Historisch Archief 1877-1940
v
!«? I^KArt
Muziek
Film
Wilkm Pijper:
MANETO
HET muziekfeest, georganiseerd
door het Comitévan dien naam,
gevormd uit de vereenigde be
sturen van het Genootschap van Neder
landsche componisten, d.i. de mantel
organisatie van het auteursrechtbureau
Buma vóór-de-wettelijke-regeling, en
van de sectie Holland der International
Society for Contemporary Music, heeft
hoe kan het hier in Nedetland
anders? met moeilijkheden te
kampen. De Nieuwe Rotterdamsche
Courant heeft deze moeilijkheden
wereldkundig gemaakt (ochtendblad B
van Zondag 16 Mei o.a.).
De Maneto zal concerteeren op 5,
6, 8 en 12 Juni. Het Koninklijk bezoek
aan de hoofdstad zal tusschen 8 en
14 Juni plaats vinden. De huldigings
commissie-Amsterdam heeft o.a. twee
gala-avonden georganiseerd, op 9 Juni
in het Concertgebouw, op 12 Juni in
den Stadsschouwburg.
Op het oogenblik dat wij dit schrijven,
duidt niets er op, dat in deze, volkomen
normaal-Nederlandsche, situatie
eenigerlei wijziging zou worden gebracht.
De gala-avond in het Gebouw zal onder
leiding van Mengelberg staan, diéeen
gemengd
Hollandsch-Russisch-Oostenrijksch-Hongaarsch programma zal
dirigeeren: Preludium over het Wil
helmus van Mengelberg, de vierde van
Tchaikovsky, een paar lichte stukjes
van Schubert en Johann Strauss, en
Les Préludes van Liszt. De gala-avond
in den Schouwburg zal onder leiding
staan van Ansermet, die drie balletten
zal dirigeeren: een Engelsen (Purcell),
een Hollandsen, (Voormolen) en een
Fransch (Delibes).
De Maneto-concerten zullen worden
gedirigeerd door Dr. Wagenaar, Ed. van
Beinum, Koos v. d. Griend, Bertus
van Lier, Sem Dresden, Eduard Flipse
en Jan van Gilse. Er zullen ten
naastenbij veertig werken, van een dertigtal
Nederlandsche componisten, uitgevoerd
worden, voor het allergrootste deel
zelfs van levende Nederlandsche com
ponisten.
TOEGERUST met deze gegevens
kan elke Nederlandsche muzieklief
hebber zijn conclusies trekken. Neder
landsche muziek, en zeker moderne
Nederlandsche muziek, gedirigeerd door
iemand anders dan Willem Mengelberg,
is volkomen ontoelaatbaar voor
officieele gala-avonden. Ik weet zeer wel,
dat er landen zijn, en zelfs respectabele
landen, waar een soortgelijke
gedachtengang absurd zou lijken. Maar wij
hebben hier nu eenmaal een ander
soort nationaal besef dan in Londen,
Parijs, Berlijn of Brussel. Hier in
Amsterdam wordt van tijd tot tijd
interessante, en dan ook wel eens
Nederlandsche, muziek uitgevoerd. En
zoo nu en dan is er eens een gala-avond.
De praemissen evenwel, die aan de eene
zaak of de andere ten grondslag liggen,
hebben juist zooveel met elkan-der te
maken als de statuten van een
gymnastiekvereeniging met het spoorboekje.
Men moet de zaken liever niet door
elkander halen. De modernen", wier
werken op de Manetouitgevoerdstaante
worden, kunnen weten dat Mengelberg
met de onder deze noten gebrachte
mentaliteit uiterst weinig affiniteit
bezit. Hun werk zou dus de promotie
tot nummertje op een gala-avond
nauwelijks schadevrij kunnen door
staan. Anderzijds ware het.... naief,
te veronderstellen, dat een gala in het
Gebouw iets anders zou kunnen wezen
dan een door Mengelberg voorgereden
Tchaikovsky-Liszt-parade.
Wat ons eigenlijk verwonderd heeft,
is het verschijnsel dat de diligente
U.R.Ct, die van oudsher volkomen op
de hoogte placht te zijn van alle heir
banen en sluikwegen der Nederland
sche muziek-politiek, zich ditmaal zoo
bitter verontwaardigd heelt g -toon.!.
De MAnifestaties der NEderlandsche
TOonkunst zullen, naar 'mij wil voor
komen, van de gala-avonden van het
huldigingscomité-Amsterdam nauwe
lijks schade ondervinden. Het Vondel
park, op een mooien avond, is een ern
stiger concurrent. De storingen in het
manetisch veld zijn blijkbaar ontstaan
doordat men zich onvoldoende reken
schap had gegeven van de divergentie
tusschen muzikale en maatschappe
lijke belangen.
Ook dit was wellicht eenigszins
naief. Een kunstgenre wordt hier te
lande voor representatieve doeleinden
pas bruikbaar na een langdurig en
grondig sterilisatieproces. Waaraan,
hoopte ik, de nieuwe Nederlandsche
muziek nog niet toe was.
De dans vm celluloid
Born to dance
(Alhambra Theater, A'dam)
DITMAAL presenteert de Metro.
Goldwijn-Mayer een aantal
nieuwe gezichten onder de tite!
Born to dance regie Roy del Ruth
als intermezzo tussen de gebruike
lijke jaarlijkse Broadway melodies".
Het blijft bij het bekende recept: een
aantal uitstekende nummers losjes aan
eengeregen door een verhaaltje, dat
ditmaal zelfs nauwelijks deze naam,
met verkleinwoord, verdient. Het ver
vult dan ook geen andere rol dan die
van de conferencier en wij verwachten
van hem ook niet veel meer dan wat
min of meer geslaagde onzin tussen het
vele dat de revue biedt.
De kracht zit bij dergelijk werk, in
letterlijke zin, in de benen en in de,
muziek. Zodra er gedanst wordt en
goed gedanst zijn wij het flauwe
verhaaltje al weer vergeten. Alleen
is het jammer, dat men vaak de moed
mist tot de consequenties van wat men
begonnen is. Als bijv. Eleanor Powell
inplaats van de boze revue-ster een
dans zal proberen, wordt, zodra zij be
gint te dansen de onzichtbare piano
vervangen door het gebruikelijke, ba
nale, altijd aanwezige, onzichtbare !
orkest. Waarom daar nu niet eens een
klaterende piano-solo waar men
toch stellig de middelen voor heeft
gewaagd?
Deze film munt echter ook nog uit >
door een derde factor, waar Amerika i
In rl*»n tuin
vrijwel het monopolie van heeft:
parcdie. En men kan zeggen, dat wat hier
op dit gebied geboden wordt door de
telefoniste" en de krankzinnige diri
gent, behoort tot het beste wat wij tot
nog toe zagen. Ook de revue-ster en
haar reclame worden er lustig tussen
genomen, maar dat alles toch weer op
een wijze,die ondanks uiterlijke scherp te
nergens tot critiek wordt, nergens een
waarheid-achter-de-schermen van de
dagelijkse verschijnselen onthult en in
dit opzicht dan ook volkomen amuse
ment blijft. Overigens krijgen wij nog
wat echte droge Amerikaanse levens
wijsheid, waarmede men zich daar door
het leven slaat, althans door het leven
tracht te slaan, althans er zich gaarne
door zou willen slaan. En een hoop
onzin over de marine, die het leven aan
boord wel heel gemoedelijk voorstelt
en een stevig stukje stille reclame voor
de navy" inhoudt.
Dat de groote revue-scènes aan
boord" spelen, is een meer en meer
gebruikelijke vorm. Het dansen op de
vulkaan is van een vorige generatie.
Wij doen het letterlijk en figuurlijk
voor de loop der kanonnen. Maar het
is allerminst de bedoeling van dit
soort films, ons dit bij te brengen.
Integendeel ! D. C. VAN DER POEL
Een scène uit Born to dance" met
E/eanor Powell (MctrO'Goldwijri'Mayer)
film ; Alhambra Theater,
AmsterdamSchilderkunst
Tooneel
van,
JAN ENGELMAN
i
i
\
\
Tentoonstelling bi
Buffa, Amsterdam
HET is goed weer om een paar
regels over de kunst van Maillot
te schrijven. Als ik me goed
herinner hebben we in acht maanden
de zon niet gezien. Nu is Zij er, met
die hevigheid welke de late lentes in
het moerasland tot een halve ver
krachting maakt.
De kunst van Mailloïis zonneschijn,
ietwat gelijkmatiger, bestendiger,
minder abrupt: een zonneschijn als
een stovende gloed. Maar zoo door-en
door-zon, tenslotte, dat de mensch van
het Noorden, eeuwig verlanger naar
het klimaat dat makkelijker leven
laat, haar in deze dagen pas goed be
grijpen kan. ,
ONZE nieuwe beeldhouwers zijn
degelijke lieden, zij kennen het
vak en zij zijn niet banaal, zij weten
soms codex en modus te doen vergeten,
omdat zij zoo interessant verteekenen.
Men aanvaardt dat dan, want er is een
persoonlijke vorm, de eigen proportie
wordt dwingend. Zij kunnen ook.
belangwekkend zijn als psycholoog of
zij zijn op een bijzondere wijze myste
rieus, droomvol zinnelijk (Raedecker)!.
Maar nimmer bereiken zij de open
klaarheid, de apollinische lichtheid,
de bloesemende volte van dien grooten
kunstenaar uit Banyuls-sur-Mer. Con
flict! oos l zeggen sommige Hollanders,
en daarmee is het oordeel al gegeven.
i Ja, conflictloos, zooals Mozart
conHoutjneden van Aristide Mailloïvoor
Daphnis et C/i/oë" in een door
Philippe Conin verzorgde uitgave > van
Ovidius' Metamorphosen
flictloos is, indien u wilt, of Shelley
De conflicten zijn daar namelijk over
wonnen, het materiaal wordt volmaakt
gehanteerd, het is lichtend geworden
tot in de kern, trans-lucide, en alles
is er in". Dat noemde men in het ver
leden schoonheid, wezenlijke gratie,
luciditeit. Het begrip luciditeit is thans
gedegradeerd, omdat men het enkel
in verband brengt met het verstand en
soms beroerder met iets als een
boekhoudgeheugen.
MAILLOL's kunst is: het zeer nabij
komen tot de volmaaktheid. Al
wat schoon, gezond en vol-geloopen is.
Zij komt uit zijn handen zooals de
appel valt vantden boom, maar lang
zaam, langdurig was het proces van
het bestuiven, vrucht-zetten, zich vast
hechten, volstroomen met sap, gloeien
en rijpen. Het is nog altijd de latijnsche
lente, meer dan tweeduizend jaar oud.
Wie oppervlakkig toekijkt, spreekt van
academisme. Maar dit is de grooiste
vergissing. Is het niet teekenend, dat
het Louvre en het Luxembourg er,
langen tijd, niet aan wilden? De acade
mie, de stijl van de ledepop, is killer,
dévolmaaktheid over het doode punt.
Mailloïheeft zijn eigen, kleine af
wijkingen en zij zijn het wezen van
zijn charme. Men vindt ze in de wijze
waarop de armen steunen, bij de
liggende figuren. In de kophoudingen
en Vooral in de weelderige ronding der
dijbeenen. Zoo wordt de antieke modus
gevarieerd,'onopvallend, nergens over
dreven, maar rijk en boeiend, door de
onuitzegbare macht van zijn plastische
begaafdheid. Hij heeft een onverge
lijkelijk ruimtegevoel en hij kan een
figuur planten, zoodat ze geaard"
staat en tegelijk wil opzweven als een
sylphide. Hij is minder een detaillist
dan Despiaü, die sterker portretten .
maakt, meer den Franschen mengvorm
van het midden heeft, romantischer is.
Hij blijft duidelijk van de
Middellandsche zee, de figuren zijn gedacht onde>
cypressen en tusschen grijze boschje:
van olijven.
DE summiere houtsneden, schijn
baar zoo simpel en snel, zijn in
wezen niet anders dan de beelden, zij
hebben volkomen zijn stijl en vallen
op, door haar sterke beslistheid, tus
schen de vele expressionismen van dr
moderne xylographie. Hij heeft voor
den uitgever Philippe Gonin eer.
Ovidius geïllustreerd, die werd gedrukt
op het grand papier dat hij, met zijn
broer, zelf schept: een boek om nooit
te vergeten. Nu heeft hij dertig sneden
vervaardigd voor een Daphnis et Chlc
en men bekijkt ze met evenveel liefde,
want het zal weer een prachtige uit
gave worden. De mooie boekjes"
werden een ziekte, in den tijd der
hoogconjunctuur, de teksten waren er
naar. De crisis heeft de rijen der
bibliophielen leelijk gedund, maar wie
een duit overhield wil boeken als die
van Mailloïbezitten.
Wat is er meer van de Midi dan het
herdersverhaal van Sicilië? Daphnis,
de lieveling van Pan bemint een nimf,
hij bemint eigenlijk niet anders dan
het kiemende en groeiende van de
Meimaand, hij doet ontdekkingsreizen
langs het meisjeslichaam, hij neemt
de schatten van het meisje een voor
een in bezit. Straf voor zijn ontrouw
slaat hem blind.
Langs dien berg van droomen voert
ons Mailloï, met zijn simpele lijntjes,
die nergens opdringerige neigingen
vertoonen, doch met natuurlijke
schoonheid de pagina treffelijk ver- (
luchten.
Débeeldhouwer en de houtsnijder
van het aardsche paradijs, waar de
appels nog blozen, voor den man die
bijna tachtig is.
KO VA
Eduard
K O van Dijk heb ik nooit anders
gekend dan als speler van het
eerste plan.. Toen ik bij het oude
Nederlandsche Tooneel begon, was hij
pas vier en twintig jaar. Maar naast
Mevrouw Mann, Hubert Laroche, Jan
C. de Vos, Mevrouw Pollman, Cor
Schulze en zooveel anderen speelde hij
toen reeds de eene zware rol" na de
andere. Niet alleen werden hem deze
groote rollen toebedeeld, maar Ko van
Dijk werd door zijn collega's ook toen
reeds volkomen voor vol" aangezien.
Hij was uitzonderlijk met Cor Schul
ze bevriend, verder ging hij zijn eigen
weg; op reis merkte men weinig van
hem, al stond hij met een ieder op
goeden voet.
Persoonlijk heb ik steeds een bijzon
der prettige herinnering aan hem be
houden uit dien tijd. Toen men aan
het oude Nederlandsen Tooneel een
reprise van Julius Caesar ging voor
bereiden, werd van Dijk Cassius"
toebedeeld, een rol, die hij reeds naast
Bouwmeester en Royaards gespeeld
had. Laroche zou Antonius spelen, en
Brutus werd mij, die pas acht maanden
aan het tooneel verbonden was, toe
vertrouwd. Dit laatste was inderdaad
onzinnig, en begrijpelijk ontstond er
bij mijn collega's groot verzet", wat
niet altijd faire vormen aannam. Van
Dijk deed hier niet aan mee; bij hem
vond ik uitsluitend steun op de repe
tities en .gedurende de enkele
voorstellingen; hij bleef.bij alle groote
clausen van Brutus steeds zoo staan,
dat het mogelijk voor mij werd mijn
Radio-Stethoscoop
KINDERUURTJES
N DIJK
Verkade
Over muziek, tooneel, film n radio en over beeldende
kunsten schrijven in De Groe.ie elke week de meest compe
tente Nederlanders
De Groene geeft U, meer dan elk ander
blad, inzicht ir. de kunst van dezen tijd
LEEST DE GRO2NE GEREGELD
ZIE DEN BON OP PAG. 15
tekst naar de zaal toe te spreken. Dit
heb ik nimmer van hem kunnen ver
geten; het was geen vriendelijkheid
jegens mij, het was voor hem, als
eerlijk tooneelspeler wien de voor
stelling voor alles ging, een daad die
van zelf sprak.
K O van Dijk was n.l. van nutare
een ensemble-acteur. Hij is onge
twijfeld in zijn jeugd niet verwend"
geweest. En hij nam dan ook het
tooneel, zooals hij het aantrof en
speelde zijn groote zware rollen met
algeheele overgave. Hij was begonnen
naast de grootste der grooten in ons
land en had van den beginne af aan
steeds het stuk, de voorstelling en zijn
collega's, met wie hij speelde, ge
diend. Hij hield van vrede en vriende
lijke menschen, omdat hij zelf vrede
lievend en vriendelijk was. En sedert
jaren trok hij zich, na de winterperiode
van nomaden-bestaan als Nederlandsen
tooneelspeler, met zijn gezin, zoo
vroeg mogelijk terug, buiten op het
land, en kwam dan in het najaar,
evenwichtiger dan ooit, weer te voor
schijn.
Zoo had hij ontegenzeggelijk het
komende seizoen een blijvende, voor*
aanstaande plaats gevonden bij het
Centraal Tooneel, zooals hij bij ieder
gezelschap, waaraan hij verbonden is
geweest, steeds ingenomen heeft.
Want Ko van Dijk was een uit
stekend vakman niet alleen, maar hij
had voor alles hart en zuiver gevoel
en wat hij ook speelde, dit kwam in
iedere rol opnieuw over het voetlicht.
Daarom zal hij pas volkomen worden
gewaardeerd, nu wij hem zullen moeten
missen. Hart en gevoel op het tooneel
valt nu eenmaal minder direct op dan
groote allure, maar werkt langer na.
Ko van Dijk was geen virtuoo-, en
wilde het waarschijnlijk ook niet zijn.
Hij wilde een oprecht kunstenaar zijn,
en dat was hij ook.
Kinderen in den aeiher
IN de eeuw van het kind" eischt de
jeugd haar deel in de verworven
heden, waarmede de evolutie de
menschheid op alle gebieden verrijkt.
In actieven zoowel als passieven zin
dient het opgroeiend geslacht zijn plaats
in den aether te worden ingeruimd. Of
het echter overal in den radio-omroep
de aandacht vraagt en verkrijgt, waarop
het aanspraak maakt, is een andere
zaak. Dit vraagstuk presenteert zich
niet slechts als een kwestie van inzicht
en urgentie bij de omroepleidingen,
maar tevens als een aangelegenheid
van 's lands wijs of 's lands eer.
Vooral uit dit laatste oogpunt zijn,
ondanks vele gewrongenheden, de,,kin
deruurtjes" karakteristiek voor de be
trokken landen. De Duitsche
Jugendstunden" zijn opzettelijk of onwillekeu
rig nagenoeg immer gericht op wat het
Duitsche volksleven onder zijn huidige
régime zoo krampachtig beheerscht en
The Childern's Hour" uit de Engel- '
sche studio's ontbeert evenzeer, zij het
weer geheel anders, de ongedwongen
heid, die voor een jeugdüitzending past.
Na een of andere story of younger
ones" worden de verjaarswenschen
opgedrensd, waaraan slechts het
steriotiepe Hallo, twins l" nu en dan een
eigen fleur en sfeer verleent. Frank
rijk bepaalt zich vrijwel tot kinder
koorzang.
Hoezeer zou toch juist voor de jeugd
de opvoedende kracht van den
radioomroep tot haar recht kunnen komen l
Maar zoolang deze opvoedende taak
bij commercieele belangen op den ach
tergrond blijft, moet men zich over hét
falen der paedagogiek in den aether
niet al te zeer verwonderen. Overigens
is het merkwaardig vast te stellen, hoe
zeer de socialistische omroepen zich
aan die taak laten gelegen liggen. Want
zoowel de Nederlandsche V.A.R.A. als
de Belgische S.A.R.O.V. spannen hierin
de kroon en laten haar concurreerende .
nationale omroepen op dit gebied ver
achter zich, al gaan dan de wegen van
Oome Keesje" en Moeder Sarov"
weer wijd uiteen.
Zooals een goed paedagoog als Oom
Henk" van de V.A.R.A. in den
kindertoon weet te blijven, daarbij kunnen de
verzorgster van het kinderuur bij de
A.V.R.O. zoomin als de meneer, die bij
het klokje van zeven uur" de prille
jeugd met een in krampachtigen
jeugdstijl voorgedragen kindervertelsel naar
bed stuurt, niet halen. Daartegenover
staat weliswaar weer het verdienstelijke
werk van Jacob Hamel met zijn
kinderkoorzangonderricht, maar De Krekei
tjes" van de V.A.R.A. doen daarvoor
ook niet onder.
Bij onze andere omroepen zijn uiter
aard de kinderuurtjes op het specifiek
karakter der betrokken
omroepvereenigingen afgestemd, en daardoor in
beperkingen gekluisterd, waaraan zij
zich slechts ten koste van dit bepaalde
karakter zouden kunnen onttrekken,
hetgeen een onoverkomelijk bezwaar
moet opleveren. Dat echter ook binnen
deze beperkingen net kinderuur van
een ongedwongënj>aedagogische kracht
kan zijn, leert het uitnemend geleide
Zondagshalfuur voor kinderen" van
de V.P.R.O., waar de vertelster de
merkwaardige kunst verstaat om de
rond haar geschaarde met de aan
de luidsprekers luisterende jeugd on
merkbaar tot n auditorium te ver
eenigen.
Toch blijven juist op
instructiefpaedagogisch gebied juist voor de
jeugduitzendingen tallooze kansen on
gebruikt. Jeugdconcerten en
jeugdtooneel met voorbereidende toelichtingen
waren juist in den radio-omroep uit
nemende opvoedihgs-objecten, die niet
slechts een didactisch beter geïnstrueerd
luister-, maar ook voor de toekomst
een dankbaarder concert- en
schouwburgpubliek zouden kunnen kweeken.
Doch zoolang de radio-omroep zich
in de naijverige jacht naar de
luisteraarsgunst blijft verbrokkelen, sluimert
zulk een opvoedingstaak bij de vrome
wenschen.
m
CM
ai w
I.~. . -.X2?