Historisch Archief 1877-1940
f.
VI
DE GROENE AMSTERDAMMER
Opgericht m 1877 ONAFHANKELIJK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND «'? <**r«an8 No.TTI?
Redactie: Mr. R. H. DIJKSTRA, Mr. M. KAN N,
Mr. N. J. C. M. KAPPEYNE VAN DE COPPELLO,
TH. MOUSSAULT en Mr. W. VERKADE
Red. en adminlstr.: Keizersgracht 355. Amsterdam C
Telefoon 37964 - Po «giro 72880 - Gem. jlro G 1000
De abonnementsprijs bedraagt f 10.» per jaar.
Abonnementen kunnen met elk nummer Ingaan, doch alleen tegen het einde van een Jaargang worden opgezegd.
De partijvorming
ter linkerzijde
Prof. Dr. Ir. J. Goudriaan
Buitengewoon hoogleeraar in de bedrijfteer aan de
Universiteiten van Rotterdam en Delft. Onderdirecteur
der Philipsfabrieken te Eindhoven
IN tijden van internationale economische en
politieke ontwrichting gaat in de democratische
landen de stroom der nationale politiek met onver
mijdelijkheid naar rechts. De ontwrichting zelve
immers beteekent, dat de altijd voortgaande ver
nieuwing der maatschappij moeilijkheden onder
vindt, spaak dreigt te loopen, tot verwarring en
vernietiging leidt. De schepen van den vooruitgang,
op goed geluk uitgevaren naar het onbekende
toekomsüand, worden door de stormen terugge
slagen naar de havens van het behoud. En zij zullen
gekalefaterd worden door hen) die veilig aan land
zijn gebleven, tenzij de bemanning nog geestkracht
genoeg heeft overgehouden om zelf in te zien, wat
er aan de uitrusting ontbrak en mede de leiding te
nemen bij het herstel.
Zoo stelt een tijd als de tegenwoordige aan de
leiding der linksche partijen nog veel hoogere
eischen dan aan die der rechtsche.
Twee nieuwe vraagstukken van wereldwijde
beteekenis zijn plotseling op den voorgrond gekomen
en beheerschen eensklaps de nationale 'politiek van
elk Europeesch land.
In September 1931 viel het Engelsche pond,
weldra gevolgd door een geheele reeks andere
valuta. Het monetaire vraagstuk, tot dien datum
veilig gevangen binnen de eenvoudige formule van
den gouden standaard, was daarmede eensklaps
aan de orde gesteld en beheerscht van dat oogenblik
de economische ontwikkeling van ieder land.
In de eerste maanden van 1933 kwam het
nationaal-socialisme in Duitschland aan het bewind. In
Maart 1935 volgde de afkondiging van den
algemeenen dienstplicht in dat land. Sedertdien zijn
alle uitzichten op ontwapening en wereldvrede voor
afzienbaren tijd verdwenen. Elk land en eerst recht
elk democratisch land zal zich tot het uiterste
hebben te wapenen om het dreigend noodlot te
ontgaan.
Deze beide vraagstukken leggen de leiding van
elke politieke partij, die haar plaats in het volk wil
handhaven, de taak op, haar volgelingen zoosnel
mogelijk over de nieuwe moeilijkheden te onder
richten en duidelijk uit te spreken hoe onder deze
geheel nieuwe omstandigheden gehandeld moet
worden. Hierbij doet zich voor elke partij in wezen
dezelfde moeilijkheid voor, die men in n woord
kan samenvatten als den strijd der 'generaties.
TN d/t artikel over de partijvorming ter
?L linkerzijde, waarop de volgende week
een tweede volgt, betoogt Prof. Dr. Ir. \.
Goudrioan, dat de finandeele en bewa
peningsvraagstukken, die thans de nationale
politiek van elk land beheerschen, de leiding
der politieke partijen de taak oplegt, zich
te heroriünteeren, om, met behulp der jon
gere generatie, de democratie te beschermen.
. Bij de vernieuwing der rechtsche partijen
moeten die der linkerzijde zich aansluiten,
om, thans in de oppositie, door versteviging
der partijstructuur, de op drift" geraakte
stemmen te herorganiseeren. Zij moeten
zich daartoe bezinnen op de geestelijke
grondslagen, om, met de andere democra
tische partijen, het geheele volk op te
voeden tot zelfbewust staatsburgerschap.
WANNEER de ontwikkeling geleidelijk en zon
der schokken verloopt, is het niet meer dan
natuurlijk, dat de leiding van elke partij in handen is
V«rfcrl|f bttr In dm betklwnd*!.
van de oudsten, die door een langdurige ervaring, op
gedaan in een zich zelf in hoofdzaak gelijkblijvend
milieu, het beste kunnen oordeelen over den te volgen
weg. Onder deze omstandigheden is bij de leiding ook
geen groote mate van activiteit, geen snelle beweeg
lijkheid in het veranderen van taktiek noodzakelijk.
De weg staat jaren vooruit reeds duidelijk
afgeteekend. En het is volkomen begrijpelijk, dat de
personen, die in het rustige klimaat van vóór den
oorlog zijn groot geworden, in den tegenwoordigen
tijd vóór alles hun hoop stellen op een terugkeer
naar normale" omstandigheden. Hun ietwat
passieve natuur vindt bevrediging in meer of minder
fraai gestyleerde dooddoeners in den geest van:
Wij leven in een bezeten wereld.
Aan de verdwazing moet toch eens een eind komen.
Vriezen wij dood, dan vriezen wij dood.
Het is in elk geval niet onze eigen schuld".
Maar de generatie, die opgegroeid is in de chao
tische oorlogsjaren, de depressie die daarop volgde,
de prosperiteit van 1925?29, de krach van 1929
met alle daaruit voortgevloeide consequenties beeft
meegemaakt, vindt bij deze teksten geen bevre
diging.
De jongere generatie is niet zonder idealisme,
maar zij heeft geen respect voor de
quasi-idealistische frase, die reeds zoo veel onheilen heeft gesticht.
Haar oogen zijn gericht op de werkelijkheid en zij
zoekt naar de practisch Uitvoerbare daden om de
afschuwelijke realiteit van vandaag Om te zetten
in de betere werkelijkheid van morgen.
Het is 'geen ondankbaarheid, geen gebrek aan
waardeering voor de toewijding der ouderen, die
hen drijft. Maar wel een gevoel van eigen kracht
en eigen verantwoordelijkheid. Het is geen toeval,
dat het extremisme zijn aanhangers vrijwel uit
sluitend onder de jongeren vindt. Hóe passiever, hoe
indolenter de houding der democratische partijen,
des te sterker zullen zij de beste elementen van de
jongere generatie van zich vervreemden.
Daarom is het een eerste eisch van goede taktiek
en van welbegrepen verantwoordelijkheid, dat elke
partij veel vlugger en sterker dan vroeger haar
leiding en haar vertegenwoordiging in de openbare
lichamen verjongt. En tegelijkertijd is noodzakelijk,
dat zij meer dan vroeger zich open stelt voor elke
critiek, hetzij dat die van binnen of van buiten komt.
Tegelijkertijd is noodig, dat de werkelijke leiding
van elke partij zich minder aanhankelijk en dus
afhankelijk betoont tegenover bepaalde personen,
hetzij ouden of jongen.
De democratie is in gevaar. De toekomst van de
democratische landen staat op het spel. De demo
cratie heeft recht op leiders, die haar ter overwinning
voeren in binnen- en in buitenlandsche moeilijk
heden. Dit is het eehige en beslissende criterium.
' , ' ? . ' ? ' . '
MET het bovenstaande wil niet gezegd zijn, dat
de noodzakelijkheid van vernieuwing en ver
jonging aan de Nederlandsche politieke partijen tot
dusver is voorbijgegaan. Integendeel. De beide
PAG. 2 DE GROENE No. 3139
grootste, de Roomsen-Katholieke Staatspartij en de
Sociaal-Democratische Arbeiders Partij, hebben haar
verantwoordelijkheid in dezen terdege begrepen. De
Christelijk-Historische Unie is een goed stuk op weg
en heeft nog onlangs in de rapporten pro en contra
ordening getoond, dat de kracht van een demo
cratische politieke partij volstrekt niet gezocht
behoeft te worden in het opleggen aan haar volge
lingen van een volstrekte eenheid inzake den te
volgen weg, maar vóór alles in het handhaven van
een bepaalde geestelijke sfeer. De
Anti-Revolutionnaire Partij heeft zich nog zoo juist los gemaakt
van de verslappende, door haar leider gepropageerde,
gedachte van een eenheidskabinet, en is mede op de
bres getreden voor de handhaving van de goede
parlementaire practijk.
Maar men mag toch de oogen niet sluiten voor het
feit, dat er zoowel ter rechter- als ter linkerzijde,
maar ter linkerzijde het meest, een aanzienlijk
deel der kiezers is, dat niet meer door een der groote
politieke partijen wordt gegrepen. De drie groote
rechtsche partijen kregen tezamen 52,7 pCt. van de
uitgebrachte stemmen, de dissidente rechtsche
groepen nog 6,6 pCt. Die drie groote, althans van
ouds gevestigde, linksche partijen kregen tezamen
31,8 pCt. der uitgebrachte stemmen, de linksche
dissidenten (Communisten, Nationaal-Socialisten,
enz.) tezamen 8,8 pCt.
Het afgesplinterde stuk ter rechterzijde is dus
slechts n achtste deel van de hoofdmacht, ter
linkerzijde is het meer dan een kwart. Houdt men
er bovendien rekening mee, dat eenige procenten
linksche stemmen uitsluitend door voorkeur voor
bepaalde personen zijn beheerscht, dan kan men niet
ontkomen aan de conclusie, dat aan de linkerzijde
10 a 12 pCt. van alle stemmen op drift" zijn geraakt.
En het ernstige vraagstuk doet zich dus voor, dit
belangrijke contingent zoo vlug mogelijk te
consolideeren.
Het feit, dat de linkerzijde thans in haar geheel
in de oppositie is, biedt een uitstekende gelegenheid
de innerlijke structuur dezer partijen te versterken.
WAT is het, dat de leden van een bepaalde
politieke partij bijeen houdt en de partij haar
innerlijke kracht verleent?
De gehechtheid aan een leider? Deze kan nimmer
een duurzaam fundament geven. Leiders zijn ster
felijk, leiders zijn menschen, die zich kunnen ver
gissen en fouten maken. Een partij, die alleen maar
opgebouwd is op de gehechtheid aan een bepaalde
persoon, beschikt niet over voldoende stevigheid
om de stormen van dezen tijd te kunnen
trotseeren.
TK wil heusch niets tegen de Goede Werken
i zeggen, maar Zomerpostzegels kan ik niet
langerzien.'?Koopzomerpostzegelsl" Waarom?
Ik koop niet anders postzegels dan wanneer ik ze
noodig heb. En ik gebruik ze navenant zooals
iedereen. Ik vind het prettig drie of vier soorten
postzegels in de vakjes van het nikkelen doosje te
zien, dat op mijn bureau staat en soms zeg ik
's Maandags: Maria, haal er nog tien van zes l"
Tien van zes is genoeg. Iedereen weet wat dat
beteekent. Want een postzegel is een vast iets. Of
was dat althans. Je kon ze om zoo te zeggen in hét
donker herkennen. Zonder er bij te denken wist je
wat voor een het was.
Ja, dat was de goede oude tijd, toen wij, als
schooljongens, uit de postzegelalbums leerden dat
alleen derde rangs landen er heele schilderijen op
na hielden om op brieven te plakken.
ZuidAmerikaansche republieken en zoo. Later leerde
je dan ook nog, dat er in die landen meer kolonels
en generaals waren dan soldaten, en dat begreep je
dan ook heel best: hoe meer glans en schittering,
hoe geringer de stabiliteit.
De vernieuwing van het uiterlijk van den
postzegel een ander plaatje" was een evene
ment dat eens in de vijf of tien jaar of nóg veel
zeldzamer plaats vond. Wat was het niet een
gebeurtenis, toen Het Koninginnetje vervangen
werd door De Koningin, .en Pier Pander, die het
ontwerp maakte, zich in ons aller oogen met
succes van een belangrijke staatsopdracht ge
kweten had l Steker, toen hadden we een nieuwen
Is het dan instemming met de propaganda voor
of tegen bepaalde maatregelen? Maar het oordeel
over eiken maatregel van economische of sociale
politiek kan eerst definitief worden uitgesproken,
indien de ervaring daarmede opgedaan aan het
woord is geweest. Elke partij moet zich de vrijheid
voorbehouden, wil zij het duurzame belang van het
geheele volk inderdaad dienen, van inzicht over het
al dan niet wenschelijke van een bepaalden maatregel
te veranderen naarmate deze ervaring duidelijker
spreekt.
Het werkelijk samenbindende element in een
politieke partij is iets anders. Het is een zekere
gelijkgestemdheid des gemoeds. Elke sterke politieke
partij heeft haar eigen geestelijk klimaat, waarin
haar aanhangers door aanleg en opvoeding zich van
nature tehuis gevoelen, en dat hen bijeen doet blijven
ook wanneer hun inzichten over bepaalde concrete
maatregelen divergeeren. De groote politieke leiders
zijn de creatieve artistieke geesten geweest, die dit
psychologisch klimaat met zijn eigen nuanceeringen
zoo zuiver en zoo krachtig mogelijk hebben weten
te ontwikkelen. En de onvergelijkelijke sterkte, die
speciaal in Nederland de drie confessioneele partijen
bezitten, is juist te danken aan het a-politieke
religieuze element, dat hen bijeen houdt.
Wanneer de linksche partijen een vasten greep op
het aan hun zorgen toevertrouwde volksdeel willen
behouden, is het volstrekt noodzakelijk, dat zij zich
op hun geestelijke grondslagen nader bezinnen, het
intuïtieve gevoelselement zoo sterk mogelijk ont
wikkelen en uit hun beginselen al datgene verwij
deren, dat niet intuïtief door het sentiment kan
worden beslist. Alles wat zich als beginsel aandient,
maar betrekking heeft op bepaalde economische of
sociale maatregelen, verstart tot dogma, indien
men er zijn volgelingen voor altijd aan wil binden.
Natuurlijk moeten er steeds strijdprogramma's
zijn, die concrete maatregelen bevatten. Maar elk
lid eener partij moet de volle vrijheid hebben tot een
afwijkend oordeel, mits hij zich bij het uitspreken en
motiveeren daarvan maar niet vervreemdt van het
geestelijk klimaat zijner partij. Wanneer men deze
vrijheid binnen elk der democratische partijen
ongerept weet te handhaven, bevordert men de
mogelijkheid van samenwerking met andere groe
peeringen en wat nog veel belangrijker is
prikkelt elk der leden tot zelfstandig denken over
de problemen der maatschappij.
Zoodoende vervullen de democratische partijen
hun onmisbare taak van te zijn de opvoedings
instituten ten behoeve van het geheele volk tot
zelfbewust staatsburgerschap, ieder in het door hem
zelf gekozen geestelijk milieu.
?IL
i
ai iet
zegel, maar men hechtte zich er aan, want men
wist ook dat men zich er aan kon hechten. De
beeldenaar bleef. Het was een plechtig symbool,
een garantie van waarde en stabiliteit.
Maar?zoo schijnt het noch op het symbool
der stabiliteit, noch op de stabiliteit zelve wordt
langer prijs gesteld. Niet alleen in postzegels,
maar in alles. Het gehalte van een rijksdaalder is
veranderd. En verschillende kleuren en verschil
lende prentjes in bankpapier volgen elkaar op als
strandjurken en regenmantels. Wat de waarde
ervan betreft, de meest-bevriende naties verwijten
elkaar over en weer, dat hun bankpapier in koers
gedaald is of, schrik niet, dat het niet genoeg
in koers zou zijn gedaald l En hetzelfde biljet is
in de eene plaats soms meer waard dan in de
andere. Wil ik par occasion op reis, dan kan ik
het bij die-en-die goedkoop" krijgen l
Stabiliteit is ouderwetsch. Niet alleen in het
nikkelen doosje op mijn schrijfbureau en in mijn
, portefeuille, maar in allerhande gewichtige zaken
is het zoek. In het huwelijk en in de politiek. Hei
lijkt wel alsof de menschheid soms een periode moet
^'oormaken dat de golven hoog loopen en dat alles
, beweging is. Maar op den duur zal de zucht
naar stabiliteit het weer van het verlangen naar het
nieuwe winnen; daar ben ik zeker van.
Als we nu alvast eens begonnen met terug te
keeren tot die goede oude eenvormigheid op het
gebied der postzegels/ Dan wisten we tenminste
dat we ergens weer van op aan konden
PRUTTELAAR
KONING LEOPOLD DE DERDE SCHRIKT NOOIT
terug voor een verstandig initiatief. Hij heeft
nu een brief laten publiceeren, waarin hij
voorstelt dat verschillende landen een
wetenschappelijkwerkende en tot raad geven bevoegde onafhan
kelijke instantie zullen scheppen, die zich de econo
mische problemen ter harte moet nemen. Niet een
economische conferentie, niet een gezag-uitoefenende
of schijnbaar-gezag-uitoefenende instantie als de
Volkenbond of het Internationaal Arbeids Bureau,
maar een onafhankelijk wetenschappelijk lichaam.
De gedachte is schoon. Maar wringt hem de schoen
wel op die plaats? Weten wij niet allemaal heel goed
dat grootere vrijheid van handel en herstel van nor
male credietverhoudingen de wereld weer in het
gareel kunnen brengen? En is de zijn voordeel
zoekende homo economicus er ook niet op uit om
tot dergelijke goede en wintsgevende daden over te
gaan zoo gauw de omstandigheden maar weer zijn
ontstaan waaronder zulks mogelijk is? Behalve de
onrust in Europa, is daar nu de roerigheid in het
Verre Oosten nog bij gekomen. In de buurt van
Peking zijn opnieuw de gevechten ontbrand.
Hoe belangrijk de politieke omstandigheden zijn,
die als het ware het klimaat moeten vormen, dat
een economisch herstel gunstig is, ondervindt in
binnenlandsch opzicht Frankrijk. Chautemps
heeft duidelijk gezegd, dat men nu allereerst tot
binnenlandsche rust dient te komen. Boven de
partijen staat het landsbelang, is zijn stelling. En
het is duidelijk, dat zijn regeeringsperiode gewijd zal
zijn aan het overbruggen van verschillen en niet aan
het geforceerd doorzetten van den wil van n of
twee zeer vooruitstrevende partijen.
INTUSSCHEN ZIJN HET VOOR FRANKRIJK NIET
enkel de spanningen in de binnenlandsche poli
tiek, die een moeilijkheid vormen voor het bereiken
van het eerste en allergewichtigste economische
doel: het terugvloeien van het kapitaal. Het zijn ook
de spanningen in de buitenlandsche politiek, die dit
beletten. Frankrijk ligt, om het nauwelijks over
dreven uit te drukken, in de vuurlinie. Men kan er
niet genoeg van doordrongen zijn, dat de vrede?die
met veel kunst-en-vliegwerk nog net in stand ge
houden kan worden toch een hoogst labiele vrede
is. Er is geen twijfel aan dat, mocht dit labiele even
wicht worden verstoord, het Frankrijk zal zijn dat
de eerste stoten op te vangen heeft.
De Spaansche affaire komt hoe langer hoe dichter
bij den rand van den afgrond. Op het Engelsche
compromis-voorstel, om Franco als belligerent te
erkennen mits de vrijwilligers eerst teruggetrokken
zouden zijn en diverse andere eischen zouden zijn
vervuld, nebben Duitschland en Italiëgeantwoord
met chicanes over de procedure der onderhande
lingenagenda. Dit dreigde de zaak weer op een
eindeloos zijspoor te brengen -?wat Eden nu juist
met alle geweld wilde voorkomen. Maar bij wijze
van een allerlaatste concessie, stelde hij voor om
alle agenda-punten tegelijk te beantwoorden. Onder
hands liet hij Mussolini weten dat Engeland bereid
zou zijn tot een schikking in de theoretisch?nog
steeds niet geregelde Abessynische kwestie, wanneer
Italiëvan zijn Spaansche aspiraties afzag. Zoo
ronduit is dat natuurlijk niet gezegd, maar hierop
moeten de verschillende zachtjes gefluisterde wenken
toch wel zijn neergekomen. Wat Mussolini hierop
geantwoord heeft? De Popoio d'Italia bracht een
officieur, artikel: de wereld wil blijkbaar niet inzien
dat ficties als de Volkenbond en het doode formeele
volkenrecht opgegeven moeten worden en dat feiten
als het Romeinsche Imperium en het fascisme van
Franco moeten worden erkend.... Hiermee is de
zaak eigenlijk opnieuw vastgeloopen. Van een
mondelinge discussie der geschilpunten in de
niet-inmengingsconferentie ziet Engeland af. De
mogendheden moeten nu maar schriftelijk ant
woorden of zij het met Engeland eens zijn. Zooniet
dan hoeft men waarlijk niet op nóg meergeduld van
Londen te rekenen. En zeker niet op dat van Parijs.
MET DAT AL IS DUITSCHLAND NOG NIET OP HET
tweede plan gekomen, al ziet Londen tegen
woordig het grootste gevaar in de eerzuchtige plan
nen van Benito Mussolini. Het Derde Rijk
secundeert den Duce wel is waar prachtig, maar het schijnt
inderdaad zelf toch minder gevaarlijk te zijn. Want,
al merkt daar in deze dagen de reizende vreemdeling
niets van, de zorgen staan er voor de deur. Op dit
oogenblik wordt de. oogst binnengehaald. Het werd
hoog tijd. Juist in de twee laatste maanden heeft
Duitschland veel graan moeten invoeren om ont
brekende voorraden aan te vullen. Kwantiteit en
kwaliteit van den nieuwen oogst schijnen echter nie*
PAG. % DE GROENE No. 3139
mee te vallen. Maal-en-meng-percentages zijn nog
rigoureuser geworden. Geen brood mag verkocht
worden of het moet minstens vierentwintig uur oud
zijn. Daardoor wordt het er niet smakelijker op
maar dat is juist de bedoeling. Want zoodoende
zal er minder brood gegeten worden en meer ander
voedsel. Maar ook dat is (behalve in het midden van
van den zomer) schaarsch. Zoodoende wordt de
voedingstoestand van de bevolking in het
herfst-enwinterseizoen wel hél bedenkelijk. Dat dit in hotels
en pensions niet zichtbaar is, is de verdienste van
een goedwerkend propaganda-instituut. En het kost,
op de groote hoop, zoo weinig....
Maar, behalve op het gebied der voedselproductie,
blijkt ook op het terrein der grondstoffenvoorziening
de toekomst er allerminst rooskleurig uit te zien.
Om in den nood aan ijzer tegemoet te komen heeft
Göring nu een staatsmaatschappij opgericht tot
exploitatie van de groote Duitsche beddingen van
ijzererts van minder gehalte. Die exploitatie is on
economisch. Maar het gebeurt wel meer en het
is reeds gebeurd dat men tot oneconomische
ertsen zijn toevlucht moet nemen. Wat echter op
vallend is, dat was de snoevende taal van Göring, die
voorspelde dat Duitschland zich snel van de buiten
wereld onafhankelijk zou maken en dreigde dat die
buitenlandsche ertsproducenten, die nu (zooals
Zweden) uit angst voor het uitblijven van regel
matige betalingen, aarzelden met het exporteeren
van normale hoeveelheiden, er uit zouden liggen"
wanneer zij niet lijings zouden komen aanzetten met
die kwantiteiten die Duitschland voorloopig" nog
noodig heeft. Welnu, dit zijn dreigenemten waar
geen verstandig handelsman zich ooit door aan het
schrikken laat maken. Duitschland in erts van het
buitenland onafhankelijk? Kom, vanwaar dan deze
belangstelling voor Spanje en de handelsverdragen
met het door het Derde Rijk erkende gouvernement
van Franco?
Ook in ander opzicht gaat het in Duitschland niet
zoo bijzonder goed. De onrust in de kerken duurt
voort. Niemöller's broer, die hem op den kansel
kwam verdedigen, is nu gearresteerd. E vaneens sprak
te Berlijn, voor de roomschen pater Preysing, die
het voor zijn broer, den door de nationaalsocialisten
zoo gesmaden bisschop, opnam. De coöperatie
tusschen roomschen en protestanten wordt daar
steeds duidelijker. Op een goeden dag moet het daar
zoodoende tot openlijk verzet komen; misschien
eerder dan wij weten. De religie is een gevoelig iets
en het hart der menschen dit wordt vaak mis
kend is gevoeliger dan de maag.
IN JOEGOSLAVIËIS DE SPANNING TOEGENOMEN.
De Servisch-orthodoxe Metropoliet Barnabas
is bezweken aan de verwondingen die hij bij de
jongste betooging te Belgrado een betooging tegen
de ratificatie van het Concordaat?had opgeloopen.
Nu heeft het metropolitaansch (bisschoppelijk)
college den premier Stojadinowitch en diens ortho
doxe collega's in den ban gedaan. De ratificatie van
het Concordaat is gestrand. En met de macht van
Stojadinowitch zal het nu wel gedaan zijn. Dat is
zeker geen ramp. Voor den Prinsregent Paul is dit
alles een ernstige waarschuwing. Het
Servischorthodoxe deel der natie vertegenwoordigt de
traditioneele onafhankelijke Servische vrijheidsgedachte.
Hierin spreekt misschien niet het gecultiveerdste deel
van het Joegoslavische volk. Maar het is duidelijk
en de figuur van Stojadinowitch liet op dit gebied
ieder vermoeden toe dat men, met de vergrooting
van den invloed van het geestelijke Rome, ook de
vergrooting van de machtspositie van het wereldlijke
Rome vreesde. Een dwaling misschien (tenminste
in deze simpele formuleering), maar een verklaar
bare dwaling.
NEDERLAND IS BIJ DIT ALLES VERGELEKEN EEN
oase van politieke rust en welvaart. Dat de wel
vaart weer stijgt, danken we aan een van de meest
Hollandsche eigenschappen, een eigenschap waar
we trotsch op mogen zijn: aan onverzettelijk vol
houden. Maar al te zeer behoeven wij deze eigen
schap, nu wederom de Hollandsche luchtvaart zwaar
getroffen is door de ramp van het Douglastoëstel
Flamingo", dat, bestuurd, door den
drieentwintigjarigen gezagvoerder Steensma, te Halle in België,
brandend neerstortte en te pletter sloeg; tien passa
giers, waaronder het sociaal democratische
Hilversumsche gemeenteraadslid C. Nathans, en de vijf
leden der bemanning, kwamen hierbij om.
Een voorbeeld der Hollandsche eigenschappen zal
de JAMBOREE te zien moeten geven. Wij nemen
aan dat de Chief Scout Baden Powell ten zeerste
voldaan zal zijn over hetgeen hij te zien krijgt.
&?' :T *..-.- -'^'
--..'-i:'-