De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 5 juni pagina 3

5 juni 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

/l ,* 1 ' i ii \ '?' I.. Zoek. den mensch r Reclasseeringsgevallen en een moraal Gered door het rcclaeacerlnffsrapport KAREL had een strengen vader van geheid puriteinsche beginselen. Vader ging nooit naar de bioscoop, laat staan naar een café, om zijn kinderen het voorbeeld te geven van een onberispelijken levenswandel. Karel zelf was aller minst een kwade jongen, maar hield als de meeste jonge menschen wél van de dancing en vooral van de film en de opera. Hij kon zich deze uitgangetjes ook meestal wel veroorloven want hij was niet meer werkloos en verdiende een goed inkomen met het innen van kwitanties. Maar op een kwaden dag was Karel uit Amsterdam verdwe nen en met hem 135 gulden, die hij voor zijn baas had moeten innen. De baas die hem altijd volkomen vertrouwd heeft, is woedend en geeft de zaak aan bij de politie. En bij de politie landt ook Karel aan, na zijn terugkeer uit Rotterdam: platzak en zeer schuldbewust. De Officier van Justitie vindt het een ernstig geval van verduistering, in dienstbetrekking nog wel. Maar hij vraagt toch nog een rapport van de reclasseeringsvereeniging. En daaruit blijken heel andere kanten van de zaak: Ja, Karel heeft zich inderdaad eerst ? 12.?voorgeschoten" voor zijn uitgangetjes, overtuigd, dat hij, als hij deze af moest dragen wel weer het noodige zou kunnen leenen bij zijn oom, den caféhouder. Maar oom had net de hypotheek moeten betalen en was slecht bij kas. Vader om voorschot vragen? En precies tekst en uitleg moeten geven van zijn uitgangetjes.. ? Dat nooit. Maar wat dan ? Ten einde raad had de oude zwerverslust uit zijn werkelooze periode hem overmeesterd. En met al het seld dat hij 'geïnd had, was hij op weg naar Rotterdam gegaan en had er een paar vroolijke dagen gehad, maar toen waren geld en moed ten einde. En met hangende pootjes is hij eerst naar zijn getrouwde zuster en, door haar bemidde ling naar huis, teruggekeerd. Uit alles blijkt dat hij in een onbezonnen opwelling door een ongelukkigen samenloop van omstandigheden heeft gehandeld en dat hij op zich zelf al een ernstige les heeft gehad. Officier, rechter en verdediger kunnen het dan ook, ondanks den ernst van het feit, volgens de strafwet, roerend eens worden over een voor waardelijke veroordeeling met drie jaar proeftijd. Karel is nu weer een ijverig bouwopzichter en heeft vele weken op n gulden zakgeld geleefd, terwijl met de rest van zijn weekloon de schuld aan zijn ouden werkgever volledig is afbetaald. De drie jaar zijn nu om en zijn misstap raakt bij ieder in 't vergeetboek.. .. behalve bij Karel zelf. Een ongelukje, dat terecht komt PIET is een bekwaam aankomend kleermaker. In goede tijden werkt hij voor zich zelf' met ruime verdienste en in slechte tijden is er altijd nog wel een patroon die hem wil hebben; Het geld is gemakkelijk gewonnen, is ook gemakkelijk uit gegeven. In de dancing zijn er altijd wel aardige meisjes die graag getracteerd worden.... Jammer dat zijn vriend Janus altijd zoo slecht bij kas is. Altijd hem leenen gaat niet. Hoe komt hij met zijn hongerloontje toch telkens weer aan geld. In een vertrouwelijke bui vertelt Janus, dat het toch zoo verschrikkelijk gemakkelijk is om rijwielplaatjes te vinden" op onbeheerde fietsen en dat die ook zoo gemakkelijk te verkoopen zijn. Piet is het verhaal al bijna weer vergeten, als Janus hem op een laten avond aan de mouw trekt: Kijk daar heb je weer zoo'n stommerd" die heeft zijn plaatje weer gewoon aan een leertje aan de fiets hangen." Piet is wat licht in zijn hoofd en vindt het een mooi gijntje en leent bereidwillig zijn zakmes aan Janus. Maar juist als die het leertje na een f linke snee wil lostrekken staat er een groote agent achter hen .... Langer Rede, kurzer Sinn", Piet komt als mede plichtige aan rijwielplaatjes-diefstal voor den politie rechter. Nu die is niet mak, als het over fietsplaatjes gaat; zware straffen moeten hier afschrikwekkend werken. Het advies van de reclasseering wordt slechts gedeeltelijk gevolgd: naast de voorwaarde lijke gevangenisstraf komt ook een week onvoor waardelijke. Als hij uit de gevangenis komt, wil de baas hem niet meer terugnemen. Goede raad lijkt duur; maar niet bij den reclasseeringsambtenaar, die dadelijk bereid is, eens met den patroon te gaan praten. Nu ja, als het maar zoo'n kleinigheid is, dan neem ik hem wel terug" zegt de baas ten slotte. Maar den volgenden dag staat Piet al weer voor den ambtenaar. De baas wil hem toch niet hebben en is nog boos toe op den ambtenaar, want de buren hebben hem nu verteld dat Piet nog veel meer op zijn kerfstok heeft en al vaktr heeft gezeten", en daar heeft de ambtenaar allemaal .niets van gezegd. Maar, de ambtenaar kan gelukkig met de stukken bewijzen, dat de fietsplaatjes-zaak het eenige contact tusschen Piet en de justitie is geweest en weldra is de baas overtuigd, dat hij er beter aan doet, zich niet meer te storen aan de grootste vijan den der reclasseering, de kletspraatjes der buren. Een wankel geval JA., Albert is een jongen, die tijd en zenuwen van den reclasseeringsambtenaar vergt; hij is met een voorwaardelijke veroordeeling vrijgekomen, maar als de reclasseérder niet dagelijks bij hem komt of op zijn minst drie keer in de week, dan heeft hij voor de drie jaar om zijn zeker een nieuwe veroor deeling te pakken. Nu komt de politie waarschuwen, dat hij tegen de bijzondere voorwaarden in, toch weer in de Zeedijkbuurt gesignaleerd is, dan weer komt de vrouw, lief maar slap, klagen dat hij zijn heele weekloon verdonderd" heeft en haar nog geslagen bovendien. En het eenige wat er op zit is hem kort houden: er maar eens regelmatig een kaartje gaan leggen tegen Albert's uithuizigheid. Met den werkgever gaan afspreken dat het loon via den reclasseerder naar de vrouw gaat. En ja, nu gaat het wel zoo'n beetje. Albert wordt wat huiselijker en hij en zijn vrouw verdragen elkaar nu beter. Maar het zijn nog zulke kinderen.... Het blijft een wankel geval, zooals bij het reclasseeringsrapport al voorzien werd, maar het moet toch geprobeerd worden, ook met Albert, om er een bruikbaar mensch van te maken. Ook wankel, maar gered door onverwachte hulp JANSJE, was in den Achterhoek geboren maar al vroeg naar de stad verhuisd, van de kerk ver vreemd geraakt, lichamelijk en moreel slap. Nadat zij bij C. & A. een jurkje had willen stelen werd aan de reclasseering advies gevraagd. Nu veel fraais kwam er niet voor den dag. In haar vorige dienstje was er een paar keer een briefje van tien vermist. Jansje was vuil, leugenachtig, en altijd was er wat met jongens". Met weinig vertrouwen werd het toezicht, toen zij er toch met een voorwaardelijke veroordeeling afkwam, door de reclasseering be gonnen. Een nieuwe mevrouw wou het dan nog wel eens probeeren: maar op een goeden nacht was (Vervolg kantteekeningen van pag. 3) van de conservatiefste leden uit vier verschillende partijen, stemde toch een behoorlijke meerderheid voor deze verlichting van de positie van den pachter. De nieuwe Eerste Kamer lijkt in samenstelling veel op de oude, alleen bij de S.D.A.P. zijn heel wat nieuwe - en ook jonge gezichten gekomen. De N.S.B, prijkt, dankzij de crisiswinst dezer stichting" in 1935, in deze kamer thans met evenveel leden als in de Tweede: het indettijd door Mussert aange kondigde viertal. In de Tweede Kamer zijn echter geheel anderen aangewezen" dan de candidaatstelling deed vermoeden. Dat de Leider zich voor de verdediging van zijn program in de arena zou wagen, hebben wij nooit gedacht, maar dat behalve hij, zijn twee naaste medewerkers Van Geelkerken en ir. Koster, eveneens pp deze wijze in het isolement hun kracht" zouden zoeken (om met Groen en den titel van het hoofdartikel in het Nationaal Dag blad" na de verkiezingen te spreken) hadden wij niet verwacht. Is het omdat er van de twee uitvallers te veel kwaad bekend is geworden, of zijn aan den heei Rost van Tonningen positieve beloften gedaan? Hpe het zij, de heeren zullen het onder het critisch oog der 96 anderen, minder gemakkelijk hebben dan voor hun massavergaderingen. Te minder, wanneer er meer zulke onnationale relaties blijken, als deze week door de a.r. Rotterdammer is ge publiceerd: het zich door de Duitsche regeeiing laten gebruiken ter controle van vreemdelingen papieren. PAG. 4 DE GROENE Ne. 3131 champaqne kruq :rA ? ~v ^* ?"- - ' - ? nnesen z.ocm Jansje weggeloopen. Een nieuwe dienst gevonden, maar niet voor dag en nacht. Jansje moest een eigen kamertje huren. De ambtenares hield haar hart vast: nog minder toezicht, nog meer kans op ongewenscht contact met jongens. Maar op een goeden avond staat Jansje stralend voor haar, netter en gezonder dan te voren; Jansje is verloofd en ze gaat ook gauw trouwen, dat moet wel; maar in den persoon van Kees, een flinken monteur, is de reclasseering overgegaan in stevige handen: Jans is nu huisvrouw en moeder, en met stijgend succes: haar keurig bijgehouden huishoudboekje kan als stuk van overtuiging dienen. Werkelijk opnieuw beginnen H OOGMANS was inspecteur bij het bouw- en woningtoezicht, werd goed betaald en was een gewaardeerd ambtenaar. Maar dat was hem niet genoeg, hij wou en zou hooger op; en zoo versche nen op zekeien dag overal de plakkaten: Centrale Belastinginningsdienst", geflankeerd door het stads wapen, waarop aangekondigd werd dat Hoogmans zich belastte met het wekelijks innen van belastingen, welke hij dan maandelijks zou storten bij den ontvanger. Was men een week in moeilijhheden, dan was voorschot tegen lage rente mogelijk. De zaak trok duizenden klanten; maar zij liep wat al te hard. Hoogmans raakte het overzicht kwijt, was niet gewend een groot personeel onder zich te hebben. En omdat 't zoo geweldig goed liep, kende hij zich zelf maar vast een groot maandsalaris toe. Maar een jaar bleek dat hij zich misrekend had... Veröordeeling wegens verduistering volgde. In de cel was hij tot alles bereid om zijn leven op nieuw op te bouwen. Maar toen er werk voor hem gevonden was, om als colporteur boekjes langs de deur te verkoopen, had hij groote bezwaren: Dat was hem veel te min !" De reclasseerings-ambtenaar had dat voorzien, maar zette door; want hij was overtuigd, dat alleen een werkelijk op nieuw van onder af beginnen, het karakter van den man zou kunnen veranderen en hem genezen van zijn onbe rekenbare plannenmakerij. Slechts werd hem in het uitzicht gesteld, dat hij, als hij voldeed, binnen afzienbaren tijd een betere positie bij dezelfde firma zou krijgen. Zoo zette Hoogmans zijn tanden op elkaar en was drie maanden colporteur. En hij voldeed goed, al kwam hij bijna dagelijks huilend thuis. Na dezen proeftijd werd hij aangesteld tot chef over alle Amsterdamsche colporteurs; thans heeft hij deze functie over het geheele land. Hij is dus inderdaad in dubbel opzicht gereclasseerd: teruggekeerd tot een beroep van een klasse, waartoe zijn capaciteiten hem in staat stelden, maar zonder dien drang tot veranderen-boven-zijn-capaciteiten, welke hem noodlottig was geworden. Moraal EEN aantal losse gevallen uit den arbeid van de reclasseering, waaronder evenzeei advies aan de justitie, als toezicht tijdens den proeftijd, als nazorg valt. Met andere woorden, in alle instanties van immer harde botsing tusschen mensch en rechtsorde, is het de t eclasseering, die het individueele zoekt in het geval" dat naar algemeene normen moet worden berecht. En mede dank zij de reclas seering is er ook in ons strafstelsel zelf meer ruimte gekomen voor een meer individueele bestraffingswijze. En als men nagaat, hoe de voor* , naamste maatregel waarbij de reclasseering zijn volle kans krijgt, de voorwaardelijke veroordeel ing,1 werkt, dan blijkt hoezeer deze in het overgroote deel dier gevallen voor individu en maatschappij tot een zegen wordt, inplaats van het eeuwige teeken van den misdadiger" tot een ramp voor beide te doen worden. Van alle veroordeelden ver valt 40 pCt. later weer tot misdaad, van hen die gevangen hebben gezeten zelfs 55 pCt. Men ver gelijke hiermee de resultaten der voorwaardelijke veroordeelingen: Totaal aantal gevallen waarin de proeftijd eindigde , (Bij misdrijven) In 1930 1588 r?1931 IÓ86 1932 1707 ,. 1933 2179 1934 2679 Woorden kunnen minder dan deze sprekende cijferréeksen,' aantoonen hoevelen, door een kans en den steun der reclasseering behouden zijn ge bleven. Daarom verdient de reclasseering ook den steun van ons. G. A. Afloop in 'lt gunstig 83.8 84.7 82.9 85.4 86.0 van het totaal ongustig l ' IÓ.2 IS-3 I7.I 14.61 I4.O De reportage van de week l Juni: Hen * * en ivotf er aan voorafgaat DRIE dagen i April, i Mei, i Juni mijlpalen in het jaar. Maandagnacht, van 31 Mei op i Juni, hebben tienduizenden uwer landgenooten niet geslapen, zijn den heelen nacht in beweging geweest om met den dageraad onbe weeglijk naar hun dobbertje te mogen turen, uren lang. Jacobus van Looy's klassieke regel: hij stond in z'n eentje te visschen...-." ging pinsdagochtend, toen de zon opging, niet meer op: 't waren uit Amsterdam alleen al 10.000 op-z'n-eentje's" langs den waterkant, een sitdown-staren op hun kurrekie. Ja, wat was het Maandagnacht roezemoezig langs de straat; in allerlei café's hadden de samen-polderwaarts-fietsenden elkaar rendezvous gegeven, 'n koortsige nabeurs van de verkiezingen als het ware.... Op het nippertje worden nog schepnet, vergunning, snoeren, boterhammen, thermosflesch, simmen, wurmen in orde gebracht. Vrienden, die elkaar in maanden niet zagen, komen weer samen. Vreugde. Sportroes! 31 Mei.... zomersch zusje van Oudejaarsavond. Moge het simpel patent van het visschenvangen per hengel, evenals alle vallenzetterij nl. lokaas met een venijnig haakje er in, al dateeren van den eersten denkenden, rechtoploopenden, paalwoningenmensch modern is achter dit 200 eeuwen oud jachtspel de organisatie. Nu is het bekend, dat sportvisschen als de Black Bass uit Amerika in Kenya en Frankrijk uitgezet zijn, dat Aziatische fazanten op de Schotsche hooglanden zijn gepoot. Verder is het bekend, dat vijfhonderd Oostenrijksche hazen in den wildkalen Wieringermeerpolder, Zwitsersche gemzen in de Nieuw Zeelandsche bergen, van Amerikaarische elanden door Göring op de Schorfsheide zijn geïmporteerd. Midden-Arnerikaansche muskieten-verdelgende vischjes zijn door Mussolini in Italië's malariamoerassen overgeplant. Dat alles is me bekend uit mijn dierkundige liefhebberijstudies. Maar dat 3600 pond levende inlandsche vischsoorten naast mij, onder den rook van Amsterdam, uitgezet waren, dat was me vreemd. Maar ik ben er achter gekomen, want op Vischopeningsdag ben ik een reportagebezoek gaan brengen bij het bestuur van de Hengelaarsvereeniging-Amsterdam, die een ledental van 1400 heeft, als afdeeling van den A(lgemeenen) H(engelaars) B(ond), die noo leden telt, verdeeld óver no landelijke onderbonden. Hier heb ik 'nvischje uit gegooid naar den stand van den vischstand en had ook beet, want de voorzitter der Amsterdamsche vereeniging, de heer L. Bode en de secretaris W. Slats bleken terstond bereid met den reporter in zee te gaan. Men begon, met mij waterkennis bij te brengen. Immers behalve regenwater, spuitwater en duinwater, schijnen er ook te bestaan: Rijkswater, Domeinwater, Gemeentewater, Defensiewater, Polderwater.... Zooals u weet", aldus de voorzittei, heeft de soortnaam hengelaar een minder gunstige beteekenis, die te danken is aan de wilde nachtverga deringen der al te jolige hengelclubjes...." En ik zeg iets over de roode neuzen (van het vele staan in de kou) der stamgasten uit de vischcolleges", over de wanstaltige eerebekers, over het visscherslatijn, over de afgezaagde uitgespreide armen van den leugenaar", die de maat van zijn vangst aangeeft.... Onze bond heeft juist daartegenin dertig jaar gewerkt aan de verheffing van deze mooie natuur sport. Wij werken op elk terrein dat betrekking heeft op ons tijdverdrijf. In de eerste plaats het water; afgezien van den administratieven rompslomp der pachtkwesties. Kijk deze, onder politietoezicht verzegelde, monsterfleschjes op de lakkurk zit de duimaidruk van den veldwachter als waarborg gaan straks ter analyseering naar een rijkswater keuringsdienst in Den Haag. Wij strijden nl. tegen waterverontreiniging door fabiieksvuil en schespsolie en zijn daarvoor aangesloten bij de officieele vuilnisbestrijdingscomité's. Verder hebben wij in samenwerking met de overheid in den polder bewesten Uithoorn den Molenvliet laten uitbaggeren. Onze baggermachine is op 17 Octobel door den Burgemeester van Uithoorn officieel in werking gesteld. De Minister van Sociale Zaken had een subsidie toegekend; maar verder zijn de kosten van den baggermolen bestreden uit ons eigen Visch- en Baggerfonds. Dezen winter zijn 15000 kubieke meter modder verbaggerd." Men moet namelijk weten, dat het in tegenspraak tot de zegswijze, slecht visschen is in troebel water. .Daarnaast heeft een gezond visschenmateriaal natuurlijk onze belangstelling. Onlangs, op 15 Maart, den sluitingsdatum van het vorig seizoen, heeft de grootste vischuitzetting, die ons land ooit aanschouwd heeft, plaatsgevon den, 3600 pond snoek, bliek, voorn, karper de boeren- of steehkarper en de gallicische of edelkarper zijn in onze wateren uitgezet, 2500 pond bestond uit karpers van 2 a 6 pond per stuk, waaronder gemerkte exemplaren. Elk lid, dat van vandaag af zoo'n gemerkte vangt, krijgt tegen inlevering van het plaatje gratis een contributiekaart voor het volgend jaar. Snoek is meer geschikt voor de wintersport. Brasem en baars hebben we ook wel ingevoerd. Onze vischtypes zijn blankvoorn, ruischvoom, bot, serpeling, kolblei, kroeskarper,.baars, brasem, zeelt,aal,meun,sneep, winde, snoek, snoekbaars..." ONDERTUSSCHEN staat op het secretariaat de bel niet stil. Telkens komen verwoede EenJuniërs een Vergunning afhalen als bedoeld in art. 17, ie lid der Visscherijwet (Staatsblad 1908) , om te mogen visschen met n of twee hengels, de peur, den loop- of sleephengel en den hengel geaasd met visch met inachtneming van de bijzondere wettelijke bepalingen daaraan vet bonden en voor zien van de daarvoor vereischte acte(n)...." Aan de wanden hangen achtei de tropische aquaria interessant dat juist hier visschen als levend liefhebberijdier gehouden worden, maar niet onlogisch de filmfoto's van de massale uitzetting. Ook hoor ik veel over toenadering tusschen de handelsvisscherij en de georganiseerde sporthengelaarsclubs. Ook dat deze grootste en invloedrijkste * hengelbond, samenwerking zoekt met de overheid die harerzijds weer controle uitoefent tegen strooperij in de bondswateren. En hoe met staatshulp kruis punten gebracht zijn op een diepte van 2J/2 tot 3 meter, een diepgang, die den hengelaar meer sport biedt, en bovendien de visch daar bijeenbrengt. $.'.. xp^ifte an de /KroonjuiDéefen an ngefand Wij noodigen U uit tot bezichtiging In ons theater van een volkomen getrouwe nabootsing der Kroonjüweelen van het Britsche Rijk. » Deze collectie, welke 29 verschillende stukken bevat', werd vervaardigd 'teneinde te dienen bij de repetitie der Kroningsplechtigheden te Londen. De meeste der geëxposeerde stukken zijn bij die gelegenheid gedragen door Z. M. Koning George VI en H. M. Koningin Ellsabeth. Zij vormen de weergave der kostbaarste juweelenschat, welke ooit werd bijeengebracht. Deze unieke expositie is korten tijd gratis te bezichtigen voor onze bezoekers. DE DIRECTIE VAN CINEAC IK geloof, dat de sportsmen het van 't jaar wel treffen: de laatste week is het best weertje en heeft dus de zon het kweekwater op temperatuur gebracht vereischt voer het kuitschieten ( = eierleggen). De waterbewoners hebben warmte noodig om hom en kuit kwijt te raken; het is dus een geluk, dat nog juist vóór de opening van het hengelseizoen de paaivisschen deze gelegenheid hebten gehad. De laatste dagen hebben we waargenomen, hoe vlak onder de oppervlakte de koudbl'oedigen in h*»t. riet krioelden. Als de voorteekenen niet bedriegen, gaan wij een levendig seizoen tegemoet, in tegenstelling tot verleden jaar, toen het in de lentemaanden te lang guur was gebleven en de visch geen warmte genoeg kreeg om tijdig kuit af te zetten. Als ik spieek van een levendig seizoen, bedoel ik dat uitsluitend voor den individueelen visschersman, want de Algemeene Bond is niet vóór z.g. concoursen, die weer zouden doen terugdenken aan de wufte hengelfuivers van weleer. Gelukkig heeft deze categorie zoetjesaa'n plaats gemaakt voor den meer wetenschappelijken sportzoeker. Wat het bestuur der vereeniging buitengemeen interesseert is de snoekfok. De fok gaat voor een groot deel kunstmatig, buiten de dieren om (de vous, chez vous et sans vous). De mannelijke en vrouwelijke kiemen, hom en kuit worden voor zichtig van de lichamen afgestreken en daarna in een emmer gedaan. Met een veer, tegen de beschadiging, worden zij daarna zoo lang geroerd, dat het mengsel niet meer kleeft of klontert. Dan wordt de brei der embryo's in ronde broedbakken met stroomend water gelegd en gedurende 9 tot 12 dagen blijven de babies daar. Daarna volgt de kleuterklas; de snoekjes worden een tijdlang opge fokt in de leefbakken met waterplanten, als water scheere en eerst na dat stadium, waarbij het verlies percentage zeer gering is, vergeleken bij den hoogen risicocoëfficiënt in den natuurstaat, wordt het jonge volkje m rustig ondiep vijand-proof slootwater uitgezet, waar de, roovertjes opgroeien en zich ontwikkelen tot de haaï-der-zoete-wateren, den droom van het loose visschertje, met synen ryfstock, met synen lapsack, met syne leer laersjes aen". DE JOSSELIN DE JONG PAG. 5 DE GROENE No. 3131

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl