Historisch Archief 1877-1940
...c.
K
l
\
? !
'\
\
IPVPH
Een verhaal van De Groene
Zomers-et Ma u
TOEN ik klein was, moest ik eenige fabels
van De la Fontaine uit het hoofd leeren en de
moraal, die ze bevatten, werd me met zorg
uitgelegd. Bij die, welke ik leerde, bevond zich ook
de vertelling De mier en de krekel," die de jeugd
de nuttige kennis bijbrengt, dat in deze onvolkomen
wereld ijver beloond en lichtzinnigheid gestraft
wordt.
In deze bewonderenswaardige fabel (neem me
niet kwalijk, als ik iets vertel, dat waarschijnlijk
ieder weet) brengt de mier den zomer door met het
ijverig verzamelen van wintervoorraad, terwijl de
krekel in het gras zit en een liedje voor de zon
zingt. Het wordt winter en de mier is goed verzorgd,
terwijl de provisiekarner van den krekel leeg is.
Hij gaat naar de mier toe en vraagt wat voedsel.
Maar de mier vraagt hem:
,,Wat heb je van den zomer gedaan?"
,,Ik zong, ik zong bij zon en maan."
,,Je zong? Wel, ga dan dansen l"
Ik schrijf het niet toe aan mijn stijfkoppigheid,
doch eerder aan den kinderlijken, onlogischen
gedachtengang, die in zake de moraal niet steek
houdend is, dat ik me met deze leerstelling nooit
kon vereenigen. Mijn sympathie ging uit naar den
krekel en gedurende eenigen tijd kon ik geen mier
zien of ik vertrapte haar. Op deze krasse, en, naar
ik later ontdekte, volkomen menschelijke manier,
trachtte ik mijn afkeer van de menschelijke
voorzichtigheid en het gezond verstand tot uit
drukking te brengen.
Ik kon niet nalaten, aan deze fabel te denken, toen
ik laatst George Ramsay alleen in een restaurant
zag zitten lunchen. Ik heb nog nooit iemand in een
toestand van zoo diepe zwaarmoedigheid gezien.
Hij staarde in de ruimte en zag er uit of de last der
geheele wereld op zijn schouders rustte. Ik had
medelijden met hem, ik vermoedde direct, dat hij
weer zorgen had over zijn ongelukkigen broer. Ik
ging op hem af en stak hem de hand tóe.
,,Hoe gaat het er mee?" informeerde ik.
,,Ik ben boos", antwoordde hij.
Is het weer om Torn?"
Hij zuchtte.
,Ja, het is weer om Torn."
Waarom laat je hem niet los? Je hebt alles
voor hem gedaan wat maar mogelijk was. Nu moest
Vraagt prqipactui aan
Ing. HAUSBRAND,
Blarietua, Buuummerw.
17 b«iichti0ing aldaar of
r. Re*gi«M, Blarieum
o. hauscar
NHAI-JG -WOONWAGEN ook te
V«rkrl|tb»ir In den boekhandel
je toch weten dat het hopeloos is."
Ik denk dat iedereen wel een zwart schaap in de
familie heeft. Tom was twintig jaar lang een zware
last geweest voor George. Het leven was voor hem
vrij goed begonnen, hij ging in zaken, trouw
de en werd vader van twee kinderen. De Ramsays
waren volkomen achtenswaardige menschen en
men kon wel zeker zijn, dat ook Tom Ramsay een
nuttige en eervolle loopbaan zou kiezen.
Maar op een dag verkondigde hij plotseling, dat
hij niet van werken hield, voor het huwelijk niet
deugde en zich amuseeren wilde. Hij wilde op geen
enkel ernstig voorstel ingaan en verliet zijn vrouw
en zijn zaak.
Hij had wat geld en bracht twee gelukkige jaren
in eenige Europeesche hoofdsteden door. Geruchten
over zijn gedrag drongen nu en dan tot zijn familie
door, die daarover. hevig verontrust was. Hij
amuseerde zich inderdaad uitstekend. De familie
schudde echter het hoofd en vroeg zich af, wat er
gebeuren zou, als zijn geld op zou zijn.
Zijn familieleden vernamen het spoedig genoeg,
hij maakte schulden. Hij was charmant en ge- ,
wetenloos. Ik heb nooit iemand gekend, wien men
zoo moeilijk kon weigeren iets te leenen. Hij kreeg
op deze manier een vast inkomen van zijn vrienden
en hij wist zich makkelijk vrienden te maken.
Maar hij zei steeds, dat uitgeven van geld voor
noodige dingen vervelend is. Slechts het geld, dat
men voor luxe uitgeeft, was in zijn oogen goed en
prettig besteed. In verband hiermee verliet hij zich
op zijn broer George. ,
Aan hem echter verspilde hij zijn charme niet.
George was een ernstig man en niet vatbaar voor
zulke strikken. Hij was fatsoenijk. Een of tweemaal
geloofde hij de beloften van Tom, zich te beteren
en gaf hem aanzienlijke bedragen, opdat hij op
nieuw zou kunnen beginnen. Tom kocht er een
auto en eenige mooie juweelen van. Toen echter
de feiten George duidelijk maakten en hij tot de
overtuiging moest komen, dat zijn broer nooit een
fatsoenlijk man zou worden, trok hij de handen
van hem af. Van toen af begon Tom hem zonder
gewetenswroeging te dwingen.
Het was niet erg prettig voor een achtenswaardig
advocaat, zijn broer achter de tapkast in de bar
van zijn lievelingsrestaurant cocktail te zien
mixen of aan het stuur van een taxi te zien wachten
voor zijn club. Tom beweerde, dat het een heel
fatsoenlijk beroep was in een bar te zijn aangesteld
of een taxi te besturen, maar wanneer George hem
met een paar honderd pond kon helpen, zou hij
het heelemaal niet erg vinden dit beroep uit
farhilieoverwegingen op te geven.
George betaalde.
Eens kwam Tom bijna in de gevangenis. George
was geheel overstuur en trok zich het beschamende
geval erg aan. Tom was werkelijk te ver gegaan.
Hij was weliswaar steeds ruw, onnadenkend
en egoïstisch geweest, doch had tot nu toe nooit
iets abnormaals gedaan, waaronder George iets
onwettigs verstaat; wanneer rnen hem nu aan
klaagde, zou hij zeker achter slot en grendel gaan.
Maar men kan zijn eenigen broer niet de ge
vangenis in laten gaan. De man, dien Tom zou
bedrogen hebben, een zekere heer Cronshaw, was
wraakgierig. Hij scheen besloten te zijn, de zaak
voor het gerecht te brengen. Hij zei, dat Tom een
schurk was en gestraft moest worden. Het kostte
George heel veel zorg en vijfhonderd pond, om het
geval in orde te brengen. Nooit heb ik hem zoo
woedend gezien, als toen hij vernam, dat Tom en
Cronshaw met het geld, dat zij voor de cheque van
George hadden gekregen, naar Monte Carlo waren
gereisd. Daar brachten zij een prettige maand door.
Twintig jaar reisde en speelde Tom, werd verliefd
op de mooiste meisjes, at in de duurste restaurants
en kleedde zich heerlijk !
Ofschoon hij zesen veer tig jaar was, zou men hem
niet voor ouder dan vijfendertig houden. Hij
vormde een buitengewoon onderhoudend gezelschap,
en ofschoon men wist, dat hij een nietsnut was,
moest men om zijn amusante charme van hem
houden. Hij was geestig, steeds in een goede
stemming en buitengewoon aantrekkelijk.
Ik misgunde hem de bedragen, die hij regelmatig
voor zijn levensbehoeften van mij opstreek, nooit.
Ik leende hem nooit vijf pond, zonder het gevoel te
hebben, bij hem in de schuld te staan. Iedereen
kende Tom Ramsay en Tom Ramsay kende iedereen.
Men keurde zijn leven wellicht niet goed, maar nie
mand kon beweren niet graag met hem om te gaan.
De arme George, ongeveer een jaar ouder dan
zijn deugniet van een broer, zag er uit als een zesti
ger. Hij had sedert vijf en twintig jaar nooit meer dan
veertien dagen vacant ie per jaar genomen. lederen
morgen was hij om half tien in zijn bureau en verliet
het eerst om zes uur. Hij was fatsoenlijk, vlijtig en
waardig. Hij had een goede vrouw, die hij nooit,
zelfs niet in gedachten, ontrouw was geweest en
vier dochters, voor wie hij een goed vader was. Hij
spaarde een derde van zijn inkomen en was van
plan, als hij vijf en vijftig jaar was, zich in een
huisje op het land terug te trekken, waar hij zijn
tuin wilde verzorgen en golf spelen.
Zijn leven was onberispelijk. Hij verheugde zich .
erover, oud te worden, omdat Tom immers eveneens
oud werd. Hij wreef zich in de handen en zei:
,,Het ging allemaal prachtig toen Tom nog jong
en knap was, maar hij is slechts een jaar jonger dan
ik. Over vier jaar zal hij vijftig zijn. Het leven zal
dan niet meer zoo makkelijk voor hem zijn. Ik zal
dertigduizend pond hebben, als ik vijftig ben. Reeds
vijfentwintig jaar zeg ik, dat Tom in de goot zal
eindigen. En we zullen zien, hoe of hij dat zal vinden.
Wij zullen zien, wat meer waard is, arbeid of lui
heid."
ARME George! Ik voelde met hem mee. Ik
vroeg me af, toen ik naast hem ging zitten,
wat voor schandelijks Tom wel gedaan mocht heb
ben. George was zichtbaar overstuur.
Weet je, wat er riu gebeurd is?" vroeg hij. Ik
was op het ergste voorbereid. Ik dacht dat Tom ten
slotte toch in handen van de politie was gevallen.
George kon nauwelijks spreken.
Je zult toch niet ontkennen, dat ik mijn heele
leven hard, vlijtig en goed gewerkt heb. Na een werk
zaam en spaarzaam leven heb ik in het vooruit
zicht, mij met een kleine rente terug te trekken. Ik
heb steeds mijn plicht gedaan in het leven, dat de
voorzienigheid me heeft toegewezen."
,,Dat is waar."
En je kunt niet ontkennen, dat Tom een luie,
onwaardige, liederlijke en eerlooze schurk is ge
weest. Als er gerechtigheid was, dan zou hij in het
armenhuis zijn."
Dat is waar."
George werd rood. Ik was heel erg ongerust.
Eenige weken geleden verlopfde hij zich met
een vrouw, die zijn moeder had kunnen zijn. Nu is
ze gestorven en heeft hem alles nagelaten, wat ze
bezat. Een half millioen, een jacht, een huis in
Londen en een landhuis."
George Ramsay sloeg met de vuist op tafel.
Dat is niet rechtvaardig zeg ik je, dat is niet
goed. Verdraaid, dat is niet goed!"
Ik kon het niet helpen, maar ik begon luid te
lachen, toen ik in het woedende gezicht van George
keek. Ik kromde me op mijn stoel, ik viel bijna op
den grond van het lachen. George vergaf het me
nooit. Tom noodigt me dikwijls uit voor uitstekende
diners in zijn prachtig huis in Mayfai, en wanneer
hij nu en dan een kleinigheid van me leent, dan doet
hij dat slechts uit gewoonte. Het is niet meer dan
een paar shilling.
kruq brut
UIT PIERKENS DAGBOEK
Het hoofd
EEN mensch is samengesteld uit
een koppel beenen, twee ar
men, een maag, een drogen
lever, een blinddarm, een galblaas,
benevens nog wat andere speciali
teiten, die ge op de laatste bladzijde
van de krant bij de Gemengde Berich
ten kunt vinden.
Het hoofd behoort er ook bij en het
is, dank zij dit orgaan, naar 't schijnt,
dat de mensch, tot de afdeeling der
redelijke schepsels behoort. Dat zeggen
ze zoo maar, zegt mijn vader. Hetgeen
bewijst dat hij nooit aandachtig geluis
terd heeft op school toen hij klein was
en zich thans door den schijn der
dingen laat misleiden. Iemand die
wijsgeerig aangelegd is vertelt zulke
nonsens niet gelijk mijn vader.
Want het is dank zij het hoofd dat
men advokaat wordt, coiffeur, veearts,
dentist, kamerlid, professor of komiek
zanger.
Indien hij wil mag de mensch zijn
hoofd ook gebruiken om tegen den
muur mee te loopen of boxer t e-worden.
Hetgeen eveneens een middel is om
uwe intellectueele krachten ten pande
te stellen van de maatschappij.
Toen de eerste menschen zich in hun
lot geschikt hadden en zich begonnen
te vermenigvuldigen, ontstonden er alle
soorten van hoofden: kinderhoofden,
ijlhoofden en staatshoofden.
Het bruggehoofd is eveneens van
den mensch afgekeken en dient om
aan de schepen te herinneren dat het
verstand evengoed thuis is op het
water als op de aarde.
Benevens het verstand, of het ge
brek aan verstand, is het hoofd ook
nog den zetel van den drupneus, de
wetenschapen de permanente ondulatie.
Het hoofd van een vergadering is de
president en het hoofd van ons familie
is mijn vader als mijne moeder af
wezig is.
Maar onze meester heeft gezegd dat
dit punt aan de dagorde der les niet
staat en ik kreeg een blaam. Fletse!
zei ik waarop ik met verschen ijver
vervolgde.
Met het hoofd kunt ge boeken
schrijven. Dit kunt ge echter ook doen
met uw voeten. Die worden zelfs 't
meest begeerd. Die boeken natuurlijk.
Fabelkes van buiten leeren en
muizenissen kweeken gebeurt eveneens
in het hoofd en een die er zijn buik
vol van heeft legt zijn hoofd in den
schoot. Maar 't moet in zijn eigen
schoot zijn.
In Frankrijk kappen ze de moorde
naars hun hoofd af en dan zijn ze dood.
Iemand die aldus behandeld wordt
kent gein wroeging meer en kan den
Maandag geen pijn meer hebben in
zijn haar. Dat is altijd zooveel gewon
nen.
Moesten de kandidaten bij de ver
kiezing vooraf onthoofd worden dan
zouden zij zich geen buil kunnen
loopen.
In onzen boek van geschiedenis
staan er nochtans talrijke helden die
zonder hoofd het hiernamaals zijn
ingegaan. Onze meester zegt dat zij
eeuwig zullen blijven leven.
Hetgeen bewijst dat ge ook zonder
hoofd zalig kunt worden.
O! zei de Rosten daarop, dan laat
ik vanmiddag mijn hoofd thuis, zoo
krijg ik geen klappen meer om mijn
ooren.
Q
EN NU: DE ZOMER
l E vraagt jerwel eens
af, waarom ze het
evenredig kiesrecht
noemen, als ons soort
menschen er alle last
van moeten dragen.
Is dat evenredig? Op
den Woensdagnacht tot 'n uur of drie
met een afgehuurd zaaltje wezen be
dienen, bij een politieke partij, die ik
niet verder noem, hoewel ze wel ge
wonnen hebben opdat u niet denkt, dat
ik ook in de Apollo-hal bedien! En
den heelen nacht radio en telefoon, en
bij elk hoeraatje weer zooveel bier
brengen dat ik mijn voeten niet meer
voelde bij die warmte. En Kist moest
ook drinken, bij eiken kiesdeeler n;
en dus had ik nog geluk» dat het maar
een kleine partij was, waaruit u kan
zien, dat ik niet in Krasnapolsky sta,
waar de Heer Colijn voor zijn volge
lingen, en zijn andere kiezers de toe
komst heeft uitgestippeld. Want het is
gek, dat politiek zooveel met dorst
te maken heeft. En ook met voetbal.
Want soms leek hét eerder een Weste
lijke of Oostelijke Competitie dan de
serieuze politiek, zooals ik vroeger nog
wel meegemaakt heb, met heel de zaak
vol liberalen; toen was er tenminste
Gebruik! Daarvoor moet je nu ook al
bij de andere partijen zijn, die niet zoo
lang geleden nog geheelonthouders
waren. Wat dat betreft heeft ont
houden van drinken en van stemmen
wel iets met elkaar te maken.
Als ik dan zoo mijn klant j es eens
door kijk, dan is het toch met een
sisser afgeloopen. Ik heb niets tegen
niemand, zoo lang ze netjes gekleed
en met geld op zak in de zaak komen
en geen ruzie zoeken, dat is mijn vak.
Maar ik had iets tegen de angel t j es.
En die zorg is nu ook weer uit de
wereld. En daarom gaan we getroost
den zomer in. Al ben ik wel eens bang
voor de muggen, nu ook al in het
Boschplan. Want die steken met ge
vaarlijker angeltjes. Hoewel, veel last
zal ik er niet van hebben, al is dat een
nare geschiedenis. Want mijn vrouw
wilde dezen zomer dat ik een automo
biel zou koopen, en ik voelde er ook
wel voor, met het oog op het prestige
bij de klanten, dat ze zich niet gaan
verbeelden meer te zijn dan Kist, die
eiken avond met bruine jasje op Zijn
zwarten broek, want het zwarte trek ik
uit tegen het slijten, naar huis fietst.
En ik naar de automobielenmarkt op
het Hekelveld; en voor 150 gulden
koop ik een pracht wagen, glanzend
lak, op advies van Willem, van de
Biljarten die zei, dat hij een vakman
was. Maar vlak bij mij in de buurt staat
hij stil, en wat Willem er ook aan
gedaan heeft en later een echte vak
man, hij staat nóg stil. En bij onder
zoek blijkt er veel, van wat onmisbaar
schijnt te zijn, niet meer in te zitten.
Laat den volgenden dag de
verkooper bij ons in de zaak komen. Ik
er op af. En ik maak mijn beklag: dat
het een schande is, en ongepermitteerd,
hoewel in het beleefde, omdat hij een
klant is. Maar hij zei, dat ik dan maar
beter uit had moeten kijken en gekocht
was gekocht. En toen werd hij boos,
en Kist wist: weg fooi!
niHIIIHIIIUIIUUIIIHIHUII
CHARIVARIUS
Merkwaardige berichten
,.Dc I.andbouw-Crisis-Organisatie
maakt bekend, dat rundveehouders,
die een toewijzing van O kalveren
hebben, dus over geen toewijzing van
een kalf beschikken, alsnog in aan
merking kunnen komen voor een
toewijzing van een os." (Goudschc C.)
,, Overgeplaatst van Batavia naar
Serang de monteur B. Smit en om
gekeerd de monteur J. Mulder."
. (Kat. Xbl.)
Paindeluxe-brood
,,Hct is onze plicht 'om vooruit te
/ien in de toekomst." ( VI. C .)
,,Dit werk heeft weer eens opnieuw
de oogen der wereld op ons gericht."1
(Hbl.)
,,De geschiedenis kent geen enkel
rijk, dat altijd won, en nooit verloor."
'
De sprakeloozen
,,\Vat is er toch? slapcrigdv me
neer.'' (HU.)
,,Je geeft altijd van die aangename
adviezen, lachte de notaris,"
(Het 'Koinpn\)
,.Dan kunt u slecht een papagaai
verstaan, snibde heel even Patlline."
(X.H.C)
Dat lastige Hollandsen
,.Zijn vader had er tcvergeefscn
voor geijverd." (Hbl .)
,,In het stemmige 'kerkgebouw
bloeide de witte narcissus poèticus
als een dichterlijken romantischen
groet." .(Tel.)
Maar de Maas waste nog steeds."
..?: (HM.)
? Uit de hoogeschool der
journalistiek
..Dichterbij gekomen blejL-k het
Byron's standbeeld te zijn." (Hbl.)
, ,Ook deze overtreding komt Irgio
voor." (N.H.C.)
Treffend juiste beeldspraak
,,Het geschenk van Nederlandsche
tulpebollen aan de stad Grenoble is in
de beste aarde gevallen." (N.R.C.)
,, Deze 'man, zoo eindigde rrir.
Rombach zijn requisitoir, behoort als
bestuurder van een motorrijtuig niet
op den weg thuis," (HU.)
,,lk heb ervaren dat het apparaat
oudeskiindigerwijze op een houten
buffet was geplaatst." (X.Jt.C )
,,Het schilderstuk is toevalliger
wijze weergevonden." (Hbl.)
,,Kr is voor een minister dt?r Kroon
gelukkigerwijze altijd iets om naar
te verwijzen." (Tel.)
Het blad spreekt
zkh'volgeiultfrwijs uit." ('Vrijheid)
,,Dat is merkwaardiger- en
verheugenderwijze het disciplinaire".
(Cltibkr.)
Dit lijkt ons l eel ijker wij ze ge
zegd.
..IV politie kan. indien niet
gewaars,chuwd, niet overal tegelijk rijn."
(Hbl.)
Anders natuurlijk wel.
Correspondentie
H'. Ie. H. In een Hollands dorp
heeft de veldwachter de volgende
mededeeling aan het raadhuis laten
plakken: ,,Degene, die den dader,
die het bord Hier Parkeeren, dat op
het terrein, dat aan den weg, die
naar Amsterdam voert, ligt, staat,
heeft omvergereden, aanwijst, krijgt
tien gulden belooning." Hebt u ook
niet eens zoo iets geschreven ?
Antw. Ja. Klusjes en Kliekjes,
W. 69.
il
«*£?
. .?>* ?'?
Ey t
PAC..I7 pE GROENE No. 3130
RQI
"*? ,;,l.;' S' i\ .