De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 26 juni pagina 2

26 juni 1937 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

l \ DE GROENE AMSTERDAMMER Opgericht m 1877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ui No.3i34 Redactie: Mr. R. H. DIJKSTRA, Mr. M. KANN, Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO, TH. MOUSSAULT en Mr. W. VERKADE Red. en administr.: Keizersgracht 355, Amsterdam C. Telefoon 37964 - Pos tg l ro 72880 - Gem. giro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar. Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd. VERBLEEKTE AUREOOL Coli/n, en de coalitie in nieuwe Mr. W. Ver kade EINDELIJK, na bijna een maand van zoeken en tasten, is het dan toch zoo ver l Het nieuwe ministerie is tot stand gekomen. Dr. Colijn is geslaagd in zijn kabinetsformatie. Dat wil zeggen: hij is er in geslaagd premier te blijven en negen capabele mannen te vinden die de negen portefeuilles onder hun hoede kunnen nemen. Maar overigens heeft hij stap voor stap moeten terugwijken voor desiderata, welke de zijne niet waren en voorwaarden, die tegen zijn oorspronkelijke bedoelingen, ook tegen openlijk beleden bedoelingen, ingingen. In zijn Eerste-Kamerrede bij de jongste begrootingsdebatten heeft onze premier onmiskenbaar de verwachting gewekt, dat hij definitief zou breken met de reeds veel te lang gerekte traditie der coalitie-kabinetten. Hij heeft daarbij gesproken van Christelijke beginselen der samenleving, maar zich ook gewend tot hen, die krachtens traditie aan de openbaring van de levenswaarden van het Christendom vasthouden." Al viel het van den antirevolutionnairen leider nauwelijks te verwachten, dat hij het Christendom in deze zwakke, of zelf s in nog wel sterker vormen bij personen of groepen in de S.D.A.P. zou herkennen, men had het toch wel uitgesloten geacht, dat hij voet zou geven aan een denkschema, dat de kiezers der drie rechter partijen en daaronder de omstreeks xoo.ooo stemmen van voormalige liberalen tot de Christenen, en minister van Lidth de Jeude, ja minister Oud, (die toch waarlijk in de afgeloopen jaren zijn Christelijke geloofsovertuiging niet onder stoelen of banken heeft gestoken) tot de paganisten" rekent. Des niettemin heeft dr. Colijn reeds bij het begin van zijn opdracht een duidelijke discriminatie aan den dag gelegd tusschen de rechter en de linkerzijde, door alleen rechtsche fractieleiders uit te noodigen tot zijn eerste besprekingen en vervolgens tot be sprekingen met eventueele candidaten uit de ver schillende partijen over te gaan. De tweede stap terug was het laten vallen van mr. Oud als candidaat voor het nieuwe kabinet. Nadat afgezien was van de medewerking van de partijen der linkerzijde als zoodanig, was het inder daad niet gemakkelijk een vorm te vinden, waarin mr. Oud, die in zoo menig opzicht de verper soonlijking van zijn partij is geworden en gebleven, met eere zijn ministerschap had kunnen voortzetten. Te minder, omdat de Roomsch-Katholieken, wier fractieleider wel zeer intens bij de formatie betrokken is geweest, uiteraard bezwaar zullen hebben gehad tegen een man, op de sleutel positie van Financiën" met wiens economische 'denkbeelden velen hunner het in de afgeloopen jaren in menig opzicht oneens zijn geweest. Toch zal het ongetwijfeld voor velen in den lande een groote teleurstelling zijn, dat de formateur niet met alle kracht een regeeringscombinatie heeft beproefd, waarin zijn trouwste en bekwaamste medewerker in de afgeloopen jaren, een hem toekomende plaats zou kunnen innemen. Zijn woorden tijdens de verkiezingscampagne en op den 26sten Mei zelf aan Oud gewijd hadden noch doen verwachten, dat hij den vrijzinnig-democraat een onaannemelijke basis zou voorleggen, noch dat hij zoo spoedig in de schijnbare onvereenigbaarheid van vrijzinnig-democratischen en roomsen katholieken steun zou berusten. IN tweede instantie heeft de formateur toen in plaats van óf zijn opdracht neer te leggen óf in extraparlementairen vorm toch zijn opzet door te zetten, of wel over te gaan naar de andere moge lijkheid het zuiver rechtsche kabinet eerst nog de halfslachtige oplossing geprobeerd van een rechtsch kabinet - met - schijnbaar - breedere - basis. Wanneer de heeren De Graeff en Van Lidth de Jeude te bewegen waren geweest als, vakministers" op te treden, zonder op de principieele beslissingen be langrijken invloed te kunnen uitoefenen, had dit aan het kabinet misschien een ietwat krachtiger voorkomen kunnen geven, maar in wezen zou het resultaat reeds hetzelfde zijn geweest. Dat hebben de heeren zelf ook beseft en zij schijnen daarom tenminste nog een derde vrijzinnige collega, be nevens eenige wijzigingen in de basis van samen werking als voorwaarde te hebben gesteld. Ook op dit punt heeft de premier zijn zin niet kunnen krijgen tegenover zijn coalitiegenooten. En zoo is hij tenslotte met een doodgewone coalitie voor den dag gekomen met n partijloozen vakminister zoo als dat ook in de formaties van Ruys de Beerenbrouck niet ongebruikelijk was, en die in casu bovendien nog van katholieken huize is. Zoo heeft de sterke man" in de verbeelding van tienduizenden kiezers, in geen enkel opzicht vol daan aan wat juist deze kiezers van hem verwachtten. En hiermee is in luttele weken de aureool verbleekt die hem "tijdens en na de verkiezingscampagne omzweefde. De sterke man" is een sterke oppor tunist gebleken; hij die zonder de partijen zijn regeering wenschte te vormen heeft tegenover partijleiders op bijna alle punten concessies gedaan; en hij heeft tal van standpunten opgeofferd om zijn politieke standplaats te kunnen behouden. HEEFT dr. Colijn nu tenminste een homogene meerderheid achter zich, die de lijn van zijn vorig kabinet zal voortzetten? Men moet dit be twijfelen, al zal de homogeniteit, althans op de twee hoofdpunten van het toekomstig beleid de sociaal-oeconomische vraagstukken en de ver sterking der defensie ' sterker zijn dan wanneer liberalen of vrijzinnig-democraten in. het kabinet hadden zitting genomen. Maar of er binnen dit kabinet geen sterke spanningen zullen ontstaan nu de katholieke critici van het aanpassingsbeleid met vier zetels een zoo sterke positie innemen in het nieuwe kabinet? Waarbij ten overvloede mr. Steenberghe, die in dit opzicht het meest op den voorgrond is getreden, het nieuwe ministerie van Oeconomische zaken, dat ook weer den landbouw en de visscherij omvat, onder zijn leiding krijgt? Het is toch nauwelijks denkbaar dat de katholieke ordenings denkbeelden, en hun neiging tot protectionisme, vereenigbaar zou blijken met de liberale denkbeelden van Colijn op dit gebied. Daarbij komt, dat drie van de vier katholieke ministers van een heel, wat jongere generatie zijn dan de ministers der Protestantsche partijen, die in denkwijze en levensstijl vrijwel alle nog tot de vóóroorlogsche generatie behooren en tot degenen die liever achterom dan vooruitzien. Dat kan men zelfs van mr. Romme, ondanks zijn bekende .autocratische denkbeelden op staatsrechtelijk gebied, niet zeggen, noch van minis^ ter Welter sinds hij, naar het schijnt, als bewonde raar van de New Deal uit Amerika is teruggekeerd. PAG. 2 DE GROENE No.3134 .Vaderlandslievende schobbers HARDNEKKIG duiken de verhalen telkens weer op, dat automobilisten in Frankrijk aan hooge afpersingen ten bate van Volksfront inzamelingen" bloot zouden staan en de politie zich hier tegenover machteloos zou verklaren. Het Rotterdamsch Nieuwsblad" nam zelfs een dergelijk verhaal uit de niet bepaald overbetrouwBurgerlijke Anton van Duinkerken ET eigenlijke nieuws van de kranten is, dat de menschen altijd dezelfden blijven. Verder staat er gewoonlijk niet veel in. Wat met vette koppen gedrukt wordt, verhuist gedeeltelijk naar de geschiedenisboekjes van later, en is dan ook grooten» deels van later zorg. Voor den tijdgenoot heeft het vol strekt geen belang. Maar in de kleine lettertjes, in de geniepige binnenlandsche berichtjes, in de vale polemiekjes van allen dag, in de ingezonden zouteloosheden openbaart zich herhaaldelijk een mentaliteit^ die gevaarlijker is dan alle groote en verderfelijke stelsels, omdat ze den triomf van het eindeloos kleine voorbereidt. In den waterdruppel, zegt men, schui len alle geheimen van den kosmos, en zoo wordt de volledige problematiek van dezen zér onaangenamen tijd geborgen in de onbelangrijkheden van den dagelijkschen omgang. Het is de vraag maar, wie haar zal wie haar niet zal vinden. De lezende menigte verheugt zich, omdat het lieve vaderland het juk der dictatuur weigerde, gelijk het lieve vaderland in alle eeuwen zijner geschiedenis ge daan heeft. De uitslag der jongste verkiezingen be vestigde de kracht der diepste trekken van den Nederlandschen volksaard: afkeer van tyrannie en van grootspraak. Maar heel onze vaderlandsche geschie denis hoe stichtelijk ook om te lezen wemelt van de kankerachtige partijschappen, de Hoekschen en Kabeljauwschen, de Heekerens en Bronkhorsten, d Lokhorsten en Lichtenbergers, de Schieringers en Vetkoopers, tot de Patriotten en Prinsgezinden toe. De N.S.B.ers passen precies in dit schema. Onze be hoefte aan verdeeldheid is minder schandelijk dan ze lijkt, want ze brengt een wijs gevoel voor de betrekkelijkheden des levens tot uitdrukking en berust op de mogelijkheid van een koopmansvolk om alle zaken gelijktijdig van beide kdhten te bezien. Maar dan moeten er, wel te verstaan, twee toeschouwers zijn. In zijn eigen standje is een ieder absolutist. Wat de ander doet, is slecht gedaan. Het wordt gewantrouwd, ver dacht gemaakt en er wordt vooral ergernis aan ge nomen. Met een graagte, grenzende aan gulzigheid. Een schoone gelegenheid om het accentueeren van de partijtegenstellingen in deze coalitie door generatie-verschil te voorkomen, is verzuimd door de Christelijk-Historischen, voor wie het toch waar lijk niet onmogelijk geweest zou zijn een of twee van de frissche groep jongeren van j,De Nederlander'Hn aanmerking te laten komen voor een minis terzetel, eventueel mét een andere schikking der portefeuilles, in plaats een minister Slotemaker de Bruine, wiens terugkeer wel weinigen verwacht zullen hebben, en mr. van Boeyen, die een voor treffelijk gedeputeerde is en een goed voorzitter van den Radioraad, maar die verder politiek toch een minder opmerkelijke figuur is dan de promi nenten der Nederlander"-groep. ZOO vertoont dit nieuwe kabinet, dat zijn een heid vindt in beginselen, die slechts op een beperkt onderdeel van de vraagstukken, waarvoor het in de eerste jaren komt te staan, een antwoord geven en dan nog vaak een antwoord dat in zijn con crete toepassing bij de verschillende groepen verschil lend luidt?een tweeslachtig karakter op sociaaleconomisch terrein. En het zal voor een groot deel ervan afhangen, welke krachten het in deze twee heid zullen winnen, of zij die beseffen wat Neder land zoo dringend behoeft om, het gif van de poli tieke verwarring, de verzwakking van de werkloosbare Nation Beige" over. Thans publiceert de A.N.W.B., na een enquête onder tweehonderd automobilisten, een verklaring, dat deze geruch ten door geen enkel feit bevestigd zijn. Het schijnt dat er ook in Frankrijk lieden zijn, die meenen dat het ware nationaliteitsbesef meebrengt, lasterpraatjes ten nadeele van hun land te verspreiden onder vreemdelingen, die deze lastig kunnen controleeren. IIIIIIIUIHIIIIUIIiniUUIUIUIIIIHIIIIIIWIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIttlllllli kwaadaardigheid neemt de Hollander ergernis aan den Holtander. De krant vertelt u de voorbeelden iederen dag. Veldwachters nemen ergernis aan het onvermogen van handelsreizigers om te gelooven in de wonderen, welke de Bijbel verhaalt. Dominees nemen ergernis aan den propagandistischen ijver der jongens van Brabantia Nostra. De radio-controle-commissie neemt ergernis aan het feit, dat ds. Horreüs de Haas praat over de politiek, als hij praten moest over den Heiligen Geest. Ds. Horreüs de Haas neemt ergernis aan het feit, dat de radio-controle-commissie ergernis neemt. August Defresne neemt ergernis aan de tooneelkritieken van Maurits Uyldert. Lustrumstudenten voeren een stuk op, waarin Romain Rolland zich ergert over de Godsvoorstelling van de meeste gewone menschen. Het gemiddelde Nederlandsche dagblad kraait de zegepraal van al die ergernis uit of neemt nieuwe ergernis aan de genomen ergernis. Niemand laat niemand met rust op dit stuk, want iedereen ergert iedereen. Het exploiteeren dezer kleine gevoeligheden ge schiedt altijd in de grootst mogelijke woorden en na mens de gewichtigst mogelijke beginselen. Achter een handelsreiziger ontwaart men een universum van zedenbederf en een ietwat aangeschoten Jordaanbewoner, die hartgrondig zijn gemoed lucht, maakt men tot den vertegenwoordiger van alle Godsvijandige machten uit aarde en hel. Dit alles verricht men zonder eenige vroolijkheid, gedreven door een even zwaarmoedig als ongemotiveerd verantwoordelijkheids besef. En men streelt zijn zelfbewustzijn met de onwaarschijnlijke gedachte, dat men vuriger is opge komen voor de geestelijke goederen der menschheid, naarmate men zijn buurlieden pijnlijker heeft lastig gevallen. Deze geniepige manier van het verheerlijken zijner eigen onhebbelijkheden als waren het strijdkrachten in een grootsch geestelijk gevecht, teekent de mentali teit van kleine belangzucht, eigen aan de samen leving in een overigens bewoonbaar landschap van veehoeders en neringdoenden. Het is gewone, burger lijke kwaadaardigheid, niet bijster belangwekkend, maar de kranten staan er dagelijks vol van en worden er grauw door. Meer humor, minder ergernis! heid, de koorts van belangentegenstellingen tus schen stad en platteland en de bloedarmoede van het volksonderwijs te keeren, althans met gedeelte lijke vreugde dit nieuwe kabinet kunnen begroeten. Want voor hen blijft de gedachte, dat de werking van het Christendom het best bevorderd zou kunnen wor den door kerkelijk georiënteerde partijfc r.natie, sinds de pacificatie inzake den schoolstrijd een verouderde these, omdat tegenover een gering aantal practische doelstellingen is komen te staan de critiek van de dialectische theologie, het voorbeeld van de Duitsche Centrumpartij, de oecumenische be weging en het herleefde godsdienstig bewustzijn in alle kringen der linkerzijde, ook in zijn conse quenties op maatschappelijk en staatkundig gebied. Deze antithese is daarmee geworden tot een irr.eëele en verwarrende scheidslijn door ons volk, dat zoo dringend behoef te heeft aan weder zij dsch vertrouwen en gezamenlijken opbouwenden arbeid. Nu spoedig bruin worden! Want een blanke huid wordt rood en pijnlijk door de zon. Gebruik daarom tijdig AM l LD Azonnebruincrême, die Uw huid beschermt tegen vervellen en zonnebrand en U tevens snel mooi bruint, óók bij weinig of geen zon. Flacon 90 et. Tube 60 et. Doos 50 en 25 et. IN FRANKRIJK HEEFT HET MINISTERIE BLUM plaats gemaakt voor een ministerie Chautemps. De heer Chautemps heeft er niet lang over gedaan om een ministerie te vormen. Belangrijke politieke problemen waren er dan ook niet op te lossen. Dat het ministerie Blum bij de senaatsbehandeling der volmachten-wet struikelde, moet niet zoozeer aan politieke tegenstellingen toegeschreven worden, dan wel aan puur financieel-technische moeilijkheden, die Blum en zijn minister van financiën, Vincent Auriol, niet vermochten op te lossen. Beiden zijn dan ook in het nieuwe volksfront-kabinet (dat meer radicaal en minder socialistisch is) wederom met portefeuilles vereerd. Blum zelfs met het vicepresidentschap van den ministerraad. Evenals Engeland kent ook Frankrijk deze instelling van vice-premier. Door Leon Blum zal dus nog steeds de stem van het regeeringsbeleid spreken en hij zal op dit beleid een invloed hebben, die niet zoo heel veel geringer zal zijn dan in het jaar van zijn premierschap. Een vondst is Georges Bonnet, tot dit oogenblik nog buitengewoon ambassadeur te Washington, 'als minister van financiën. Hij is eenige malen minister geweest; reeds in 1933 minister van financiën, na voor dien als speciaal begrootings-minister en minister van pensioenen met dit terrein vertrouwd geraakt te zijn. Een half jaar geleden is hij geen vakdiplomaat naar Washington gestuurd als ambassadeur van de Fransche Republiek met de bijzondere opdracht om het financieel accoord tusschen Frankrijk en de Vereenigde Staten (en Engeland) te verstevigen en er toe mede te werken om van dit platform af tot bevrijding en verruiming van den wereldhandel te komen. Laatstelijk was Bonnet hierover met Van Zeeland in contact getreden. Zoo iemand, dan is binnen dit politieke kader Georges Bonnet zeker de man, die er weer in kan slagen het financieel vertrouwen te Parijs terug te doen keeren. Hoe dat is een andere zaak. Volgens sommigen (en men mompelt dat de afge treden leden van het uitgeputte egalisatie-fonds Rist, Baudouin en Rueff tot deze conclusie waren gekomen, hoewel zij van huis uit toch geen voor standers van inflationistische maatregelen zijn) zou dat tenslotte alleen te bereiken zijn door een adjusteering van het financieel evenwicht in dier voege, dat het peil der kostprijzen wederom zoo wordt, dat met het buitenland geconcurreerd kan worden. Welke omhaal van woorden beteekent: een nieuwe devaluatie van den Franc. HET VEELGEPLAAGDE OUDE EUROPA MIST DE elasticiteit, die Frankrijk in staat stelt zich telkens weer onverwacht snel van een crisis te herstellen. Door den Spaanschen burgeroorlog wordt Europa keer na keer voor steeds dreigender ver storing van den nog steeds bestaanden vrede gesteld. Zal deze Europeesche vrede, die reeds lang een schijn-vrede is geworden, werkelijk nog lang in stand kunnen blijven? Aan het eind van de vorige week is Bilbao ge vallen. De positie van de wettige regeering is nu in Noord-West Spanje nog maar smal. Toch is er geen reden om aan te nemen, dat de verovering van Bilbao een algeheele ommekeer in den staat van zaken in Spanje beteekent. Intusschen is de ver overing van de Baskische hoofdstad door de troepen van Franco bereikt met behulp van veel nieuw materieel. De Basken daarentegen beschikten daar niet over. Tegen de vele vliegtuigaanvallen (waarbij opnieuw honderdtallen onschuldige burgers door mitrailleurvuur werden weggemaaid) vermocht men zich niet te beschermen. Hoe komt het, dat de opstandelingen toch weer over nieuw materieel beschikten ? Eden heeft daarover in het Lagerhuis het noodige gezegd. De Engelsche minister van buitenlandsche zaken wordt langzaam maar zeker onheilspellend openhartig. De linksche Engelsche pers vindt hem intusschen nog niet openhartig en beslist genoeg. De situatie eischt inderdaad beslistheid en tact. Anders staat morgen heel Europa in brand. Beide beslistheid en tact toonde Eden inzake het nieuwste Duitsche incident. Over den torpedoaanval" op den kruiser Leipzig laten wij in dit blad een bij uitstek deskundige aan het woord. In dit overzicht behoeven wij ons slechts tot de conse. quenties van. dit incident te beperken, dat Duitschland en Italiëde aanleiding gaf, die zij zochten, om zich uit de internationale contröle-samenwerking terug te trekken. Dat beteekent, formeel gezien, PAG. J Pf GR&ENE No.3134 nog niet zoo heel veel. Engeland en Frankrijk zouden zich nu met de geheele controle kunnen belasten. Maar zelfs wanneer Duitschland en Itali de non-interventie-commissie met hun passieve tegenwoordigheid blijven vereeren, zal daar toch het gevolg van zijn, dat deze geheele comedie weer in zijn ouden staat van schijn ophouden terug valt. Wij merkten de vorige week reeds op dat Engeland Duitschland trachtte te fleuren. Von Neurath was uitgenoodigd om naar Londen te komen. De be doeling zal niet anders geweest zijn, dan Duitschland van Italiëlos te weken. Zoowel te Berlijn als te Rome wordt nu deze poging Verijdeld. Duitschland, dat eerst wel naar de lessen van Londen had willen luisteren, bleek na het laatste incident weer on handelbaar. Von Neurath liet afzeggen. Duitschland eischte in de niet-inmengingscommissie een collec tief optreden als gevolg van den volstrekt nog niet objectief vastgestelden duikboot-aanval. Eden wei gerde dit resoluut. Nu zal Duitschland zelfstandig voor de verdediging van zijn eer" zorgen. Toen ruim een maand geleden de periode aanbrak waarop de terugroeping der vrijwilligers ernstig aan de orde gesteld moest worden r- waardoor inderdaad het principe van non-interventie ver wezenlijkt had kunnen worden weren wij er op dat deze terugroeping der vrijwilligers een onmo gelijkheid was. Zij kón niet acceptabel zijn voor de fascistische staten die wel alles in het werk zouden moeten stellen om dit plan (dat zij niet openlijk konden bestrijden) te dwarsboomen. Dat is nu gebeurd. Eerst door de Deutschland, toen door de Leipzig. Maar dit laatste incident beteekent mér. Duitsch land was den Spaanschen burgeroorlog inderdaad reeds moe geworden. Het dreigde te zwichten voor den Engelschen druk. Van het Deutschland-incident trachtte toen Italiëgebruik te maken om den band met het fascistisch broederrijk weer hechter te maken. Dat lukt niet. De Duitschers bleven Londen nog naar de oogen zien, vooral toen door Downing Street ernstige vertoogen tot Berlijn ge richt werden naar aanleiding van de beschieting van Almeria. Voor zulke vertoogen bleek Berlijn gevoelig. Dit kon Italiëniet welgevallig zijn. Is het verwonderlijk dat nu in Engelsche bladen het vermoeden geuit wordt dat de looze torpedoaanval op de Leipzig slechts ten doel had Duitsch land te toonen dat zijn schepen in gevaar verkeerden en dat het maar n koers kon volgen, die van Italië? Valencia ontkent, dat het met dit voorval ook maar iets te maken zou hebben. En het biedt bewijs aan. Is het nu verwonderlijk dat het gerucht ontstaat dat de duikboot in kwestie een Italiaansche onderzeeër was? WIJ ZIJN ZOO AFGESTOMPT, LANGZAMERHAND, dat wij nauwelijks meer acht slaan op dage lij ksche gemengde berichten van zoo ernstigen aard, dat daar in andere tijdsomstandigheden lange en ernstige beschouwingen aan zouden worden vastgeknoopt. Dat blijkbaar door expresselijk daar toe uitgezonden politieke agenten twee Italianen in Frankrijk vermoord worden (waarvan er intusschen slechts n een tegenstander van het regiem van den illusteren Duce is), daarvan nemen wij met een gelijkmoedigheid kennis alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. En dat is het ook! Al is het een schande voor ons geslacht, dat te moeten bekennen. Demonstraties in Belgiëtegen de amnestie-wet hoe begrijpelijk ook op zich zelf zijn uitingen, die wij inderdaad naast ons neer kunnen leggen. Meer interesseert ons wat Van Zeeland in Amerika zal bereiken op zijn kruistocht voor een actieve internationale politiek voor economisch herstel. HET INTERNATIONALE LANDBOUWCONGRBS heeft in Den Haag, over acht secties verdeeld, gearbeid aan de vele groote vraagstukken, waar voor deze oudste en fundamenteele productietak in de moderne wereld is gesteld en heeft Dinsdag zijn plechtige slotbijeenkomst gehouden. Als resultaat van dit congres kan naast tal van technische voorstellen tot verbetering van de welvaart ten plattelande een sterke aandrang tot bescherming van de boter tegenover de margarine geconstateerd worden, hoofdzakelijk door verplichte kenbaarkruq brut tna.mpa.Qne m ~im% '<* TAVJ. 10 WCUIM/CI1C

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl