De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 24 juli pagina 2

24 juli 1937 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

l '-.«??? ' i; ^ ? J." \ ' r-_' * GROENE AMSTERDAMMER Opcericht i» 1877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND *'« No.3138 Redactie: Mr. R. H. DIJKSTRA, Mr. M. KAN N. Mr. N. J. C M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO, Vo» TH. MOUSSAULT en Mr. W. VERKADE Red. en administr.: Keizersgracht 355, Amsterdam C. Telefoon 37964 ? Postf iro 72880 - Gem. f iro G 1000 De abonnementsprijs bedraagt f 10.?per jaar. Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen, het einde van een jaargang worden opgezegd. SPEL OF ERNST IN OOST AZIË? AAN ONZE LEZERS In de komende twee nummers hopen wij prof. dr. ir. J. Goudrioon, wiens artikel over de koWnetsformoüe in ons blad van 3 Juli zoozeer de aandocht heeft getrokken, nog twee artikelen te pubf/ceeren, we/ke gewijd zijn aan de partijvorming ter linkerzijde, Oe Res. lu/t.-Waornemer G. Aalders vervolgt de volgende week zijn artikel-serie met een verslag van zijn verhoor" bij de Gestapo. Dr. M. van Blankenstein DREIGEND staan Japanners en Chineezen tegenover elkaar in Noord China. Men late zich daardoor geen schrik aanjagen. Het gebeurt in Oost-Aziëen niet in Europa. Daar ginds is schrik aanjagen, verslaan door woorden en manoeu vreeren, een gebruikelijke manier van oorlogvoeren. Men is reeds weer heen over de periode, toen men de onpractische manieren van het Westen navolgde, en op gebeurtenissen, die in Europa onvermijdelijk een casus belli zouden vormen, een officieelen oorlog liet volgen. Men heeft, bij gelegenheid van den strijd in Mansjoerije en van het bloedbad van Sjanghai gezien, wat in die wereld weer mogelijk is, zonder dat ook maar de diplomatieke betrekkingen worden af gebroken. Trachtten niet alle betrokkenen de partij met vreesaanjagen te winnen, dan zou de oorlog reeds lang uitgebroken zijn. Te Nanking beseft men zeer wel, dat Tokio reeds geruimen tijd niet meer gebrand is op veroveringsexpedities in China. Het heeft aan Mandsjoekwo genoeg, dat Japan veel goed en bloed blijft kosten en waar het niet verder komt met de onderdrukking van het banditisme; een omstandigheid, waardoor het militair prestige van Japan zeer heeft geleden. Van Mandsjoekwo heeft Japan totnogtoe weinig pleizier beleefd uit een oogpunt van kolonisatie; ook oeconomisch heef t de stichting van den vazalstaat nog slechts teleurstel ling gebracht. /'"NPZETTELIJK spreek ik niet van twee partijen, V^die nu in Noord China tegenover elkaar staan. Het zijn er op zijn minst vier ! Daar is de regeering van Hopei, die nog schijnt te sidderen voor de dreigementen der Japanners. Haar zwakke houding kan ook bepaald zijn door dingen, die wij niet kun nen overzien, door Japansche overreding met vrien delijke of onvriendelijke, met metallieke of nietmetallieke argumenten, waarvoor nog altijd Chineesche ambtenaren uit de oude school toegankelijk blijken. Het is den Japanner tot nog toe steeds gelukt, onder de Chineesche grooten werktuigen te vinden voor hun politiek. Dit zou hun nog veel gemakkelij ker vallen, als niet soms van Nanking uit zoo stellige bevelen daartegen kwamen. Die brengen de reeds heel of half gezwichte grootmachtigen in het Noorden toch altijd weer tot wankelen. De Japanners hebben dit veelvuldig moeten ervaren als toevallig lijkend ver. schijnsel, voor zij het als een onvermijdelijkheid leerden beseffen. Een Chineesch machthebber moet al zeer diep gezonken zijn, vóór vrees en voordeel nóg zwaarder bij hem wegen, dan verlies van ge zicht". En de Chineezen, die voor vrees en voordeel al gezwicht waren, hoefden niet zeer diep gezonken te zijn. Dat gaat in hun wereld gemakkelijker dan in de onze. . Dan is er Nanking, dat met het jaar standvastiger wordt, meer zelfvertrouwen krijgt, en ook reeds uit welbegrepen eigenbelang meer standvastigheid moet toonen. Toen TsjangSjoe-liang zijn oppersten gebieder, Tsjiang Kai-sjek gevangen liet zetten, was het verwijt van zwakheid tegenover Japan daarvoor een goed voorwendsel. Met deze dingen moet Nanking rekening houden. Neemt het een forsche houding tegenover de Japanners aan, dan heeft het in Midden China en in Zuid China op eens alles op zijn hand. Toont het zwakheid, dan is dit allicht weer aanleiding tot nieuwe plaatselijke staatsgrepen of opstanden. Nanking heeft dus wel degelijk heel wat hauscar VrMgt protpcotut «U» Ing. BAUSMAMD. ?Uuictuk, BttMtunmcrw. 17 buiehtiging «IdMr of gmf. BoagjMt, Blariau» ook te HUL"-/ Vwkrllfiukr In AM te winnen bij een stevige houding tegenover Japan. Het zal vermoedelijk ook niet al te zeer meer gelooven aan het ernstig gemeende der Japansche dreige menten. Het kent de ontmoediging in Japan tenopzichte van avonturen op het Chineesche vasteland. Het weet ook, dat Tokio bij iederen stap verder in China met een schuin, en niet geheel gerust oog, naar de Sowjetunie kijkt. Nanking zal in ieder geval eerst de dingen eens willen aanzien, voor het capi tuleert. Bovendien is Nanking veel sterker geworden dan China sedert een halve eeuw tegenover Japan is geweest. Nanking heet en meent zeker ook zelf een leger te bezitten, dat de Japanners niet meer zoozeer als vroegere Chineesche legers hoeft te vreezen. Hoe het daarmede precies staat kunnen wij niet weten. Maar wij weten wel degelijk, dat dit leger zich in sterken groei bevindt, wat technische uit rusting en strijdvaardigheid betreft. Voor de Duftschers opnieuw vriendschap sloten met Japan hebben zij Japan's domineerende positie in Oost-Aziëin be langrijke mate gefnuikt. Eerst hebben zij Rusland een geducht leger helpen opbouwen, dat vooral door zijn luchtmacht voor Japan een groot gevaar vormt. Daarop hebben von Seeckt en zijn instructeurs wonderen op dit gebied verricht in het China van Tsjiang Kai-sjek. Tokio zal huiverig zijn het gevaar te loopen, de Russen op zijn dak te krijgen, als het door het nieuwe leger van Nanking terdege wordt bezig gehouden. ER zijn dus twee China's waarmede Japan te doen heeft. Feitelijk zijn er nog meer, maar wij houden ons nu aan de hoofdlijnen. China van zijn kant heelt met twee Japan's te doen, die ook weer dui delijk te onderscheiden zijn. De militairen op het vasteland zijn uitdagend, trekken hun macht te sa men, dreigen, begaan onrechtmatige daden zooals het in beslag nemen van het postkantoor te Tientsin en het onder censuur plaatsen van den post in NoordChina. Om van hun militair optreden, waarvoor het boksersprotocol" als voorwendsel moet dienen, maar niet te spreken. De militairen hebben een ulti matum gesteld en meenen het misschien met hun voornemen om erop te slaan. Zij zijn nu lang genoeg in toom gehouden door Tokio. Dit noopte hen af te deinzen van de Buiten-Mongoolsche grens, waar Rusland zich breed op hun weg plaatste; en daarna zich kalm te houden in Noord China. Tokio daarentegen heeft minder haast, in een ernstig conflict te geraken. Het stelt zijn hoop op het voortzetten van besprekingen te Nanking, ofschoon de militairen eigenlijk heelemaal niet meer de bevoegdheid van Nanking, om voor Noord China te onderhandelen, zouden willen erkennen. Tokio durft of wil de actie der militairen niet verloochenen. Het doet er als een echo aan mede, maar als een verzwakte echo. Het dreigt ook, maar met een stem, waarin het voorbehoud duidelijk te hooren is. Het verzekert, dat de militaire concentratie, waarvan de ondernemingslustige officieren op het vasteland zooveel ophef maken, geschiedt zonder dat troepen uit Japan zelf eraan deelnemen. Zooals steeds onder dergelijke omstandigheden in de laatste jaren het ge val is geweest, ontvangt Europa geïnspireerde be richten uit Tokio van zeer tegenstrijdige strekking. Uit het eene bericht zou men krijgshaftigheid kunnen opmaken en uit het andere bericht wijze bedaardheid. Desniettemin komen dergelijke berichten waarschijn lijk allen uit dezelfde bron. Van de Japanschepers hoeft men zich weinig aan te trekken. Haar heftig heid is niet gevaarlijker dan die der Italiaansche pers, waaraan de zenuwen van Europa zich reeds lang hebben gewend. *j~jEN aandachtig lezer tikt De Groene op de H vingers. Een opmerking, die uit onze pen ?*?' vloeide dat we, wanneer wij onze ziel maar in lijdzaamheid wilden bezitten, niet zouden behoeven te wanhopen aan de zegenbrengende uitwerking van het geperfectioneerde communicatiemiddel-tusschende-volkeren-der-aarde, dat ons het vliegtuig biedt, waardoor ten langen leste het zich-verstaan der men schen bevorderd zou worden deze opmerking, of liever de gegrondheid daarvan, waagt hij te betwij felen. En ik moet toegeven, het heeft er wel iets van dat de redactie zich aan een gemakkelijke gemeen plaats heeft overgegeven. Maar hoezeer ik onzen geachten lezer ook dankbaar ben voor de moeite die hij neemt, een waarschuwend woord tot ons te riekten en eerlijk van zijn scepticisme te doen blijken, ik geloof toch, dat de redactie wel verantwoord was, toen zij voor nmaal een optimistischer noot liet hooren, al wil ik toegeven, dat men de zaak van twee kanten bekijken kan. /N '96 deed de onsterfelijke Kipling een bundeltje Gedichten van de Zeven Zeeën" het licht zien, waarinde prachtige versregels voorkomen: There is no sound, no echo of sound, in the deserts of the deep, or the great grey level plains of ooxe where the shell-burred cables creep. And a new Word runs between: whispering, Let us be oneP Kipling bezong de telegraafkabels die door de donkere verstilde diepten der oceanen menschelijke gedachten leiden. Hij hoort een nieuw woord dat de volkeren elkaar toeroepen : laat ons n zijn l Deze week is Marconi gestorven. Met ditzelfde tik" streep-signaal dat aan het einde van de vorige eeuw nog door de diepte' der oceanen pulseerde, doortrüde hij den ether. En op zifn uitvinding der radiografie 1>ernst weer de draadlooze telefonie en de omroep. Tot welk goed doel heeft de verbetering der commu _ **'' nicatie-middelen geleid? Zelfs het stoffelijk nut is kwestieus: de tikkers brengen om de New Yorksche koersen bijna op het oogenblik zelf. Men kan in een oogwenk heen en terug naar Indiëom een suiker fabriek of een aardolie-bron te inspecteeren, maar zijn wij er, economisch gesproken, beter aan toe dan tien, vijftien jaar geleden? Om nog maar te zwijgen over de vraag of de menschheid er in ander opzicht beter op geworden is Zoo bekeken, lijkt er wer kelijk alle grond te bestaan voor een groote dosis scepticisme. Maar laten wij iets verder teruggaan in de wereldgeschiedenis. Dan tref t ons een analogie: de uitvin" ding van een zoo machtig communicatiemiddel als de boekdrukkunst heeft ook niet enkel weldaden over onze arme oude wereld uitgestort. Een direct gevolg van de daarbij optredende geestelijke ontwaking waren b.v. de godsdiensttwisten van de i6e en z?e eeuw. En voor een groot deel, de ontzettende oorlogen die toen Europa verwoestten. De mensch behoeft blijkbaar tijd, langen tijd, om een nieuw communicatiemiddel te leeren hanteeren. Een communicatiemiddel is een machtsmiddel. En sinds Kaïn en Abel staat de mensch met de macht niet op bijster goeden voet. Hij kan die macht eigenlijk niet gebruiken en moet telkens weer leeren, de uit oefening daarvan aan een onbevooroordeelde en on partijdige instantie af te staan. TJET is merkwaardig dat het juist déconsequenties ?L* op geestelijk gebied, en niet op physiek gebied, zijn die de menschheid bij allerhande nieuwe communicatie middelen niet kan overzien. Wil een bewijs dat de .1 Alles bijeengenomen is er nog geen reden om eraan te wanhopen, dat Tokio zijn militairen in bedwang zal kunnen houden. Wat wij zien en hooren is nog maar een luidruchtig spel, waarvan men onmogelijk kan zeggen, of het al dan niet ernstig gemeend is. En zoolang de zaken zoo staan, heeft men nog het volste recht optimistisch te zijn. WIJ hebben hier de schakeeringen maar in heel grove trekken aangegeven. Er is verder nog allerlei fijn spel waar te nemen, waarin de kenner van Oost Aziatische tactiek zich kan vermeien. De bevel hebber van het 29ste leger en de burgemeester van Tientsin hebben den Japanschen opperbevelhebber bezocht, om hem, binnen zekere perken, genoeg doening te geven. Zij deden dit uitdrukkelijk mon deling, en weigerden een penseel op papier te zetten. Wat zij deden was iets, maar het was nog niet genoeg. Nanking verloochent het. Maar of Nanking niet even tevreden is met deze verzachtende, eigenmachtige handeling van den civielen en den militairen gene raal, als deze het zijn met de verloochening door Nanking? En of niet Tokio verheugd is met dit alles, omdat er tenminste al eenige schijn door is gered. Men zou alle betrokkenen op de schouders willen kloppen en gelukwenschen met het gebeurde, met uitzondering van de Japansche officieren op het vasteland, die het waarschijnlijk werkelijk ernstig meenen, en den gelukwensch kwalijk konden nemen! De troepen, die Nanking naar het Noorden stuurt ter versterking van het, niet geheel modern uitge ruste en afgerichte 2Qste leger? Zij zijn nog ver van de Japanners af, en maken geen haast met hun opmarsch, naar het brandpunt van het conflict. Beide hoofdpartijen mogen hun demonenmaskers hebben opgezet om elkaar te verschrikken, voor ons, critisch toeziende, Westersche toeschouwers, is het voorloopig niet meer dan een spannend spel. MAANDAG schreef ik dit. Sedert dien is er allerlei gebeurd maar nog niets, dat niet past in het schema. Men kan echter constateeren, dat Tokio tot nog toe goed stand gehouden heeft tegen zijn eigen Kwantoengleger. VOOR ELKE BEURS 'N Over techniek en vooruitgang U n Ie ?At 't, n. e ij r;n ie ui 1137 BROCHES 20 STUKS we rking inderdaad in hoofdzaak de geestelijke sfeer betreft en dat het ons inden aanvang mankeert aan begrip, aan een juiste voorstelling wat nu eigenlijk het nieuwe is, dat is bereikt. In een orgaan dat het patriotisme in pacht meent te hebben en ons volk en ons land boven alles in de wereld zegt lief te hebben, trof ik de vorige week een treurige ontboezeming over het feit dat ome groote nationale luchtlijn ('s werelds grootste luchtlijn overigens) voor een deel aangewezen was op vreemde" vliegvelden voor haar etappen-dienst en eigenlijk heelemaal op vreemd materiaal terwijl wij toch zelf zulk voor treffelijk materiaal plachten te maken. Zeker, maar met geïmporteerde motoren. Echter, heeft het zin te debatteeren over zooveel dwaasheid? Het een of het ander! Of het luchtruim, de wijde wereld en de heele wereld, of een hysterisch geisoleerd nationalisme, waarbij alle vreemde smetten taboe" zijn. Nu dat niet. En beide tegelijk, dat kón niet. Maar bewijst niet juist deze boutade hoe langzaam en hoe moeilijk nieuwe begrippen doordringen? Het perfectionneeren van de zuiver geestelijke communicatiemiddelen van de krant, van de foto reportage, van de radio, stelt ons voor ernstige mis bruiken van machtsuitoefening-met-nieuwe-middelen. In onzen tijd heeft decopywriter der reclame de plaats ingenomen van den journalist en Z.E. de minister van propaganda die van den staatsman. Leugen achtige berichten en tendentieuse verdraaiingen. worden het publiek ingetrechterd, ingestampt en ingetoeterd. Wij leven in de aera der valsche voor stelling. Maar de ondergane misleiding wekt achterdocht. Tenslotte achterhaalt het inzicht de leugenachtige voorstelling. Zoo is het op den duur altijd \ geweest. Na vijfhonderd jaar heeft de boekdrukkunst zich werkelijk gerechtvaardigd. En zelfs wanneer het lang, heel lang zou moeten duren voordat de radio en het vliegtuig zich, niet van den menschelijken wil want dat doen zij nu reeds maar ook aan de menschelijke ziel zullen hebben onderworpen, ligt daar dan een gerechtvaardigde aanleiding in om het geloof in de toekomst en het geloof in de menschen te laten varen? Tenzij men wellicht zou willen aannemen, dat er sinds Kaninefaten of Cro-Magnon geen vooruit gang valt te constateeren. ? M. K. IN AMERIKA SCHIJNT PRESIDENT ROOSEVELT telkens weer een stukje van zijn, kort geleden nog zoo grooten, aanhang te verliezen. Er valt nauwelijks aan te twijfelen: zijn hervormings plannen voor het Hooggerechtshof waren een tactische fout van de eerste grootte. Hij had, wan neer hij daar absoluut mee wilde beginnen en een redelijk geloof had deze plannen er in het Huis van Afgevaardigden en in de afzonderlijke Staten door te krijgen, het betreffende wetsontwerp den vorm moeten geven die aan hun beteekenis beantwoordt die van een amendement op de Constitutie. Men kan het met den President eens zijn dat het onge hoord is, zooals het Hooggerechtshof zijn sociale wetgeving heeft gesaboteerd, men kan tot de conclusie gekomen zijn, dat de samenstelling van het Hof, wanneer er werkelijk niets anders op over schiet, dan maar verzet moet worden naar de in zichten en den wil van het volk, maar bovenal komt het dan aan op de manier hoe. Het schijnt wel dat de meerderheid er veel op tegen heeft artikelen in de wet op de organisatie van de rech terlijke macht, die handelen over den leeftijd der rechters en hun aantal in de hooge colleges, te misbruiken om zoodoende op slinksche wijze de geheele strekking van die wet te wijzigen. Niet, dat men iets heeft tegen politieke of juridische handigheidjes! De Amerikaansche politicus, die daar iets tegen heeft, zou nog geboren moeten worden. Maar omdat deze manier van doen in dit geval en dat voelen de Democraten zélf de deur zou open zetten voor weer nieuwe handigheidjes van de andere partij, de Republikeinen, wanneer die weer eens aan het roer zullen zijn. Neen, aan de staats instellingen mag niet getornd worden! Het gaat niet om de knikkers maar om het spel. Tot hen die dit ingezien hebben, behoort Lehmann, vroeger een zeer aanzienlijk New Yorksch bankier, die nu voor de derde maal gouverneur is van den staat New York. Voor de derde maal. Dat is eigenlijk tégen den regel maar niet zoozeer strijdend met de politieke conventies als een derde presidentschap van de Unie. Dat is iets onmogelijks. Wijlen Theodoor Roosevelt heeft het geprobeerd maar tevergeefs. Dat Lehmann voor de derde maal staats gouverneur van New York is geworden (er was in het vorige voorjaar geen andere candidaat te vinden en hij heeft deze candidatuur dan ook pas na heel veel aandringen, vooral van zijn vriend Franklin Delano Roosevelt aangenomen), bewijst wel welk een gezaghebbende positie hij in de Ameri kaansche wereld inneemt. Dat hij zich nu tegen den President heeft gekeerd, is een ernstige waarschu wing voor Roosevelt. DE INTERESSANTSTE STRIJD IN DEN SPAANSCHEN burgeroorlog, die er nu in een heel jaar ge streden is, wordt op dit oogenblik aan het Londensche front uitgevochten. Inderdaad, de toestand is niet geheel en al zonder gevaar en men doet goed al moet men aan den anderen kant ook alweer niet te ongerust zijn en bedenken dat in dit laatste jaar al een paar keer een groot onheil voorkomen is, juist omdat Frankrijk en Engeland op een gegeven oogenblik lieten blijken, dat een bepaalde situatie voor hen onacceptabel zou zijn en dat ze bereid waren desnoods met de wapens in de vuist te verhinderen dat die situatie zou intreden men doet goed Neville Chamberlains verzoek aan zijn kabinetgenooten om in de vacantie Engeland niet te verlaten, met den tegenwoordigen politieken toe stand in verband te brengen. Zooals wij reeds de vorige week opmerkten, door Edens voorstel om onder bepaalde condities, zooals o.a. een ernstig begin met het terugtrekken der vrijwil ligers, Franco als belligerent te erkennen, wordt de zaak niet verder gebracht. Engeland neemt hierdoor niet een principieel nieuw standpunt in (al lijkt het misschien zoo) maar slechts een formeel nieuw standpunt. De kloof blijft voorloopig onoverbrug baar. Grandi en Ribbentrop chicaneeren beleefd maar doeltreffend. En wat zij niet zelf kunnen weigeren, laten ze Portugal weigeren. Evengoed als het meer en meer gebruikelijk geworden is om in den oorlog vreemde troepen in het vuur te sturen, is het een helaas algemeen aanvaarde methode geworden in het diplomatieke steekspel om goedge zinde vreemde mogendheden van de tweede of derde rang als Askari's" te gebruiken zooals dat in Genève heet. Dat zien wij nu in Londen. . Tenslotte teomt het, in het kort, hierop neer: Zijn Mussiolini en Hitler besloten om hun ver langen, Sp-anje tot een voor hen toegankelijke (militair en economisch toegankelijke) fascistische (PAG. 3 Df G&OENE No. 3138 voorpost te maken, door te zetten zelfs wanneer zij een Europeeschen oorlog niet meer kunnen vermijden om dit te bereiken? Wij zouden zeggen: neen ! Hadden zij het daarop willen laten aankomen, dan zouden zij dat al eerder hebben laten blijken. Zijn Londen en Parijs bereid desnoods ernstig met oorlog te dreigen om dit gevaar te keeren? Wij zouden zeggen: ja ! En wij nemen aan, dat zij dan het gevaar ook werkelijk kunnen bezweren. Tot zoover reikt de wijsheid der meeste diplo maten. Dat is niet zoo hél ver, want er blijft nog een derde, en juist de allerwaarschijnlijkste, hypo these dat Hitler en Mussolini in Spanje precies zoover gaan als zij zonder openlijk conflict kunnen komen, dat zij zoodoende op een gegeven oogenblik toch veel verder blijken te zijn gegaan dan Frankrijk en Engeland kunnen goed vinden en dat dan, eigenlijk zonder dat iemand de uiterste konsekwentie heeft gewild, de omstandigheden zijn geboren waar onder een nieuwe wereldoorlog onvermijdelijk is. Gelukkig begint men in Engeland dat bleek uit Chamberlains woorden zoogoed als uit Edens laatste speeches in te zien dat dit gevaar niet denkbeeldig is. Dat men dat bijtijds inziet, is al veel. AAN DEN KOMKOMMERTIJD ZIJN WIJ NOG NIET toe. Dat blijkt in Frankrijk waar Bonnet nieuwe gevaren voor den franc tracht te bezweren, dat blijkt uit den nationalistischen" moordaanslag op Koe in Polen, uit de herrie met orthodoxe geestelijken in Belgrado, uit den strijd tegen de Katholieke geestelijkheid in Duitschland. Als het nu, in deze zomermaanden, tenminste maar niet erger wordt.... DE BEGROOTINGSDEBA7TEN IN DEN VOLKSRAAD loopen al weer ten einde. Over het algemeen hebben zij aangeknoopt bij het gematigd optimisme van den gouverneur-generaal en niet bij het pro fessioneel pessimisme van den president der Javasche Bank. Het is niet waarschijnlijk dat men weer zoo van den hoogen boom zal gaan leven als voor deze crisis, maar wel was er een algemeene aandrang tot een wat soepeler politiek overal, waar de bezuiniging tot interen op de volkskracht had ge leid : de laagste salarissen, het onderwijs, de credieten voor zelfstandige bedrijfjes, de volksgezondheid en de arbeidsinspectie. Ook was er eenige ontstemming over de onevenredige forschheid waarmee de regee ring geweigerd had het devaluatie-uitvoer recht van 2 op 4 pCt. te brengen en de lauwheid waarop zij optrad tegen te lage loonen in de cultures. Nog scherper ontevredenheid heerscht er over te groote bemoeizucht en te groote schrielheid van het Moe derland. De wehsch naar grooter autonomie voor Indiëis dan ook allerminst een verlangen, dat tot de inlandsche groepen in den Volksraad beperkt is, al gaan de Europeanen niet in alle opzichten zoo ver als de heer Soetardjo, die echter van zijn kant heel wat loyaler klanken liet hooren dan wij vroeger wel van Indisch-nationale zijde gewoon waren. DE RIJKSMIDDELEN VERTOONDEN OVER DE maand Juni een uitermate gunstig beeld, dat de betrekkelijk goede cijfers van de eerste vijf maanden van 1937 nog sterk accentueert. Het eerste halfjaar brachten de verschillende bronnen van rijksinkomsten niet alleen ruim 33 millioen meer op dan het voorafgaande jaar, maar ook 221U millioen meer dan de raming. Als dit zoo door gaat zal er ook in onze a.s. begroeting weer wat meer speling komen te zitten. Waaraan dit besteed zal worden en of de Protestantsche en Katholieke elementen in ons kabinet het daarover zonder naar buiten blijkende conflicten eens kunnen worden is het raadsel, dat alle politiekgeïnteresseerden in Nederland blijft bezig houden. DE WERELDJAMBOREE IN VOGELENZANG NADERT. Het is natuurlijk prachtig dat zooveel nationaal gezinde jongelui uit alle hoeken van de wereld elkaar in ons land zullen ontmoeten en leeren waardeeren. Dat zal hun gezonde gevoelens weerstand geven tegen het pathologisch nationalisme. Minder be grijpelijk is het waarom het publiek deze ontmoeting als een kijkspel schijnt te beschouwen. Het blijkt nu reeds dat er op een overweldigend aantal volwassen bezoekers van het kamp gerekend moet worden. En het is zeker, dat de politie intens zal moeten pad vinden wil deze toeloop niet in een verkeerschaos ontaarden. Een stugge, droge huid? Purol maakt soepel en zacht. f.41 !<; ».?'! p ???? '?Vil PAL». IBUC ? .1 ? ^ i .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl