Historisch Archief 1877-1940
"H
-l
...i!
Rupsen over Nederland!
R. A. Polak
TOEN ik nog een jongetje was
en op de schoolbanken zat van
een klein Drentsen gehucht, gaf
onze meester ons de spreuk ,,Geen
ongeluk zoo groot, of er is nog geluk
bij" tot schrijfvoorbeeld. Inwendig
geloofden we er niet veel van. Later is
het geloof echter gekomen.
De rupsen, die ons Amsterdammers
zooveel narigheid brengen, hebben bij
vroegere plagen de gelegenheid gegeven
eenige aardige biologische waarne
mingen te doen. Dit was het geluk, dat
bij het ongeluk kwam. Van de schade,
de viezigheid, de last, die de rupsen
brengen, behoef ik niet te vertellen.
Maar het geluk hierbij is, dat die
biologische waarnemingen een prettig
onderwerp zijn om over te schrijven.
Toen jaren geleden Artis geducht
van de ringelrupsen te lijden had, vroeg
de toenmalige directeur, Dr. Kerbert,
mij om raad. Het was niet moeilijk
dien te geven: de eierringen laten
wegknippen en verbranden. Voor ieder
ringetje werd een premie van enkele
centen uitgeloofd. Het aan premies
betaalde geld was goed besteed. Want
ieder ringetje, door den vlinder in den
zomer om de twijgjes gekleefd, bevat
150 4 200 eieren, waaruit in het voor
jaar evenzoovele rupsen komen. Het
geboomte in Artis zag er den volgenden
zomer weer toonbaar uit.
Bij een volgende plaag werd de
bestrijdingswijze geperfectioneerd. De
eieren werden nu niet verbrand, maar
op een koele afgesloten plaats bewaard,
zoodat er in 't voorjaar op den norma
len tijd de rupsjes uitkwamen.
Niet uit alle eieren kwamen echter
jonge rupsjes. E', n aantal bleven, uiter
lijk althans, onveranderd. Deze werden
weer in de boomen gehangen. Er
kwamen heel kleine sluipwespjes uit,
die de eieren van de vlinders, welke er
nog kwamen, infecteerden, zoodat uit
de meeste later geen rupsjes ontstonden,
maar wel weer duizenden sluipwespjes,
die het leger, dat de natuur al tegen de
rupsen in het veld had gebracht, aan
merkelijk versterkten. Het daarop
volgende jaar werd wér zoo gedaan.
En sinds dien tijd ziet men in Artis en
in de heele Plantage-buurt weinig of
geen ringelrupsen meer. Dit jaar heb
ik er geen enkele waargenomen. De
afweertroepen hebben hun plicht ge
daan, ook buiten het hek van Artis.
ZOO werd de natuur geholpen, door
de getalsterkte van het leger
sluipwespen in verhouding tot dat der
rupsen, heel aanzienlijk te versterken.
Hiertoe zijn wij verplicht: wij brengen
de natuurlijke levensgemeenschappen
in de war door veel cultuurplanten van
een en dezelfde soort bijeen te plaatsen.
Insekten, die deze planten schaden,
hebben zoo gelegenheid zich in sterke,
dikwijls in heel sterke mate, te ver
menigvuldigen. Het evenwicht in de
natuur hebben wij verbroken, n
schaal is te zwaar belast, op de andere
moeten wij het tegenwicht plaatsen.
Dit zijn in het besproken geval de
parasieten der schadelijke insekten.
IN het leven van onze kleine sluip
wespjes is iets, wat nog niet bekend
is. Het is dit: de sluipwespjes komen
uit de eieren van den ringelrupsvlinder,
wanneer de rupsen al vrij groot zijn.
Dan duurt het nog op zijn minst meer
dan een maand, eer er de eierringen
zijn, die ze kunnen infecteeren. Immers,
de rupsen moeten zich eerst nog ver
poppen, daarna moeten de vlinders zijn
uitgekomen en nog wat later hebben
deze de eierringen om de twijgjes
gelegd.
Blijven nu die zeer kleine wespjes
al dien tijd in leven ? Het is misschien
mogelijk, maar waarschijnlijk is er
een tusschen-waard. Vermoedelijk fun
geert de rups van den witvlakvlinder
als zoodanig. De witvlakvlinder komt
heel veel in Amsterdam voor. Nimmer
zal hij schadelijk worden.
Het zal een vrij gemakkelijk onder
zoek zijn, uit te maken, of de witvlak
vlinder ons dezen dienst bewijst. Er is
geen ruim geoutilleerd laboratorium
voor noodig. Met een paar
inmaakglazen en een lapje gaas zijn we klaar.
Blijkt het, dat ons sluipwespje de
eieren van den witvlakvlinder noodig
heeft, dan is deze soort heel nuttig. Het
spuiten met derris en met water moet
dan uiterst voorzichtig geschieden,
want de rupsen van den witvlakvlinder
laten zich heel gemakkelijk los en ze
moeten juist worden gespaard!
Met derris is hier al een proef ge
nomen. Wat men gedaan heeft was
maar een proef en daarom begrijp ik
niet, waarom men in plaats van de
dure derris geen confetti heeft ver
stoven. Dan had men de burgers geen
overlast aangedaan, de jeugd een
genoegen verschaft en was goedkooper
uit geweest.
De zaak zal later door onze Beplan
tingen goed aangepakt worden. Want
alle boomen en struiken in onze stad
moeten een beurt hebben, niet alleen
die langs den openbaren weg, maar
vooral ook die in de tuinen van par
ticulieren. Want daarin vooral huizen
de akelige rupsen van den
basterdsatijnvlinder, akelig, omdat ze niet
alleen de boomen, maar ook de
menschelijke huid bedreigen. Ik vrees, dat
we hiervan nog lang zullen hooren,
zeker wel tot ver in den winter. De
rupsen zijn dan al lang weg van het
jonge goedje, dat in de spinsels over
winterd, hebben we in den winter geen
last maar ze hebben de voor ons
onhebbelijke gewoonte, herhaaldelijk
te vervellen. En de afgelegde huidjes
blijven in de boomen hangen. De
brandhaard j es ervan raken gemak
kelijk los en zullen heel wat menschen
jeuk bezorgen.
Natuurlijk mag geen boom worden
overgeslagen, ook al ziet men er zoo
dadelijk geen rupsen in. De vlinders,
die van de rupsen komen, zijn zeer
vruchtbaar en bezorgen ons een uit
gebreide nieuwe generatie.
Ik ben benieuwd naar de
honderdof misschien wel duizendtallen spuiten,
naar de bergen derris, .maar ben be
vreesd voor het belasting-biljet, dat
volgen zal.
Ik heb in de kranten gelezen, dat
men met het derris-bestuiven te laat
is begonnen en dat het warme weer
van de laatste dagen het kwaad in de
hand heeft gewerkt. Met het eerste
ben ik het meer dan eens, men had
niet een paar weken eerder, men had
zes, zeven jaren geleden al moeten
beginnen. Toen begonnen de
basterdsatijnvlinders in de buurt van den
Amstelveenschen weg en het Vondel
park in de stad te komen. Toen had
men met heel weinig moeite het kwaad
kunnen afwenden. Maar dat de warmte
de plaag erger heeft gemaakt, moet
ik tegenspreken. Door het warme weer
hebben de rupsen zich snel kunnen
ontwikkelen en daardoor is de duur
van ons lijden verkort.
Bij de vorige rupsenplaag te Am
sterdam heb ik kunnen nagaan, hoe
zoo'n plaag zich langzaam maar zeker
uitbreidt. Met die verspreiding gaat
het als met inktvlekken op een blaadje
vloei. Eerst hier en daar esn vlekje.
De vlekken worden grooter en loopen
in elkaar tot ten slotte het vloeiblad
heelerraal vol is.
De rupsen van n vlekje zijn alle
bloedverwanten van elkaar. Ze stam
men waarschijnlijk van n enkel
vlinderpaar. Dit is bij de
ringelrupsvlinders gemakkelijk te cohstateeren.
Want de soort varieert sterk in kleur
en teekening.
Vlinders kunnen goed vliegen, maar
ze verwijderen zich niet uit de buurt,
waar ze uit de pop zijn gekomen. Op
dezen regel zijn maar betrekkelijk
weinig uitzonderingen.
En ten slotte lezer, stemt met mij
in: Dood aan de schadelijke
Amsterdamsche rupsen. Leve de sluip
wespen !"
De overwinning van de fotografie
Teekening voor De Groene van L J. Jordaan
Anno 1650
HET PORTRET VAN AMSTERDAM'S BURGEMEESTER
Anno 1937
HET OOG I-N DE HAND"
Een nummer over fotografie. een revolutie in de vervaardiging van landkaarten.
JTlEN in het Stedelijk Museum te Amster- De kleurenfotografie staat aan den vooravond van
H dam onder auspiciën van de Vereeniging ongedachte mogelijkheden. De f Urn, zelf uit de
foto?*?* voor Ambachts- en Nijverheidskunst geor- grafie geboren, heeft op de niet bewegende
fotoganiseerde fototentoonstelling verschaft ons een wel- kunst weer een zeer grooten invloed uitgeoefend.
kome aanleiding, een nummer van ons blad aan En dan de journalistiek.... Was dertig jaar
de fotografie als cultuurverschijnsel te wijden. geleden het geïllustreerde blad het eenige orgaan
Want men realiseert zich te weinig, welk een dat foto's van wereldbeteekenis onder de menschen
ontzaglijke vlucht de fotograf ie, lang na Daguerre's bracht, thans heeft elk ochtend- en avondblad zijn
uitvinding, in de laatste vijftig jaren heeft ge- fotopagina en kan men zich bijna geen weekblad
nomen. In de jaren omstreeks 1887 was de
,,photographie" hoofdzakelijk het kartonnen kabinetsfor
maat met de baby op het schapenvacht j e of het
bruiloftsportret. In het jaar 1037 kiekt" niet
alleen het kantoormeisje de geliefde haars har
ten maar de techniek, of moet men spreken van de
kunst laat ons zeggen beide heeft zich in
een oneindig aantal richtingen gespecialiseerd.
Allereerst in de artistieke, maar daarnaast zijn
ook opgebloeid de technische, de röntgen-, de micro-,
de sterren-, de politie-, de reportage-, de reclame
fotografie. De fotografische luchtcarteering bracht
meer voorstellen zonder fotografische illustratie.
Het menschelijk oog is als het ware niet meer aan
het lichaam gebonden. Men kan het in de hand
nemen en in eiken gewenschten stand brengen,
maar bovendien kan men, wat dit hanteerbare
oog in verre landen en in voor ons ontoegankelijke
werelden heeft opgenomen, met eigen oogen"
voor zich zien.
In dit nrijk der onbegrensde mogelijkheden"
een losse greep te mogen doen en deze voor ónzen
lezerskring te etaleeren, is ons een aangename taak
geweest. DE REDACTIE
B
Xiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii iiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiimiiiiiiiinmiiiiiiiiiiiiit m , iiiiiitiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiuiiii
FOTOVRAAGSTUKKEN 1937
P. Schuitema
ER wordt veel gekibbeld over het feit, of fotografie
al of niet kunst is. Het lijkt mij onbelangrijk
om over deze waardebepaling een lans te
breken. Belangrijker is het, dat men bij de beoor
deeling steeds de fout maakt, haar te vergelijken
met uitingen op andere beeldende gebieden, zij
stelt zich niet met dezelfde tendenz tegenover een
opgave, als gevolg van haar eigen karakteristiek en
omdat de fotografische visie een zelfstandige is, ge
groeid uit haar eigen materie en niet overgeheveld
uit een der andere kunsten in een nieuwen technischen
vorm. De fotografische visie is onvergelijkbaar
b.v. met de schilderkunstige. Veel meer wordt m.i.
deze visie beïnvloed door de fotografische resul
taten op allerlei gebieden. Als visie staan b.v. de
fotogrammen van Mon Roy dichter bij de R
ntgenfoto, dan bij een of ander abstract schilderkunstig
resultaat, al zijn we geneigd deze vergelijking
eerder te trekken en al zal de maker van een foto
gram zelf misschien denken dat het anders is.
WE beleven optisch rnin of meer een zelfde
sensatie. Als leek zegt ons de Röntgen-foto,
afgezien van de eigenaardige voorstelling, meer als
typisch fotografisch resultaat van licht, donker en
sensationeelen vorm, dan als medisch belang
wekkend geval. Onafhankelijk dus van haar wer
kelijke functie.
De sensationeele vorm speelt in de ontwikkeling
van de fotografische visie een groote rol, zoo zelfs,
dat zeer veel menschen hun beoordeeling over de
moderniteit van een of ander werkstuk hiervan
afhankelijk stellen.
De vergelijking Röntgen-foto-fotogram, geldt
dan ook voor niets anders dan voor den op t i schen
verschijningsvorm. Beider bedoelingen hebben verder
niets met elkaar uitstaande. Vergelijken we haar
werkelijk met de abstracte schilderkunst, dan vinden
we in het fotogram een zoeken naar typische resul
taten van de inwerking van het licht via allerlei
materialen op het fotografische papier, zonder
tusschenstadiurn van een negatief, vol toevallig
heden, toon en vorm verrassingen.
De. abstracte schilderkunst daarentegen wijst alle
toevalligheden af, gaat van een vooropgesteld idee
uit en tracht deze idee tot synthese te brengen, met
negatie van reëele vormen. Het fotogram, aller
minst synthese, wordt juist typisch door rijkdom
van fotografische effecten, ontstaan uit de karakte
ristiek van het materiaal.
Waar de abstracte schilderkunst juist de sensatie
ontloopt, zoekt de maker van het fotogram de sensatie.
MEN spreekt, wanneer men zaken van kunst
beschouwt, graag in diepzinnige termen, men
rubriceert de dingen die men ziet onmiddellijk. Men
spreekt graag over diepte en innerlijkheid en kwali
ficeert de dingen in verband met de verlangde
eigenschappen, welke eigenschappen veelal, wan
neer ze toegepast worden op foto, terug te vo
U verbrand in de zon?
Als déhuid van Uw gelaat, hals en armen door
de zon pijnlijk verbrand is, of dat gij U bij het
fietsen hebt doorgezeten, doe er dan onmiddellijk
Purol op. Dit verzacht en geneest spoedig.
Purol (wit en geel) beide in doozen van 30 en
60 et, tube 45 et. Bij Apoth. en Drogisten.
ren zijn op de gebieden der vrije beeldende kunst.
Beantwoordt een beeldend resultaat riiet aan een
der onbewust verlangde kwaliteiten, dan wordt zij
gerubriceerd onder techniek, of ondergeschoven,
als lagere vorm, bij een der beeldende kunsten.
Allerlei dwangvoorstellingen en waandenkbeelden
spelen hierbij een belangrijke rol. Men aanvaardt
nu eenmaal niet graag zonder meer.
Zoo is het dan ook met wat men noemt,,abstracte
resultaten", zooals de fotogrammen, die onmid_
dellijk gerubriceerd worden onder de abstract,
schilderkunstige resultaten. Deze gevaarlijke rubri
ceering strekt zich over allerlei gevallen uit.
Overal is een vergelijkend geval bij de hand. Dat
dit in den kring der jongere fotografen al opge
helderd is, wil ik niet beweren. Ik denk wel dat
hierover nog een en ander te zeggen zou zijn.
Willen we de fotografische visie min of meer
begrijpen, dan zullen we alle mogelijke gebieden,
waar de foto gebruikt wordt, met elkaar moeten
vergelijken en in verband met elkaar moeten be
schouwen. Een dergelijk vergelijkend beeld zal de
tentoonstelling foto 1937 trachten te geven.
GEVAARLIJK is het inderdaad, om uit het
isolement van een speciaal gebied der foto
grafie, de fotografische visie te willen verduide
lijken. Al te zeer hebben we al weer te maken met
geijkte, door de goe-gemeente goedgekeurde, foto
grafische normen. Al te zeer wordt merkbaar een
vragen naar nieuwe sensationeele oplossingen. Al
te zeer wordt het ons duidelijk, dat men zich alge
meen eigenlijk slechts voor den sensationeelen
verschijningsvorm der moderne fotografie interes
seert. Noodzakelijkerwijs moest de nieuwe vorm,
als gevolg van de nieuwe visie, sterk het sensatio
neele element in zich dragen, maar het is niet de
eigenlijke waarde, al is het een belangrijk en
prettig deel.
Van den kant der fotografen zelf, speelt daarbij
de mentaliteit van velen, c.-a toch maar bij de
kunst met groote K te bêhooren, een groote rol, die
de verwarring nog erger maakt.
Antwoorden op de steeds weer herhaalde opmer
kingen, ,,dat de fotografie mechanisch is en de
individualiteit geweld aandoet, is alleen mogelijk
via een duidelijk stellen der zaken, d.w.z. dat we
niet in vergelijking moeten treden met welke uiting
van andere kunsten dan ook, omdat elke verge
lijking valsch zou zijn. Maar uitgaan van het een
voudige feit, dat de middelen, de apparatuur dus,
volledig anders is en geheel andere kwaliteiten in
zich bergt en dus ook geheel andere resultaten
opleveren moet. Als spraakmiddel een geheel
ander en in zijn ontwikkeling geheel verschillend.
We moeten deze ontwikkeling zien in verhouding
met de ontwikkeling van het apparaat en met de
gewijzigde omstandigheden der menschen, en
duidelijk stellen, dat de fotografische visie niet een
gevolg is van toevallige voorkeur, maar noodzake
lijk gevolg van de twee belangrijkste omstandig
heden. De veranderde maatschappelijke verhou
dingen en de veranderde fotografische apparatuur.
Geen modekwestie, maar periode in de ontwik
keling van de fotografie. Als we over de mogelijk
heden van dit nieuwe spraakmiddel spreken, moeten
we de wonderlijke schoonheden bedenken die dit
apparaat ons heeft gebracht, schoonheden die door
geen ander beeldend middel te bereiken zijn en
daarom alleen al volledig anders dan elke andere
beeldende Uiting van den mensch. .
PAG. 5 DE GROENE No.3133
Portretstudie van een liggende. Negatief afgedrukt
(Foto C. Blazer. Tentoonstelling Foto
'37. Stedelijk Museum, Amsterdam)
Gebieden zijn voor ons geopend, waar we nooit
van gedroomd hadden, onze oogen zijn geopend
voor dingen, waarmee alleen de specialist van
nabij kennis maakte en waar we alleen den
uiterlijken schijn van ondervonden.
Heel andere gebieden dan die der zoogenaamde
kunstfotografie, oneindig veel belangrijker dan de
romantische producten van een, achter vergane
en opnieuw vergulde perioden aanloopende horde
gevoelsacrobaten.
Ik tast hier heilige huisjes aan, maar in de ont
wikkeling van een zoo belangrijk spraakmiddel is
dit niet meer dan natuurlijk. Na tientallen jaren
misbruiken, is het apparaat opnieuw ontdekt,
onafhankelijk van deze categorie fotokunstenmakers
en we voelen ons gelukkig afgerekend te hebben
met deze mentaliteit de fotografie te degradeeren
tot imitatie van andere zwart-witkunsten.
WE hebben ingezien dat de fotografische visie
van het statische in het dynamische is over
gegaan, dat ons standpunt niet opnieuw op andere
wijze is verstard, maar dat ze zich juist uit deze
verstarring, uit deze romantische zwelgpartijen,
heeft losgemaakt, bewegelijk is geworden en
daarom juist weer de mogelijkheden van ontwik
keling in zich kan dragen. Dat ze den sprong in
de ruimte heeft gedaan.
Wij meenen, dat ze nog maar in het begin van
deze ontwikkeling staat en een sociale functie gaat
vervullen en reeds vervult, als geen beeldend
middel vóór haar. Dat onze beeldende middelen
verrijkt zijn met n, die in volmaaktheid de vorige
verre overtreft. Dat het een beeldend middel is,
belangrijker, dan het schrift, hot meest inter
nationale beeldende spraakmiddel, naast de radio
en de film, al worden alle drie ook in hoofdzaak
misbruikt voor kitsch en als belangrijkste sociale
taak het banale amusement hebben.
Vraagt geïllustreerde prospect!
Ook de verhnurvoorvraaraen
15e»ichtifling: garage Roegieal. Blaricum.
?UUHdlM
17
Virkrljfbur In d«n boakhwidtl.
l
p
te.