De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 10 juli pagina 2

10 juli 1937 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

I; ..?j"- .."ijpa^prw*."..-- . t .:.??*&?.,.:, i l Jl. 'x. DE GROENE AMSTERDAMMER Opgericht in 1877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND «'? »Mr8*n8 No.3l36 Redactie: Mr. R. H. DIJKSTRA, Mr. M. KA N N, Mr. N. J. C. M. KAPPEYNËVAN DE COPPELLO. TH. MOUSSAULT en Mr. W. VERKADE Red. «n admlnistr.: Keizersgracht 355, Amsterdam C Telefoon 37964 - Pos tg i ro 72880 - Gem. giro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang worden opgezegd. Een overwinning der democratie? Antwoord aan Prof. Goudriaan IN De Groene Amsterdammer van de vorige week heeft prof. Goudriaan aan de kabinets-formatie enige beschouwingen gewijd, die naar mijn mening de politieke gebeurtenissen van de jongste tijd in een onjuist licht plaatsen. Ik veroorloof mij daarom naar aanleiding van die beschouwingen het volgende op te merken. Prof. Goudriaan acht de vorming van een rechts kabinet een resultaat, dat niet alleen in overeen stemming is met de uitslag van de verkiezingen, maar dat tevens in het belang is der democratie. De schrijver is van oordeel, dat de winst van een zestal zetels, die de Anti-Revolutionnaire Partij en de Vrijzinnig-Democratische Bond verwierven', in vergelijking met de uitslag van de Staten-verkie zingen niet de doorslag mocht geven bij de samen stelling van het Kabinet. Deze winst toch is in het bijzonder te danken aan de invloed van de lijstaanvoerders van de twee genoemde partijen, dr. Colijn en mr. Oud. Daar tegenover staat, volgens prof. Goudriaan, de 48 of 49 procent van het Nederlandse volk, welke niet onder invloed van bepaalde personen, maar door de objectieve kracht der beginselen zich aan de drie rechtse partijen gebonden voelden. Reeds dadelijk moeten wij deze tegenstelling wraken. Het moge waar zijn, dat in de AntiRevolutionnaire Partij de personen van dr. Colijn en in de Vrijzinnig-Democratische Bond die van mr. Oud, mede omdat zij de erkende leiders zijn geweest van het Kabinet sinds 1933, sterk op de voorgrond zijn getreden, men mag bij de beoor deling van de uitslag der verkiezingen niet de personen van de twee genoemde lijstaanvoerders los maken van de partijen, waarvan zij de be ginselen, zowel tijdens hun regerings-periode als in de verkiezingsstrijd, hebben verdedigd en, zo veel de omstandigheden dit toelieten, in toepassing hebben gebracht. Ook bij andere partijen zijn figuren op de voorgrond getreden: mr. Goseling, ir. Albarda, jhr. de Geer, die ieder voor zich be langrijk hebben bijgedragen tot versterking van het vertrouwen in hun partijen. Zeker mag men niet tegenover de winst van de twee genoemde partijen stellen het totaal van het aantal stemmen, uitgebracht op de drie rechtse partijen, zonder de winst der Anti-Revolutionnairen. Nu de twee partijen, wier vertegenwoordigers in het regeringsbeleid van de laatste jaren het grootste aandeel hadden, na een periode van grote econo mische moeilijkheden, bij de verkiezingen niet slechts hun positie handhaafden, maar beide met belangrijke winst uit de verkiezingsstrijd te voor schijn kwamen, lag hierin een aanwijzing dat dit beleid een toenemend vertrouwen genoot. Dit element in de uitslag der verkiezingen aan te duiden met de term van het kleine bergje heen en weer waaiend stuifzand", schijnt onjuist. In ieder geval bewees dat bergje stuifzand" uit welke hoek de staatkundige wind woei bij de verkiezingen. OF. Goudriaan is vol lof over de voortreffelijke politiek» welke de R.K. Staatspartij de laatste l* ,J7»~ ?^^ «__y .w- w^?w, « , »»?«?» ff ^HtfHfWrjp li» ? ~*| ^JTiT . ?«««?WWV jaren heeft gevoerd. De Katholieke Kamerfractie zou zich reeds in 1935 hebben los gemaakt van de *. ___,»_ __!__. .__ -__1ïX. * <._ -JL» -' 4 - A- TJ^ _ «. * _ A. j*h <? ?? ' - w*« aanpassingspolitiek van het Kabinet Colijn. Hij Mr. A.MJoekes, de leider der Vrijzinnig Democratische fractie in de Tweede Kamer, rea geert In onderstaand artikel op het betoog van professor Goudriaan over hét democratische element in de kabinets formatie in ons nummer van de vorige week. verwijt in het bijzonder aan de Vrijzinnig-Demo cratische Fractie, dat deze in 1935 medewerking geweigerd heeft aan de poging van prof. Aalberse tot vorming van een kabinet op de breedst mogelijke basis en dat zij daardoor heef t bevorderd dat de noodlottige aanpassingspolitiek" nog meer dan een jaar lang kon worden voortgezet. Daarom zouden de rooms-katholieken zijn te loven, dat zij thans de gelegenheid hebben aangegrepen om zich te ontdoen van de medewerking van hen die in schijn hun bondgenoten in het Kabinet, in werke lijkheid de bewakers zijn geweest, die hen in het verleden tot machteloosheid hebben gedoemd." Deze voorstelling van zaken miskent enkele essentiële factoren, welke van belang zijn bij de beoordeling n van de Kabinetscrisis van 1935 n van de Kabinets-formatie van 1937. De Kabinetscrisis van 1935 moet staatkundig als een vergissing worden beschouwd, omdat zij werd te voorschijn geroepen door een uitdaging van den minister-president tot de Katholieke Kamerfractie om te verklaren of die fractie ver trouwen stelde in het regeringsbeleid zonder dat de vraag betrekking had op een concreet wets ontwerp. Het antwoord van den voorzitter der Rooms-Katholieke Fractie luidde ontkennend voor het geval een motie van vertrouwen (die in onze staatkundige practijk nagenoeg nooit voorkomt en die ook niet was voorgesteld) zou worden ingediend en in stemming zou worden gebracht. Daardoor ontstond een Kabinetscrisis, waarbij de grondslag ontbrak voor de vorming van een nieuw Kabinet. Immers omtrent de te volgen sociaal-economische en daarmede verband houdende financiële politiek heerste groot verschil van mening, ook onder de katholieken. Men dénke in het bijzonder aan het vraagstuk der vermindering van vaste lasten, dat nauw verband hield met het monetaire probleem. Onder die omstandigheden bestond geen uitzicht op de vorming van een nieuw kabinet, hetwelk ten aanzien van de sociaaleconomische vraagstukken een krachtige eensge zinde politiek zou kunnen voeren. Het landsbelang zou door het optreden van een ministerie, dat in zichzelf verdeeld was, stellig niet zijn gediend. De anti-democratische elementen zouden er in sterke mate zijde bij hebben gesponnen en de gelegenheid te baat hebben genomen om op de zwakheid der democratie te wijzen. Het was op die gronden, dat de VrijzinnigDemocratische Fractie heeft gemeend' geen mede werking te kunnen verlenen aan de vorming van een nieuw kabinet. Zij heeft door haar besliste houding er toe bijgedragen de Kabinetscrisis op korte termijn te doen eindigen. Ook met het oog op de gewekte onzekerheid en het wegstromen van' het goud bij tientallen millioenen was een spoedige oplossing van de crisis een landsbelang. Indien de andere partijen toen een einde hadden willen maken aan de noodlottige aanpassingspolitiek", zoals prof. Goudriaan het noemt, hadden zij dat ook zonder de vrijzinnig-democraten kunnen doen. Daarvoor ontbrak echter de nodige eenstemmigheid. Dat ook onder de rooms-katholieken zelf geen eenstemmigheid bestond over het te volgen beleid, bleek duidelijk uit de omstandigheid, dat in het Kabinet, waarin de Rooms-Katholieke Fractie ver klaarde geen vertrouwen te stellen, zitting hadden drie rooms-katholieken. Weliswaar was een der drie katholieke ministers enkele maanden te voren wegens verschil van mening over het te volgen PAG. 2 DE GROENE No. monetaire beleid uit het Kabinet getreden, doch de twee andere rooms-katholieke ministers, mr. van Schaik en dr. Deckers, hadden dit voorbeeld niet gevolgd en de Rooms-Katholieke Fractie had in het uittreden van mr. Steenberghe ook geen aan leiding gevonden aan het Kabinet het vertrouwen op te zeggen. De plaats van mr. Steenberghe werd na zijn uittreden door een anderen rooms-katholiek, prof. Gelissen, ingenomen. In het na de Kabinets crisis optredende Kabinet-Colijn namen de drie rooms-katholieke ministers wederom zitting en zij bleven daarin niet alleen zitting houden totdat het Kabinet bij de verkiezingen in zijn geheel aftrad, doch de twee rooms-katholieke leden van het Kabinet, die een Kamercandidatuur aanvaardden, werden door de Rooms-Katholieke Staatspartij op zodanige plaatsen op de candidatenlijsten gesteld, dat hun verkiezing bij voorbaat verzekerd was. De Rooms-Katholieke Staatspartij heeft daarmede haar goedkeuring gehecht aan het standpunt, door deze twee voormannen van de partij in de laatste jaren ingenomen. Men moge de tweeslachtige houding, in dezen door de Rooms-Katholieke Staatspartij ingenomen, kunnen verklaren uit de omvang en de samen stelling dier partij, dat zij een voortreffelijke politiek heeft gevoerd, is een mening, die van de zijde, van prof. Goudriaan enigszins verrassend mag heten. Naar de mate trouwens, dat men sterker de nadruk legt op de door de Rooms-Katholieke Kamerfractie sinds 1933 gevoerde oppositie tegen de twee opeenvolgende Kabinetten-Colijn, die trouw voerden gesteund door de Anti-Revo lutionnaire Fractie, naar die mate moet het samengaan van de Roomsch-Katholieken met de Anti-Revolutionnairen in het thans gevormde Kabinet, wederom onder leiding van dr. Colijn, te meer verwondering wekken. DE lof, door prof. Goudriaan aan de RoomsKatholieke Kamerfractie toegezwaaid, vindt blijkbaar zijn verklaring in de omstandigheid, dat uit die fractie nu en dan klanken zijn gehoord, die devaluatie bepleiten. De leider echter der RoomsKatholieke Kamerfractie tijdens de Kabinetscrisis van 1935, prof. Aalberse, was van devaluatie een, overtuigd tegenstander, evenals de beide roomskatholieke ministers, die na het uittreden van mr. Steenberghe in het Kabinet zitting bleven houden. In elk der staatkundige partijen heerste over dit even gewichtige als moeilijke, economische VOOR ELKE BEURS 'N BROCHES 20 STUKS INTERVENTIE? JA J JTJP'RUISERS en vliegtuigmoederschepen IC stoomen op. De draadloos uitgezonden ?*? "? noodkreten worden beantwoord door ge, heele eskaders vliegmachines, die speuren naar gelegenheid om de langverwachte hulp te bieden; om de in nood verkeerende menschenkinderen, die van uur tot uur met gevaren bedreigd worden, . te bevrijden van de verschrikkingen. D, e kosten mogen geen rol spelen: n groots mogendheid alleen reeds geeft voor de reddingspogingen vierhonderdvijftig duizend gulden per dag uit, andere mogendheden steunen met nauwelijks geringer intensiteit. En de geheele wereld leeft mee . in angstige spanning, of eindelijk het verlossende bericht zal komen, dat aan het groots drama een gelukkig einde is gekomen. Groote koppen in de kranten vertolken de algemeene belangstelling voor dit voorval: De interventie ten bate van ?.. .ja van wie ? U dacht toch niet van de Spaansche bevolking ? Het is waar, duizenden mannen, jonge en oudere, slecht voorzien van wapentuig, fourage of medische verzorging, worden reeds maandenlang tegen elkaar opgejaagd. En zij laten zich opjagen voor de behoefte aan ertsen van deze of gene mogendheid, in onwetendheid, verblind door ideologieën, door eerzucht of door haat. Het is waar, dagelijks maken de gemotoriseerde roofvogels,, die boven Baskerïland en Madrid dood en verderf zaaien, hun slachtoffers, ook, onder weerlooze vrouwen en onschuldige kinderen. Maar de oorlog in Spanje duurt al zoo lang; wij zijn die gruwelen daar al beu; dat weten wij nu wel; als beschaafde Europeanen moeten wij er ons ook maar liever buiten houden; als wij Probleem groot verschil van gevoelen. Bovendien Dracht het landsbelang mede, dat over het devalua tie-vraagstuk niet werd beslist na openbare debatten in de Kamer. Het goud zou dan reeds tijdens die debatten het land zijn uitgestroomd en de devaluatie-winst zou zijn ten goede ge komen aan speculanten en fortuin-jagers. De be slissing over het verlaten van de gouden standaard moest in 's lands belang op een gegeven ogenblik zonder openbare discussies, door de Regering worden genomen, zoals zij het naar het oordeel van velen later dan gewenst was ook is gebeurd. Daarom hebben de leiders der staatkundige par tijen zich bij de openbare beraadslagingen ten aanzien van het monetaire vraagstuk m.i. terecht grote reserve opgelegd. De eigen sterke voorkeur van prof. Goudriaan voor devaluatie gegrond, dit erken ik gaarne, op uitgebreide studie heeft dien schrijver ge bracht tot zijn verwrongen oordeel over de staat kundige gebeurtenissen en verhoudingen van de laatste jaren. Een oordeel, dat, naar mij voorkomt, ook niet juist is waar hij zegt, dat het thans tot stand ge komen Kabinet is voortgekomen uit de vrije en zuivere menings-uiting van het Nederlandse volk. Het Nederlandse volk heeft zich bij deze ver kiezingen in de eerste plaats uitgesproken voor behoud van de democratie en tegen elk stelsel van dictatuur. Het is niet opgeroepen voor een uit spraak rechts" tegen links". Integendeel, van verscheidene kanten, door den lijstaanvoerder van de Anti-Revolutionnaire Partij in de eerste plaats, is op samenwerking aangedrongen op brede bdsis," teneinde met gemeenschappelijke krachten in de sociaal-econo mische noden van dezen tijd, met zijn nog altijd grote en drukkende werkloosheid, te voorzien. Voor de wenselijkheid van zodanig gemeen schappelijk streven van de partijen, tussen welke voldoende mate van overeenstemming bestaat, op democratische grondslag, dus met vrije critiek in de volksvertegenwoordiging op het doen en laten van de Regering, zijn meer dan te voren de harten opengegaan. In plaats echter, dat op die grondslag een Kabinet is gevormd, is de antithese weer te voorschijn gehaald, die na de hernieuwde onderwijs-pacificatie voor de grote staatkundige vraag stukken geen richtsnoer biedt en die op religieus gebied in onderlinge anti-thesen uiteenvalt. Het is mogelijk, dat, zoals prof. Goudriaan schrijft, de belangstelling voor de publieke zaak er door zal winnen, in het bijzonder door het groeiend besef, dat het in de toekomst zo niet moet; maar dat deze Kabinetsformatie een overwinning van de democratie en dat de publieke zaak zelf er door gebaat zou zijn, moet op grond van het boven staande met stelligheid worden ontkend. * * . Maar voor wie? al te veel medelijden toonen, mocht men ons eens voor communisten houden. En interventie om verder bloedvergieten te voorkomen, hoe wenschelijk ook voor het verscheurde Spaansche volk, zou wel eens hél gevaarlijk kunnen zijn. Het zou alle diplomatieke berekeningen wel eens in de war kunnen sturen en de strijd om het erts zou onbe* slist blijven. N,' rEEN, laten wij onze gedachten liever afwenden van die duizenden vrouwen en kinderen en ze concentreeren op die ne eenzame vrouw, die in den Stillen Oceaan verloren is geraakt. Zij is wel is waar niet zoo onschuldig aan haar ongeluk als de meeste Spaansche vrouwen. Zij heeft altijd een gevaarlijk kansspel gespeeld met het gevaar; zij was niet een vrouw van jaren lange voorbereidingen en uitschakeling van risico's: Wij hebben geen vliegtuigongelukken Wij hebben ongeluk met de kans. Maar met de kans is het altijd een wedstrijd die eindigt in een dead heat" zijn haar woorden. Maar het lot van een Vrouw Die Speelt met den Dood, vergaan in een onmetelijken Oceaan, is veel interessanter dan d^r vrouwen, die door gra naatscherven getroffen worden terwijl zij in de queu staan cccr bakkerswinkels. En bovendien, dat weten wij nu al zoo lang Daarom zij alle aandacht gericht op die Eene Vrouw in den Stillen Oceaan. Daarop worde nu de vreedzame actie van de Amerikaansche en Japansche vlooten en vliegtuigen gericht. Interventie, natuurlijk, maar slechts ter redding van Amelia Earhart. W. V. DB CALEDONIA EN DE AMERICAN CLIPPER zijn, ieder van hun zijde, den Atlantischen oceaan overgestoken als eerste ernstige proef voor de instelling van een geregelde luchtpostverbinding. Die proef is in alle opzichten geslaagd. Er zullen echter nog heel wat proefvluchten onder nomen moeten worden, alvorens een regelmatige post- en passagiersdienst kan worden ingesteld. Op den duur zullen Amerika en Europa wér dichter bij gebracht worden dan nu al het geval is door de snelste mailverbindingen. Het kan niet anders of op den duur maar daarvoor zullen wij onze ziel in lijdzaamheid moeten bezitten zal het luchtverkeer de volkeren nader tot elkander brengen. Al lijkt het daar voorloopig nog niet op .... TOT VEEL CiONTROVERSIES GEEFT HET PALESTINArapport aanleiding. De Engelsche Staatscom missie, die verleden jaar is ingesteld om de oorzaken te bestudeeren van de troebelen, die in Palestina hebben plaats gevonden en van de onrust, die er, zij het bedekt, nog steeds heerscht en om daarvoor eventueele remedies aan te bevelen heeft reeds eenigen tijd geleden haar rapport aan de regeering uitgebracht. Dit rapport is nu openbaar gemaakt en de Engelsche regeering zal dit doorgeven aan de mandaten-commissie van den Volkenbond. In een mandatenaangelegenheid kan de Engelsche regee ring niet op eigen gezag handelen. Maar haar oordeel is intusschen van genoeg belang om hier de vrees te rechtvaardigen, dat men wellicht (nu men tot de conclusie is gekomen, dat een verdeeling van het land tusschen Joden en Arabieren de eenige op lossing zal blijken te zijn) tot een middel zou be sluiten dat erger is dan de kwaal. Naar den letter genomen is het aanbevolen middel ook in strijd met de Balfour-verklaring en het mandaat. Maar deze formeele bezwaren tegen de voorgestelde op lossing zijn wellicht nog niet eens zoo ernstig als de politieke bezwaren. Er zou een bron van voort durende vijandschap ontstaan. En het voorbeeld, dat de Arabische onruststokers een kleine minderheid onder de in Palestina wonende Ara bieren betrekkelijk gesproken nog beloond zouden worden voor hun wandaden, zou uit een politiekopvoedkundig oogpunt voor het Engelsche prestige in de nog slechts half-ontwikkelde Arabische landen waarschijnlijk funest zijn. Maar het is zelfs niet waarschijnlijk dat de meerderheid der Arabieren, wier aspiraties op dit oogenblik hoog gaan, met het denkbeeld eener verdeeling ingenomen zullen zijn. Beide moeders, zoowel de Joodsche als de Arabische wereld, zullen zich afkeeren van dit quasi-Salomo'soordeel. Met dat al *ijn de Joden, die voor een gedeelte in Palestina nog een toevluchtsoord konden vinden, hiermee niet geholpen. IN DUITSdHLAND ZIJN HET OVERIGENS VOLSTREKT niet alleen Joden, die door het Nazi-regiem ver volgd worden, maar evenzeer Roomschen en Pro testanten. Kardinaal Faulhaber heeft in zijn predikatie duidelijk gezegd, dat het regiem zich schuldig maakte aan de ernstigste inbreuken op het Concordaat. De meest walgingwekkende processen worden er tegen priesters en kloosterlingen ge nsceneerd. Intusschen hebben de belijdenis-trouwe ?protestantsche geestelijken het niet beter. Wel zijn de dominees Jacobi en Muller weer in vrijheid gesteld, maar Niemöller de vroegere duikboot commandant zit nu weer gevangen. De , arrestatie van deze militante figuur beteekent een groot verlies voor de belijdende kerk. Maar het is ook een daad die, meer dan iedere andere manoeuvre tegen de Duitsche protestanten, in breede kringen verzet heeft gewekt. Een mokkend verzet, voorloo pig. Maar toch een verzet dat zich nu duidelijk begint af te teekenen. FRANCO HEEFT ZICH TOT DE NONVJ interventie-mogendheden gewend met het ver zoek als oorlogvoerende partij erkend te worden, m.a.w. de rechten van oorlogvoerende mogendheid te mogen genieten. Hij heeft daarbij te kennen gegeven dat hij, wanneer diverse voorwaarden vervuld werden, tot repatrieering der vrijwilligers" zou medewerken. Men kan er zeker van zijn dat hij voorwaarden stelt, die onvervulbaar zullen blijken, want zonder buitenlandschen steun kan Franco niet vechten. Ook Duitschland en Itali hadden voor hun vriend Franco de rechten van oorlogvoerende partij gevraagd, maar waren daarbij gestooten op den hardnekkigen tegenstand van. Londen en Parijs, waar men vast besloten is zich PAG J DÉGROENE No.3136 niet te storen aan blokkadepogingen van de op standelingen. De Spaansche kwestie is nog steeds op het doode punt. Militaire successen behalen nu eens de eene, dan weer de andere partij. Maar het belangrijkste is dat Franco's begunstigers te Londen de stijfhoofdige tegenstand van Engeland beginnen te ondervinden. ZELFS TOT IN VLISSINGEN LEIDT DE SPAANSCHE broederstrijd tot eigenaardige complicaties. Zoo ligt het Engelsche stoomschip Thorpe Hall" in de Vlissinger-haven met voor een millioen Spaansche matten aan boord", afkomstig van de autonome Baskische regeering, die dit bezit echter weer dankt aan een belastingheffing die veel van directe beslagneming weg heeft. Een aantal banken en particulieren uit San Sebastiaan en Bilbao heeft thans onder bewaringstelling van deze waarde papieren en gouden en zilveren voorwerpen ge vraagd, omdat zij het eigendomsrecht der Baskische regeering hierop betwist. De Spaansche en Baskische regeeringen achten beslag in het schip zelf voldoende en wenschen tot eiken prijs te voorkomen dat deze waardevolle papieren en voorwerpen in handen van Franco-aanhangers komen; om nog maar te zwijgen van een rechtstreeks vervoer naar Duitschland. Een derde partij is de kapitein, die door wil varen en de twistenden naar zijn reederij in Engeland verwijst. Woensdag heeft de waarnemende president van de Middelburgsche rechtbank getracht om n van deze ingewikkelde knöopen in kort geding te ontwarren, zijn uitspraak valt op den dag, dat dit nummer verschijnt. MINISTER COLIJN KRIJGT NU AL EEN ZEER eenvoudige taak als beheerder van het nieuwe departement van Algemeene Zaken, dat uit eenige kleine afdeelingen, tot heden bij andere ministeries ondergebracht, wordt samengesteld. De belangrijkste is nog de regeeringspersdienst, die bovendien voor heel wat uitbreiding vatbaar is. Is het de bedoeling geweest, den premier gelegenheid te geven, zich met de algemeene lijn van het geheele beleid bezig te houden ? Of hebben de heeren, die zich met de kabinetsformatie hebben beziggehouden, het maar beter gevonden dat geen enkel belangrijk departe ment onder de directe zeggingschap van de antirevolutionnairen leider kwam te staan ? De merk waardige onthullingen van R.K.-zijde over de tegenwerking der breede basis" door dr. Colijn's eigen partij en van mr. Wendelaar over de derde torpedo" in dit plan, kunnen er inderdaad op wijzen, dat de sterke man" van weleer op een zijspoor is gerangeerd. A BE HAMMARSKJÖLD, OUD-GRIFFIER EN RECHTER in het Permanente Hof van Internationale Justitie is, nog zeer jong, overleden. Deze Zweed was een jurist en diplomaat van grooten stijl, die als geen ander de wordingsgeschiedenis van het Hof, (waarvan hij zelf zulk een belangrijk deel had gehad) kende. In Den Haag, waar hij reeds vijftien jaar woonde, was hij een zeer geziene persoonlijk heid. Het zal den betreffenden Volkenbondsorganen niet gemakkelijk vallen, zijn plaats in het hooge Hof te vervullen. DE K.L.M., DIB STEEDS RUSTELOOS NAAR NIEUWE mogelijkheden speurt om haar net uit te brei den, heeft een nieuwen dienst geopend op MiddenEngeland; de omweg over Londen duurt velen al weer te lang als zij naar Liverpool willen vliegen. In de vorige week is het binnenlandsche net trou wens ook nog met een lijn uitgebreid, n.l. naar Texel, welk eiland, dank zij zijn actieven burge meester en het ministerie van Waterstaat, een vlieg veld heeft gekregen. De SCHEEPVAART laat zich door deze con currentie niet ontmoedigen en laat ook nieuwe schepen op stapel zetten. Zoo heeft, ondanks de geslaagde oceaanvluchten, de Holland-Amerikalijn weer drie nieuwe schepen besteld, waarvan helaas slechts n in Nederland. In De Groene" van de volgende week zet reserve-luitenant-waarnemer G. Aalders zijn serie artikelen voort met een beschouwing over de internationaal-politieken en militairen achtergrond-van het Essensche proces, waarin hij met anderen beklaagden was. ? .: ? ».-*;?? m * -*w I T#?^$$"ï?7^$«^^ .._..,. A:-,; :: V/i< ?>:« ftffsS|^gt:av!^as^ei&^ai

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl