De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 12 juni pagina 6

12 juni 1937 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

? n l $? ? : -V ' *?*"' Schilderkunst Scène de fa Plagt a Trouville", een schilderij van Eugéne Boudin (Kunsthandel £. J. van V/isselingh, Amsterdam) Jan Engelman: STRAND en HEMEL Tentoonstelling Eugène Boudln (Kunsthandel E.' J. van Wisseling!!, Amsterdam) ONZE zeventiend-eeuwsche Hol landsche schilders hebben, ook voor de kunst der landschaps uitbeelding, waarden geschapen, die een onuitputtelijk fonds van bezieling schij nen te vormen. Frischheid, helderheid, open lucht, afzweren van het arrange ment, belijdenis van de natuurlijke na tuur?dat zijn eigenschappen, die een tijdlang vergeten kunnen worden voor maniërisme of symboliek, maar die, sinds de zeventiend-eeuwers,,vroeg in den dageraad" uittrokken om de na tuur op haar werkelijke vormen, tinten en tonen te betrappen, niet meer ont kend en voorgoed opgeborgen kunnen worden. Goed beschouwd begon bij hen het eerste impressionisme, en nu be hoeft men het Impressionisme niet het comble van kunstvermogen te vinden, om te erkennen, dat het een facet van kijken en beelden aan de schilderkunst heeft toegevoegd, die daar moeilijk weer van kan worden losgemaakt, zoo lang hier op de westelijke landtongen volk leeft. Het impressionisme is een typische vorm van specialisme. Maar wat zegt dit ten nadeele van den goeden impressionist? De achttiende eeuw en de tijd der romantiek wisten met de verworven heden der Hollandsche landschaps schilders uit de zeventiende eeuw niet veel aan te vangen. Alleen bij Watteau en bij enkele Venetianen leefde hun zuivere tonaliteit voort, elders voelde men veel meer voor het galante, sentimenteele of heroïsche motief. Tot op de wonderlijkste wijze hun gevoel her leeft in een Engelschman als Constable, dan bij Barbizon, bij Jongkind.... En reeds is een aera begonnen van de puurste formeele bekommernis". Nim mer heeft de schilderkunst zich zoozeer bezonnen op haar eigen middelen als in de tweede helft der vorige eeuw. Het werd een verfijning, waarvan geen weerkeer was, tenzij in de bekentenis van haar tegendeel, maar zuivere peinture heeft die tijd in grooten rijkdom gegeven. EUGÈNE BOUDIN was de vriend van Jongkind. Hij werd in 1824 te Honfleur geboren en leefde voor namelijk te Le Havre. Voor hem moe ten de schilders van Barbizon zijn ge weest wat voor Jongkind de oude KUNSTZAAL VAN LIER ROKIN 126 ? AMSTERDAM Doorloep«nd Tentoonstellingen Schelfhout was: een opwekking tot eenvoud van geest en genoegen aan het landschap zonder arcadische fantasieën. Hij had genoeg van het pleister-model en de pathetiek, hij zag den ateliertoon optrekken, de plans en repoussoirs vervluchtigen, hij trok er op uit, vroeg in den dageraad, hield van zerpe lucht, windstooten, en het eeuwige spel der wolken. Er zijn veel impressionisten geweest en veel impressionistische schilderijen gemaakt. Misschien zijn wij overvoerd geraakt van dit landschaps-genre, zoodat wij geneigd zijn in de gelijkmatig heid en gelijkvormigheid de fijne kwa liteiten voorbij te zien. Maar men moet zich voorstellen, hoe groot de verfrissching in het kunstleven was, toen deze mannen van de open lucht ver schenen ! Boudin is niet een van de grootste en hevigste, hij is echter de meester van een delicieuze evenmaat, hij heeft een geserreerde macht tot het regtstreeren van de grijzen tusschen de primaire tinten en hij verdeelt het licht met een smaak, die iets heel bijzonders is. Misschien zijn bij deze vroege ont dekkers, ook bij Boudin, meer blijvende goederen te vinden dan bij de latere, de soi-disant impressionisten, die hun tinten verdeelden en opgingen in een roes van kleur. Bij Boudin is, ondanks de tonigheid, preciesheid. Zie, hoe hij de tuigage der schepen schil dert l Er is een schilderij (no. 20, Le Port d'Honfleur), dat zóó frisch en snel is gedaan als een Jongkind. Men zou zich kunnen vergissen, bij deze blau wen en grijzen. Maar meestal heeft hij precies de levendige details der kleur die de Fransche van de Nederlandsche werken onderscheiden. Als men het schilderij met de binnenvallende visschersschepen te Scheveningen be kijkt (no. 19)1 voorvoelt men Mesdag, Blommers en heel Pulchri Studio. Doch enkele kleine kleumoten (het rood in het hoofddeksel van den jongen links, het rood op de zwaarden der schuiten) zijn onmiskenbaar Fransen en zouden bij den Hollander nooit zijn blijven staan. Er is geen zwaarmoedig heid in Boudin, hij is de rustige, ge lukkige minnaar van de natuur, in 't bijzonder van de zilveren stranden en van de prachtig met wolken volgestapelde hemels. Hij is die liefde zijn leven lang niet ontrouw geworden en .schildert hij een falaisen-kust, zooals in twee late schilderijen uit Entretat, waarop een bonte groep neergehurkte vrouwen waschgoed spoelt, dan zijn de rotsen slechts de voortzetting van het strand, zij blijven decor' en afsluiting van de compositie. DE GRUYTER .«. BREMMER J OS de Gruyter, de criticus voor beeldende kunst van Het Vader land", heeft gepolemiseerd met den kunstkenner H. P. Bremmer, zijn volgelingen en den kunsthandel waar Bremmer invloed heeft. Deze muis heeft vele staarten en de staarten schijnen zich nogal te roeren. Die roering in aanmerking genomen, blijkt de daad van De Gruyter niet geheel zonder moed te zijn geweest. Bremmer en de zijnen vormen een kliek, en deze kliek heeft macht, invloed, geld. Is er iets tegen een kliek? Neen, het kunstleven kan niet zonder, het heeft van de klieks soms machtige stimulansen ontvangen, de kliek maakte den arbeid van groote scheppende figuren mogelijk. Zou er iets van Wagner geworden zijn, als hij de koninklijke kliek van Beieren niet in den rug had gehad? Zou de verzameling van mevrouw Kröller geworden zijn wat zij is, wanneer Bremmer, zijn oog en zijn suggestie er niet waren geweest? Er is alleen dit gevaar: dat de kunst opgaat m, en de kunstenaar (de anders denkende, anders geëmotionneerde, anders werkende kunstenaar) onmoge lijk wordt door de politiek van de kliek. En in dit opzicht gaan Bremmer en de zijnen niet geheel vrij uit, naar het schijnt. DE heer De Gruyter is niet het sterkst, waar hij den heer Brem mer aanvalt over zijn expertises". Niemand gelooft in ernst, dat H. P. Bremmer rijk is geworden door middel van het oordeelen over schilderijen. Hij is een ruige Hollander met hobbies, subjectief eerlijk, bezield door een liefde-voor-het-leven tot de beeldende kunsten. Hij stimuleert den kunst handel hier en daar, maar hij heeft er geen deel aan, goed beschouwd, tenzij ter versterking van de sfeer zijns invloeds. Eer is teer. Men moet goed nadenken, alvorens men een criticus of kunst kenner verwijt, dat hij geldelijk profijt trekt, op niet oirbare wijze, uit zijn optreden. Als er op het gebied van de expertise in ons land ergerlijke dingen zijn geschied, dan gebeurde dat elders dan bij den heer Bremmer. Wat men den heer Bremmer wél kan verwijten is, dat hij met volle overtuiging cycloop wil zijn, dat hij een paar oogkleppen bij de hand heeft, wanneer hem dit aanstaat. Zijn DE schilderijen uit den laten tijd, de negentiger jaren, doen aan het werk van Monet denken, dien hij weleer zelf beïnvloedde. Zijn kleuren gaan zich ontbinden, niet meer is er die gelijkmatigheid, die vlakheid van het licht. Goed bekeken, is toch wellicht de vroegste periode de beste en meest interessante. Daarin ontstonden die zeldzaam pétillante strandgezichten uit Trouville, toenmaals de badplaats van de wereld-die-zich-verveelt. Is het, om dat hij hier, behalve den toon der na tuurverschijnselen, ook den mensen van zijn poque typeert? Hoe fraai is het, dat schilderij met de Scène de la Plage a Trouville, hoe fijn van typeering, hoe boeiend van compositie en hoe vast van atmosfeer in zijn vervloeiende namiddagtinten ! De crinolines, de malle badpakken, de Phileas Fogg-hoedjes der heeren, al die uiterlijke dingen van het Tweede Kei zerrijk, ze zijn hier saamgebracht in een vaste eenheid. Een tijdsbeeld, maar volkomen gezien door het tempera ment van een rasschilder. En men denkt er over na, wat nu hét belang rijke is: de zinkende zon, de wind stoot, of de dames en heeren met de pompeuze Ideedij.... oog is goed (veel en veel beter dan zijn kunst van gedachten op schrift te stellen), maar hij kijkt star voor zich uit, goedkeurend knikkend en de rest is afval. Hij heeft dit zóó consequent, hardnekkig en suggestief volgehouden, de jaren door, dat hij nu voor veel dames en heeren, vooral te 's-Gravenhage of daaromtrent, de man is die het ziet", zooals dat werd geformuleerd. In die kringen gelooft men, zooals De Gruyter het zelf zei, dat eens en voor altijd uitgemaakt kan worden, wat kunst en wat nietkunst is." Die dames en heeren zijn lang niet allemaal zonder intelligentie. Maar zij worden plotseling merk waardig dociel, wanneer H. P. Brem mer ex cathedra heeft gesproken. De Gruyter kenschetst die mentali teit heel goed als volgt; Bremmer's invloed is in hooge mate dictatoriaal. Ik tel verschillende vrienden en ken nissen onder zijn volgelingen en ik weet door ervaring dat er nauwelijks met hen over kunstaangelegenheden te praten valt. De suggestie, door den heer Bremmer uitgeoefend, schijnt zoo dwingend, dat zij volkomen ontoegankeüjk zijn voor andere inzichten en redeneeringen. Spreekt men met hen over het werk van een niet of nog niet door Bremmer uitdrukkelijk gesanctionneerd kunstenaar, dan wor den zij verlegen of kwaad, zij antwoor den afwijzend of ontwijkend. Zelfs gaan zij heel zelden kijken naar een tentoonstelling van zulk werk." Inderdaad, wat buiten het gezichts veld van de kliek ligt bestaat niet. De liefde vóór de beeldende kunst van de kliek is cyclopisch. Zij houdt de suggestie levendig, dat er een absolute norm, een absoluut gezicht voor beeldende kunst zou bestaan. Zij ontbeert het aasje twijfel, dat.... den betrouwbaren criticus maakt. Maar het is een zér Hollandsche toestand, en Hollandsche toestanden zijn er om voort te bestaan, zoo aarzelloos als de stippels, driehoeken en snippers van Van Der Leek voortbe staan. Ridder De Gruyter heeft den draak Bremmer stellig niet verslagen. JAN ENGELMAN Nieuwe meubelen Hein Salomonson, arch. Tentoonstelling: De Nieuwe Woning (Metz A Co,, Am sterdam, Den Haag) DE tentoonstelling De Nieuwe woning" bij Metz & Co in Amsterdam en den Haag, geeft een opwekkend beeld van mogelijk heden, om tot een goed en levend interieur te komen. Het verschil tussen een levende en een verouderde woning is, dat bij de laatste de ruimte misbruikt wordt als bergplaats voor meubelen, terwijl het levende interieur zich duidelijk richt op de leefwijze der bewoners. Daartoe moet het voorbije zonder sentimenta liteit wijken voor de behoeften van vandaag. Waarbij het natuurlijk mo gelijk is, dat meubelen en voorwerpen uit het verleden, toch een levend element in onze woning zijn. Om het meubel van deze tijd te kunnen maken, is een hernieuwde Studie van de menselijke maten en de beschikbare ruimte noodzakelijk ge-* weest. Zo ontstond het kleine, lage, efficiënt ingedeelde kastmeubel, het doorzichtige stalen of gebogen houten stoeltje en voor kleine ruimten het opgehangen meubeltje, waarbij de vloer van het vertrek zo veel mogelijk vrij blijft. Dat deze noodzakelijke vernieuwing door vele ontwerpers verkeerd be grepen en misbruikt wordt, tonen de meeste meubelzaken. Zinloze staalkrullen en puddingweke meubelvor men worden het publiek als de laatste ?node voorgezet. Het is de verdienste van Metz & Co., ien meubelcultuur te ontwikkelen, -vaarbij het publiek zijn keuze kan doen in de rustige zekerheid, dat elk voor werp en elk onderdeel met grote ernst en toewijding ontworpen is. De nieuwe tentoonstelling, die 5 Juni geopend is, toont werk van: Alvar Aalto (Finland), Ir. A. Boeken, E. Berkovich, W. Penaat en van der Leek, Rietveld en Wouda. Alvar Aalto is een belangrijk Fins architect. Zijn meubelen nemen een geheel aparte plaats in door de tech nische bewerking van het berkenhout. Het wordt in repen van multiplex zo danig gebogen, dat een vrijdragend houten zitmeubel ontstaat, dat dezelfde verende eigenschappen heeft als een metalen, zonder de nadelen te hebben, aan het staal verbonden. Deze ver nuftige meubelen zijn lenig-en elegant en kunnen een sieraad in de ruimte zijn. Ir. A. Boeken, de Hollandse bouw meester, gebruikt ook het blanke ber kenhout voor eetkamermeubelen en een secrétaire. Hier is het hout gecombineerd met buis en bandmetaal. Deze meubel t j es zijn door en door Hollands, volkomen ongedwongen, fris en overtuigend. Wouda probeert het blanke eiken met gekleurde vlakken te combineren. Deze meubelen zijn uit een decoratieve vormopzet ontworpen en vallen hier wat uit de toon. De vaste medewerker van Metz & Co., E. Berkovich, laat een gespoten slaapkamer zien, met een bijzonder fraaie en geestig ingedeelde kast. Het tweetal, Penaat en van der Leek, de meubelontwerper en de schilder, tonen een serie gekleurde meubelen, grotendeels wit, met goed aangebrachte kleurvlakken. Wanneer vloer, wanden en plafond volgens ditzelfde systeem gecomponeerd worden, kan een vol komen gebonden ruimte ontstaan. Wie de ontwikkeling van Penaat gevolgd heeft, moet een grote bewon dering voelen voor deze man, die, na reeds tientallen jaren geleden meu belen gemaakt te hebben, die een voorbeeld van begrip en beschaving waren, zich thans, na een korte in vloed van de Amsterdamse school, weer handhaaft met deze fijne en beheerste meubeltjes. Rietveld, de onberekenbare, altijd verrassende architect, maakte een com plete woning in n ruimte. Het moet voor den bewoner ervan wel heel aantrekkelijk zijn, dit gevoelige wooninstrument a.h.w. te mogen bespelen. Er is op deze tentoonstelling binnen de perken van goede smaak voor zeer uiteenlopende opvattingen en middelen iets te vinden. Moge het publiek dit ontdekken en zich de weg laten wijzen naar een gelukkiger manier van wonen. Radio-Stethoscoop Toscanini voor de HET kortstondig bezoek van Toscanini aan ons land in Februari jl., deed vol hoop en verlangen den radio-stethoscoop van De Groene al gereed houden voor de auscultatie van een studio-concert onder leiding van den Italiaanschen meester. Want beter dan waar ook, zouden in de perfect uitgewogen acoustische verhoudingen van een' moderne omroepstudio, als die der A.V.R.O. of V.A.R.A., de partituurexegetische interpretaties van groote dirigenten tot haar recht komen, zooals naar aanleiding van de eerste A.V.R.O.-studioconcerten toen reeds in onzen Radio-Stethoscoop werd vastgesteld. Men weet, dat Toscanini's optreden in ons land eigenlijk meer een sen satie dan een revelatie is geweest en men weet ook, waaraan dat te wijten was. Het heeft geen zin, op deze plaats zich in deze aangelegen heid te verdiepen. Maar, mede in verband met een recente beschouwing over ' Omroepconceritratie", voerde de B. B. C. in deze dagen de herinne ring nog eens naar deze kwestie terug. . De machtige Engelsche omroep heeft het namelijk bestaan, in Queens Hall een London Music Festival 1937" te organiseeren van zes speciale radioconcerten onder leiding van Arturo Toscanini. Weliswaar heeft hij ook hier nog niet in die mate zijn machtig kunnen vermogen te demonstreeren als waarvan de gramofoonopnamen met het New York Symphony Orchestra getuigen, maar beter dan uit de twee concerten in Nederland, heeft dit B.B.C.-muziekfeest een in zicht kunnen verschaffen in de presta ties van den phenomenalen orkest leider. , Dit optreden voor de Engelsche regionale zenders lokte opnieuw een vergelijking uit tusschen de dirigenten Toscanini en Mengelberg. Dezelfde' klare, zij het in opvatting dan ook belangrijk uiteenloopende partituur ontleding, dezelfde schuchtere terug houdendheid jegens het repertoire der hedendaagsche muziek, dezelfde merk waardige ontdekkings-hobbies in de muziekliteratuur van een vorige perio de, maken het trekken van een parallel tusschen beide meesters onontkoom baar. 'Toscanini's ontdekkingen, gelan ceerd tüsschen Corelli, Busoni, Ravel, Beethoven, Brahms, Elgar, Berlioz, Wagner, Richard Strauss en Sjostakowitsj door, waren een reeks variaties in den stijl van Paganini II Carnevale di Venezia" van Tommasini en de eenige symphonie, die Cherubinïheeft geschreven en waarin deze opera- en kerk-componist zich van een voor hem merkwaardige en zeker niet van zijn sterkste zijde doet kennen. Het werk werd dan ook op bestelling geschreven (de Royal Philharmonic Society te Londen engageerde hem in 1815 tegen een honorarium van £ 200 voor het componeeren en dirigeeren van een symphonie, een ouverture ,en een pastorale cantate) en de zich in deze materie onwennig voelende Cherubini 'putte voor zijn inspiratie dan ook kennelijk uit de stof, die de groote Weensche symphonieschrijvers van zijn dagen hem boden. De programma's van deze concerten serie, die wij slechts als verschijnsel in den omroep willen signaleeren, kan men nog in de jongste radiogidsen naslaan en, voorzoover noodig, is het nog tijd genoeg de aandacht te vestigen op het vijfde en zesde concert van het London Music Festival i937"t d»e Londen Regional op Maandag 14 en London National op Woensdag 16 dezer zal broadcasten. G. K. KROP Bekijkt het wereldgebeuren door een bril van Schmidt Rokin72 AMSTERDAM V.. ?v warm water installatie en op den achtergrona ae Koe/K<m. fr ' door de Zwitsersche gezondheidsbaden Prospect! gratis verkrijgbaar bij Zwitsersch Verkeersburcfru." AMSTERDAM. BADEN bij Zürich L E U K E R B A D 17 warme zwavel-zoutbronnen van 48°C. Rheumatiek, jicht ischias, beenderen- en gewrichtsziekten, gevolgen van on gevallen, vrouwenziekten, reconvalescente, tropische ziekten, ouderdomsverschijnselen. Therapeutische Instituten. Kurzaal. Sport. Wallis MM M. boven de Zee. De ideale thermaalkuur in de bergen. Groote bronnen 51°zwavel-kalk, radio. Div. rheumatiek. Vrouwenziek ten. Onderwater-massage fango. Mod. etablissementen van de Sociétédes Hotels et Bains. El. spoor. RAGAZ-BAD RHEINFELOEN in de peripherie van Engadin. 8 millioen liter thermaalwater. .20 verschillende ge neeswijzen.Circulatie-stoor nissen. Rheumatiek. Ver lammingen. Ischias. Nier» steenen. Chronische darm ontsteking. Thermaalzwembad. Kurzaal-Casino. Golf. 280 M., 17 K.M. van Bazel. ZOUTBADEN : vrouwen, kinderen, uitputtingstoestanden. KOOLZURE ZOUTBADEN : hart, storin gen van de circulatie. MAGDALENABRON: lever, gal, traagheid van de darmen. KAPUZINERBRON: nieren, blaasziekten. BAD TARASP - SCHULS ? VULPERA 1250 M. Engadin, na bij het Nationalpark. De eenige Glauberzoutbronnen in de alpen genezen sedert eeuwen: lever, galblaas, galsteen, maag, darm, vetziekte, suikerziekte, jicht, hart, urinewegen, niersteen, tropenziektes, dank zij de bijzondere combinatie van drinkkuren, baden (Natuurlijke koolzure staal- en zoutbaden) en het hoog gebergte klimaat. Strandbad, Golf, Tennis. GEDEZET films waarborgen U mooie brillante kiekjes. UW HANDELAAR HEEFT ZE! Hoofdvert. v. Nederland i N.V. ODIN - 69 van Oldenbarneveltstraat - NIJMEGEN *>?-. 'l .frX-i ^ Inlichtingen «n Prospéetuisen voor da Vlist ingsche Route (dagdienst) bij de S.M. ZEELAND, Vlissingen. en har* Hoofd. ?genten W? H. MULLER & Go. N.V.; voor de Heek Route (nachtdienst) bij de Fa. HUDIG 8. PIETERS, Rotterdam en Hoed. VOOR BEIDE ROUTES BIJ DE REISBUREAUX. .v*, v.£ . XJ -31; ^ ?«'?-'?;< i ' ^.' > ?i-;,4; .?< w M . ?->?'.? '-^J' "''^ :i-" ^ '^ i* ***? ' 1: te^ OUD EN JONG geniet on*i 't hardst in Holland'* mooiste natuurpark te R h e n e n op der Grebbeberg Ouwehand's Dierenpark c ^. ?* -i- v »>y l Mri- j l .-?..;'.' ;''* l r'ïUi »^- ~'J- C l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl