De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 10 juli pagina 6

10 juli 1937 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

.- 't.tli v* ??A {. Tooneel r Muur het moet mij toch van het hart dat de Sonja van Dostojewski geen filmster is met glycerine-tranen zoals hier, en niet, zoals het pro gramma vermeldt, ,,een knap maar arm meisje". Is hiermede de gehele verfilming van den Raskolnikov niet gestempeld tot een peil, waarop wij eigenlijk over de problemen en moge lijkheden van verfilming niet meer behoeven te spreken? Omdat de andere zijde van dit probleem" toch ook nog een zaak is met $ x kosten en de wens $ x-plus terug te krijgen via de grote massa van het bioscoop publiek, dat von Sternberg beter kent als den schepper van Mariene", dan Dostojewski als den schepper van Raskolnikov. Over de bekeringsscène, enz. be hoeven wij dan verder niet meer te spreken. Desondanks blijft deze Raskolni kov" op een bepaalde wijze boeiender dan vele films, waardoor wij ons zonder meer kunnen laten meeslepen. Juist omdat wij deze toch niet kunnen losmaken van een voortdurende con frontatie met het werk van Dosto jewski en de vele overwegingen, die hierdoor worden opgewekt. HET EINDE VAN HET SEIZOEN Eduard Verkade IN de maand Juni bleef de Koninklijke Schouwburg te Den Haag, na een geslaagd seizoen, geopend, dank zij de, door Fientje de la Mar gedragen comedie van Noel Coward, Design of Living". De Groote Schouwburg in Rotterdam sloot met een zucht van verlichting zijn deuren. Zoo ook de Stadsschouwburg te Amsterdam, in meenschap iets te bieden heeft. Iets wat in wezen klassiek en van alle is. jtijden i Het is een jammerlijke vergissing, dat de kunst zelve een sociale kunst, een gemeenschaps-vraagstuk is. Het steunen, het propageeren, het verspreiden moge een taak der gemeenschap zijn, de kunst zelve werd ten allen tijde door het individu voortgebracht, door de begaafdsten en meest verlichten van fHa B/re// en Peter Lorre in Raskolnikov (City Theater, Amsterdam) Dostojewski en de film D. C. van der Poel Raskolnikov, City Theater, Amsterdam DE verfilmer vin Raskolnikov staat (afgescheiden van de vraag of de door Dostojewski in zijn roman uitgebeelde innerlijke processen berhaupt" op bevredi gende wijze door de film weer te geven zijn een vraag die ik niet a priori wil ontkennen) voor een grotere moeilijkheid dan de maker van een film naar een eenvoudiger gegeven der literatuur. Een Dodsworth op de film b.v. kunnen wij ook zien als een be paald type Amerikaan en niet uit sluitend als schepping van Sinclair Lewis. Raskolnikov blijft onder alle omstandigheden de schepping van Dostojewski en bij een verfilming van deze figuur kunnen wij ons daarvan geen ogenblik losmaken. Wij kunnen hier geen genoegen nemen met een min of meer geslaagde uitbeelding van een bepaald soort misdadiger of van een bepaalde misdaad, omdat zich hier steeds weer de vraag naar voren dringt in hoeverre de bewerker er in geslaagd is de figuur van Dostojewski voor ons te doen herleven. De alles overheersende indruk hierbij is, dat Joseph von Sternberg, ondanks alle onbetwistbare vaardigheid en per soonlijkheid, geen portuur voor Dosto jewski is. Dat wij hier in de eerste plaats aan von Sternberg denken en niet aan Peter Lorre als Raskolnikov ligt in de Verhoudingen van deze film. Von Sternberg beheerst de gehele film wat nog niet wil zeggen dat hij steeds Peter Lorre beheerst terwijl Peter Lorre, voorzover zijn gepredes tineerd type dat mogelijk maakt, meer dan hij, tracht zich aan te passen. Von Sternberg geeft zijn eigen filmische visie op den Raskolnikov, waarbij de feiten sterk op de voor grond worden geplaatst. In dit op zicht is hij, ondanks zijn ook in Amerika bewaard gebleven persoon lijkheid, toch ook weer sterk Ameri kaans. Dit wordt vooral duidelijk, als wij dezen Raskolnikov vergelijken met een andere recente film van innerlijke processen, Angst" naar Stephan Zweig van Tour janski. Bijna pijnlijk treedt hierbij de on macht van von Sternberg op om zijn gegeven werkelijk te benaderen. Voort durend blijft von Sternberg Dosto jewski in de weg staan en voort durend staat Dostojewski een vrije ontplooiing van het werk van von Sternberg in de weg, omdat het hem evenmin gelukt zich voldoende van Dostojewski vrij te maken. Het is merkwaardig, hierbij te moeten con stateren, hoe tegen dezen achtergrond van den steeds aanwezigen Dostojewski de filmische middelen, die wij anders zo dankbaar aanvaarden en die von Sternberg toch ook zeker vaak genoeg heeft bewezen te beheersen, voos blijken. Overigens schijnt ook von Sternberg zich toch niet geheel ungehemmt" te hebben gevoeld. Terwijl hij enerzijds het gegeven losmaakt van de tijd waarin Dostojewski het gebeuren plaatste dit is gemotiveerd, daar Dostojewski het niet opzettelijk in een bepaalde tijd, maar eenvoudig in zijn eigen tijd plaatste tracht hij het anderzijds te omhullen met een waas van romantiek in plaats van een hier m.i. geboden objectief realisme. Een romantiek, die zowel met de objectivering naar tijd als met den oorspronkelijken Raskolnikov in tegen spraak is. Ook hier blijken daarbij weer de technische moeilijkheden van de film op het gebied tussen realiteit en verbeelding. Hoe hinderlijk schijnt hier de trap van bordpapier, terwijl wij deze op het toneel als decor zonder enige restrictie kunnen aanvaarden. Wat de figuren betreft: Peter Lorre doet de keuze eenmaal als gegeven aangenomen stellig uitermate zijn best; Edward Arnold als inspecteur Porphyr is in vele opzichten zeer te waarderen en de duels" tussen beiden , behoren dan ook tot het beste uit deze film. De misplaatst komische noot om de verloofde van Antonia mogen wij op rekening van von Sternberg stellen, .evenals Sonja. Juridisch dilemma in het Derde Rijk Sterker dan de Wet, Rialto, Amsterdam BEHALVE door een in alle opzichten goede kwaliteit goede bezetting en een zeer evenwichtige regie is de film Sterker dan de Wet" vanjürgenvon Alten interessant door de handige wijze waarop getracht wordt onze instemming te verkrijgen met de nieuwe rechtsnorm van het nat ionaalsocialistische Duitsland. Een van moord beschuldigde bekent, na veroordeling in eerste instantie, buiten bijzijn van getuigen aan zijn advocaat schuld, maar verloochent deze bekentenis als een ogenblik daarna bericht komt dat een andere verdachte is gearresteerd, tegen wie overtuigende bewijzen schijnen te be staan. Het dilemma voor den advocaat is nu handhaving van het door de wet opge legde beroepsgeheim, met het gevaar dat een onschuldige wordt veroor deeld, of breken van het beroeps geheim met als consequentie verlies van positie en mogelijke straf. Zijn naaste omgeving acht het laatste absurd, zowel uit overwegingen van persoonlijk belang als om de eer en het vertrouwen van den advocaat, dat met het beroepsgeheim staat of valt. Zijn geweten dwingt in de richting van spreken, nu hogere belangen dan het formele recht op het spel staan. (Een complicatie van het geval door zijn relatie tot de verloofde van den onschuldig verdachte kunnen wij, als de zaak slechts vertroebelend, buiten beschouwing laten). De doorslag geeft het opschrift in de hal van het gerechtsgebouw, als hij wijfelend heen en weer loopt: Nullum crimen sine poena". Hij spreekt en vindt voor deze daad algemene waar» dering en het meisje. Het laatste kunnen wij alweer buiten beschouwing laten als niet ter zake (d.w.z. slechts ter zake van de film en niet van het recht) doende. £ Bij de algemene waardering voor de houding van den advocaat, volgens de veel misbruikte leuze: Gemeinnutz geht vor Eigennutz", dreigen wij echter zelf betrokken te geraken, omdat in dit geval het werkelijke recht boven het formele recht ook onze volle instemming kan hebben. En zonder dat wij het merken wordt bij deze instemming het,,Nullum crimen sine poena" binnen gesmokkeld omdat wij deze schuldige en niet de onschulblijde afwachting van de Bouwmeester/ een gemeenschap. Daarom bestaat voor revue met Buziau. Slechts voor de op- J elke kunst wel is waar een eruditie, voering van het Ballet van de Wagner- '(maareen eruditie, welke door degrootvereeniging werd een uitzondering ge- ere persoonlijkheden in ieder tijdvak maakt. Na een seizoen van eindeloos studeeren en oefenen, bleek Yvonne Georgi een Nederlandsen ballet-ensem ble te hebben opgekweekt, dat zich met een eerste klasse internationaal ballet kan meten. Een tweetal voor treffelijke, mannelijke, buitenlandsche solodansers moest nog medewerking verleenen. Gelukkig dat de commissie, welke den koninklijken Gasten dezen feestavond aanbood, zich door geen verkeerd begrepen chauvinisme liet leiden en geen andere keuze deed, te meer waar de feestvoorstelling van In Holland staat een Huis" zoo jam merlijk mislukte, evenals de officieele avond" met gemengd eindeloos programma in het Gebouw van K. en W. te den Ha^g ter gelegenheid van " is momenteel deze: wij hebben een zestal goede tooneelspeelsters (niet HET is ontegenzeggelijk de taak meegerekend een tweetal van over de onzer regeering en de stedeliike tachtig, waaraan wij ons met wanhopigen ijver vastklampen, wat wel bewijst, dat iedereen gevoelt, dat er een groot tekort is aan beloften" voor de toekomst). Dan hebben wij ook een tiental zeer goede tooneelspelers, waar een eigen accent wordt verleend. Staat een kunst in haar ontwikkeling oogenschijnlijk stil, dan bewijst dit slechts, dat tijdelijk dergelijke persoon lijkheden ontbreken. Vroeger wisten Maecenaten kunstenaars in de gelegen heid te stellen zich te ontwikkelen en te uiten. Dergelijke kunstzinnige per soonlijkheden schijnen in de huidige maatschappij niet meer bestaanbaar en de maatschappelijke lichamen, die in hun plaats zijn getreden, weten blijk baar de juiste wegen nog niet, om de kunstenaars aan den arbeid te zetten. Of wellicht kan een meerhoofdig lichaam bezwaarlijker onderscheiden' dan de enkeling. ITSE huidige toestand in Nederland onder geen enkele waarachtige ,,jonge rol". Deze figuren zijn over een ET is ontegenzeggelijk de taak onzer regeering en de stedelijke leiding der Stadsschouwburgen, de Nederlandsche kunst in grootere mate oordeelkundig te steunen, wat in de eerste plaats inhoudt, dat men een uitgelezen publiek niet meer, dan reeds het geval is, van het tooneel vervreemdt niet ongare koekjes van ondeskundig gebakken eigen deeg. Het is blijkbaar een abnormale tijd voor de tooneelspeelkunst, niet alleen in Nederland, maar vrijwel overal. Piscator moge verklaren, dat alleen in Rusland de toestanden beter zijn, wij meenen dit te mogen betwijfelen. Rusland onderscheidt zich door zijn volkomen eenvormig theaterpubliek l van weinig cultuur. Goethe liet zijn *y l tooneeldirecteur reeds zeggen: ,,Den rijpen is het nooit naar den, zin te ma ken, een die in wording is, zal altijd schilderijen-(enz.) tentoonstelling. Zij vier- of vijftal groepen verspreid. Maatschappelijk gesproken is het beroep tooneelspeler" zoodanig be zwaarlijk geworden, dat men zich moet afvragen: waar moeten begaafde jonge beginnelingen nog den. moed vandaan halen, deze fatale roeping zonder eenige tastbare toekomst te volgen ? Waar vinden zij nog een groep, geschikt om zich bij aan te sluiten? Waar een leiding met genoeg idea lisme, waaraan zij zich met vreugde de eerste zware jaren van worstelen om erkenning kunnen onderwerpen? Welke leiding gelooft nog aan eigen roeping en zijn ideëele taak ? Het voornaamste ideaal van de direc ties is geworden: in 's hemelsnaam geen verdere verliezen te lijden in financieelen zin, te blijven bestaan" ! Hierdoor zijn de leiders vrijwel geheel afhankelijk geworden van de vooraan staande geëngageerden, wien zij geen genoegzame economische zekerheid meer kunnen bieden. Daarom stellen deze geëngageerden bij het afsluiten van nieuwe verbinte nissen individueele artistieke eisenen en dwingen zij de belofte af, een of meer speciale rollen te mogen vervullen óf regie te mogen voeren. De overige geëngageerden moeten zich dan weer aan de leiding van der gelijke bevoorrechten onderwerpen, wier autoriteit zij te recht of ten on rechte niet genoegzaam erkennen. En zoo verdwijnt ten slotte de laatste nood zakelijke samenwerking. Alle disci pline vervalt, door gebrek aan het zoo noodzakelijke overwicht van de opperleiding. Het resultaat van dit alles is, dat er voor niemand nog eenige artis tieke mogelijkheid of voldoening over blijft, hetgeen zich in elke opvoering duidelijk openbaart. H Ijustrumtentoonstelling te Amsterdam ET is een heele gebeurtenis in een studentencorps, en een on gewone is het ook nog: een dankbaar zijn." Het succes van het theater in Rusland is waarschijnlijk eerder aan den eenvoud van de toe hoorders, dan aan de superioriteit van de hedendaagsche Russische kunst toe te schrijven. Bovendien heeft Rusland steeds een uitzonderlijke voortreffe lijke tooneelspeelkunst voortgebracht. Maar waarachtige kunst behoort tot op zekere hoogte boven het tijdelijke uit te gaan, moet een waarheid in vordert een hoop arbeid, dus ook een hoop toewijding; ze kost veel verlet en nogal wat rondtrekken; ge moet de schilders toch minstens kennen en hun werken, die ge gaat laten zien. En zit er dan nog een soort bedoeling in uw hoofd, dan wordt het werk niet minder. Dit heeft n groep vermoede lijk, van de Amsterdamsche studenten op zich genomen, met alle bijkomstigheden erbij en zóó ontstond de zomerhouden, die ook den rijperen der ge- tentoonstelling 1937 in het Stedelijk Museum. Dit alles is te loven dan ?' " ? i ' ? | * komt de eindelijke vraag: Wat hebben zij bereikt ? Aan de tentoonstelling zelve dige zijn straf gunnen n omdat de-- zoudt ge zeggen: niet alles, wat zij nieuwe nationaal-socialistische rechts- zelven wel verwachtten. Deze tentoonnorm hier heel handig niet in tegen- | stelling is natuurlijk beter dan de ge stelling is gebracht tot de oude, bij ons wone ledententoonstellingen der gegeldende: Nulla poena sine (praevia) 'nootschappen; de inrichters waren lege". De laatste stelt straf afhankelijk vrijer of hadden zich vrijer gemaakt; van een tijdens het misdrijf bestaande zij hadden de bagage, de ballast niet wettelijke bepaling wat betreft straf- /an de genootschappen, zij hebben een baarheid en strafmaat, de eerste geeft keuze gedaan en deze hoever (?) gehandde vrije hand tot bestraffing van elke haaf d? Zij hadden ook het voornemen handeling op grond van een daarna alles op hun eigen houtje te doen, maar geconstrueerde misdadigheid". zij hebben hun plannen op een oogenIn het licht van deze werke- blik toch aan anderen, buiten hun groep lijft» tegenstelling ziet het Nullum staande, voorgelegd. Dit is verkeerd. crimen sine poena" er toch ook nog Of ge doet het geheel alleen en dan iets anders uit: als grondslag van een is de verantwoordelijkheid duidelijk, recht" dat in werkelijkheid de grootst ,:. óf ge benoemt commissies en dan is de mogelijke rechtsonzekerheid dat,is verantwoordelijkheid onduidelijk en met andere woorden rechteloosheid troebel, ge vraagt toch niet om hulp om betekent, waaraan wij onze in- uw onafhankelijkheid te vergrooten? stemming niet zo grif schenken. Maar dan, van wie waren zij zóó onafD. C. VAN DER POEL i hankelijk? Wanneer ge rustig nagaat wat er op de Zomertentoonstelling te zien is, dan is het duidelijk, dat de inrichters meer behooren tot de ge leiden, dan dat zij reeds als leiders kunnen opkomen. Twee dingen bewijzen dat: wat er te zien is en niet te zien en de fouten in de dicht bij elkaar ge noemde schilders; ook de aanwezigheid van minder of weinig belangrijke figu ren in onze schilderkunst, van wie 't eenvoudigweg te voorspellen is, dat zij ook nooit tot die belangrijken zullen hooren, tast de kracht van hun groep aan, maakt achterdochtig tegenover de zuiverheid van hun critischen zin en zien. De tentoonstelling heeft ontegen zeggelijk iets verwards; er is geen, des noods wat onrechtvaardige, strakheid in de bepalende lijn is er overal de bevrijdende kunstuiting, die zij duide lijk wilden geven? ??is er anderzijds, overtuigend, de moderne devotie? Ik weet sinds lang, dat niets skeptischer te beschouwen is dan definities en programmata van schilderscholen en der gelijke, wij zullen ons hier ook niet in ontledingen verdiepen, vooral daar de bestaande schilderkunst zich wel ver der ontwikkelen zal buiten deze ten toonstelling om. Laten we niet in de fout vervallen alles te gewichtig te vin den, omdat het schilderijen en beeld houwwerk betreft, het was in allen ge valle toch een soort geestelijke bezig heid, waarmee deze studenten hun tijd hebben opgeofferd. Zij konden nog niet amusant of verhelderend dat rangschik ken waarmee zij zich bezighielden, hun oordeel was nog niet persoonlijk ge noeg, hun kennis nog niet uitgebreid genoeg, maar zij deden wat zij konden en zij vonden wat zij deden noodig ~ en verdienstelijk. ALB. PLASSCHAERT Een dokters dilemma Mr. A. Itootbaert: l>r. Vlimmen (W. L. Balm A Co., Amsterdam) HOE is het mogelijk dat bij zoo'n gansene aanbieding een kerel van een boek onopgemerkt aan het schouwend oog der vakcritici voorbijgaat? Van deze deskundigen wijdde wel Menno Ter Braak een beschouwing aan dit boek maar dan ook uitsluitend aan het sociaalethisch probleem, dat hierin behandeld wordt, nl. de echtscheidings-belemmering voor Katholieken. Kort en goed, de Kritiek heeft gezwegen. Waarschijn lijk ligt dat hoe benepen dit gezichts punt ook zijn mag aan den naam van den auteur. Mr. Roothaert is immers uitsluitend om zijn vluggeschreven realistische maar niet bijzonder geraf fineerde detective-romans bekend. Dit boek, dit kolossale werk van 547 blz. zal dus ook wel geen literatuur" zijn.... Toch lijkt me, uit sociaal en demo grafisch oogpunt eenige critiek wél op zijn plaats, al zien de literatoren de noodzaak daarvan blijkbaar niet in. Zelfs een ietwat nauwkeuriger door snuffelen sterkt je nog in de overtui ging dat het geen literatuur is. Nee, dat niet! Totdat je ergens middenin vastgepakt wordt en blijft lezen. Brabant zooals het is. De kletsnatte straatwegen, de kleinburgerlijke stad jes. Natuur en intrige. Verdorie, dat is mannentaal! Het heeft bloed en botten. Het heeft die eigenschappen, die de officieele literatuur op dit oogenblik mist. Wat daar te lezen staat is in ieder geval serieus gemeend. Salonfahig is het dikwijls niet. Maar Mr. Roothaert neemt geen blad voor den mond. Dat wist ook, wie zich een spoorreis wel eens met een van zijn detective romannetjes had verkort. En in dit boek, dat half tendenz-roman, half sleutelroman is, doet hij dat zeker niet. Sleutel-roman een woord dat den nieuwsgierigen de ooren zal doen op steken. Nu, letterlijk genomen is deze uitdrukking in dit geval een verkeerde qualificatie. Deze Brabantsche vee artsen-geschiedenis teekent typen. Ty pen, die ieder die met het leven in de Brabantsche steden bekend is, dagelijks om zich heen ziet en nu eens in dezen, dan weer in genen herkent. Op n figuur na is het alles type-uitbeelding. Want van n magistraat is zelfs de naam doorzichtig. Maar die speelt dan ook een mooie rol. Wel is dit boek, dat door velen anti-roomsch geschol den zal worden maar au fond slechts anticlericaal is, een tendenzroman. Deze tegenstelling, roomsen en cl er icaal, komt overigens voor rekening van den schrijver, die poneert dat zij bezui den den Moerdijk nog bestaat. Daarom vind ik in dit boek (dat handelt over een jongen veearts, die in botsing komt met het Roomsche scheidingsverbod) niet de intrige van belang, niet de roman; ook niet de vaak meesterlijke beschrijving maar het gegeven op zich zelf. Vandaar deze signaleering. Eenige technische critiek is tenslotte toch niet misplaats, want hoewel dit boek een geweldig werk is, groot en boeiend het had een hoogstaand kunstwerk kunnen zijn. Had niet de uitgever remmend en redigeerend kun nen optreden en daarbij voor nmaal zijn boekje te buiten kunnen gaan? Er staan veel te veel anecdotes en veel te veel verklaringen in. Niet alles hoeft gestaafd te worden: het moet gestaafd kunnen worden. Wanneer deze overtollige krullen en franjes eraf geschoren zouden zijn, zou het een monumentaal werk zijn geworden, een tweede Martin Arrowsmith. Moge Roothaerts volgend boek een meester werk zijn, dat zich door beperking siert! -K. ' lllltllllllllllllllllllllJllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll l» IIIIIIIIIIIIIIIIUHMHIIIIlllllllUlimtUIIIIUIIIIIMIIIII OPLETTEN! In den Schouwburg, op een vergadering in de bioscoop is het zaak, goed op te letten! Als u even iets mist, begrijpt u het verband niet meer en staat u er buiten! In De Groene behandelen week aan week gezaghebbende politici en economen, kun stenaars en litteratoren de vraagstukken van den dag. Bent u losse-nummer-kooper en mist u ook maar n Groene, dan hebt u het verband verloren! Wanneer u zich abonneert kan dat u nooit meer .gebeuren! Daarom: NEEM EEN ABONNEMENT! ? Van l Augustus af f 4. (In Juli gratis) iiiiuiiiniiiiiiNiin PAG. 10 EN u DE GROENE NO. 313* BON ADMINISTRATIE DE GROENE" KEIZERSGRACHT 355 - AMSTERDAM Posttlro 72880 - G«m»tnte Giro G 1000 - Telefoon 37964 Mijne Meeren, Ik abonneer mij van l Augustus af op De Groene Ik stort daartoe f. 4.?op girorekening No. 72880 Ik ontvang gaarne als geschenk van De Groene: het blad tot l Augustus gratis Naam: '. ..? : Straat: '. Nr. Woonplaats: ?- ? &# 10,7.37. Handteekeningi. PAG. 2 DE GROENE No.3l3 SMa^fra?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl