De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 29 mei pagina 2

29 mei 1937 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

ii» /l ' ^ t. BEGINSELEN EN PERSONEN Na den verkiezingsuitslag Mr. W. VERKADE Overwinning d«r democratie HET'extremisme is in Nederland zeer afdoend geslagen. Dat is de allereerste conclusie die men uit de stemcijfers mag trekken. De N.S.B, is, in vergelijking tot de verkiezingen voor de provinciale staten van twee jaar geleden, vrijwel gehalveerd, terwijl ook de aanhang van de kleinere fascistische partijtjes, Nationaal Herstel inbegrepen, miniem is gebleken: zij varieerden tusschen 2J/a en 20% van den kiesdeeler. Aan de Hnkeriijde hebben de Revolutionnair-Socialisten net niet hun waarborg som verspeeld, doch de Kamer zal Sneevliet moeten missen. De communisten hebben van dezen kant een kleinigheid meegekregen, maar zijn sinds 1935 niet meer vooruitgegaan. Door het nieuwe stelsel der grootste gemiddelden zakt hun zeteltal van vier op drie. Zoodat de revolutionnaire partijen, die in 1935 .tezamen nog dertien zetels hadden kunnen krijgen, thans gezakt zijn op zeven. Noch Mussert, noch Moskou" is het eerste beeld, dat deze verkiezingen oproepen. Eenheid door Democratie" heeft eer van haar actie en het Nederlandsche volk mag gelukgewenscht worden, dat het de invloeden, die elders tot burgeroorlog of de dreiging daarvan leiden, hier te lande in een machtelooze positie zijn teruggedrongen. Met name de nederlaag van het nationaalsocialisme is treffend. Het is voor het eerst dat geheel Europa zich voor de Nederlandsche verkiezingen interesseert. En niet alleen bevestigt deze uitslag volkomen den nederlaag van Degrelle in Brussel, die aantoonde dat het fascisme in West-Europa tot staan was gekomen, maar het bewijst, dat het zelfs op zijn retour is. Dat is het groote internationale belang van dezen uitslag. Men moet dezen nederlaag voor 's heeren Mussert's partij dan ook allereerst zoo verklaren, dat haar internationaal karakter doorzien is; dat zij evenzeer als in Duitschland vijandig moest staan tegenover Protestantisme en Katholi cisme gelijkelijk; dat zij een steun was voor de Duitsche, Aussenpolitik" |(scherp sprekende uit haar houding tegenover de uitwijzing der vier Neder. landers; tegenover het vlaggen-incident" bij p.inscs Juliana's huwelijk) iets waarvan Spanje de mogelijke consequenties zeer sicherp voor oogen stelde; dat zij last but not least van Duitschland ook haar rapaljaansche methoden en denkschema's had over genomen (duidelijk sprekend uit de intertijd door ir. Mussert naar aanleiding van het Groene* referendum gedane uitlatingen, den toon van Volk en Vaderland", vooral in het laatste jaar, de IJmuidensche filmopnamen en de aanslag" in het Blauwe Zand"). Wij vermoeden, dat wanneer er van andere kanten geen groote fouten gemaakt worden en de wereldeconomie zich in guns^igen zin blijft ontwikkelen, deze afbrokkeling van de N.S.B. zich nog wel zal voortzetten. De elementen en de financiën, door haar aanvankelijk succes aange trokken, zullen haar nu wel ijlings in den steek laten. De nederlaag der liberalen EVENEENS gehalveerd zijn de liberalen uit de bus gekomen. De door de groote pers gepropa geerde steun aan Colijn heeft zijn effect gehad. Maar de meer liberalen naast Colijn" hebben zich, zooals te verwachten was, in liberale stemmen op de A.R. partij, niet in liberale kamerzetels geopen baard. De eenmaal zoo machtige liberale partij zal thans in de Kamer niet eens meer een reglementaire fractie" zijn. Wij achten dit geen groot verlies, de partij heeft zich, ondanks de zeer waardevolle persoonlijkheden, die uit haar midden voortkomen en wij denken daarbij niet in de laatste plaats aan den huidigen minister van Waterstaat sedert 2920 in de groote lijn gekenmerkt door een onvrucht baar negativisme tegenover alle sociale en econo mische structuur-veranderingen. Deliberalegedocftfe - in den zin van de Thorbeckiaansche ??is echter te sterk in ons volk doorgedrongen, om verloren te kunnen gaan, maar zij werkt voor dezen nCO den haag tijd geenszins minder bij Vrijzinnig-Democraten, Christelijk Historischen, bij Colijn en breede stroo mingen in de S.D.A.P. elk met zijn eigen accent en tot zekere hoogte dan bij de liberalen; die haar meer als theorie bewaarden, dan als practijk op de vraagstukken van dezen leeftijd" uitdroegen. Al thans de betrekkelijk kleine groep, die in den Vrijheidsbond de lakens uitdeelde. Peraoon en bfglneel ALS men zich afvraagt, waarheen al die N.S.B. stemmen en al die liberalen-uit-traditie of uitnegativisrhe, heen gegaan zijn, dan komt men tot een derde opmerkelijk resultaat van dezen ver kiezingsstrijd: de persoonlijke aantrekkingskracht van minister Colijn, en in mindere mate ook die van zijn eersten medewerker mr. Oud, beide respec tabele en in meer dan n opzicht uiterst bekwame mannen, maar toch geen van beiden zulke halfgoden als de publieke opinie thans van hen maakt. Maar zij waren tot symboolfiguren geworden voor de regeer ing die ons door de crisis heen geholpen heeft." Nu kan onmogelijk ontkend worden, dat deze regeering een heel wat sterker regeeringsbeleid heeft laten zien dan de Kabinetten-Ruys de Beerenbrouck voor haar en evenmin, dat de economische toestand krachtige bezuiningsmaatregelen eischte. Maar de veel te lang gerekte keuze tusschen deva luatie en verlaging van vaste lasten die de have's" sterk boven de have-nots" bevoordeelde; de hui verigheid om op de materieele middelen in te teren, in tegenstelling tot de krasse wijze waarmee op onze volkskracht is ingeteerd: het inkrimpen der openbare werken, de stroeve werking van het Werk fonds en de qualiteitsvermindering van het lager onderwijs; het harde bewind in Indiëin politiek en economisch opzicht; de onduidelijke en weinig moedige buitenlandsche politiek; de sterke inkrim ping der gemeentelijke autonomie en de weinig sociale gezindheid op Sociale Zaken, ook wanneer het kosten- element geen groote rol speelde, hebben hier te lande de crisis ook geestelijk dieper doen invreten, dan noodig was geweest. En het zijn ten slotte het door regèering niet-gewilde loslaten,van den gouden standaard en de internationale aanpassing naar-boven geweest, welke de regeering zulk een gunstigen uitslag hebben bezorgd. Toch heeft dr. Colijn de gelegenheden om als redder te poseeren geenszins ontweken, deze gedachtengang veeleer in de kaart gespeeld en hij heeft op den verkiezingsavond aan zijn juichende aanhangers in Krasnapolsky ook niet onduidelijk te kennen gegeven, dat het antirevolutionnaire volksdeel niet meer dan 12 zetels bijeen kon brengen (waarbij C.D.U. en Hugo Visscher er samen nog minstens een kiesdeeler van in de wacht hebben gesleept; die echter op Kersten her overd is) en dat bij de overige vijf het element dat meneer Colijn voortrekker der a.r.-partij is, aan wezig" blijkt. Dit met een verwijzing naar mr. Oud's rol als lijsttrekker der Vrijzinnig-Democraten, die zelf ook sprak van een bewijs van vertrouwen van het Nederlandsche volk in deze regeering." Uit deze uitlatingen blijkt wel hoe dicht het per soonlijke element bij een verkiezing en het autoritaire in de verhouding van regeering en parlement bij elkaar liggen en dit wordt nog versterkt door die andere uitlating van onzen premier: Innerlijk doet het me een beetje plezier, dat ook op een persoon gelet Wordt; ik concludeer, dat men het evenredig kiesstelsel, dat ik in de Kamer als verfoeilijk heb aangeduid, niet wenscht. Als nu zoo af en toe onder ons volk blijkt, dat het lijstenstelsel overschaduwd wordt door de belangstelling voor een persoon, dan doet dit toch wel een beetje goed." EN wanneer autoritaire neigingen voor onzen minister-president, die zich als Calvinist een zondig mensch als alle anderen weet, al gemakkelijk te overwinnen zouden zijn, dan blijft toch het be denkelijke verschijnsel over dat er onder die 250.000 neutrale" en liberale" stemgerechtigden, die Colijn" kozen, velen moeten schuilen met diezelfde onverschilligheid voor beginselen en diezelfde bereid heid om de verantwoordelijkheid voor de richting van. het overheidsbeleid van zich af te schuiven op den sterken man", als wij in het verschijnsel fascisme" kennen. Deze s temmentoe vloed is geen zeker bezit n vlaag van ontevredenheid en zij PAG. 2 DE GROENE No.3130 in den nood leert men ziin vrienden kennen IN zijn jongste brochure heeft de weggeloopen N.S.B.-propagandist Wessels bekend gemaakt dat generaal Seyffardt's sympathie niet alleen aan zijn antipathie tegen baron de Vos van Steenwijk te danken is, maar dat deze oud-chef van den generalen staf reeds sinds 1934 in nauw contact was met het hoofdkwartier der N.S.B. Hij zou met de toenmalige garnizoenscomman danten van Arnhem en Amsterdam verklaard hebben dat zij wanneer het tot een uitbarsting komt, de zijde van de N.S.B, zouden kiezen". ^ Nu heef t inderdaad een uitbarsting" van de mocratie de N S.B getroffen. En wanneer wij dus spoedig eenige hooge militairen voor haar zoeken een nieuwen sterken man" ; en de minste neiging om deze groep naar de oogen te zien baart de verleiding om de zelfstandige kracht van volksvertegenwoording, hier en overzee, en van gewes ten en gemeenten te miskennen. Daarom is het goed, dat tegenover het succes van Colijn geen verliezen van de R.K. Staatspartij en de S.D.A.P. staan (de tegenstelling tusschen persoon en partij vloeit ons onwillekeurig uit 4e pen, m*» .. zij teekent de situatie) integendeel en dit maakt bovengenoemde uitlating van mr. Oud te merk waardiger deze partijen die, zij het met ver schillend accent, hun critiek op het regeeringsbeleid niet onder stoelen of banken hebben gestoken, hebben in percentage een kleinen vooruitgang ge boekt en een viertal nieuwe zetels verworven die hun tezamen een meerderheid van 54 zetels de Christen-Democraten meegerekend zelfs 56 tegen over 35 voorstanders van de sociaal economische OP DE Anton van T\E Atgemeene Lijsttrekker der nationaalIJ socialistische beweging (N.S.B.) heeft in een hagespraak" te Lunteren aangekondigd, dat hij na de Tweede Kamer-verkiezingen zijn politiek» partij eens flink op de helling zou nemen, teneinde haar te zuiveren van ongewenschte elementen. Wij hebben ons toen at afgevraagd, wat er dan zou over blijven van de Germaansche fierheid der groote ge tallen, maar nu wij de helling zagen, hebben ook wij besloten een lotje te koopen voor den Arischen inva lide. Een diep menschelijk medelijden vervulde ons namelijk bij de lezing van het Algemeen Handelsblad, hetwelk verslag uitbracht van de bijeenkomst der genoemde beweging, gehouden op den avond der ver kiezingen in de Apollo-hal te Amsterdam. Wij lezen daar: Toen tegen tien uur werd bekend gemaakt, dat de N.S.B, naar schatting niet meer dan vier Kamer zetels zou behalen, vergaten de verzamelden alle orde en tucht." ! , Dit plotselinge verval in wanorde en ontucht zat den oprechten Nederlander pijnlijk treffen. Immers de afschuw van wanorde en ontucht is hem aange boren. Dank zij het leidersbeginsel werden de hevigste uitspattingen klaarblijkelijk vermeden, want het Algemeen Handelsblad, welks verslaggever oogge tuige was van de zedelijke depressie der N.S.B., ver volgt in klare bewoordingen: De leider der bijeen komst had moeite, de orde téherstellen. Hij comman deerde muziek en kondigde een Vlaamschen kameraad aan, die naar Amsterdam was gekomen om zijn geest* verwanten geluk te wenschen." De beste zinsnede uit dit pakkende relaas is onge twijfeld: Hij commandeerde muziek". Muziek is iets, dat men commandeert, indien men de Arische zelfverheffing aankleeft en op de helling wordt ge nomen. Helaas wordt er niet bij gemeld, welke muziek de leider commandeerde, maar de afwezigheid van Mengelbergdoet veronderstellen, dat noch Mendelssohnt noch Manier ten gehoore werden gebracht. Tijdens de vergadering werd medegedeeld" < zoo vervolgt wederom het Handelsblad dat de heer Mussert tegen middernacht zou verschijnen" Toert w&s het uit met de muziek. Onze natie heeft namelijk een diepen eerbied jegens het middernachtelijk uur. Op dat geheimzinnige oogenblik, vanouds aan spook verschijningen voorbehouden, verordent de politie het zwijgen der instrumenten. Hieraan wordt streng den handschoen zien opnemen, dan kan hieruit de geloofwaardigheid van den heer Wessels zon neklaar blijken. Mussert wint IN de Apollo-hal waren Woensdagavond zes duizend N.S.B.-aanhangers samengestroomd om den stembusuitslag te vernemen. Om half twee verscheen de Leider die als volgt sprak: Wij hebben ons vergist en wij staan alleen. Wij staan alleen echter met tienduizenden, die elkaar trouw blijven." Vandaar zeker de honderdtallen N.S.B.speldjes die de gemeentereiniging den volgenden morgen voor de Apollohal heeft moeten opvegen. politiek van de richting-Colijn-Oud in eigenlijken zin bezorgen. Daarom is het aan den anderen kant ook jammer dat de partij van Jhr. de Geer, die in menig opzicht bemiddelaar tusschen anti-revolutionnairen en katholieken had kunnen zijn, zulk een betrekkelijk grooten achteruitgang heeft te boeken. Het is bij dezen verkiezingsuitslag vrijwel ondenk baar dat een ander dan dr. Colijn de eerste opdracht tot kabinetsformatie zou krijgen. Maar het is wel duidelijk, dat het hem, gezien de verhoudingen der rechtsche partijen onderling en het merkwaardige publiek waaraan hij zijn successen dankt, heel wat stuurmanskunst zal kosten, om te voorkomen, dat deze overwinning in de geschiedenis der AntiRevolutionnaire partij op den duur als een Phyrrusoverwinning zal worden geboekt. En met een verzwakt calvanistische element in de Nedderlandsche democratie, zou fascisme verder kunnen opdringen van thans. HELLING de hand gehouden. Een recent voorbeeld bewijst dit' Op den N. Z. Voorburgwal maakten in den ver~ kiezingsnacht de kranten luid de uitslagen bekend, welke bekendmaking werd onderbroken door het af draaien van gramophoonschijven. Ook het dagblad De Standaard begeleidde tot middernacht den zege praal van Dr. Colijn met vroolijke deuntjes, als daar zijn het Deutsche Jugendlied en Hier duldt het land geen dwinglandij, waar vrijheid eeuwen stond," Dit werd door de partijgangers van dr. Colijn naar waarde genoten. Maar toen na twaalven de redactie van De Standaard voortging met het mededeelen der uitslagen, deed de politie een inval ten kantore aldaar en gelastte deze luidruchtigheid te staken. Een bekend Standaard redacteur wees op de hoezen, welke voorzichtig over gramophoon en platen waren neergelaten. Maar de agent van politie hield aan. Immers deze uitslagen waren voor de anti-revolütionnaire partij ook muziek. Zooals men < gezien zal hebben, zijn alle Neder landsche anti-revolutionnairen tot kamerlid gekozen. De moeilijkheid voor deze partij zal ontstaan, zoodra er eventueel een plaatsvervanger noodig is. De partijgenooten zijn op. Men zal dus aanvulling behoeven uit een ander genootschap. Het gerucht, als zou dr. Colijn hiertoe den paus van Rome op het oog hebben, lijkt onwaarschijnlijk, ofschoon de paus zich onlangs een sterk voorstander betoonde van de Zondagsviering. Zooals de Algemeen Lijsttrekker van de nationaalsocialistische beweging met profetischen blik te Lun teren voorspelde, kregen de jongste verkiezingen voor zijn partij het karakter van een incident. In eigen gelederen wordt over dit' incident vurig geredetwist. De beteekenis van het woord incident wordt namelijk door verscheidene woordenboeken verschillend weer gegeven, zoodot men niet met afdoende nauwkeurig heid kan vaststellen, wat de Algemeen Lijsttrekker bedoelde. Het zuiverst lijkt deze bedoeling benaderd door den Dictionnaire de l'Académie Fran$aise,de welke omtrent dit woord bericht: II se dit de certains cos qui surviennent dans les affaires." Zoo moet men het als vaderlandlievend Nederlander weten te bezien. Het incidenteele karakter van de nationaal'socialistische beweging (N.S.B.) is door de jongste verkiezingen vastgesteld. De Vlaamsche kameraad had dus toch iets, waarmede hij zijn geest verwanten kon gelukwenschen. Hitler is Allah niet, maar Mussert bleek een goed profeet. JOHN BULL IS VERTROKKEN, ZOU MEN KUNNEN zeggen, leve John Buil! Was de scheidende Baldwin dan niet de lijfelijke John Buil? De gelijkenis was tenminste sprekend. Gelukkig voor de caricaturisten dat de politiek zoo rijk met der gelijke typen gezegend is! Al is Baldwin nu van het politieke tapijt ver dwenen, onder zijn van te voren aangewezen op volger Neville Chamberlain zullen de Britsche staatszaken zich langs de zelfde lijnen van geleidelijk heid ontwikkelen. Van een nieuwe bewindsperiode zal men nauwelijks kunnen spreken, al zal Brittannië's stem zich in het koor der volkeren misschien met iets meer nadruk laten hooren dan voorheen. Engeland is sterker geworden, zeer sterk zelfs. En op dit moment heeft Europa de sterke Engelsche arm noodig. Te Genève wordt Egypte mondig verklaart", maar John Buil, de ex-voogd, houdt zich nog niet geheel en al op den achtergrond. Intusschen is in de Volkenbondsvergadering een crisis naar aanleiding van de rechten van den Negus voorloopig vermeden, omdat Haile Selassie zich,'met voorbehoud van alle rechten, ditmaal niet gemeld had. Maar Italiëheeft het er niet pleizieriger door gekregen. De Spaansche minister van buitenlandsche zaken trad daar openlijk als beschuldiger van Itali op. Duitschland vermeldde hij niet. Niet omdat hij, zooals sommigen zeggen, Duitschland een gemakkelijken terugweg wil openlaten, maar omdat Duitschland met Genève niets te maken heeft. Het ziet er nog niet naar uit dat het Spaansche imbroglio spoedig voor een vrediger staat van zaken zal plaats maken, al wordt de positie der fascistische mogendheden tegenover hun Spaansch avontuur steeds benarder. In Duitschland zwijgt men. Men heeft er zorgen genoeg. Dat Mussolini op zijn beurt de toekomst ook niet rooskleurig inziet, bleek uit zijn woorden dat het met Europa economisch mis zou gaan wanneer niet.... President Roosevelt een ontwapeningsconferentie bijeen zou roepen. Eilacie, die bewapeningen zijn niet vanzelf ontstaan en niet alleen in Europa! ER IS, WAT DEN PAdtFlC BETREFT, OP DE Imperiale Conferentie, die ter gelegenheid van net bijeenzijn van zoovele Groot-Britsche hoogWaardigheidsbekleeders te Londen gehouden werd, «n waar nu, na de kroningsplechtigheid, nog wat nagepraat wordt over zaken van gemeenschappelijk politiek belang, door den Australischen premier Lyons een onderwerp ter sprake gebracht, dat ook ons interesseert, nl. de vraag of de Pacific-landen niet een gróót gemeenschappelijk pact van non agressie konden aangaan. Collectieve pacten staan ons aan, maar non-agressie is iets dat vanzelf spreekt. Wij vinden het beneden onze waardigheid ons nadrukkelijk te verbinden dat wij niet op buur- . mans erf zullen komen plunderen. Zoo iets spreekt immers vanzelf. En afspraken daaromtrent hebben niet de minste waarde. Zouden de staten, die het Britsche gemeenebest uitmaken, een dergelijk Pacific-pact wellicht met de andere daarbij betrokken mogendheden ook zonder Nederlandsche deelname kunnen .afsluiten, voor andere internationale afspraken is Nederland of zijn, juister gezegd, de kleine mogendheden die bezig zijn met elkander contact te zoeken wel degelijk noodig. Misschien nog meer voor econo mische dan voor politieke afspraken. In het Lager huis gaf minister Runciman zonder twijfel blijk van zijn scepticisme ten aanzien van Colijn's Osloplannen (al zei hij dat niet met zooveel woorden) toen hij, ook voor bepaalde Staten-groepeeringen, het denkbeeld van terugkeer tot vrijhandel verwierp. Het zou misschien niet kwaad zijn, wanneer minister Colijn de zaak van den vrijhandel weer eens krachtig te Londen ging bepleiten, aange nomen, dat Z.Ex. in de toekomst belast blijf t met de leiding onzer staatszaken. Want weinigen genie ten te Londen een aanzien als hij. In de toekomst zullen er ook nieuwe monetaire afspraken gemaakt moeten worden. Bij ons spreekt de spraakmakende gemeente wel van devaluatie, maar die hebben wijniet?slechts een depreciatie van den Gulden tegen over het goud. En een min of meer tijdelijke n min of meer vaste verhouding tot het Pond. Onze goudvoorraad die intusschen grooter is dan de biljettenomloop, zelfs naar goudwaarde gerekend stelt ons tot iedere valuatie van den Gulden in staat. Theoretisch zouden wij volstrekt niét hoeven te devalueer en. Maar practisch zullen wij een waarde moeten kiezen die, ten behoeve van onzen export e c onze scheepvaart, het evenwicht.met het Pond en het Engelsche prijzenpeil, bewaart. Hoe zal zich intusschen dit prijzenpeil ontwikkelen en wat zal de uiteindelijke waarde van het Pond zijn? Wij kunnen dus nog niet eens uitmaken of dit karweitje van de stabilisatie van het Nederlandsche geld reeds tijdens de binnenkort aanvangende nieuwe bewinds periode opgeknapt zal kunnen worden. HOE HET NIEUWE KABINET ER UIT ZAL ZIEN ligt nog in betrekkelijk duister. Het oude kabinet heeft gelukkig afgezien van het merk waardige plan waarvan het nog merkwaardiger was dat jhr. de Geer er voor scheen te voelen om nog te blijven zitten, althans voorloopig tot na de grondwetsherziening. Dit zou niet van eerbied, noch voor de taak der Kroon, noch voor het in de nieuwe grondwet opgenomen Thorbeckiaansch en anti-revolutionnaire beginsel van de onvereenigbaarheid van kamerlidmaat- en ministerschap, getuigen. Het laatste niet omdat het ondenkbaar zou zijn, dat de zeven kabinetsleden die in de Kamer gekozen zijn, als zoodanig zouden aftreden voordat zij zouden weten of zij in het definitieve ministerie zouden zitting hebben. Van velen hunner zou het ook jammer zijn hen als parlementariërs te moeten ver liezen. Het kabinet heeft dan ook zijn portefeuilles ter beschikking gesteld. Zooals i n ons hoofdartikel betoogd is, is het onwaarschijnlijk dat aan een ander dan den huidigen premier een nieuwe formatie zal worden opgedragen. Maar dan beginnen de groote vragen pas. Zal hij de Roomsch-Katholieken wel kunnen winnen? En op welke voorwaarden? Met een grootere meerderheid dan in vele jaren zijn de drie voormalige coalitiepartijen uit de bus gekomen: 56 zetels. Dat zal bij de R.K. partij de neiging tot herstel der coalitie nog versterken. Maar Colijn zal dit nauwelijks kunnen verantwoorden tegenover zijn 200.000 niet-orthodoxe kiezers. Afwachten dus! ALS DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER, baron de Vos van Steenwijk, de bedoeling heeft gehad de behandeling van de Pachtwet tot na de verkiezingen uit te stellen, dan is hij daarin ten volle geslaagd, tegen het uitdrukkelijk besluit van zijn medesenatoren in. Hij had zelf dit onderwerp niet op de agenda geplaatst; toen nu Donderdag 20 Mei besloten was, de wet Maandag toch te be handelen, met de kennelijke bedoeling om deze agrarische wet nog vóór den gang naar de stembus af te handelen, heeft de voorzitter eerst, tegen de gewoonte in, Vrijdag stemming gevraagd toen het quorum niet meer aanwezig was, zoodat de be raadslagingen gestaakt moesten worden en de zitting verdaagd. Voorts heeft hij de zitting van Dinsdag uiteen doen gaan op een uur, dat zou doen denken, dat de Eerste Kamerleden nog per dilligence hun woonsteden moesten bereiken, in plaats van' per Dieseltrein en auto, om vóór Woensdag 5 uur hun stem te kunnen uitbrengen. Wanneer mét mr. Kolff, die het wetsvoorstel fel bestreden heeft, meerdere Christelijk-Historische leden tegen het voorstel gestemd zouden hebben, zou dit op zeer vele hunner plattelandskiezers een ongunst igen indruk gemaakt hebben. En dit te meer omdat in de Tweede Kamer de geheele C.-H. fractie voor het Pachtontwerp heeft gestemd na déuitspraak van jhr. De Geer dat dit een nationale wet" was. Maar de Eerste Kamer telt velen, die het nationale" veel patriarchaler zien: Nu is onze geheele staatsorde er op gericht, dat de leden van vertegenwoordigende lichamen, wets voorstellen op het algemeen belang en niet op groepsof eigen belang toetsen. En een Kamervoorzitter, die te gelijk grootgrondbezitter is, had allereerst alles moeten doen om zelfs den schijn te vermijden van tegenwerking van een wetsvoorstel, dat veronder steld kon worden, persoonlijk onaangenaam te zijn. Bij de behandeling schitterden de beide N.S.B. leden door afwezigheid, wegens hun geschil met denzelfden kort aangebonden voorzitter het incident van het fatsoenlijk gezelschap" ; dit maal hadden zij nog een bruikbare uitvlucht, om zich aan een keuze voor of tegen onderwerp, waar over in eigen rijen démeeningen sterk moeten uiteenloopen, te onttrekken, maar als dergelijke spelletjes te vaak voorkomen loopen zij in den kijker en dit zal de nieuwe N.S.B.fracties in beide Kamers nog wel menig hoofdbreken en menigen volgeling kosten. Voor Zelfscheerders Eerst een weinig Purol inwrijven in daarna inzeepen; dan scheert men zich schoon» zacht en pijnloos. ,N {& l'.» ;.? i. ' H i PAG. i Dl GROENE N* 3130 ?*?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl