Historisch Archief 1877-1940
I;
..?j"- .."ijpa^prw*."..-- .
t .:.??*&?.,.:, i
l
Jl.
'x.
DE GROENE AMSTERDAMMER
Opgericht in 1877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND «'? »Mr8*n8 No.3l36
Redactie: Mr. R. H. DIJKSTRA, Mr. M. KA N N,
Mr. N. J. C. M. KAPPEYNËVAN DE COPPELLO.
TH. MOUSSAULT en Mr. W. VERKADE
Red. «n admlnistr.: Keizersgracht 355, Amsterdam C
Telefoon 37964 - Pos tg i ro 72880 - Gem. giro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd.
Een overwinning der democratie?
Antwoord aan Prof. Goudriaan
IN De Groene Amsterdammer van de vorige week
heeft prof. Goudriaan aan de kabinets-formatie
enige beschouwingen gewijd, die naar mijn
mening de politieke gebeurtenissen van de jongste
tijd in een onjuist licht plaatsen. Ik veroorloof mij
daarom naar aanleiding van die beschouwingen
het volgende op te merken.
Prof. Goudriaan acht de vorming van een rechts
kabinet een resultaat, dat niet alleen in overeen
stemming is met de uitslag van de verkiezingen,
maar dat tevens in het belang is der democratie.
De schrijver is van oordeel, dat de winst van een
zestal zetels, die de Anti-Revolutionnaire Partij en
de Vrijzinnig-Democratische Bond verwierven', in
vergelijking met de uitslag van de Staten-verkie
zingen niet de doorslag mocht geven bij de samen
stelling van het Kabinet. Deze winst toch is in het
bijzonder te danken aan de invloed van de
lijstaanvoerders van de twee genoemde partijen,
dr. Colijn en mr. Oud. Daar tegenover staat,
volgens prof. Goudriaan, de 48 of 49 procent van
het Nederlandse volk, welke niet onder invloed
van bepaalde personen, maar door de objectieve
kracht der beginselen zich aan de drie rechtse
partijen gebonden voelden.
Reeds dadelijk moeten wij deze tegenstelling
wraken. Het moge waar zijn, dat in de
AntiRevolutionnaire Partij de personen van dr. Colijn
en in de Vrijzinnig-Democratische Bond die van
mr. Oud, mede omdat zij de erkende leiders zijn
geweest van het Kabinet sinds 1933, sterk op de
voorgrond zijn getreden, men mag bij de beoor
deling van de uitslag der verkiezingen niet de
personen van de twee genoemde lijstaanvoerders
los maken van de partijen, waarvan zij de be
ginselen, zowel tijdens hun regerings-periode als
in de verkiezingsstrijd, hebben verdedigd en, zo
veel de omstandigheden dit toelieten, in toepassing
hebben gebracht. Ook bij andere partijen zijn
figuren op de voorgrond getreden: mr. Goseling,
ir. Albarda, jhr. de Geer, die ieder voor zich be
langrijk hebben bijgedragen tot versterking van
het vertrouwen in hun partijen. Zeker mag men
niet tegenover de winst van de twee genoemde
partijen stellen het totaal van het aantal stemmen,
uitgebracht op de drie rechtse partijen, zonder de
winst der Anti-Revolutionnairen.
Nu de twee partijen, wier vertegenwoordigers in
het regeringsbeleid van de laatste jaren het grootste
aandeel hadden, na een periode van grote econo
mische moeilijkheden, bij de verkiezingen niet
slechts hun positie handhaafden, maar beide met
belangrijke winst uit de verkiezingsstrijd te voor
schijn kwamen, lag hierin een aanwijzing dat dit
beleid een toenemend vertrouwen genoot.
Dit element in de uitslag der verkiezingen aan
te duiden met de term van het kleine bergje heen
en weer waaiend stuifzand", schijnt onjuist. In
ieder geval bewees dat bergje stuifzand" uit welke
hoek de staatkundige wind woei bij de verkiezingen.
OF. Goudriaan is vol lof over de voortreffelijke
politiek» welke de R.K. Staatspartij de laatste
l* ,J7»~ ?^^ «__y .w- w^?w, « , »»?«?» ff ^HtfHfWrjp li» ? ~*| ^JTiT . ?«««?WWV
jaren heeft gevoerd. De Katholieke Kamerfractie
zou zich reeds in 1935 hebben los gemaakt van de
*. ___,»_ __!__. .__ -__1ïX. * <._ -JL» -' 4 - A- TJ^ _ «. * _ A. j*h <? ?? ' - w*«
aanpassingspolitiek van het Kabinet Colijn. Hij
Mr. A.MJoekes,
de leider der Vrijzinnig
Democratische fractie in
de Tweede Kamer, rea
geert In onderstaand
artikel op het betoog
van professor Goudriaan
over hét democratische
element in de kabinets
formatie in ons nummer
van de vorige week.
verwijt in het bijzonder aan de Vrijzinnig-Demo
cratische Fractie, dat deze in 1935 medewerking
geweigerd heeft aan de poging van prof. Aalberse
tot vorming van een kabinet op de breedst mogelijke
basis en dat zij daardoor heef t bevorderd dat de
noodlottige aanpassingspolitiek" nog meer dan
een jaar lang kon worden voortgezet. Daarom
zouden de rooms-katholieken zijn te loven, dat zij
thans de gelegenheid hebben aangegrepen om zich
te ontdoen van de medewerking van hen die in
schijn hun bondgenoten in het Kabinet, in werke
lijkheid de bewakers zijn geweest, die hen in het
verleden tot machteloosheid hebben gedoemd."
Deze voorstelling van zaken miskent enkele
essentiële factoren, welke van belang zijn bij de
beoordeling n van de Kabinetscrisis van 1935
n van de Kabinets-formatie van 1937.
De Kabinetscrisis van 1935 moet staatkundig
als een vergissing worden beschouwd, omdat zij
werd te voorschijn geroepen door een uitdaging
van den minister-president tot de Katholieke
Kamerfractie om te verklaren of die fractie ver
trouwen stelde in het regeringsbeleid zonder dat
de vraag betrekking had op een concreet wets
ontwerp. Het antwoord van den voorzitter der
Rooms-Katholieke Fractie luidde ontkennend voor
het geval een motie van vertrouwen (die in onze
staatkundige practijk nagenoeg nooit voorkomt en
die ook niet was voorgesteld) zou worden ingediend
en in stemming zou worden gebracht.
Daardoor ontstond een Kabinetscrisis, waarbij
de grondslag ontbrak voor de vorming van een
nieuw Kabinet. Immers omtrent de te volgen
sociaal-economische en daarmede verband houdende
financiële politiek heerste groot verschil van mening,
ook onder de katholieken. Men dénke in het
bijzonder aan het vraagstuk der vermindering van
vaste lasten, dat nauw verband hield met het
monetaire probleem. Onder die omstandigheden
bestond geen uitzicht op de vorming van een
nieuw kabinet, hetwelk ten aanzien van de
sociaaleconomische vraagstukken een krachtige eensge
zinde politiek zou kunnen voeren. Het landsbelang
zou door het optreden van een ministerie, dat in
zichzelf verdeeld was, stellig niet zijn gediend. De
anti-democratische elementen zouden er in sterke
mate zijde bij hebben gesponnen en de gelegenheid
te baat hebben genomen om op de zwakheid der
democratie te wijzen.
Het was op die gronden, dat de
VrijzinnigDemocratische Fractie heeft gemeend' geen mede
werking te kunnen verlenen aan de vorming van
een nieuw kabinet. Zij heeft door haar besliste
houding er toe bijgedragen de Kabinetscrisis op
korte termijn te doen eindigen. Ook met het oog
op de gewekte onzekerheid en het wegstromen van'
het goud bij tientallen millioenen was een spoedige
oplossing van de crisis een landsbelang. Indien de
andere partijen toen een einde hadden willen
maken aan de noodlottige aanpassingspolitiek",
zoals prof. Goudriaan het noemt, hadden zij dat
ook zonder de vrijzinnig-democraten kunnen doen.
Daarvoor ontbrak echter de nodige eenstemmigheid.
Dat ook onder de rooms-katholieken zelf geen
eenstemmigheid bestond over het te volgen beleid,
bleek duidelijk uit de omstandigheid, dat in het
Kabinet, waarin de Rooms-Katholieke Fractie ver
klaarde geen vertrouwen te stellen, zitting hadden
drie rooms-katholieken. Weliswaar was een der
drie katholieke ministers enkele maanden te voren
wegens verschil van mening over het te volgen
PAG. 2 DE GROENE No.
monetaire beleid uit het Kabinet getreden, doch
de twee andere rooms-katholieke ministers, mr. van
Schaik en dr. Deckers, hadden dit voorbeeld niet
gevolgd en de Rooms-Katholieke Fractie had in
het uittreden van mr. Steenberghe ook geen aan
leiding gevonden aan het Kabinet het vertrouwen
op te zeggen. De plaats van mr. Steenberghe werd
na zijn uittreden door een anderen rooms-katholiek,
prof. Gelissen, ingenomen. In het na de Kabinets
crisis optredende Kabinet-Colijn namen de drie
rooms-katholieke ministers wederom zitting en zij
bleven daarin niet alleen zitting houden totdat het
Kabinet bij de verkiezingen in zijn geheel aftrad,
doch de twee rooms-katholieke leden van het
Kabinet, die een Kamercandidatuur aanvaardden,
werden door de Rooms-Katholieke Staatspartij op
zodanige plaatsen op de candidatenlijsten gesteld,
dat hun verkiezing bij voorbaat verzekerd was. De
Rooms-Katholieke Staatspartij heeft daarmede haar
goedkeuring gehecht aan het standpunt, door deze
twee voormannen van de partij in de laatste jaren
ingenomen.
Men moge de tweeslachtige houding, in dezen
door de Rooms-Katholieke Staatspartij ingenomen,
kunnen verklaren uit de omvang en de samen
stelling dier partij, dat zij een voortreffelijke
politiek heeft gevoerd, is een mening, die van de
zijde, van prof. Goudriaan enigszins verrassend
mag heten.
Naar de mate trouwens, dat men sterker de
nadruk legt op de door de Rooms-Katholieke
Kamerfractie sinds 1933 gevoerde oppositie
tegen de twee opeenvolgende Kabinetten-Colijn,
die trouw voerden gesteund door de Anti-Revo
lutionnaire Fractie, naar die mate moet het
samengaan van de Roomsch-Katholieken met
de Anti-Revolutionnairen in het thans gevormde
Kabinet, wederom onder leiding van dr. Colijn,
te meer verwondering wekken.
DE lof, door prof. Goudriaan aan de
RoomsKatholieke Kamerfractie toegezwaaid, vindt
blijkbaar zijn verklaring in de omstandigheid, dat uit
die fractie nu en dan klanken zijn gehoord, die
devaluatie bepleiten. De leider echter der
RoomsKatholieke Kamerfractie tijdens de Kabinetscrisis
van 1935, prof. Aalberse, was van devaluatie een,
overtuigd tegenstander, evenals de beide
roomskatholieke ministers, die na het uittreden van
mr. Steenberghe in het Kabinet zitting bleven
houden. In elk der staatkundige partijen heerste
over dit even gewichtige als moeilijke, economische
VOOR ELKE BEURS 'N
BROCHES
20 STUKS
INTERVENTIE? JA J
JTJP'RUISERS en vliegtuigmoederschepen
IC stoomen op. De draadloos uitgezonden
?*? "? noodkreten worden beantwoord door
ge, heele eskaders vliegmachines, die speuren naar
gelegenheid om de langverwachte hulp te bieden;
om de in nood verkeerende menschenkinderen,
die van uur tot uur met gevaren bedreigd worden, .
te bevrijden van de verschrikkingen. D, e kosten
mogen geen rol spelen: n groots mogendheid
alleen reeds geeft voor de reddingspogingen
vierhonderdvijftig duizend gulden per dag uit,
andere mogendheden steunen met nauwelijks
geringer intensiteit. En de geheele wereld leeft mee .
in angstige spanning, of eindelijk het verlossende
bericht zal komen, dat aan het groots drama een
gelukkig einde is gekomen. Groote koppen in de
kranten vertolken de algemeene belangstelling voor
dit voorval: De interventie ten bate van ?.. .ja van
wie ? U dacht toch niet van de Spaansche bevolking ?
Het is waar, duizenden mannen, jonge en
oudere, slecht voorzien van wapentuig, fourage of
medische verzorging, worden reeds maandenlang
tegen elkaar opgejaagd. En zij laten zich opjagen
voor de behoefte aan ertsen van deze of gene
mogendheid, in onwetendheid, verblind door
ideologieën, door eerzucht of door haat.
Het is waar, dagelijks maken de gemotoriseerde
roofvogels,, die boven Baskerïland en Madrid dood
en verderf zaaien, hun slachtoffers, ook, onder
weerlooze vrouwen en onschuldige kinderen.
Maar de oorlog in Spanje duurt al zoo lang;
wij zijn die gruwelen daar al beu; dat weten wij
nu wel; als beschaafde Europeanen moeten wij
er ons ook maar liever buiten houden; als wij
Probleem groot verschil van gevoelen. Bovendien
Dracht het landsbelang mede, dat over het devalua
tie-vraagstuk niet werd beslist na openbare
debatten in de Kamer. Het goud zou dan reeds
tijdens die debatten het land zijn uitgestroomd
en de devaluatie-winst zou zijn ten goede ge
komen aan speculanten en fortuin-jagers. De be
slissing over het verlaten van de gouden standaard
moest in 's lands belang op een gegeven ogenblik
zonder openbare discussies, door de Regering
worden genomen, zoals zij het naar het oordeel
van velen later dan gewenst was ook is gebeurd.
Daarom hebben de leiders der staatkundige par
tijen zich bij de openbare beraadslagingen ten
aanzien van het monetaire vraagstuk m.i. terecht
grote reserve opgelegd.
De eigen sterke voorkeur van prof. Goudriaan
voor devaluatie gegrond, dit erken ik gaarne,
op uitgebreide studie heeft dien schrijver ge
bracht tot zijn verwrongen oordeel over de staat
kundige gebeurtenissen en verhoudingen van de
laatste jaren.
Een oordeel, dat, naar mij voorkomt, ook niet
juist is waar hij zegt, dat het thans tot stand ge
komen Kabinet is voortgekomen uit de vrije en
zuivere menings-uiting van het Nederlandse volk.
Het Nederlandse volk heeft zich bij deze ver
kiezingen in de eerste plaats uitgesproken voor
behoud van de democratie en tegen elk stelsel van
dictatuur. Het is niet opgeroepen voor een uit
spraak rechts" tegen links".
Integendeel, van verscheidene kanten, door
den lijstaanvoerder van de Anti-Revolutionnaire
Partij in de eerste plaats, is op samenwerking
aangedrongen op brede bdsis," teneinde met
gemeenschappelijke krachten in de sociaal-econo
mische noden van dezen tijd, met zijn nog altijd
grote en drukkende werkloosheid, te voorzien.
Voor de wenselijkheid van zodanig gemeen
schappelijk streven van de partijen, tussen welke
voldoende mate van overeenstemming bestaat, op
democratische grondslag, dus met vrije critiek in
de volksvertegenwoordiging op het doen en laten
van de Regering, zijn meer dan te voren de harten
opengegaan. In plaats echter, dat op die grondslag
een Kabinet is gevormd, is de antithese weer te
voorschijn gehaald, die na de hernieuwde
onderwijs-pacificatie voor de grote staatkundige vraag
stukken geen richtsnoer biedt en die op religieus
gebied in onderlinge anti-thesen uiteenvalt. Het is
mogelijk, dat, zoals prof. Goudriaan schrijft, de
belangstelling voor de publieke zaak er door zal
winnen, in het bijzonder door het groeiend besef,
dat het in de toekomst zo niet moet; maar dat
deze Kabinetsformatie een overwinning van de
democratie en dat de publieke zaak zelf er door
gebaat zou zijn, moet op grond van het boven
staande met stelligheid worden ontkend.
* * . Maar voor wie?
al te veel medelijden toonen, mocht men ons eens
voor communisten houden. En interventie om
verder bloedvergieten te voorkomen, hoe
wenschelijk ook voor het verscheurde Spaansche volk,
zou wel eens hél gevaarlijk kunnen zijn. Het zou
alle diplomatieke berekeningen wel eens in de war
kunnen sturen en de strijd om het erts zou onbe*
slist blijven.
N,'
rEEN, laten wij onze gedachten liever
afwenden van die duizenden vrouwen en
kinderen en ze concentreeren op die ne eenzame
vrouw, die in den Stillen Oceaan verloren is geraakt.
Zij is wel is waar niet zoo onschuldig aan haar
ongeluk als de meeste Spaansche vrouwen. Zij
heeft altijd een gevaarlijk kansspel gespeeld met
het gevaar; zij was niet een vrouw van jaren
lange voorbereidingen en uitschakeling van
risico's: Wij hebben geen vliegtuigongelukken
Wij hebben ongeluk met de kans. Maar met de
kans is het altijd een wedstrijd die eindigt in
een dead heat" zijn haar woorden.
Maar het lot van een Vrouw Die Speelt met
den Dood, vergaan in een onmetelijken Oceaan, is
veel interessanter dan d^r vrouwen, die door gra
naatscherven getroffen worden terwijl zij in de
queu staan cccr bakkerswinkels. En bovendien,
dat weten wij nu al zoo lang Daarom zij
alle aandacht gericht op die Eene Vrouw in den
Stillen Oceaan. Daarop worde nu de vreedzame
actie van de Amerikaansche en Japansche
vlooten en vliegtuigen gericht.
Interventie, natuurlijk, maar slechts ter
redding van Amelia Earhart. W. V.
DB CALEDONIA EN DE AMERICAN CLIPPER
zijn, ieder van hun zijde, den Atlantischen
oceaan overgestoken als eerste ernstige
proef voor de instelling van een geregelde
luchtpostverbinding. Die proef is in alle opzichten geslaagd.
Er zullen echter nog heel wat proefvluchten onder
nomen moeten worden, alvorens een regelmatige
post- en passagiersdienst kan worden ingesteld.
Op den duur zullen Amerika en Europa wér
dichter bij gebracht worden dan nu al het geval
is door de snelste mailverbindingen. Het kan niet
anders of op den duur maar daarvoor zullen
wij onze ziel in lijdzaamheid moeten bezitten
zal het luchtverkeer de volkeren nader tot elkander
brengen. Al lijkt het daar voorloopig nog niet
op ....
TOT VEEL CiONTROVERSIES GEEFT HET
PALESTINArapport aanleiding. De Engelsche Staatscom
missie, die verleden jaar is ingesteld om de oorzaken
te bestudeeren van de troebelen, die in Palestina
hebben plaats gevonden en van de onrust, die er,
zij het bedekt, nog steeds heerscht en om daarvoor
eventueele remedies aan te bevelen heeft reeds
eenigen tijd geleden haar rapport aan de regeering
uitgebracht. Dit rapport is nu openbaar gemaakt
en de Engelsche regeering zal dit doorgeven aan de
mandaten-commissie van den Volkenbond. In een
mandatenaangelegenheid kan de Engelsche regee
ring niet op eigen gezag handelen. Maar haar oordeel
is intusschen van genoeg belang om hier de vrees
te rechtvaardigen, dat men wellicht (nu men tot de
conclusie is gekomen, dat een verdeeling van het
land tusschen Joden en Arabieren de eenige op
lossing zal blijken te zijn) tot een middel zou be
sluiten dat erger is dan de kwaal. Naar den letter
genomen is het aanbevolen middel ook in strijd
met de Balfour-verklaring en het mandaat. Maar
deze formeele bezwaren tegen de voorgestelde op
lossing zijn wellicht nog niet eens zoo ernstig als
de politieke bezwaren. Er zou een bron van voort
durende vijandschap ontstaan. En het voorbeeld,
dat de Arabische onruststokers een kleine
minderheid onder de in Palestina wonende Ara
bieren betrekkelijk gesproken nog beloond zouden
worden voor hun wandaden, zou uit een
politiekopvoedkundig oogpunt voor het Engelsche prestige
in de nog slechts half-ontwikkelde Arabische landen
waarschijnlijk funest zijn. Maar het is zelfs niet
waarschijnlijk dat de meerderheid der Arabieren,
wier aspiraties op dit oogenblik hoog gaan, met het
denkbeeld eener verdeeling ingenomen zullen zijn.
Beide moeders, zoowel de Joodsche als de Arabische
wereld, zullen zich afkeeren van dit
quasi-Salomo'soordeel. Met dat al *ijn de Joden, die voor een
gedeelte in Palestina nog een toevluchtsoord konden
vinden, hiermee niet geholpen.
IN DUITSdHLAND ZIJN HET OVERIGENS VOLSTREKT
niet alleen Joden, die door het Nazi-regiem ver
volgd worden, maar evenzeer Roomschen en Pro
testanten. Kardinaal Faulhaber heeft in zijn
predikatie duidelijk gezegd, dat het regiem zich
schuldig maakte aan de ernstigste inbreuken op het
Concordaat. De meest walgingwekkende processen
worden er tegen priesters en kloosterlingen ge
nsceneerd. Intusschen hebben de belijdenis-trouwe
?protestantsche geestelijken het niet beter. Wel zijn
de dominees Jacobi en Muller weer in vrijheid
gesteld, maar Niemöller de vroegere duikboot
commandant zit nu weer gevangen. De
, arrestatie van deze militante figuur beteekent een
groot verlies voor de belijdende kerk. Maar het is ook
een daad die, meer dan iedere andere manoeuvre
tegen de Duitsche protestanten, in breede kringen
verzet heeft gewekt. Een mokkend verzet, voorloo
pig. Maar toch een verzet dat zich nu duidelijk
begint af te teekenen.
FRANCO HEEFT ZICH TOT DE
NONVJ interventie-mogendheden gewend met het ver
zoek als oorlogvoerende partij erkend te worden,
m.a.w. de rechten van oorlogvoerende mogendheid
te mogen genieten. Hij heeft daarbij te kennen
gegeven dat hij, wanneer diverse voorwaarden
vervuld werden, tot repatrieering der vrijwilligers"
zou medewerken. Men kan er zeker van zijn dat
hij voorwaarden stelt, die onvervulbaar zullen
blijken, want zonder buitenlandschen steun kan
Franco niet vechten. Ook Duitschland en Itali
hadden voor hun vriend Franco de rechten van
oorlogvoerende partij gevraagd, maar waren daarbij
gestooten op den hardnekkigen tegenstand van.
Londen en Parijs, waar men vast besloten is zich
PAG J DÉGROENE No.3136
niet te storen aan blokkadepogingen van de op
standelingen. De Spaansche kwestie is nog steeds
op het doode punt. Militaire successen behalen
nu eens de eene, dan weer de andere partij. Maar
het belangrijkste is dat Franco's begunstigers te
Londen de stijfhoofdige tegenstand van Engeland
beginnen te ondervinden.
ZELFS TOT IN VLISSINGEN LEIDT DE SPAANSCHE
broederstrijd tot eigenaardige complicaties.
Zoo ligt het Engelsche stoomschip Thorpe Hall"
in de Vlissinger-haven met voor een millioen
Spaansche matten aan boord", afkomstig van de
autonome Baskische regeering, die dit bezit echter
weer dankt aan een belastingheffing die veel van
directe beslagneming weg heeft. Een aantal banken
en particulieren uit San Sebastiaan en Bilbao heeft
thans onder bewaringstelling van deze waarde
papieren en gouden en zilveren voorwerpen ge
vraagd, omdat zij het eigendomsrecht der Baskische
regeering hierop betwist. De Spaansche en Baskische
regeeringen achten beslag in het schip zelf voldoende
en wenschen tot eiken prijs te voorkomen dat deze
waardevolle papieren en voorwerpen in handen van
Franco-aanhangers komen; om nog maar te zwijgen
van een rechtstreeks vervoer naar Duitschland.
Een derde partij is de kapitein, die door wil varen
en de twistenden naar zijn reederij in Engeland
verwijst. Woensdag heeft de waarnemende president
van de Middelburgsche rechtbank getracht om n
van deze ingewikkelde knöopen in kort geding te
ontwarren, zijn uitspraak valt op den dag, dat dit
nummer verschijnt.
MINISTER COLIJN KRIJGT NU AL EEN ZEER
eenvoudige taak als beheerder van het nieuwe
departement van Algemeene Zaken, dat uit eenige
kleine afdeelingen, tot heden bij andere ministeries
ondergebracht, wordt samengesteld. De belangrijkste
is nog de regeeringspersdienst, die bovendien voor
heel wat uitbreiding vatbaar is. Is het de bedoeling
geweest, den premier gelegenheid te geven, zich
met de algemeene lijn van het geheele beleid bezig
te houden ? Of hebben de heeren, die zich met de
kabinetsformatie hebben beziggehouden, het maar
beter gevonden dat geen enkel belangrijk departe
ment onder de directe zeggingschap van de
antirevolutionnairen leider kwam te staan ? De merk
waardige onthullingen van R.K.-zijde over de
tegenwerking der breede basis" door dr. Colijn's
eigen partij en van mr. Wendelaar over de derde
torpedo" in dit plan, kunnen er inderdaad op wijzen,
dat de sterke man" van weleer op een zijspoor is
gerangeerd.
A BE HAMMARSKJÖLD, OUD-GRIFFIER EN RECHTER
in het Permanente Hof van Internationale
Justitie is, nog zeer jong, overleden. Deze Zweed
was een jurist en diplomaat van grooten stijl, die
als geen ander de wordingsgeschiedenis van het
Hof, (waarvan hij zelf zulk een belangrijk deel had
gehad) kende. In Den Haag, waar hij reeds vijftien
jaar woonde, was hij een zeer geziene persoonlijk
heid. Het zal den betreffenden Volkenbondsorganen
niet gemakkelijk vallen, zijn plaats in het hooge Hof
te vervullen.
DE K.L.M., DIB STEEDS RUSTELOOS NAAR NIEUWE
mogelijkheden speurt om haar net uit te brei
den, heeft een nieuwen dienst geopend op
MiddenEngeland; de omweg over Londen duurt velen al
weer te lang als zij naar Liverpool willen vliegen.
In de vorige week is het binnenlandsche net trou
wens ook nog met een lijn uitgebreid, n.l. naar
Texel, welk eiland, dank zij zijn actieven burge
meester en het ministerie van Waterstaat, een vlieg
veld heeft gekregen.
De SCHEEPVAART laat zich door deze con
currentie niet ontmoedigen en laat ook nieuwe
schepen op stapel zetten. Zoo heeft, ondanks de
geslaagde oceaanvluchten, de Holland-Amerikalijn
weer drie nieuwe schepen besteld, waarvan helaas
slechts n in Nederland.
In De Groene" van de volgende week zet
reserve-luitenant-waarnemer G. Aalders zijn
serie artikelen voort met een beschouwing
over de internationaal-politieken en militairen
achtergrond-van het Essensche proces, waarin
hij met anderen beklaagden was.
? .:
? ».-*;??
m
*
-*w
I
T#?^$$"ï?7^$«^^
.._..,. A:-,; :: V/i< ?>:« ftffsS|^gt:av!^as^ei&^ai