De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 22 mei pagina 3

22 mei 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Geestelijk leven r^XWRP'rotWV'MUtolMBiMAMBLM.c \ TWEE STEMMEN OVER OXFORD Een vrouw: Kinderlijke lichtvaardigheid DE Oxford-groep is niet langer een ,,naam" voor me en zijn werkwijze niet langer een legende". Twee volle dagen ben ik geweest tussen de honderdtallen en de duizendtallen, die opgetrokken waren naar de plaats, waar zij verwachtten hun eigen geestelijk heil te vinden of te versterken en het geestelijk heil van heel de wereld te horen verkondigen als mogelijk en bereikbaar. Twee volle dagen heb ik in eerlijke bereidheid me opengesteld voor de beloofde ervaring van diepste saamhorigheid en gezegend vertrouwen maar ik ben alleen maar thuisgekomen als a wiser and a sadder woman". Wijzer ben ik geworden, in zoo verre ik mijn eigen geestelijk bezit, dat rekening heeft leren houden met de barmhartige, .mens lievende en mensbegrijpende betrekkelijkheid, a. h.w. opnieuw in mijzelf heb veroverd, droever ben ik geworden door 't onafwendbare gevoel, zó ver, zó vreemd, zó afwijzend te moeten staan tegenover al die anderen, die zo kinderlijk maar omdat zij geen kinderen zijn, zo roekeloos de absolute eis menen te moeten stellen aan zichzelf en aan anderen en dan ook nog de fatale waan koesteren zélf aan die absoluutheid toe te zijn en anderen er toe te kunnen veranderen". Absolute eerlijkheid, rein heid, onzelfzuchtigheid en liefde.... excusez du peu! En met dezelfde grenzeloze lichtvaardigheid, waarmee deze bovenmenselijke attributen worden gehanteerd, wordt dan ook knus en gezellig God betrokken in ons leven, als een nooit falend, nuttig en effectief vade-mecum, als een passe-partout op al de verdraaide sloten van ons scheef-gegroeide persoonlijke leven. Ik weet nauwelijks, wat erger is: God allén maar op Zondag en in de Kerk, of God neergehaald tot de platte alledaagsheid van een antwoorden-automaat. Een middag was ik op de speciale vrouwen bijeenkomst. De zaal, waar wij, zorgvuldig van onze mannen gescheiden, bijeen waren, was tot op de allerlaatste stoel en vensternis gevuld met vrouwen van alle leeftijden, maar allen goed gekleed en wèlverzorgd: gén arbeidersvrouw zag ik erbij. Van het podium af weer getuigenissen, niets dan getuigenissen, die voor 't meerendeel allemaal hierop neerkwamen: eerst had ik moei lijkheden, toen luisterde ik naar God, nu heb ik geen moeilijkheden meer". Er werd zelfs verteld van een werkloze, die, toen hij maar eenmaal God in zijn leven had toegelaten, geen steun" meer nodig had, weer werk kreeg en met zijn gezin een gelukkig leven leidde voortaan.... Waarom was er niet n, man of vrouw, op die vier grote bijeenkomsten, die ik bijwoonde, die er van getuigen kwam, dat God toelaten in je leven" niet betekent succes en nieuwe verdiensten en 't verdwijnen van allerlei hinderlijke moeilijkheden, maar dat juist gén mens 't zwaarder heeft in deze wereld dan hij, die waarachtig Gods wil vervult? Waarom was er niet n getuigenis, dat ervan sprak, dat wie vervuld is van de absolute liefde" toch zeker nooit het zwaard meer dragen kan? Waarom was er onder de vele rijken", die 't woord voerden, niet n, die openlijk erkende zich schuldig te voelen tegenover de tallozen, die tekort komen? Een vriendelijke mevrouw op 't podium vond 't een zonde" van zichzelf, dat ze nog gesteld was geweest op 't vaste plaatsje naast haar man in de auto en verheugde haar auditorium met het getuigenis, dat God 'haar geleerd had dat plaatsje óók wel eens aan een ander te gunnen ! Dat was een stuk van hare bekering", waar ze heel gelukkig mee bleek en volkomen bevredigd. Zó bevredigd, dat ze zich voortaan in staat voelde nu ook haar medemensen te veranderen". Zij slaagde daarin, eerst bij haar zoon, die onmiddellijk zó gehoorzaamaan-God werd, dat hij een hele lijst opschreef van wat God hem ,,verteld" had: bovenaan die lijst prijkte de opdracht om zijn pyama 's morgens niet meer in een knoedeltje te laten liggen.... Maar niet alleen haar zoon, ook een arme vrouw werd haar bekeerling. Zij beschreef de armoede, die tot vervuiling was geworden, van deze zuster": het Gegarandeerd tndanthren geverfd 130 e.M. br..... ..... 2.65 p. M. waschecht, zonecht 120 c.M. br. doubléface 3.75 p. M. weerecnt. X 'n woe/erne en antieke kleuren V< levering op wensch yia Uw stoffeerder Indanthrtn Indanthrenhuis nRlVtRSTRflflTIH ~ B'D H m - THtF 5*1689 vuil in de kamer kon alleen maar opgeruimd worden door 't van de ene kant naar de andere te vegen". Toen schaterde de hele zaal van ,,veranderde" of veranderende" vrouwen ! en niemand scheen te voelen, hoe weerzinwekkend van eerbied!oosheid en onbegrip dit hele verhaal was geweest, en hoe beschamend 't was, daarom te lachen. Een meisje uit Burma, fantastisch in haar vreem de kledij, gaf een simplistisch relaas van haar tocht hierheen. Ja, 't was een wonder", zo zei ze, om nu in Holland te zijn; maar, als je naar God luisterde gebeurden er zulke wonderen !" Om mij heen kweelden ettelijke oudere dames: Och, wat schat tig, wat nig!" En weer bekroop mij 't bijna ziekmakende gevoel, dat we met ons allen in een gekkenhuis waren beland, waar van God en zijn streng gebod niets te vinden was. Het kruis van Christus werd een enkele maal genoemd, maar niemand bleek bereid het blijvend op zich te nemen en zó waard te zijn Hem te volgen. Zo snel mogelijk aan deze smartelijke ervaring ontkomen en dan weer blij en vrolijk zijn zoals 't Christenen betaamt" dat was 't, wat met succes werd nagestreefd ! IK vraag mij af: doe ik nu onrecht aan al die velen, die zo volkomen te goeder trouw zich zelf gered wanen en tot redders-van-anderen zich geroepen en uitverkoren gevoelen ? Wellicht zijn er inderdaad (en mér dan ik mij in mijn zo andere gerichtheid indenken kan), die hier waarlijk het grote contact met het Absolute beleven en daarbij de illusie niet kunnen derven zelf ook al een stukje volstrektheid te vertegen woordigen. En de blijdschap, waar zij zich haast toe verplicht voelen, kan ongetwijfeld eerlijk zijn. Maar hiermede blijft het kardinale bezwaar, dat de Oxfordgroep als massale beweging een even massale geestelijke anticipatie voorbereidt, die elke zielegroei bedenkelijk belemmeren moet. Wie in naam van Christus blij" is, zonder dat hij eerst n óók in Christus' naam in de diepste duisternissen van 't eigen n het grote wereldleed verkeerde en steeds weer opnieuw bereid is te ver keren, die heeft nog geen récht op zijn blijdschap ! Bij de Oxfordgroep gaat 't al om overwinning, nog vóór er strijd" is herkend of gestreden. En moet 't niet gaan juist om onze strijd? God zal dan wel weten, of de overwinning ons gegund kan worden. Voor wie eenmaal verstaan hebben, dat eigen geestelijke conflictsarbeid onontbeerlijk is bij elk menselijk probleem, dat om oplossing vraagt, doet 't hinderlijk-simplistisch aan, als ieder getuiger opnieuw komt verklaren, dat God op onze meest gecompliceerde vragen, het afdoende antwoord ons zomaar ineens dicteert. Bovendien kunnen wij ons deze eenzijdige passiviteit niet op laten leggen. Wij willen wel passief zijn en luisteren naar God", maar tegelijk willen wij actief zijn en zelf arbeiden aan eigen en maatschappelijk leven, in menselijke verantwoordelijkheid. En de eenvoud willen wij óók, doch middenin de erkenning van onze zeer veelvoudige structuur. Was het toeval, dat juist deze avond in onze stille huiskamer een stem zong uit de NegroSpirituals" en die eenvoudige woorden ons meer ontroerden dan al de Oxford-getuigenissen samen ? The old-time religion is good enough for me". en The God of the Hebrew children is just the same today". " L. K. Herman Salomonson verandert den rnensch En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijnen geest zal uitgieten over alle vleesch, en uwe zonen en uwe dochteren zullen profeteeren; uwe ouden zulten droomen droomen, en uwe jongelingen zullen gezichten zien. Joel 2 vers 28. En zij ontzetteden zich allen, en werden twijfelmoedig, zeggende, de een tegen den ander: Wat wit dit toch zijn ? En anderen, spottende, zeiden : Zij zijn vol zoeten wijns.?Handelingen 2 vers 12-13. DE Oxford-demonstraties, die te Utrecht wer den gehouden van 6 tot 17 dezer, culmineer den in een Pinksterfeest, dat voor de vele tienduizenden aanwezigen een stuk wonderlijke Bijbelsche geschiedenis tot practische en hartversterkende werkelijkheid heeft doen worden. Duizenden menschen, uit alle hoeken van ons land en van ver daarbuiten, bijeengekomen, hebben daar in alle levende talen getuigd van het wonder van verandering, dat Gods leiding in hun leven heeft teweeg gebracht, door het omzetten van de statis tische waarden in een dynamische kracht, die hen opdrijft tot positieve actie, als een Militia Christi, En het is volstrekt niet vreemd dat, met de ver vulling van deze profetie, ook de altijd werkzame tegenkracht zich als in oude dagen heeft gemani festeerd in den spot, dat zij buiten zichzelf geraakt zouden zijn. Het Oude en Nieuwe Testament raken elkaar zoo nauw, als het gaat om de diepste menschelijke eigenschappen, en Paulus' lof tot den Onbekenden God geldt nog voor heden ten dage. Al deze menschen, van den Metropoliet van Britsch Indiëtot een Hollandsche werklooze, van een Nederlandsch Gezant tot een Deensch dienst meisje, en voorts doctoren en huisvrouwen, advo caten, industrieëlen, studenten, arbeiders en handelsmenschen, hebben gesproken van de vernieu wing van hun leven, door het toepassen van de vier Evangelische maatstaven van onzelfzuchtigheid, eerlijkheid, reinheid en liefde. Dit is het getuigen van een genomen besluit, en dus van een krui siging van al hetgeen hen gescheiden hield van God en van hunne medemenschen. Niet elke getuigenis is, naar den inhoud, even belangrijk. Ieder individu projecteert haar op het geen zich bevindt binnen de draagwijdte van zijn of haar blik: voor den een het huishouden, voor den ander een werkplaats, voor anderen kantoren, landstreken en werelddeelen. Belangrijk is echter de synchrone kracht die tot dit getuigen stimuleert en de positieve vreugde die ieder, machtig of zwak, naar aardschen maatstaf, ondervinden moet van het offeren van de krampspanning van het zich handhavend, en door aggressie beveiligend ,,Ik", PAG. 4 DE GROENE No. 3129 PAG. 2 Dl GROENEN».»» Al deze menschen hebben, om deze nieuw qualiteit van leven te bereiken, een smal pad gekozen dat, gelijk dat van Dan te's held, leidt uit het Inferno der zelfgeschapen monstruositeiten en angsten, voert tot het Paradiso van het Licht. Hun getuigen geldt niet een overwinning, maar een vast besluit tot zelf-overwinning, telkens en telkens weer, en metder daad. Dit besluit is zonder voorbehoud, dus absoluut. De verandering" van deze menschen is dus niet een bereikt eind-stadium, maar de uitdrukking van den vasten wil om alles te geven voor het streven naar dat einddoel. En halve Christen", zeide de Zwitsersche theoloog Emil Brunner ,,ts een heele onzin .. .." En: Men kan een theologisch boek voor drie vierden aanvaarden en voor een kwart verwerpen, maar men kan niet voor drie-vierden marcheeren en voor een kwart blijven stilstaan". In deze woorden is het gansche absolute van het besluit van de leden der kerk op marsch saamgevat. Wat straalt er uit de oogen van deze menschen ?" heeft zijn landgenoot, de zielkundige dr. Maeder, zich afgevraagd bij het waarnemen van de Groep, en hij getuigde dat hij door het genomen besluit, thans de bevrijding deelde van allen angst en twijfel. l). De oplossing van die conflicten door een volstrekte overgave aan de Almacht, hoe zwaar het offer moge schijnen, is de eenige weg tot duurzame verandering van noodlottige toestanden, de ontlading van gevaar lijke ophoopingen van energie. De groote demonstratie te Utrecht was een luid getuigen van de blijdschap met deze ontdekking: de nieuwste en oudste uit de geschiedenis der menschheid. Haar belang echter lag in de gesprek ken die, door de omzetting eener gemoedsgesteldheid mogelijk bleken. Uren lang na de bijeenkomsten, terwijl de 600 jaren oude domtoren in floodlight ten hemel wees, als de muziek was verstomd en de massa's waren uiteengegaan, was er een vreemd gemurmel in de Bisschopsstad, waar overal, in huizen en koffie huizen, groepen bijeen waren. Groepen van twee menschen die elkander bereikten over geslagen bruggen: bruggen van het Ik tot het Gij.... van het Gij tot het Wij, die diepten overspanden van landaard en leeftijd en ras. Een nachtwind dreef lage wolken over de stad, en de klanken van het lied der Bruggenbouwers, die de oude waarheden van het Christendom ver sterken als pijlers eener brug tot een betere wereld. J) N.B. Het is mij niet mogelijk hieY meer over dit onderwerp te zeggen, Belangstellenden verwijs ik naar mijn boekje Aan Nieuw Nederland". H.S, IjS De reportage van de week I7t eeuwsche boerderij uit Z.-Limburg; binnenhof met mesthoop, links woongedeelte, rechts stallen. (Openluchtmuseum, Arnhem) 25 jaar in de open lucht H* B. Fortuin Het Arnhemache Openluchtmuseum jubileert HET Nederlandsche Openluchtmuseum te Arn hem bestaat, binnen weinige weken, vijfen twintig jaar. Op 20 Juni 1912 werd de vereeniging van dien naam te Arnhem gesticht op initiatief van den bekenden historicus F. A. Hoefer en eenige anderen, die hier in Holland wilden realiseeren, wat in Scandinaviëreeds lange jaren bestond: een uit voerige documenteering van de beschavingsgeschie denis der plattelandsbevolking. Tot 1918 kon de vereeniging geen uitvoering aan haar doelstelling geven. In dat jaar echter, op den I3den Juli, werd het landgoed De Waterberg" on der Arnhem, dat de vereeniging door de gemeente in erfpacht gegeven was, als openluchtmuseum voor het publiek open gesteld. Op 30 H.A., onderverdeeld in elf stukken, n vopr elke provincie, wordt een overzicht gegeven van de materieele en cultureele omstandigheden, waaronder de plattelandsbevolking nu leeft en in het verleden verkeerde. Woningbouw en woning toestanden, landbouw- en bedrijf sutensiliën, indu strieën, vervoermiddelen, kleederdrachten en huis raad uit alle gewesten, zijn hier bijeen gebracht in een park, dat reeds door de gevarieerde schoonheid een menigvuldig beeld geeft van het Holland, zooals wij het kennen n liefhebben. Veel van wat hier aanwezig is, werd geschonken door gemeenten, musea, particulieren en industrieële ondernemingen. Het is al dien tijd met bekwame zorg beheerd door den directeur, den Heer A. A. G. van* Erven Dorens, daarin bijgestaan door een bestuur van deskundigen en belangstellenden. Ter eere van het komende jubileum heeft zich een comitégevormd, waarin de elf commissarissen der Koningin in de verschillende provincies zitting ge nomen hebben. Dit wijst op het belang, dat de over heid stelt in het werk eener vereeniging, die op deze wijze een aanzienlijk, en voor veleii anders niet licht toegankelijk, deel van het Nederlandsche cultuur leven den tijdgenooten ontsluit en voor het nage slacht bewaart. HOE ziet dit er nu in de practijk uit? Het begon er mee, dat uw verslaggever als afgezant der asfaltcultuur op een druilerigen Zondagmiddag met een der, in 193,7 gebruikelijke, technische vervoer middelen naar het park >,De Waterberg" kwam. Het bleek daar, dat het platteland zich tegen alle beder vende invloeden, als reporters, fototoestellen en blocnotes hardnekkig verdedigde met een manshoog hek van prikkeldraad en met een bewaker, die vol gens zijn instructies elke officieele communicatie van rotatie- of ptatdrukpers met platteland moest be letten, tot het oogenblik van de officieele pers conferentie, eerst een week later. Er bleef dus uw verslaggever niets anders over, dan, ontdaan van zijn aureool van de openbaar heid", zonder zijn anastigmatisch, registreerend foto-oog, als gewoon belangstellende door te drinhauscar VrMOf geïllustreerde protpecil l |?g. OOK de verhavrvoorwMMrden l Bciichtigina; flaroje Roegicsti Blaricum. |>a 17 gen in het hart van het Nederlandsche platteland. Zoo drentelde hij troosteloos over de paden van het park, ging boerderij-in, boerderij-uit, sjokte met velen langs de klec der drachten, langs de boerenwagens, door het reeds gebouwde gedeelte van het ontworpen groote museumgebouw, langs het openluchttheater, langs de oud-vaderlandsche be drijven, en zette zich tenslotte op een bank voor een scheefgezakten papiermolen, waarlangs een beekje, zacht kabbelend, zijn weg over het waterrad in den vijver zocht. Hoe het kwam, het staat niet vast. Drentelen is vermoeiend, de tijd gaat snel. En toen de pers uit zijn slaapje weer wakker schrok, was het park ontdaan van de menschen, en was hij met de plattelandscultuur en met het verleden alleen. Alleen ? Neen, daar tusschen de boomen ging een groep levende wezens. Een kleurig groepje menschen, een groepje in Limburgsche kleederdracht. Maar die kende ik. Die menschen kende ik. Die had ik nog geen uur geleden zien staan, in het kleederdrachtenmuseum, als wassen poppen achter glas. En nu liepen zij met hun veerenden gang tusschen de boomen van het park en repten zich in de richting, waar de pijlen wezen naar de oud-Limburgsche boerderij. En daar, iets meer mijn kant op, daar kwam een meisje gedwaald, ook in kleederdracht, naar ik mij herinnerde in de Zeeuws:he: Jongedochter uit Goes", had er op het kaartje gestaan. Droomerig liep zij mijn kant op., Zij kwam tot vlak bij de bank ! Toen zag zij mij. En in een helder klin kend, voor mij eerst moeilijk verstaanbaar Nederlandsch, uitte zij haar schrik, en toen dadelijk haar hartelijke beleefdheid, van wat ik hier kwam doen, hoe ik hier zoo achter gebleven was. En blij voor die plotselinge en zoo charmante sympathie, stortte ik mijn hart uit, vertelde ik van mijn moeilijkheden, om in haar wereld door te dringen. Zij zette zich naast mij neer, en begon mij kalmeerend, en met een lieven, naïeven humor gerust te stellen: het was heusch niet zoo erg! Zij zou het mij alles wel ver tellen. n aan haar hand ging ik toen den papiermolen binnen, naar zij mij vertelde den molen van Marten Orjes, ,,papijermacker in Gelderlandt". En zij stelde mij, verlegen lachend, voor aan de knechts en aan Marten Orjes zelf, die daar plotseling aan het werk waren, de grondstof voor hun papier, te bereiden en op de fijne papierzeven téscheppen, en daarna tusschen vellen vilt te persen en te dro gen om zoo hun prachtig zwaar en schuimig wit papier te krijgen. En verlegen zeide Marten Orjes, dat dat in 1937 allemaal heel wat beter ging, en zoo snel, maar dat dit hier voor een journalist toch wel interessant zou zijn. Ik bedankte hem, en wij ver lieten weer dien schemerig-ouden molen, met de veel gebruikte houten machinerieën. HET meisje voerde mij nu naar de Limburgsche boerderij. We hoorden uit de verte het piepen van de pomp, een paard hinneken; we hoorden kip pen rumoeren en het gedruisch van den arbeid op het groote erf. Bij de poort van den eenen binnenhof, voor den mesthoop, kwam de boer ons tegemoet. Hij had door zijn zoon, die bij Orjes werkte, al van mij ge hoord en voerde mij dadelijk naar de groote keuken, waar zijn vrouw met de groote pannen op den haard aan het koken was en in de aarden potten het eten bereidde. Zij noodde mij tol den maaltijd, dien wij in de keuken samen met de heele familie en de twee knechts nuttigden. Haar jongste zoontje liet mij vol trots de groote boerderij zien, de beide binnenhoven, de varkensen koestallen, de bedstee van zijn ouders, den wagenschuur, en de zolders. ' Maar er was nog veel, dat ik zien wilde, en dus nam ik afscheid van de blinkend witte zeventiende PAO. 5 DE GROENE N* 1129 eeuwsche boerderij, met het hellende, overhangende dak, do helder» ruitjes en de vriendelijke, gast vrije en arbeidzame bewoners. We zullen nu de Hindelooper pronkkamer gaan bekijken. Maar de bewoners zijn er nog niet; nu zal de juffrouw van de bewakerswoning je alles laten zien en uitleggen, al is het dan na vijven. Heusch, het is prachtig, met de honderden tegeltjes, en de oude Friesche kast, en met het schilderwerk op alle meubelen; en de bedstede, zulk prachtig houtsnij werk." Maar daar hoorde ik gepiep en lawaai. Dat is de rosmolen, de grutterij uit Wormerveer", en wij gingen er heen. De arbeiders toonden ons, hoe de boekweitkorrels tusschen de molensteenen fijngemalen of gepeld werden, hoe alle machinerieën door het hoof dr ad, door tvr-.c paarden gedreven, in beweging gebracht werden. En zij toonden ons de weegschaal en alles wat er bij hun bedrijf te pas kwam, vol liefde voor hun werk, dat velen hunner al van vader op. zoon verricht hadden. Maar niet overal was zulk een bedrijvigheid en werkzame welvaart. Armoede heerschte in het los hoes", de i7de eeuwsche woning van het Saksische type, uit Beuningen bij Losser. Daar toonde h-«t meisje mij, hoe in n ruimte de man en de vrouw, en hun vijf kinderen, woonden, aten en sliepen met de dieren; met de drie koeien en de vier varkens, hoe zij hun armoedig maal kookten op het open vuur, dat zonder schoorsteen in de leemen vloer gestookt werd. De rook hing onder het strooien dak en overtoog de leemen en houten wanden, de voorrader graan en hooi, de werktuigen en de menschen met een blauwen rook. Mijn geleidster voerde mij nu over de groote weide, waar om heen vijf molens stonden, De groote korenmolen uit Delft, met de zes verdiepingen, de kleinere windmolens en de spinnekopmolens", waar de jichtige molenaar brommig voorspelde, dat het slecht weer zou worden, zoo vast als een huis, waarna hij, door de drukte overmand, de wieken in den stand liet staan, die beteekende: er wordt geen werk meer aangenomen ! Ik was benieuwd, hoe het er nu in het museum uit zou zien. Maar daar was het verlaten; uit all kasten waren de poppen gestapt, en ze hadden uit de vitrines alle voorwerpen meegenomen, die zij bij hun bedrijf of in hun huishouden noodig hadden. Ook de wagens waren voor het grootste deel uit de hulpgebouwen weggereden. De utensilieën voor het bakkersbedrijf waren op een boerenkar naar het Twentsch bakhuis gereden. De kaasperscn waren in gebruik bij de boerderijen, de weefgetouwen ston den in den Gelderschen rosoliemolen, waar een wel gedane boerin over den hobbeligen vloer van de deel en het woonvertrek schommelde en in den koperen ketel boven het open vuur water kookte, om straks haar man en de knechts de handen te doen wasschen na den arbeid met denzwarenpaardenmolen, waarin uit de oliezaadjes het drabbige vocht geperst werd. HET zou onbeleefd zijn, den lezer te vervelen met een verslag der uren, die voor hem, die ze be leefde, wonderlijk en idyllisch waren. Laat de ver slaggever zich dus ontslagen achten van den plicht, te verhalen hoe hij en zijn Zeeuwsche begeleidster door het fraaie smeedijzeren hek den,oud-Hollaridschen Kruydhof, aangelegd door de Nederlandsche vereeniging van Geneeskruidtuinen, binnen traden hoe de beide bezoekers van alle kruiden der 251 namen vermeldende lijst van Achillea Millefolium (duizendblad) tot en met Zea Mays den geur wilden kennen. Hoe zij de Friesche touwslagerij bezochten, waar de opgeruimde en wijsgeerige baas opgewekt het groote rad draaide, terwijl zijn knecht de lijn baan: langs liep. Hoe, zij een bezoek brachten aan de Markers, in hun marker huis, en daar alle wonderen van zulk een kunstzinnige visscherswonihg getoond kregen. En hoe de asfaltverslaggever in den oudHollandschen doolhof met de rechthoekige, geheim zinnige laantjes zijn Zeeuwsche zoetlief, naar oudvaderlandsch gebruik, in alle eer en deugd een kus ontstal.... Het doet er alles ook niet toe. Want ieder, die gedreven door zijn belangstelling, een bezoek gaat brengen aan deze waarlijk nationale instelling, kan daar de zelfde uren vol bekoring doorbrengen. Indien hij tenminste oog heeft, voor de eenvoudige schoonheid die er liggen kan in ,de primitieve versieringen en de onbevangen eerlijk heid der gebruiksvoorwerpen, voor de frissche orna mentiek der landbouw- en ambachtswerktuigen, en wanneer hij zich realiseert, dat hij staat voor een wereld, waarbij het alleen van zijn fantasie afhangt, of hij haar van dood" tot leven zal kunnen wekken. Hij zal een der wortels van het huidige Nederland sche cultuurleven beter leeren kennen en begrijpen en zijn begrip voor het geheel er van verrijkt en verdiept hebben. .K'~ >l 'im ?- ,-V<. in, T>r K ft m p*- ^r w a ^ p n »p o r 1. ! \ n \ , t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl