De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 15 mei pagina 3

15 mei 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

II» V...VV Geestelijk leven ONTMOETINGEN MET DE ISLAM Prof. Dr. Adolf Keiler MUSSOLINI's redevoeringen in Lybiëhadden opzettelijk niet alleen een ontmoeting met de Mohammedanen van Lybiëten doel, maar met de Islam in het algemeen, zoals ook uit de weerklank van de Egyptische en Klein-Aziatische pers is gebleken. Want ondanks alle nederlagen in de loop der historie, beschikt de Islam langs de oevers der Middellandse Zee toch over een poli tieke alomtegenwoordigheid, die ook in de kabi netten van Rome, Moskou, Berlijn, Parijs en vooral van Londen sterk voelbaar is. En dat te meer, omdat de Islam een sterker bindend politiek ver mogen heeft, dan haar politieke versplintering doet vermoeden. Dit vermogen ligt niet in een volkenkundige, maar in een godsdienstige eenheid. En overal waar Europa over de grenzen van zijn werelddeel heengroeit, doen zich opzettelijk of ongezocht ontmoetingen voor, welke, evenals die van Mussolini een vérstrekkende symbolische betekenis hebben. De jongste redevoering van Mussolini tot de Islam herinnert sterk aan die. van Wilhelm U, die zich in het jaar 1898 den vriend aller Moslims verklaarde. ledere paardeknecht, met wie wij in die dagen door Palestina reden, sprak van den ,,sultan nemsawi" (den Duitschen sultan), voor wie hij zijn paard uit de Hauran moest te voorschijn' halen en kreeg daardoor een impressie van de macht en betekenis van de Duitse invloed. Wat de Keizer in Constantinopel en Jeruzalem uitsprak weerklonk ook in de Azhar-moskee in Caïro, in Afghanistan en in Indië. De Pasja van Jeruzalem, wiens rode fez bij de inwijding der Verlosserskerk toen feestelijk oplichtte tussen het zwart der Johannieterridders en de Generalsuperintendanten, voelde zich temidden dezer concentratie van Christenen volkomen thuis, want de machtigste en positiefst Protestantse vorst kwam als vriend aller Muzelmannen naar de Heilige Stad, die gelijke lijk heilig is voor de Christenen en de volgelingen van den 7rofeet. Dit was geen vluchtige ontmoeting, maar leidde tot een verbondenheid, welke ten slotte in de oorlog tot een wapenbroederschap werd en op geestelijk gebied tot een cultuurgemeen schap, waarvan heden nog de Bagdadspoorweg, de diepgaande studie van een Euting, Moritz, Rosen Tschudy, Kahle en het gehele verder Vooraziatische Genootschap getuigenis afleggen; aanrakingen, waarvan zeker blijvende invloeden op de moderni sering van het huidige Turkije zijn uitgegaan. Hoever tijdens de wereldoorlog de bereidheid tot wederzijdse aanpassing ging, bewees op bijna belachlijke wijze een opstel van den theoloog Wilhelm Herrmann, die behoefte voelde het wapen broederschap ook enigzins theologisch te recht vaardigen. AN deze ontmoeting werd geen afbreuk gedaan 1 door de nederlaag van Turkije in de wereldKrijgt ge, gasten? Dan schenkt ge graag het beste. De naam Ferwerda ? Tieman geeft U volledige ga rantie voor de beste kwaliteit en Uw keuze is er haast onbeperkt: Bordeaux. ChaUau Sieognac Midoc '34 p. fl. JO ., ChaUau Martintnj.Cantcnac'33 H H 1-50 Witte Bordeaux: Grauw Blanc dtmi iu . 120 , Craucs Supérieur, dtmi itt 1.50 Zeer Oude Jenever Prima. ... . p. L. 325 Sherry Fino, werkelijk droog . . . p. fl~ 1.75 Flamenco, Spaansche Wijn rood n wit ,. 1.05 Advocaat, blauw en bruin ettk. resp. p. fl. 1.75 - 1-50 Vraagt volledige priiicourMtt v. Wijnen en Gedistilleerd. e r werd a &Tieman AMSTERDAM: Roelof Martstr. 10. Telefoon 26537; Willemspwkwec 151, Telefoon 2023O; Utr chtschestraat 46, Telef. 36296; Linnaeusstr. 35, Tel. 51715; ie Helmenitraat 63, Telef. 83091; de Clercqstraat 17, Telefoon 83810; Raadhuisstraat 43. Telefoon 41176. 2'.' r -e. HAARIFM. rm.vERsi'sf. RCSSUM. UTRECHT. ARNHEM. NMMKCEN. I.FJDKN. HEN IVOSOI. OHONINUEN, . AMKItSFUORT, ALKMAAR. oorlog en door de opkomst van afzonderlijke staten in Syrië, Arabiëen Irak. Integendeel, daardoor werd een nieuwe indruk op de Islamitische wereld gewekt. Dit was het verbazingwekkende werk van het politieke en militaire genie van n Engels man: E. T. Lawrence. Engeland had reeds lang dergelijke ontmoetingen gehad. Het telt onder zijn onderdanen in VoorIndië70.000.000 Mohammedanen. Het leerde de kracht, de hartstocht en de werking van het Moham medaanse weerstandsvermogen in de Soedan, in Zanzibar en de Afrikaanse koloniën kennen; aan de Kaiberpas evengoed als in Khartoem. Maar Engeland met zijn superioriteit, en zijn bescheiden ,, resident s" en raadslieden in Egypte, kwam niet slechts als vriend tot de Islam, maar ook als meester en zelfs als bestrijder. De toeschouwers, die in het jaar 1898 Lord Kitchener na de slag bij Omdurman aan het hoofd van zijn leger Caïro hebben zien binnentrekken als triomfator, die den Madhi verslagen had, hoorden in de volksmassa niet slechts toejuichingen, maar ook heftige ver wensingen. En Lord Cromer, de vriendelijke energieke raadgever, was een van de meest gehate mannen in de wereld van het toen ontwakende Egyptisch-Mohammedaanse nationalisme en wat Engeland tegenwoordig in Palestina, in Irak en ook in Egypte beleeft, toont dat op de een of andere manier de politieke of kulturele inzet van deze ontmoeting kiemen van spanningen bevatte. Lawrence verschafte Engeland een nieuwe ont moeting met de Islam, die dieper wortelde dan enkel in economische en politieke belangen van Engeland. Die ontstond uit begrip en liefde van een gelijk gestemde geest, hetgeen van zelf ook politieke vrucht voortbracht. De opstand in de woestijn" was niet alleen de opzet van een avonturier, maar de ontdekking van de oude, sluimerende religieus-politieke krach ten van Arabië, dat al in de 7e eeuw in de Islam, de sterkste synthese van religie en politiek tot stand had gebracht. In de diepste grond was de daad van Lawrence de ontdekking van de ware, oorspronkelijke Islam, die niet Turkije, Egypte noch Marokko vertegen woordigde, maar Arabië, vóór alles in zijn streven naar wachabitische hervorming. Het geheim van Lawrence's succes was, dat hij de Islam niet van de uiterlijke kant behandelde, enkel als figuur op 't politieke schaakbord, maar hem opnieuw inspireer de van binnen uit door de hem eigene visioenen en hem daardoor met een nieuwe politieke wil en nieuwe levenskracht bezielde. Wanneer Emir Azlani, de president van de Pan-Arabische beweging, in de politieke kabinetten van Genève, Londen en Parijs antichambreert krijgt hij niet zoveel gedaan als die Engelse Bedouïn, die met de Arabieren in hun tenten en om hun vuren zat en hun hun eigen geschiedenis in gloeiende visioenen vertelde. Het Westen ontmoet tegenwoordig de Islam als religieus-politieke macht in Afrika en Indië. Zendelingen met veel ervaring voorzien de reli gieuse verovering van Afrika door de mohamme daanse lekenzending. De Islam in zijn eenheid en eenvoud is sterker als zendingskracht, dan een versplinterd en ziek theologisch meer en meer beperkend protestantisme. De Islam is 't niet om het winnen van de enkeling te doen, maar om de nationale eenheid van de stam, want geen godsdienst verbindt zo zeer het godsdienstige en politieke aspect tot een eenheid als het Mohammedanisme. HET probleem, hoe de Islam als geestelijke en politieke macht aan te vatten is, geeft de laatste tien jaren een geheel nieuw beeld te zien. Politieke verdragen en toespraken zullen daarbij minder diep van werking zijn, dan juist die zeld zaam gelukkige en geniale greep van Lawrence, die niet alleen in de zak tastte, verbonden en samen zweringen óp 't spoor kwam, een vreedzame pene tratie probeerde, maar de Islam diep in 't hart trof, zijn politiek-religieus wezen begreep en opnieuw deed ontbranden. De verhouding tot de Islam is dus niet een kwestie van diplomatieke handigheid, maar de vraag in hoeverre een Westerse macht in staat is tot een geestelijk en politiek samenleven met een Oosters volk met een andere Jcultuur en godsdienst. Wat een dergelijk samenleven was, kon men zien aan de Moorse kuituur van Spanje, vóórdat Ferdinand en Isabella ze trachtte uit te roeien. Het beste was daartoe het vroegere Rusland in staat, dat half in Aziëthuishoort. De orthodoxe kerk had niet alleen onder de Islam geleden, maar feitelijk ook geleerd samen met hem te leven. De Moskee, die midden in het katharinen klooster op de berg Sinaïstaat naast de orthodoxe kerk, kan PAG. 4 DE GROENE NOI28 voorZOMERSTOFFEN geven aan Uw kleeding een zeer apart cachet Ze zijn verkrijgbaar in crêpe maf. crêpe de chine. vistramousseline, linnen en kreukvrije cretonne en riponette Indanthrtn Onov«rtroK«n watctocht-zantcht-WMrtcht INDANTHRENHUIS - «? o B m-c daar even goed een symbool voor zijn als het dekreet van Hatti Humajiun, die in Turkije dit samen leven trouwens onvoldoende regelde. Men zou kunnen proberen formules te vinden voor de geschiktheid van Westerse macht- en kultuursoorten om met de Islam om te gaan. Engeland blijft, afgezien van Lawrence's po ging, steeds de heerser, die zacht of onzacht, de partner opvoedt en behandelt. Frankrijk tracht de goede kameraad van de Islam te zijn, die hem vleit, door vriendelijkheid en beschavingsweldaden wint, zonder hem in zijn innerlijke religieus-politieke synthese te begrijpen. Zal Italiëeen nieuwe formule vinden voor een wereld, die hem tot nu toe vreemd was en waarin hij pas begint ervaringen te ver zamelen ? Er zal wel geen politieke verhouding mogelijk zijn zonder een dieper indringen in de geestelijke wereld van de Islam en een aanraking met zijn religieuse krachten. Tot in de middeleeuwen geschiedde dat voortdurend. Dat had niet alleen plaats op de slachtvelden, bij Xeres de la Terontera, bij Tours en Poïtiers, op 't lijsterveld bij Mohacz en voor Weenen, maar, zooals de Kindi, Johannes Damascenus en de oude kerkvaders aantoonen, ook in de studie van literatuur, in disputen en in wederkerige inspiratie. DE tegenwoordige Islam zoekt deze ontmoetingen en ontvlucht ze tegelijkertijd. Terwijl de Sheik mij eens in de grote Moskee opzocht (waarin men nog 40 jaar na de ondergang der wereld kan bidden) om met een Christen te disputeren, zijn de zende lingen, ook de presbyteriaanse in Egypte, tot nu toe nog nauwelijks met de Islam in aanraking gekomen. Ook bij de Islamitische volkeren kan men spreken van verschillende soorten van instelling tegenover de christelijke macht en kuituur. Sedert de wereld oorlog voltrekken zich ook hier grote verande ringen. ' Dat de Schia b.v. in Perziëhaar vroegere vijandige en fanatieke instelling verandert, is even goed te bemerken als het bewuster worden van het Islami tische zelfgevoel binnen de sunnitische overlevering. De Islam van Indië, Egypte en Turkije verschilt van die in Syrië, Arabiëen Marokko en toch wordt een nieuw Islamitisch algemeen totaalbewustzijn versterkt door deze zo verschillendsoortige ont moetingen, vooral door de successen van Turkije, waartegenover wij niet meer zoals in de tijd der kruistochten een Europees-christelijk algemeen bewustzijn kunnen stellen. Daarom kon Turkije nu een religieus-politieke hervorming wagen, terwijl de Egyptische koning tegelijkertijd voor de deur van de Volkenbond staat. Dat hier niet alleen politieke overwegingen mee spreken, maar een diepere religieuse bezinning, toont de rede, die Sheik Mohamed Mustapha Al Maraghii, rector van de wereldberoemde Al Azhar Universiteit in Kaïro, vroeger groot-kadi en presi dent van het opperste mohammedaanse gerechtshof van de Soedan op de conferentie van wereldgods diensten hield. Er bestaan naast den Sheik al Islam in Mekka maar weinig representatieve leiders voor de wereld van de Islam. Zijn eerwaarde sprak voor dit wereldparlement van de godsdienst over de bijdrage, die de Islam tot de vrede kon geven. Hij ziet die alleen in de godsdienst. Het stille verwijt, dat de Islam van alle godsdiensten de meest oorlogs zuchtige is, ontzenuwde hij meteen aanhaling uit de Koran, die alle schepselen wijst op hun gemeen schappelijke oorsprong in de scheppingswil van God en op de eenheid van alle menschen voor God. Dientengevolge begon de Islam niet met 'het zwaard, maar met het woord vrede (?salam")" en daaraan is tegenwoordig in Oost en West de sterkste behoefte. De Mohammedaanse afgevaar digde gaf daarbij een andere verklaring van de Djihad, de heilige oorlog, als de wereld kent. Dat daarbij bewust of verlegen de Djihad niet meer wordt opgevat als uitroeiïrigsoorlog, maar als ver dediging en voortzetting van de volledige morele en geestelijke inzet der persoonlijkheid, is van groot gewicht in deze jongste geestelijke ontmoeting rnet het Westen, waarin een van de gewichtigste politieke en religieuse problemen van de naaste toekomst ligt. HET STAATSMUSEUM Eenkomende veiling... MET een zekeren regelmaat, zooals de kunstveilingen zelf, vinden ook meer of minder - ernstige knoeierijen op het gebied van het veilingwezen plaats. Soms wordt er een schilderij onder valschen naam verkocht, of de heele veiling zeilt onder valsche vlag. Zoo wordt er b.v. een huis of een kasteel van een adellijke familie ge huurd, de veilinghouder neemt echter slechts enkele meubelen of schilderijen van de familie over, stopt" er voor den rest goederen uit den kunsthandel in en adverteert: Veiling van schilderijen en kostbaar meubilair o.m. uit het bezit van den Hoogwelgebo ren Heer X. van Y. op Huize Z. enz." Het publiek hoort van deze knoeierijen meestal pas later, nadat politie en officier van Justitie ingegrepen hebben. De overheid ziet namelijk in zulke handelingen aan leiding tegen den betreffenden makelaar of veiling houder een vervolging in te stellen, wegens mislei ding van het publiek. Een novum op dit gebied is de organisatie van een getruckeerde veiling op groote internationale schaal. Een novum ook, dat in dit geval de overheid zeker niet zal ingrijpen.... Integendeel, hoe on waarschijnlijk dit ook klinken moge, de heele zaak is met medeweten van de overheid van een Europeeschen staat op touw gezet. Uit deze woorden blijkt wel duidelijk genoeg dat het niet een veiling in ons land betreft. Want onze overheid heeft zich wel met varkens en zuivel bezig gehouden, maar aan kunsthandel heeft zij tot dusver gelukkig nog niet gedaan. De Engelschen zijn het ook niet, die hadden het te druk met de coronation. De Fransche staat heeft, wel is waar, enkele industrieën genatio naliseerd, maar de kunstveilingen laat hij aan par ticulieren over. De Spanjaarden hebben er, zooals iedereen weet, geen tijd voor.... De Sowjets heb ben wel eens schilderijen uit hun musea verkocht (het Rijksmuseum in Amsterdam heeft er ook van geprofiteerd), maar van knoeierijen is nooit wat ge bleken. Het gaat dus oogenschijnlijk om een andere Europeesche natie. De scherpzinnige lezer zou, na lang nagedacht te hebben, vermoedelijk zelf er ach ter komen welk land het is. Anders moet hij maar aan R. Lepke's Auktionshaus, Berlin W. 8, Potzdamerstr. 122 schrijven en om een catalogus vragen. ONDANKS dat de veiling buiten onze grenzen plaats vindt, zijn de Hollandsche verzamelaars en kunsthandelaars als gasten, koopers en slachtoffers welkom. Enkele inlichtingen omtrent den aard dezer veiling moeten hier daarom ter ernstige waarschu wing volgen. De keurig verzorgde en fraai geïllus treerde, 200 bladzijden bevattende catalogus, ver meldt met indrukwekkende letters op den lichtgelen omslag: KUNSTWERKEN UIT HET B ZITDERSTAATSMCJSEA B E R L IJ N. In het voorwoord schrijft de nieuwe directeur der Berlijnsche musea: ,,De laatste jaren hebben den Berlijnschen Staatsmusea de grootste verrijking in hun hon derdjarige geschiedenis gebracht. Daar de aan was voor een aanzienlijk deel bestond uit afge ronde verzamelingen, scheen het, dat veel er van, gezien in het totaal van het rijke oude bezit der musea, gemist kon worden, terwijl andere stukken een gedeelte van het oude bezit overbodig maakten.... De staatsmusea hebben daarom tot deze veiling besloten.... De cata logus is door de betreffende afdeelingen der musea bewerkt." ' Ondanks den zeer categorischen titel van den catalogus en deze trotsche woorden van den direc teur gaat het hier niet om museum-stukken. Neen, het zijn grootendeels goederen uit den kunst handel afkomstig. Het is dus, zooals de vakterm luidt, een veiling met ingestopte goederen" volgens het bekende trukje Kunstbezit o.m. van den Hoog welgeboren Heer X. van Y. op Huize Z." ' Nu zal de lezer misschien vragen, wat doet het er toe of een schilderij uit een museum of uit den handel komt, als het maar echt is? Laten wij afzien van het bedenkelijke feit, dat men in een door ambtenaren van een museum bewerkten catalogus de juiste gegevens omtrent de herkomst van de stuk ken verzwijgt. Maar verder speelt juist deze her komst een groote rol bij de beoordeeling van de waarde van een kunstvoorwerp. Een museum koopt gewoonlijk alleen de beste en de belangrijkste kunst werken; deze worden door de beste experts gekeurd en vakkundig geconserveerd. Ten slotte wordt uit musea in den regel niets verkocht; gebeurt dit toch, dan is het een bijzondere attractie, want de stukken zijn dan tientallen jaren, soms een eeuw lang, niét IV dekt de lading aan de markt" geweest. Dit alles brengt mede dat voor stukken uit museum-bezit veel hoogere prijzen besteed worden dan voor soortgelijke stuk ken uit den kunsthandel. Op veilingen uit het bezit van musea als de Albertina te Weenen, het Johanneum te Dresden, de Russische musea enz. werden dan ook zeer hooge prijzen betaald. Deze hooge prij zen tracht men in dit geval met voorwendsels te bereiken. WAT zijn het nu voor stukken, die met zooveel camouflage geveild moeten worden, en waar om hebben officieel e instanties er belang bij, de verzamelaars te misleiden? Van de ruim 770 num mers van den catalogus ,,uit museum-bezit" zijn 759 stukken geen oud museum-bezit, maar opzettelijk, om juridische redenen, korten tijd gele den aan de musea overgedragen om nu als, .museum stukken" geveild te kunnen worden. 10 van de 770 nummers zijn inderdaad uit het Deutsches Museum te Berlijn afkomstig evenals n tamelijk onbedui dend brons uit het Kaiser-Friedrich-Museum aldaar. Waarom heeft men deze merkwaardige manipula ties ondernomen? De geschiedenis er van is niet oninteressant. De Duitsche kunsthandel is van betrekkelijk jon gen datum en heeft uit den aard der zaak nooit zoo veel eigen kapitaal gehad als de Hollandsche en vooral de Engelsche kunsthandel. Om met het bui tenland te kunnen concurreeren, hebben vele Duitsche kunsthandelaren en veilinghouders in de boom-periode 1926?1930 bankcredieten opgeno men, om met bankgelden hun transacties te kunnen financieren. In de daarop volgende crisis-jaren kon den zij de credieten en rente niet altijd terugbetalen en op een gegeven moment zagen de banken zich daardoor plotseling in het bezit van kunstvoorwer pen die als zekerheid voor de credieten gediend hadden. Het spreekt van zelf dat de kunsthandela ren aan de bankiers hiervoor niet hun beste schilde rijen afgestaan hadden ! Immers, de goede schilde rijen waren ook in de crisis-jaren nog te verkoopen geweest. Het grootste aantal voorwerpen uit de a.s. veiling heeft oorspronkelijk tot de collectie Figdor behoort. Deze collectie was destijds door een groep Duitsche kunsthandelaren en banken voor een millioenenbedrag overgenomen en is in 1930 geveild. De beste stukken brachten zeer hooge prijzen op; de onver kochte of onverkoopbare rest werd in latere jaren nog wel eens in veilingen ,,gestopt" en onder de hand aangeboden; de markt was echter gesatureerd en de stukken kwamen ten slotte ter dekking van het geleende bedrag bij de banken terecht. Een ander kapittel is de geschiedenis van de collectie H. Feist, die ook deel van de a.s..veiling uitmaakt. Frau Feist had een wereldbekende col lectie porcelein bijeen weten te brengen. In den loop der jaren waren echter de uitgaven voor haar mooie villa in Wannsee en voor de collectie grooter dan de inkomsten uit den champagnehandel Feist, waarvan zij de eigenares was. Jarenlang was deze collectie te koop geweest; ze diende als onderpand voor een, door de Dresdner Bank verstrekt crediet en na den dood van Frau Feist moest de bank de collectie overnemen. Door de fusie met de Darmstadter en Nationalbank en door overneming van enkele provinciale banken had de Dresdner Bank onverwachts een geweldigen stock onverkoopbare kunstwerken in haar boeken en gedeeltelijk ook in haar safes staan. De restanten" van de veilingNemes, een bekende verzamelaar en handelaar te München, en stukken uit alle mogelijke kunst handel-firma's kwamen er in den loop der jaren bij. Er werden pogingen gedaan dit kunstbezit te ver koopen. In enkele gevallen lukte dit ook, in de meeste echter niet. NA een reeks ,,heen-en-weer-transacties" door de verschillende banken onderling, heeft zegt men?Dr. Schacht de zaak in handen genomen. Vol gens zijn instructies werd het geheele kunstbezit der banken door den staat overgenomen en in Bausch und Bogen" aan de musea cadeau gegeven. Hier mede was bereikt dat men nu, met de hand op het hart, verklare.i cc.a dat, net een veiling uit het bezit der musea" is. Formeel is de zaak dus niet aanvechtbaar. Ook als de stukken maar 24 uur lang( bezit van het musea waren geweest, ook als zij' maar ergens in een kelder gestaan hadden, zouden zij formeel uit het bezit der musea afkomstig zijn. Dit neemt echter niet weg, dat het onder deze om standigheden een bewuste misleiding van het publiek is, deze goederen als museum-bezit" tegen fAG. S DE GROENE No.3l2B Kruisiging", door Stephan Lochner, p/èce de réa/stonee von de veiling der Ber/i/nsche Staatsmusea goede valuta aan den man te willen brengen. Afgezien van deze misleiding is trouwens de kwaliteit van de schilderijen zeer matig. Telkens weer vermeldt de catalogus Wiederholung" of Repliek", wat in dit geval een beleefdheidsterm voor c o p i e is. De zoogenaamde Fra Angel i co (No. 649) werd door den Heer Nemes in 1928 op een Amsterdamsche veiling gekocht. De Piero di Lorenzo (No. 668) is op de veiling-Nemes met 3.100 Mk. opgehouden. De Gentileschi (No. 661) komt uit den kunsthandel F. Rothmann, vroeger Berlijn Victoriastr. 2; uit denzelfden kunsthandel komen de nummers 669, 683, 710 van den catalogus. De heer Rothmann zou toen zeker niet vermoed hebben, dat juist deze stukken uit zijn stock eens tot museum-bezit gebombardeerd zouden worden! De Tintoretto No. 674 komt uit den kunsthandel G. Caspari, vroeger München Briennerstr. 52. Uit denzelfden kunsthandel zijn de nummers 670, 708 enz. De Kruisiging" van Lochner, pièce de r es U stance van de veiling, komt uit den kunsthandel H. Perls, vroeger Berlijn Bellevuestr. 10. De slechte toestand van dit schilderij is vermoedelijk een, der redenen waaróm het tot dusver nog geen kooper gevonden heeft. Het No. 688, Hollandsche school Gevaarlijk spel" is uit de veiling-Figdor afkomstig, waar het (in den goeien tijd" !) voor 800 Mk. opgehouden werd. Alles dus geen museum stukken l Het zou te ver voeren al de nummers stuk voor stuk na te gaan. Bij de voortdurende fluctuaties in den kunsthandel zou het trouwens mogelijk zijn dat een schilderij dat wij hier b.v. als komend uit het bezit van den kunsthandel Perls aanduiden, later in handen van een anderen kunsthandelaar gekomen is. Dit verandert echter niets aan het feit, dat de schilderijen uit deze veiling langer in handelsbezit dan in museumbezit waren, dat de veiling, zoo al formeel correct, de facto een mis leiding van het publiek beteekent. De Duitsche instanties zouden deze dubbelzinnige transactie zeker niet op touw gezet hebben, als het niet het gebrek aan deviezen was, dat in hun oogen elk middel heiligt. Voor ons kan echter de conse quentie slechts zijn: wachten. Immers, als het gebrek aan deviezen thans reeds zoo groot is, zal binnenkort zeker ook een veiling uit het echte museumbezit komen. Want er zijn mooie dingen in Duitsche musea, ondanks het feit, dat er enkele stukken al onder de hand verkocht zijn. INSIDER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl