en volledige vrije concurrentie af te wijzen. VOOR DB ,,GROÓTE CLUB" TE AMSTERDAM HEEFT generaal Roëll, de onlangs afgetreden com mandant van het veldleger, een belangrijke rede ge houden over de weerkracht van ons volk. Belang rijk, omdat wij over het algemeen niet verwend zijn met openhartige voorlichting omtrent de desiderata _van onze legerleiding t.a.z. van onze defensie, de t^^aarojp ^r^êvrë^en''èn;""^aar.op Zij. riT l'bevredigd is. Belangrijk was ook zijn uiteenzetting van de gevolgen der omstandigheid, dat men heden ten dage rekening moet houden met de mogelijkheid van strategische overvallen. Zijn pleidooi voor een uitbreiding van ons militaire contingent, afgezien van den omvang en tijdsduur daarvan, vloeide daar uit logisch voort. Verheugend was dat de generaal bij de allerminst bescheiden eischen, welke hij ten aanzien van het menschen-materiaal" stelde, tevreden was over het materiaal zooals dat door het bewapeningsfonds is ingesteld op enkele uitzon deringen, luchtdoelartillerie en vliegtuigen, na. Het was echter jammer dat hij de kracht van zijn betoog verzwakte door het geven van politieke, be schouwingen, die getuigden van een geborneerdheid, welke men in sommige Haagsche kringen wel meer tegenkomt, maar die toch weinig in overeenstem ming waren met zijn waardeering voor de gedif ferentieerde geestelijke waarden" en met de grootste achtte. saamhoorigheid", die hij noodzakelijk HAJASJI ( blijft besluiteloos GUENTHER OPNIEUW scheen Japan vlak voor den over gang te staan tot het fascisme" of althans tot een openlijke dictatuur der militairen. En wederom zijn de krachten, die zulk een gang van zaken wenschelijk achtten, te zwak en wellicht zelfs te bang gebleken om hem te verwezenlijken. Op den aanval van het leger volgde de aanval der politieke partijen, die plotseling weer opdoken uit de onbeduidendheid, waarin zij waren beland door de telkens herhaalde uitvallen der militairen en door de ijverzuchtige houding der burocratie, maar ook door eigen planneloosheid en corruptie. In de laatste weken der crisis na den val van Hirota werd veel gesproken over de noodzakelijkheid van een terugkeer naar een constitutioneelen, althans half parlementairen bewindsvorm. Niet alleen de open bare meening en de pers, maar ook de kringen van het hof en het kapitaal, ja zelfs de Marine toonden zich ontstemd over de politieke bemoeiingen van het leger. En al deze groepen schenen bereid den politieken partijen een nieuwe kans te geven De weinige beslistheid der militairen bij hun laatsten staatsgreep en hun geringe succes schenen ertoe te leiden, dat in het belang' der politieke, economische en sociale consolideering de terugtocht zou worden ondernomen naar een constitutioneelen bewindsvorm. Maar ook de numeriek zoo sterke krachten, die dit verlangden, waren te zwak om haar wil door te zetten. Zoo blijft Japan zweven tusschen militaire dicta tuur of fascisme aan den eenen kant en het consti tutioneel e half-parlementarisme van zijn liberale verleden aan den anderen kant. De nieuwe premier, generaal Hajasji, beschouwde dezen toestand klaar blijkelijk als normaal; hij noemde hem in den Rijks dag althans ,,het politieke systeem van constitutionalisme, dat Japan eigen is". In werkelijkheid gaat het in Japan echter om een toestand, dien niemand wenschelijk of definitief acht, zoodat een deel van het leger een uitweg zoekt naar den total itai ren staat en het grootste deel van het volk streeft naar de verhoudingen van vóór het Mandsjoerijsche incident". Hajasji weet, dat zijn regeering slechts een over gang vormt, en wenscht daarom geen beslissing te nemen over belangrijke binnen- en buitenlandsche problemen. Als vertegenwoordiger van den conser vatieven, in wezen niet-politieken vleugel van het leger, wil hij een adempauze, waarin de tegenstel lingen tusschen de radicale, half-radicale en conser vatieve elementen in het leger kunnen worden over brugd, zoodat het leger wint aan stootkracht, samen hang en populariteit en steeds grooter bewapenings eischen zal kunnen doorzetten. Tegelijkertijd wenscht hij echter tegemoet te komen aan den wensen van den troon en het parlement om rekening te houden met de noodzakelijkheid van innerlijke consolidatie, opdat de uitputting, waarin Japan geraakt is na vijf jaren van opofferingen ten behoeve van de weermacht, tenslotte niet voere tot een bin nen- of buitenlandsche catastrophe. > Het is mogelijk, dat deze eenvoudige en in wezen on-politieke soldaat reeds in de eerste moeilijke we ken tot het besef is gekomen van de innerlijke tegen strijdigheid van zijn zelfgekozen tweeledige taak. Men is echter algemeen overtuigd, dat hij vroeg of laat op deze tegenstrijdigheid zal moeten stranden. Reeds toonden de ontwijkende antwoorden, die hij ?? m~--£\ ^**»«* *' «? *^.?»ir**vJk" "?»"?' ri*tüL i"!Tv"^jT ,* ? ? ftfHife kanten versperd ziet. tyiet>aljéfen die, welke misschien hadden gevoerd naar princïpïeele beslissingen -over den Japanschen bewindsvorm, maar ook die, welke leiden naar regeling van talrijke practische regeeringskwesties, zoodat het wellicht niet lang zal du ren vóór hem van alle kanten en vooral door het leger het gebruikelijke verwijt wordt gemaakt van besluiteloosheid en radeloosheid, dat al zijn onmiddellijke voorgangers tenslotte het veld heeft doen ruimen. Altijd zal de nieuwe regeer ing voor onoplosbare problemen staan, of het er nu om gaat het onmoge lijke evenwicht te scheppen tusschen de steeds grooter wordende bewapeningseischen en een minimum aan financieele stabiliteit, dan wel om in overeenstem ming met de wenschen van het leger de el ctriciteitsbedrijven te socialiseeren en de bewapenings capaciteit der industrie op te voeren met staats steun en staatscontrole, zonder daarbij afbreuk te doen aan het vrije spel der economische krachten; of wel om landbouw en middenstand uit den brand PAG. 4 DE GROENE No.3125 te helpen door grootscheepsche steunmaatregelen, zonder daarbij een cent van de staatsmiddelen anders te gebruiken dan in het belang der landsverdediging; steeds zal zij niet anders kunnen doen dan tijd win nen voor haar opvolgster, die er echter niet beter aan toe zal zijn dan zij vóór de militaire krachten onderling hebben uitgevochten of zij zullen toegeven aan het parlement, dan wel openlijk de macht zullen overnemen. En ook in de buitenlandsche politiek is tijdwinnen hoofdzaak. De meeningsverschillen tusschen leger en marine, tusschen de weermacht als geheel en het overwegend vredelievende volk, zijn te groot dan dat het centrale bewind thans definitieve beslissingen zou kunnen nemen. Ondanks alle censuur ondubbel zinnig door de pers gesteund, toonde de Rijksdag de laatste weken zich een beslisten voorstander van vreedzame tegemoetkomendheid ten aanzien van alle potentieele tegenstanders, teneinde den ,,uit zonderingstoestand" te kunnen likwideeren, welke was ontstaan door het Mandsjoerijsche incident. Reeds onmiddellijk maakten de militairen echter een uitzondering voor de betrekkingen met de Sowjet-Unie. Een niet-aanvalspact met Moskou, zooverklaarde tenslotte zelfs Hajasji zelf, kan niet worden gesloten. De Marine maakte een tweede voorbehoud ten aanzien van de verhouding tot de groóte mari tieme mogendheden; ondanks den schok, dien de Engelsche en Amerikaansche bewapeningsplannen haar bezorgde, toonde zij zich minder dan ooit be reid in te gaan op een vernieuwing van het afgeloopen vlootverdrag. Alleen met betrekking tot China werden meer verzoeningsgezinde geluiden vernomen, gelijk men die tevoren een oogenblik had gehoord. De mislukte poging om diplomatieken druk te oefenen op China en de versterking van de Chineesche regeering na het avontuur van Tsjang Kai-sjek en ook China's suc cesvolle verweer tegen den Japansch-Mandsjoerijschen opmarsch in Binnen-Mongoliëhebben blijk baar op Japan diepen indruk gemaakt. En daar het leger zich thans blijkbaar niet in staat voelt zijn diplomatieke eischen door militaire actie vervuld te krijgen, verwachtte men meer heil van een poli tiek waarbij deze eischen voorloopig terzijde worden gelegd om op de basis van economische samen werking" nogmaals de Chineesche oprechtheid" te toetsen. Ten aanzien van Nederland wordt tegelijk met de bespreking van een niet-aanvalspact in den Rijksdag geageerd voor een vreedzame economische pene tratie van den Zuid Pacific" en voor vervulling van Japans wenschen in zake garandeer ing door de rijke landen" van een toereikende grondstoffenvoorziening. De neiging om tot een schikking te komen over het handelsverdrag met NederlandschIndiëis niet grooter geworden. Evenmin als op het gebied der binnenlandsche, zijn er op het gebied der buitenlandsche politiek aan wijzingen voor, dat Japan zich tot een duidelijke beslissing heeft opgewerkt. Ofschoon de militaristen er niet in geslaagd zijn zich van de staatsmacht meester te'maken, blijft de beslissende invloed van leger en vloot, juist in de buitenlandsche politiek, toch ongebroken voortbestaan. Want in dit opzicht is de wil van elk deel der weermacht, de wil van het leger in de politiek op het vasteland en die van de vloot inzake de politiek ter zee, tamelijk eensgezind. Het kabiiörHajasji zqpMlb dus niet filötfden^als W*1i^ me^fK' politiek > rin&nog een schrede verder gaat dan noodig is om tijd te winnen. Japan is op het oogenblik niet meet, of nog niet, zoo sterk, om het ten aanzien van het buitenland te laten aankomen op buigen of breken. Het is aan den anderen kant, ondanks allen binnenlandschen nood, nog niet in een zoo vertwijfelden toestand gekomen, dat zijn strijdkrachten alles op een kaart moeten zetten en naar buiten een uitweg moeten zoeken voor de voor hen steeds dreigender wordende binnenlandsche crisis. De houding der Japansche regeering zal derhalve ten aanzien van alle groóte politieke kwesties onbe slist blijven zoo lang althans de militairen ons in de binnen- en buitenlandsche politiek niet voor een fait accompli stellen. AAN INZENDERS VAN MANUSCRIPTEN wordt varxocht bl| hun bl|dr»f«n t*n gafrankaard brlafomtlac mat adraa van dan afztndar In ta sluitan. Op nat «dra» Van atukkan. voor da radactla battamd, varmalda man f«an naman van paraonan. op Groningen A. Viruly MIJN vriend de luitenant ziet mij Smekend aan, maar ik moet hem beduiden, dat ik zijn verzoek waarlijk el te grijs vind. (,Nee" zeg ik, Daar kan ik me heus niet toe lenen. Waarom zou nu uitgerekend ik je helpen om ter gelegenheid van de Groningse luchtbeSchermingsweek een militaire oefening in elkaar te zetten? Ik ben geen luitenant meer en ik voel voor de oorlogvoerderij geen zier. En ik geloof, dat een mens er van bederft, als hij er te veel aan denkt. Plannen ervoor maken vind ik óók niet aardig. Maak je plan maar alleen." Dat is hoogst onsportief! Ik zit in de knoei; ik moet overmorgen mijn ontwerp inleveren, jij kunt als verkeersvlieger weten, hoe je wel en hoe je niet uit bombarderen kunt gaan en in plaats van me dat even te vertellen, laat je een oud regimentsvriend in de Steek. Dat je zelf eventueel Londen niet bom barderen wilt, noem ik onvaderlandslievend. Maar dat je zo een oud vriend, die in de penarie zit, in de steek wilt laten d4t is onfatsoendelijk. Over morgen sta ik voor gek tegenover mijn kapitein. Man, ik kan zelfs geen goede veronderstelling maken om mijn oefening op te beginnen." Enigszins toeschietelijker geworden door zijn beroep op onze oude banden, zie ik hem verbaasd aan. Maar dat is toch eenvoudig genoeg ? Je veronder stelt gewoon, dat het Hoofd van een bevriende mogendheid ten Oosten van ons land een ultimatum aan de Nederlandse regering heeft gesteld, dat op een bepaalde datum te middernacht zal aflopen. Onze regering is om kwart voor negen al vast van plan om niet toe te geven en zorgt, dat om half twaalf de hele provincie Groningen verduisterd is. Om 00.15 passeren veertig Ju. 52 vliegtuigen op 3000 M. hoogte Delfzijl, dat ze aan het water duide lijk kunnen zien liggen door het haventje, daar de hemel half bewolkt en het bovendien eerst zes dagen na volle maan is. Achter Delfzijl ziet de commandant de duistere vlakte van de verduisterde provincie Groningen voor zich. Vindt hij dat erg? Neen, want op dit oogenblik steekt ingevolge een order namens het Hoofd der thans niet meer be vriende mogendheid ' een persoon, die onbekend enst tej^Ujgen, een paar frodimijten .aljMe: oost». ^rfhd~ ^er^Writo^ weUT duidelijk teken de ligging der stad aan een waar nemer op* 3000 M. boven Delfzijl ruimschoots duidelijk markeert. Nu vliegen.. .." l/ RANKZINNIG", verklaart mijn vriend de M IX luitenant, kennelijk in mij teleurgesteld. Ten eerste stuurt dat Hoofd zo min als enig ander Hoofd in deze tijd nog een ultimatum vóór een bommeneskader. Ten tweede stuurt hij helemaal geen ultimatum. In ieder geval zou het strategische waanzin zijn, daar op te rekenen." Je hebt gelijk," moet ik toegeven. Maarniet getreurd; hier is een andere uitgangsstelling. Neder land en Duitsland zijn in bondgenootschap in oorlog met.. .."' Mijn vriend staat gebelgd op. Als je nu geen ogenblik ernstig kunt blijven, ga ik liever weg," meent hij geërgerd. Niet zo opvliegend! Wat zeg je dan hiervan: vijf dagen na het uitbreken van vijandelijkheden heeft het Nederlandse Veldleger, dat Zuid van Delfzijl opereert met de Lichte Brigade als flank dekking op de rechter vleugel, een Duits leger terug geworpen tot aan de Eem. De stad Groningen staat als hoofdetappeplaats aan luchtaanvallen bloot; de provincie Groningen wordt dus permanent iedere nacht verduisterd. Te Eelde is een jachtvliegtuigengroep gestationneerd, die bestaat uit zes Fokker D VII vliegtuigen en acht reeds uit Engeland tot steun overgevlogen Fairies. Op een nacht,..." Ik zie het al: jij komt er ook niet uit. Het ene is al waanzinniger dan het andere. Niet het minste oog voor realiteit. Dilettantisch als alle pacifisten," zegt mijn militaire makker. Je gaat maar steeds van de geheel onmogelijke gedachte uit, dat een luchtaanval op Groningen uit het buitenland zal komen. Ze lachen me van het bureau als ik met zo iets kom aandragen. Nee, wil zo'n luchtbeschermingsoefening werkelijk enig rendement heb ben, dan moet je een reëler veronderstelling maken. Ik had me daarom eerder zó iets gedacht: de pro vincies Groningen, Friesland en Drente zijn geheel verduisterd. Het is nieuwe maan, de bewolking is geheel gesloten en hangt op 700 meter, de water wegen spiegelen geen vleugje hemellicht; het weer is dus opgelegd ongunstig voor nachtoriéntatie. Hier en daar lichte regen, overigens zes kilometer zicht. Groningen, als knooppunt van spoor-, water- en landwegen, is inderdaad heel geschikt om etappeplaats te zijn en moet dus gebombardeerd worden. Gelijktijdig zullen met dit doel te middernacht starten een groep van acht Engelse bombardements* toestellen van 220 K.M. uursnelheid van het vlieg veld Waalhaven, en van het vliegveld De Kooy bij Den Helder zes Douglas DC3 machines van 300 K.M. uursnelheid en in de cockpits de ter plaatse vol komen bekende vliegers Duimelaar, Smirnoff, Parmentier, Moll, Abspoel en Fuchs..-." Ben je helemaal van God verlaten?" vraag ik. Wou jij die Groningers door Hollanders laten uitroeien?" Allicht; doe niet zo sentimenteel; die zullen heus wel genoeg oog hebben voor het algemeen belang om zulks te kunnen billijken. Dat is toch trouwens de meest plausibele situatie ? In geen enkele mij bekende verdedigingstheorie wordt immers serieuze verdediging van de provincies over de IJssel overwogen. Wat je dus nog aan kunt nemen, is, daUde Vesting Rolland» of zeg desapg|s de IJssel^M-it^evè^ee^-tbi^eliJke wgnriri&*«tRailislen 'als van , défaitisten. gehouden heeft, en dat Groningen dus een vijandelijke opslagplaats van militaire voorraden geworden is. Wij moeten die voorraden vernielen, de gelegerde reserves vernie tigen en verstoren; wij moeten dus Groningen bom barderen. Als die Groningers zulks niet zouden inzien en toejuichen, zouden het slechte vaderlanders zijn. En het zijn juist bekend goede vaderlanders. Boven dien is men in het Noorden niet sentimenteel." Maar dan moeten we ze wel opleiden om hun lichten aan te doen in plaats van uit," overweeg ik, verrast door dit nieuwe gezichtspunt en met een ontluikende psychiatersbelangstelling. Weliswaar geloof ik niet erg in verduistering omdat ik in de praktijk nog nooit een verduisterde gemeente niet heb gevonden, maar het zou kunnen ,wezen dat bijvoorbeeld in nachtvliegen minder geoefende reservevliegers met de oriëntatie dan wel aan merkelijke moeite zouden hebben en voor dat geval moeten we toch voorkomen, dat we in oorlogstijd onze doelen niet zouden kunnen vinden dank zij PAG. 5 DE GROENE No.3125 verduisteringsoefeningen in vredestijd, die wij zelf aangemoedigd en betaald hebben. En dan begrijp ik helemaal niet, waarom de regering de bevolking buiten de IJssel of de Vesting Holland dan juist met het oog op de luchtoorlog niet traint in het illumineren en de loyale elementen niet juist leert om in voor bombardement geschikte nachten hun woningen opvallend te verlichten in plaats van ze te verduisteren. Dat ware eerst een doelbewuste volksopvoeding tot gemeenschapsgevoel." ,,Ik begrijp het ook niet," zegt mijn vriend de luitenant. ,,Maar deze regering pakt dan ook alles verkeerd aan. Als Mussert straks gewonnen heeft, zal de opleiding van de buitenprovincies dan ook zeker volgens die nieuwe richtlijnen geschieden. Voorlopig echter.... zit ik met mijn oefening. Hoe kom ik er uit?" NOU, vooruit dan. Laten we Parmentier commandant maken van de Nederlandse groep. Het treft wel vervelend; ze waren in Gro ningen na de Uiver juist zo enthousiast over hem, maar a la guerre comme a la guerre. Hij start om, zeg middernacht, uit De Kooy met zes maal 1400 K.G. is acht en een halve ton brand-, mijn- en scherfbommen. Zijn machines starten een minuut na elkaar, klimmen op vooraf afgesproken koersen omhoog door jouw gesloten wolkendek en komen daar op bijv. 1200 M. boven uit. Op 1500 M. doet Parmentier zijn schijnwerpers aan, de anderen voegen zich naar dat lichtsignaal bij hem en zo doende vertrekt de groep in formatie van boven Den Helder te 00.16. Accoord?" Accoord. Maar denk er om: Friesland en Gro ningen zijn volledig verduisterd, zes batterijen van zes stukken afweergeschut staan aan de kust tussen Stavoren en Harlingen, benevens ook nog een batterijt bij Franeker en vier rondom Leeuwar den, alles met de nodige luchtdoelmitrailleurs en zoeklichten," ontwerpt mijn vriend geestdriftig alsof het geen geld kost. Allemaal niets mee te maken. Hij vliegt immers boven gesloten wolken," herinner ik. Zowel actieve als. passieve verdedigingsmaatregelen laten hem volkomen onverschillig. Hij moet eenvoudig van Den Helder naar de stad Groningen vliegen, dat is 123 K.M., dat is dus 25 minuten vliegen. De koers is 76 graden maar hij stuurt 81 graden omdat hij uit de hoogtewindwaarnemingen weet, dat hij op 1500 M. hoogte ongeveer 30 K.M. zij wind kan verwachten. Het is dus heel eenvoudig: te 00.41 zijn de machines boven Groningen; dat kan waar achtig niet veel missen. Zij duiken achtereenvolgens met grote snelheid door de wolken ..>.." En zijn inderdaad misschien wel boven of vlak bij de stad, maar zien niets omdat daar alle lichten uit zijn en de waterwegen immers niet spiegelen," triomfeert mijn spelgenoot. En werpen, eenmaal daaronder uit, hun sterke parachutefakkels uit, die elk een gebied van kilo meters doorsnee helder verlichten zodat de stad toch in elk geval met vijf van die langzaam neerzwevende fakkels een kwartier lang helder uitkomt; dan werpen ze hun bommen af. Misschien is de aanval afgelopen vóór zoeklichten en afweerbatterijen goed in,touw zijn na dat zo verrassend onder de wolken uitduiken, misschien wordt er ook al wel geschoten en dan zullen ze wel een of meer machines stuk schieten op die geringe hoogte. Voor de burgerbevolking is het echter niet te hopen, dat dat geschut al te spoedig actief is, omdat afweergeschut nu eenmaal hetzelfde effect heeft als verduistering: de bombardeerders kunnen minder zuiver op militaire doelen mikken (aangenomen dat terrorisatie der bevolking niet het doel is, wat bij deze situatie natuurlijk uitgesloten is), de bommen komen dus meer willekeurig in de stad terecht. Hoe dan ook in ieder geval komen er toch zelfs van deze zes vliegtuigen al wel .laat ons T zeggen dertig mijn. en,'gestrooid,.'ongeveer driehonderd lichte? brandbommen in de stad, welke laatste/laat ons aan nemen, zowat Veertig meer belangrijke branden gesticht hebben. De machines verdwijnen te -^ 00.55 individueel weer in de wolken en onttrekken zich, daarin blindvliegend, aan elke vervolging van de wellicht uit Eelde opgestegen jagers; de duistere stad is door de zestig zware explosies en veertig zich uitbreidende branden voldoende rijp voor de aankomst der Engelse groep, die te 01.05 uit Waal haven verwacht kan worden, in geval van terrorisatie met gas, anders opnieuw met dezelfde soort munitie. Zoals je zegt: ik ben maar een dillettantisch pacifist maar ik geloof toch wel, dat je hiermee een reëel schema hebt om een plan op uit te werken." Ja.... ja...." zegt mijn vriend, en trommelt nadenkend met zijn potlood op zijn blocnote. Ja.... ja. .. op die basis zal ik er dan wat van maken. ?*.. zo komt er wel wat meer muziek in de Groningse luchtbescherming dan ik er eerst in heb knnnen horen." l PAG. 18 DE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl