De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 5 juni pagina 2

5 juni 1937 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

F ' l t \ l\ l <? DE GROENE AMSTERDAMMER oPIencht m 1877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ?'? »Mr«an< N0-.?.1!! Redactie: Mr. R. H. DIJKSTRA, Mr. M. KANN, Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO, TH. MOUSSAULT en Mr. W. VERKADE Red. en administr.: Keizersgracht 355. Amsterdam C Telefoon 37964 - Postjiro 72680 - Gem. giro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per Jaar. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een Jaargang worden opgezegd. Hulpeloosheid der mogendheden Dn M* van Blankenstein MARS is als een kwade hond. Men moet hem voortdurend toespreken om hem rustig te houden. Door aanhoudend praten leidt men acuut oorlogsgevaar af. Men is doorgegaan te rede twisten over non-interventie, toen de heele aange legenheid reeds sedert maanden belachelijk scheen geworden; en men heeft het gewonnen. Alles schijnt nu wel in de war gestuurd door het gebeurde met de Deutschland. Maar ook Berlijn en Rome kunnen van de non-interventie niet meer af. Het is zelfs, uit de wijze, waarop zij tot de non-interventie trachten terug te keeren, heel duidelijk, dat het eens, met zoo groote verwachtingen, op touw ge zette Spaansche avontuur hun heelemaal niet meer behaagt. Dat heeft het Spanje van Madrid met zijn taai verzet bereikt. De Spaansche regeering vecht voor de mogend heden, die het goed met haar meenen, of die er belang bij hebben, dat zij overwint. Het geval lijkt treffend op dat van Abessinië. De Volkenbond zou wellicht geen nederlaag geleden hebben in die aan gelegenheid, als de Abessiniërs het maar hadden kunnen volhouden. De Abessiniërs streden meer nog voor Genève, dan Genève voor Abessinië. De Volken bond had een goede hulp kunnen blijken voor Abessinië, als Abessiniëmaar lang genoeg in staat was geweest zich zelf te helpen. Engeland leed een nederlaag tegen Italië, omdat de Italianen de Abessiniërs overwonnen. Italiëzal een nederlaag tegen Engeland lijden, als de regeeringspartij in Spanje Franco kan weer staan. Kan zij dat niet, dan is Engeland opnieuw de verslagene. En Frankrijk eveneens. De groote mogendheden zijn tot belangrijken steun voor hen, die zich zelf kunnen helpen. Als men nu in Italiëen Duitschland teekenen kan waarnemen van afkeer van het avontuur, dan is dat slechts de verdienste van hen, die in Spanje tegen Franco en zijn bondgenooten strijden, om het even van welke nationali teit zij zijn. Men scheen onlangs te Londen met von Blomberg goed over Spanje te hebben kunnen praten. Dat was geen diplomatiek succes der Britten, maar een militair succes van de Spaansche regeering. Is niet de kunst der groote politiek, anderen zoo doelmatig te gebruiken ? Alleen is Engeland in het Abessijnsche en nu weer in het Spaansche geval al te afhankelijk gebleken van degenen, die het gebruikte. Het slagen van Engeland's Abessijnsche politiek hing geheel en al van de Abessiniërs af. En dat Londen en Parijs nu nog een Spaansche politiek hebben, is weer toe te schrijven aan een verzet in Spanje tegen de pronunciamiento, waarop geenszins met zekerheid te rekenen viel. Nu de Spaansche regeering zich tot nog toe zoo boven verwachting goed gehouden heeft, is men te Londen zeer met zich zelf tevreden. En ook met von Blomberg. Men heeft hem zoolang bij zich gehouden en onthaald, tot hij niet meer op den afgesproken tijd in Italiëkon zijn. Maakt dit ook weer deel uit van n politiek succes van jonden? KAREL van de Woestijne heeft eens een lugubere grap geschreven over een crematiewagen. De overledene werd tijdens het transport gecremeerd, en leverde daardoor de drijfkracht voor het vervoer van hen, die hem de laatste eer bewezen. Zoo ziet de politiek der groote mogendheden eruit. Of zij in de Abessijnsche kwestie haar doel bereikte, hing een voudig af van de energie, die het ongelukkige land kon leveren door den duur van zijn verbrandings proces. Het was te spoedig opgebrand: volkenbond en groote mogendheden waren de teleurgestelden. DE NIEUWE BROCHES 25 50 Hoe het met Spanje zal afloopen weten wij nog niet. Het beleid der groote mogendheden is voornamelijk zich te laten trekken. Zij praten veel, al handelen zij weinig. Mi schien is dit nog zoo kwaad niet. Ik zei het reeds: Mars wil toegesproken worden, al maar door toegesproken. Misschien is ons daardoor tot nog toe een Europeesche oorlog bespaard gebleven. Men smale dus de staatslieden en diplomaten niet om hun gepraat. Het is het onschuldigste, wat zij doen kunnen, en het heeft misschien zelfs nog zeer positief nut. Als zij het opgaven, elkaar te overreden, konden groote ongelukken gebeuren. In den rijste brijberg van gepraat te Genève is reeds menige ernstige aangelegenheid opgevangen en onschadelijk gemaakt. Het is echter niet gemakkelijk, tot resultaten te komen met al dit woordverbruik. In het negatieve kan het zijn nut hebben, maar men bouwt er weinig mee op. Wij zien in onze wereld zelden een diploma tieke actie tot een werkelijk goed einde komen. Zelfs als het zoo lijkt, is er nog reden tot wantrouwen. Daar is nu de positie van België, na het wegvallen van de verplichtingen, die voor Belgiëvoortsproten uit het verdrag van Locarno, en uit zijn militair accoord met Frankrijk. Alles lijkt prachtig in orde. Belgiëis van zijn gevaarlijke verbintenissen ont slagen, en heeft bovendien nog de verzekering gekregen van Engeland en Frankrijk, dat deze beide mogendheden het Belgische grondgebied tegen schending zullen verdedigen. Het geluk der Belgen lijkt volmaakt. Maar het is niet zoo I Eden heeft, bij zijn bezoek te Brussel, een betoog gehouden, dat den Belgen nog steeds geducht te denken geeft. Dat Belgiëgeen verplichtingen meer had, verklaarde hij in orde. Maar voor de beveiliging van België, zoo betoogde hij, was nog een formaliteit noodig. Gij zijt er niet mee geholpen, als Parijs en Wij verklaren, dat wij u, zoo noodig, zullen bijstaan. Een dergelijke, vriendelijke belofte kon wel eens niet bindend genoeg blijken voor onze openbare meening, als wij het groote risico op ons zouden moeten nemen van de vervulling. Een verdrag echter zou zij erkennen. Daarom willen wij een verdrag met u sluiten. Het zou in dezen vorm kunnen geschieden: Wij beloven Belgiëonder bepaalde omstandigheden bijstand, en Belgiëaanvaardt die belofte. Wij plaatsen allen onze handteekening eronder, en nu zijn wij verder gebonden door een tractaat, en niet meer door een eenzijdige, vriendelijke toezegging van een, u welgezinde regeering. Engeland zal dat nooit verloochenen". '?. Te Brussel is men niet weinig daarvan geschrok ken. Men kan zich, zonder den schijn te wekken van een nieuwe, eenzijdige verbintenis, niet door een verdrag, onder de bescherming stellen van twee bepaalde mogendheden. Zeker is, dat Nederland het in geen geval zou doen: En Belgiëwil een zelf* standigheidspoli iek voeren gelijk zijn noordelijke buren. ZOU een verklaring, gelijk Eden conto-actueel wil maken, in den vorm van een westelijk pact, door alle groote buren van Belgiëworden afgelegd, dan hoefde daaruit nergens wantrouwen te ontstaan. Maar men weet te Brussel al te goed, dat Londen zelf niet meer aan de mogelijkheid van een wettelijk pact gelooft. Men is het al te grondig daarover oneens. Parijs en Londen willen hét, ter versterking van de (Collectieve veiligheid, Berlijn daarentegen juist, om er de collectieve veiligheid den nek mee om te draaien. Mussolini heeft pas verklaard, dat hij de deelneming van Polen wenschte aan een dergelijke overeenkomst. Dat, gaat rechtstreeks tegen de poli iek van Berlijn in. Niemand maakt zich illusies. En zeker Londen niet meer. In Den Haag heeft men over al die onoplosbare problemen het wijze hoofd geschud. Men heeft een gedeeltelijke oplossing aan de hand gedaan, die zeer ingenieus en zeer eenvoudig is, maar juist door haar eenvoud velen buitenlanders te hoog ging. Diploma tieke breinen zijn nu eenmaal op gecompliceerde formules ingericht. KABINETSFORMATIE: mystiek en realiteit r\R. Hendrikus Colijn is tot d» kabinttsI J formatie geroepen. Wanneer men niet op ?^?^ het standpunt staat, dat immer den Roomsch-Katholieken, ah grootste kamerfractie de eerste kans moet worden gegeven, ligt dit na zijn persoonlijk succes bij de verkiezingen ook voor d» hand. Hare Majesteit heeft hem opge dragen een kabinet" te formetren; noch ten aanzien van den omvang?coalitie, breede basis, de breedst mogelijk» basis noch ten aanzien van de verhouding tot de Kamerfracties part»' mentair of extraparlementair met d» vel» tusschenvaritteiten t* hem eenige beperking opgelegd. Hij hteft dus veel mogelijkheden. Is daarmee ook verzekerd, dat hij zal slagent Neen, geenszins. Immers, zooals de formateur terecht verklaard heeft, moet hij uiteraard" zoeken naar een oplossing waarbij redelijkerwijze mag worden verwacht, dat een t» vormen kabinet door de personen, die het bevat en door zijn werk program in de Staten-Generaal voldoenden steun zal vinden". Die voldoende steun is zonder óf Roomsch-Katholieken óf sociaal-democraten niet aanwezig. Aangezien delijn-Colijn nu niet bepaald het gemakkelijkste strookt met die der S.D.A.P., mag men dus aannemen dat, naast den heer Colijn, de R. K. Staatspartij de sleutelpositie heeft bij deze formatie. Het is allerminst noodig, dat deze partij elke voorwaarde van den formateur aanvaardt, al trachten dezelfde personen en pers organen, die tijdens de verkiezingscampagne van het mystieke waas om dr. Colijn hebben mesgeweven, thans ook te suggereeren, dat het verraad-, of minstens kleine politiek zou zijn, een kabinetColijn te doen mislukken. Wanneer de formateur erop zou staan, op sociaal-economisch gebied in dezelfde lijn als het crisis-kabinet-Colijn door te werken, kan hij in de katholieke wereld groote tegenkanting verwachten. De ministers Gelissen, Decker s en Van Schaik hebben, met name na /«?J5» allerminst het volledige fiat van hun partij ge kregen; en als het R.K. dagblad De Tijd" thans van de heeren Oud en Van Lidth de Jeude schrijft dat zij hun jongste politiek verleden tegen zich hebben", dan mag ook de afgetreden premier wel bereid zijn tot een aanzienlijke zwenking, wil het voor de Staatspartij, die geheel andere sociale en economische idea'en heeft, mogelijk zijn, hem en zijn a.s. medewerkers voldoendtn steun te schenken". Want op hem rust precies hetzelfde jongste politieke verleden". Onmogelijk is die zwenking natuurlijk niet, nu de conjunctuur hier met rasse schreden verbetert. In ieder geval mag wet aangenomen worden, dat voor de toezegging Den Haag redeneerde aldus: Wij zelf voelen geen behoefte aan eenige garantie of verklaring. Voor de veiligheid in het Westen kan het echter zeer nuttig zijn, dat Duitschland, Engeland en Frankrijk, met zoo mogelijk Italiëerbij, een pact sluiten. Daarbij kunnen zij de posilie van Nederland en Belgiëniet over het hoofd zien. Die mogendheden nu zouden kunhen overeen komen, dat zij een schending der Nederlandsche of Belgische grenzen zouden beschouwen als een schending van eigen gebied. Zij zouden er van kunnen uitgaan, dat geen van hen Nederland of België, terwille van deze landen zelf zou aanvallen. Maar in hun eigen belang, tegen een, op hen zelf gemunte schending van het gebied der Lage Landen, zouden zij waarborgen kunnen eischen. Het zou meer een verklaring dan een garantie moeten zijn. Het woord garantie zou doen denken aan een voorziening te onzen behoeve. Maar wij verlangen zooiets niet. Wij zouden ook geen partij zijn bij het verdrag of bij de verklaringen. Onze plicht, souverein voor de onaantastbaarheid van ons gebied de noodige voorzieningen te treffen, zou niets erdoor veranderen. En evenmin ons recht om souverein uit te maken, welke gevolgen wij willen geven aan een schending van ons gebied. Dit denkbeeld wordt verduidelijkt door een discussie, diéerop is gevolgd. Er was een groote mogendheid, die het volgend, bezwaar opperde: Nederland en Belgiëmoeten toch verklaren, niemand over hun gebied te zullen laten. Anders zou kunnen gebeuren, dat met hun toestemming een groote mogendheid over hun gebied tegen een andere mogendheid zou optrekken. Dan was er geen wederrechtelijke schending van gebied, en verviel ook voor de andere deelnemers de verplichting, dezen doortocht te bestrijden." Dit echter is niet de bedoeling. De bedoeling is, dat Nederland en Belgi buiten het heele geval staan. Zou Frankrijk tegen Duitschland oprukken over Belgisch gebied, of omgekeerd, en Belgiëzou dit goedkeuren, dan was dit laatste een voor de uitvoering der verklaring onverschillige omstandigheid. De betrokken movan hun steun aan niéuwe regeering bij de staats partij en bij de vrijzinnig-democraten zoo zwaar zal wegen, of het werkprogram een duidelijk vooruitstrevender koers op sociaal en economisch gebied belooft. OF den Vrijzinnig-democraten echter naar hun meen ing zal worden gevraagd f De R. K. en A. R. partij hebben beiden voorkeur voor een zuiver rechtsche" regeering getoond en ook de Christelijk-historischen zijn er niet absoluut af keer ig van, al heeft hun dagblad zich wel in andere richting uitgesproken. Dr. Colijn heeft zich echter meermalen voor een breedere basis uitgesproken en het zal voor hem ook uitermate moeilijk zijn, om zijn getrouwen medewerker Oud te laten vallen. Nu zijn er natuurlijk niet alteen accommodements avec Ie cieln, maar ook met de Christelijke basis" en men zou eventueel de mystieke kool der coalitie en de geit van het fatsoen tegenover minister Oud kunnen sparen door hem als persoon te vragen; eventueel zou minister van Lidth dejeude als tweede geitje kunnen f ungeeren. De Katholieken zouden dan in sterke mate hun programeischen in het werkplan van de regeering verwerkt willen zien en kunnen zich dadelijk bij een eventueele oppositie van Vrijzinnig- en Sociaal-democraten aansluiten, wanneer zij in dezen hun zin niet krijgen. Het blijf t echter weinig netjes tegenover de V. D. partij, die zoo vele offers heeft moeten brengen in de afgeloopen combinatie. Nog afgezien van de vraag of de heer Oud zelf bereid zou zijn buiten zijn partij om toe te treden. En een combinatie als de aftredende eventueel met minister Van Lidt als vakminister, zonder met zijn partij een béte noire der Katholieken rekening te houden? Ook dat blijft mogelijk, maar wanneer dat onder het mystieke vaan der nationale samenwerking" zou moeten gaan, zal men zich toch gaan afvragen en niet in de laatste plaats vete Katholieken waarom toch altijd weer de socialisten als onnationaal moeten worden behandeld? Zoo blijken er inderdaad voor onzen grijzen formateur heel wat mogelijkheden open te staan. Of hij er een kabinet uit zal kunnen samenstellen, zal voor een groot deel van zijn eigen soepelheid afhangen. Maar of, bij welslagen, het nieuwe ministerie-Colijn een lang leven zal hebben, hangt niet af van de mystieke leuzen waaronder de combinatie plaats vindt, maar van de werkelijk heid van werkbasis en werkkracht en van de wijze, waarop het de nieuw-opdoemende vraagstukken onder het oog ziet. Mr. W. VERKADE Ullllll niiiiiiliu gendheden zouden hebben verklaard, iedere be treding van Belgisch of Nederlandsch gebied door een hunner, als casus belli te beschouwen. Of dit met of zonder de goedkeuring van Nederland of Belgiëplaats vindt, doet er niets toe. Zij zouden elkaar, buiten Nederland en Belgiëom, tegen het misbruik van het gebied dier beide landen een waar* borg hebben gegeven. Het zou geen verdrag of verklaring van non agressie zijn. Geen der mogendheden heeft beloofd, Belgiëof Nederland niet aan te vallen. Maar ieder hunner weet, wat zij te wachten heeft van de anderen, als zij een van deze twee landen zou binnenvallen. Een bilateraal verdrag van non agressie kan door een land, dat het niet nauw neemt met zijn plichten, geschonden worden. In dit geval echter berust de verplichting juist op het wreken, niet op het nalaten van een aanval. De trouwelooze aanvaller zou niet tegen de bepalingen zondigen, maar dat zouden de anderen doen, die dit ongestraft lieten geschieden. De vervulling is dus niet afhankelijk van het initiatief van den eventueelen trouwelooze, maar van de actie daartegen van de anderen, die, naar men hopen mag, niet allen trouweloos zullen zijn. Het is natuurlijk geen prettig vooruitzicht dat andere mogendheden zich zouden gaan bemoeien met een schending van Nederlandsch of Belgisch gebied, of bij dreigende schending druk op die landen zouden trachten uit te oefenen. Dat zouden zij echter toch in ieder geval doen, met of zonder een dergelijke verklaring. Op die manier zou algemeene geruststelling mogelijk zijn, zonder dat Nederland of Belgiëzich tot iets verbonden. De preventieve werking ervan zou stellig niet gering zijn. HET plan is ingenieus. Helaas lost het slechts een gedeelte van de moeilijkheden op, die een nieuw Locarno in den weg staan, niet de voor naamste moeilijkheid: Dévrees van Duitschland voor de collectieve veiligheid oor heel Europa. DB GEVAARLIJKE TOESTAND IK SPANJE HEEFT Europa weer eenige angstige dagen bezorgd. Juist leek het er op, dat op de non-interventie nu evenzoo stapje voor stapje een poging zou volgen tot een verder liquideeren van het oorlogsbedrijf aldaar. De Volkenbondsraad had een voorstel om tot de betrokken mogendheden de aanbeveling te richten, de hun in Spanje vechtende vrijwilligers terug te roepen en de strijdende partijen te verzoe ken, een wapenstilstand aan te gaan, goedgekeurd. Men behoefde daar nog niet direct optimistisch over te zijn: Een wapenstilstand is goed. Een wapenstil stand, waarbij de vreemde hulptroepen in Spanje blijven, is onmogelijk. Een wapenstilstand, waarbij de vreemde troepen teruggetrokken worden, is geen wapenstilstand, maar een absolute nederlaag voor Franco, die zich dan immers geen moment meer staande zou kunnen houden. Zelfs in het door hem bezette gebied niet. Maar er begon toch een stemming van eenig licht in de duisternis te komen, vooral omdat het leek, alsof Duitschland althans wel naar een gelegenheid voor een eervollen terugtocht zocht. Maar nu heeft de reactie van dit land en Itali op het incident met de Deutschland", veler hoop weer den bodem in geslagen. De loop der feiten is nog niet duidelijk, de strekking van eigen richting en het veroorzaken van verwat ring, die erdoor heen loopt, daarentegen maar al te zeer. Zaterdag j.l. heeft de commandant van het Duitsche controleeskader gedreigd te zullen schieten op Spaansche vliegtuigen, die te dicht in zijn buurt kwamen. Valencia heeft hierop geantwoord, dat hiervoor geen aanleiding zou zijn, wanneer de contróleschepen niet op plaatsen kwamen, waar zij niet hoorden. Den zelfden dag reeds troffen twee Spaansche vliegtuigen de kruiser Deutschland" aan op de reede van Ibiza, een haven van Franco, waar dit Duitsche schip niet mocht komen en hebben het schip met twee bommen geraakt, met als gevolg een kleine dertig dooden, ruim tachtig gewonden en groote schade. Of dit optreden uitgelokt was door Duitsche schoten op die vliegtuigen is nog niet uitgemaakt. Maar wel staat vast dat 's Maandags Almeria door vijf Duit sche oorlogsschepen zwaar is gebombardeerd bij wijze van represaille. Voorts hebben de drie fascis tische staten, Duitschland, Italiëen na eenige aarzeling ook Portugal, besloten zich voorloopig terug te trekken uit de non-interventie-controle. Indien een en ander meer dan een incident is geweest, doch een bewuste intrigue van Duitschland en Italië, om hun teruggedrongen inmenging in Spanje nieuwe wegen te banen, dan is dit gelukkig wel mislukt. Want niet alleen Engeland en Frankrijk hebben bij deze gelegenheid duidelijk laten merken, dat er met hen niet te spotten valt, maar ook Amerika heeft gedreigd met een uitvoerverbod van grondstoffen aan Duitschland wanneer dit zijn aan vallen onder den naam van represailles zou.gaan voortzetten. De drie landen schijnen ook al weer terug te keeren tot de non-interventie samenwer king. En in Duitschland zelf is de reactie onrust en angst voor oorlogsgevaar geweest. Is de nieuwe agitatie tegen den Paus. die zijn Amerikaansche Kar dinaal Mündelein niet verloochenen wil, en de drei gende verbreking der betrekkingen tusschen Berlijn en hetVaticaan een manoeuvre, om een echec inzake Spanje te verdoezelen? HET BLIJKT HOE LANGER HOE MEER DAT TE Londen, ter gelegenheid van het bijeenzijn, de vorige weken, van zooveel vooraanstaande internationale politici, heel wat bekokstoofd is; meer dan te Genève. Dit vloeit nu eenmaal uit de tijdsomstandigheden voort. Officieel blazen de fascistische staten nog hoog van den toren, maar binnenskamers geven hun woordvoerders on omwonden toe, dat de bewapening hun nu dan toch wel wat al te zwaar begint te drukken. Trouwens, Mussolini die overigens niet aan al te groote consequentheid in zijn uitlatingen mank gaat gaf dit volstrekt niet enkel binnenskamers te ver staan, maar in een voor de geheele wereld bestemd interview met een vertegenwoordiger van de Associated Press. Toen dit eenmaal wereldkundig gemaakt was, lekte het uit, dat Von Blomberg te, Londen dingen van gelijke strekking gezegd had aan minister Eden: men zou tot een bewapeningsvergelijk moeten komen. De Engelschen hebben nu eenmaal een soort logische humor of humoristische logica. Eden vroeg Blomberg, hoe hij zich dat eigenlijk' dacht. Zouden democratische staten eigenlijk wel kunnen pacteeren met een dictatuur ? Hoe had men zekerheid, dat een af spraak tot beper king der bewapening, ook gehouden werd? Zou men de bewapeningskosten in Duitschland dan met budgettaire openbaarheid vaststellen? Zou daarbij, in het land zelf, een oppositie vrijelijk tot discussie der begrootings-hoofdstukken mogen overgaan? Ziedaar een kwestie, die voor het vertrouwen in en hetfunctionneeren van bewapeningsafspraken essen tieel is. Natuurlijk kon Von Blomberg hier niet op antwoorden. En hem schoot niets anders over dan te Berlijn te berichten, dat zij voorloopig tegen het rijke en machtige Engeland zouden moeten blijven opbouwen. Maar hierbij bleef de grimmige spot der Britsche broeders niet. Toen alle feestelijkheden van het kroningsseizoen achter den rug waren, Baldwin tot Peer verheven werd en MacDonald van den politieken Olympus verdween, kwam Neville Chamberlain met de reconstructie van het nationale kabinet. Dit was geen reconstructie in politieken zin. Er was slechts verwisseling van portefeuilles. De meeste veranderingen waren zeer onopvallend, enkele waren niet van beteekenis ontbloot. Duff Cooper, eerst minister van oorlog, geen ijzervreter, geen krachtige figuur wellicht, maar een rudit van buitengewone begaafdheid, doorkneed in de politieke historie van Europa, werd nu minister van marine. En de vroegere minister van verkeerswezen, Hora Belisha, een Jood, werd minister van oorlog. SCHACHT KWAM TE PARIJS VOOR DE TENTOONstelling en voor het voeren van nieuwe besprekingen naar aanleiding van de vastgeloopen onderhandelingen voor een nieuw handelsverdrag. Hij heeft die besprekingen weer in het rechte spoor gebracht en zelfs een ontwerp-overeenkomst mee naar huis genomen, die, wanneer zij ooit in werking treedt en in werking kan blijven, inderdaad een stap vooruit beteekent. -Een nieuw tijdperk in de Fransch-Duitsche betrekkingen zoo heette het zou hierdoor worden ingeluid. Het oude clearingverdrag wordt aan kant gedaan. Daarvoor zou dan een betrekkelijk vrije wederzijdsche i n voer-regeling komen te gelden naar verhoudingcijfers van over en weer te bepalen contingenten, die de balans van in- en uitvoer in evenwicht moeten houden. Wan neer daar in de praktijk maar geen achterstand in ontstaat! Er is geen staat in Oost-Europa, die daarin niet zeer slechte ervaringen met den heer Schacht heeft opgedaan. Maar de Franschen staan sterk. Zij kunnen zoo noodig den uitvoer van erts stopzetten en daarmee Duitschland dwingen tot het inhalen van al te groote achterstanden. Van daar dat Frankrijk deze regeling aandurft. Het blijft echter de vraag of Schacht zelf in de uitvoer baarheid gelooft. Hij gaf in verschillende uitlatingen onmiskenbaar van groote nervositeit blijk en zijn rede, waarin hij het koloniale probleem weer op haalde en aan het gemis van koloniën Duitschlands grondstoffenschaarsehte weet, beschouwde menigeen als een bewijs, dat Schacht zich in werke lijkheid niet vertrouwd had gemaakt met het idee van verbetering der Fransch-Duitsche betrekkingen. DE NEDERLANDSCHE HANDELSBETREKKINGEN met Duitschland zijn ook iets gunstiger ge worden. Uit de clearing blijkt, dat onze oosterbuur voldoende op zijn achterstand inloopt, om er een verhooging van onzen export heen mogelijk te maken. Het is voor het eerst sedert twee jaar dat de dalende lijn van onzen uitvoer naar het land weer naar boven ombuigt. Ook de voorschriften voor bezoekers uit Duitschland zijn iets verzacht. Van kleiner directe maar veel grooter moreele beteekenis is het OSLO-VBRDRAG } waarvan het eerste artikel vele contingenteeringen tusschen Nederland, Belgiëen Luxemburg opruimt en het tweede, nieuwe handels belemmeringen voor de geheele groep, NederlandschIndiëinbegrepen, voorkomt. Voorts een waarschu wingsbepaling voor de artikelen die nog buiten dit verdrag vallen en een overleg bij abnormale con currentie. En ten slofte, omdat het verdrag vooral als voorbeeld van economische ontspanning bedoeld is, de mogelijkheid tot aansluiting voor andere landen? De algemeene stijging der conjunctuur maakt het mogelijk, bij dergelijke onderhandelingen weer eens Wat risico's te nemen. Ook de arbeiders bij Werkspoor en elders gaan al weer meeprofiteeren van de opleving. Zoowaar zelfs de slechter bezol digde ambtenaren in Indië, En ook het werkloos heidscijfer daalt snel. Reeds 10 pCt. is weer aan het werk; als de overige 90 pCt. nu maar volgen .... TERWIJL DB LBDBN DBR PROVINCIALE STATEN de nieuwe Eerste Kamer kozen, stemde de oude nog over de Pachtwet. Ondanks scherp verzet r -?V?*, ?:»-???«-t». .v .r

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl