De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 7 augustus pagina 6

7 augustus 1937 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

'...V' » i». ^ l *<& AMSTERDAM C., l- * Letterkundig leven DE ANTI M AARTENSOIJKSCHE S. Vestdijk J. GrcBhoff: I»c wieken van den mo len (A. A. M. Stola, Maastricht) OPPERVLAKKIGHEID kan twee dingen beteekenen. Zij kan dienen om diepzinnigheid te ontvluchten, maar ook om diep zinnigheid tijdelijk overbodig te maken. In het eerste geval verlangt men, al lezende, naar de diepzinnigheid als naar een verademing, in het tweede als naar een natuurlijke voortzetting van iets dat de diepzinnigheid in nuce" reeds in zich droeg. In de essays en bespiegelingen van J. Greshoff, die overwegend tot het tweede soort behooren, het goede soort wordt geen enkel probleem van literair- of levensphïlosofischen aard uit den weg gegaan dat als zwaar" of diep" te boek staat. Maar evenmin worden deze problemen behandeld op den vaag-zwaarwichtigen toon, die diepte voorspiegelt, doch in werkelijkheid oppervlakkiger is dan het erkend superficiëele. Dat Greshoff tusschen deze twee klippen weet door te zeilen, dat hij de belangrijkheid zijner problematiek weet te verbinden met een wel doende lichtheid van toets in de formeele behandeling, moet wel in de eerste plaats toegeschreven worden aan zijn zeldzame taalbeheersching. Een primair functioneerend, snel afwerkend intellect, een Fransche techniek in het ontwikkelen (beter poneeren) der gedachten, het slag vaardige der argumenten, op het eerste gezicht dooddoeners, bij nader toezien de beslissende touches in een scherm spel, waarvan de voorafgaande phasen aan het gezicht onttrokken zijn, de zakelijkheid bij het benaderen der hartstochtelijkste gevoelens, een vermogen tot het synthetisch samen vatten van indrukken hetwelk men doorgaans niet aantreft bij auteurs die uitgekreten worden voor luchtig en onserieus: dit alles wordt op beslissen de wijze ondersteund door een sterk gevarieerde kennis der Nederlandsche taal, van haar redewendingen en staande uitdrukkingen vooral, en door de sportiviteit waarmee deze laatste te pas worden gebracht. Zoekt men naar den technischen kant, een karak teristiek van Greshoff's literaire eigen aardigheden, dan moet men zeggen: de dialectiek der Fransche maximes, verbonden met het deftig rhetorisch beginsel der oud-vaderlandsche lette ren, beide onderworpen aan de ironi sche versnelling van het moderne leven. Alleen uit het samengaan, in een zeer persoonlijke doseering, van traditie en ongebondenheid is Greshoff's werk te begrijpen, ook psychologisch. Dogma en twijfel, maat schappelijkheid en individualisme zijn andere namen voor deze zelfde tegen stelling, waarvan de verschijnings vormen in een korte verzameling dialogen van 1926 (met een inleiding van i o jaar later) als in een compen dium neergelegd zijn. EEN goede molen heeft vier wieken, Greshoff's molen heeft er twee, een sceptische en een dogmatische, die elkanders standen bliksemsnel over nemen, met veel slagen in de lucht en, waarschijnlijk, motorisch gedreven. Tweewiekige windmolens die ik heb gekend (men vindt er een in de buurt van Maartensdijk) stonden tenminste Bekijkt het wereldgebeuren door een bril van Schmidt MOLEN altijd stil, en men kreeg niet den indruk dat er onder de gunstigste omstandigheden veel meel van te ver wachten was. Het opmerkelijke nu van Greshoff's antagonisten, split singen van het eigen ik ongetwijfeld, is, dat zij zich in zulk . een tempo voortbewegen, zoo feilloos ad rem, dat men zich na afloop de beweging nauwelijks nog herinnert krach tens hetzelfde principe ongeveer waar op de kinematograaf berust en toch nog aan den Maartensdijkschen molen denkt. Een niet onaanzienlijke voorraad meel is er om te bewijzen, dat men zich vergist heeft. Minder hyperbolisch uitgedrukt: wat in deze virtuoos gecomponeerde, geestige (niet eigenlijk humoristische) en bondige schrijfoefeningen aandoet als speelsch en oppervlakkig" diende slechts om het essentieel e aan te duiden van zooveel problemen, waarvan een op lossing niet eens langs den weg der diepzinnigheid verkregen kan worden, problemen die men alleen stellen kan, overpeinzen, weer vergeten, en opnernen in een gedragslijn, een instinc tief keuzesysteem. Zoo heeft het irrationeele hier het laatste woord. Niet het irrationeele van den onzin, maar het irrationeele, geboren uit het inzicht, dat in het practische leven iedere waarheid na verloop van tijd (bij Greshoff is die tijd heel kort, terwille van de demonstratie!) op zijn kop gezet wordt, evenals de twee wieken van den rusteloozen molen, die met het burgerlijke, Maartensdijksche apparaat, welks armen onveranderlijk het zenith en het nadir beheerschen, niets meer gemeen heeft. Waar en on waar zijn helften van een bol, zooiets als het noordelijk en het zuidelijk half rond. Een kwart slag om, en waar is onwaar, onwaar waar." Greshoff's dialogen ik noem die over het huwelijk, met zijn wijze waar deer ing van het z.g, overspel, die ik aan den muur zou wenschen van zoo menig slaapvertrek vormen een ernstige poging om onze starre inzichten van zwart-en-wit aan te passen aan de bewegelijkheid van het leven: die draaischijf van wisselend grijs. Henrl Troyat: Lv Vlvlcr; Cirandeur Xature: La Clef de Voute, (Pion, Parijs) HENRI Troyat is buiten kijf de begaafdste en belangwekkend ste der jongere Fransche schrij vers; en met jongeren bedoelen wij hier hen, die werkelijk jong van jaren zijn: de generatie, die de dertig nog niet heeft bereikt. In tegenstelling met de meeste anderen is Troyat niet een belofte, maar een auteur die nu reeds een viertal boeken op zijn naam heeft staan, die mogen meetellen en die, ieder op hun wijze, getuigen van de uitzon derlijke begaafdheid van dezen ver teller. Zoo men dan ook iets op hem zou willen aanmerken, dan is het juist, dat de gemakkelijkheid zelve waarmede hij schrijft en zijn veel zijdige mogelijkheden, op den duur voor hem een gevaar kunnen inhouden. Men vreest onwillekeurig dat een zoo rijk talent zich zal gaan versnipperen aan boeken, die alleen maar knap ge schreven zijn, in plaats dat hij naar de verdieping zal streven, die het hem mogelijk zal maken een meesterwerk te scheppen: Maar intusschen, wach tend op het groote boek dat hij stellig geven zal, kan men van zijn boeken slethts met bewondering getuigen. Faux Jour", zijn eerste roman, dien hij op drie en twintig-jarigen leeftijd uitgaf, verwierf de Prix Populiste" en wekte verwondering door de kracht en de zekerheid van de karakterteekening. Le Vivier", die tot heden zijn beste roman is, heeft dezen eersten indruk bevestigd. Ieder der vijf per sonen van dit hallucineerend drama, op de grens tusschen realiteit en ver beelding, is levend en overtuigend ten voeten uit geteekend in een kort be stek, waar slechts het allernoodwendigste zijn plaats vindt. Mme. Chasseglin, de bejaarde, in de provincie levende dame, volkomen beheerscht door haar hartstocht voor het patience-spel en door haar ontoombare smulpaperij, is een onvergetelijke gestalte, een schep ping die den meester waardig is. Zij moge uitzonderlijk en opmerkelijk zijn, Philippe, de jeugdige parasiet, dien toevallige omstandigheden in haar broeikas-atmospheer brengen en Bibliographie Rokin72 AMSTERDAM RenéSehlekele: Die Flaachenpnst (Allert de Lange, Amsterdam) DE laatste roman van Ren Schickele is om meer dan n reden een zeer opmerkelijk boek. Allereerst is het thema uniek in de hedendaagsche Duitsche literatuur: een individualistisch intellectueel, die de maatschappij en het leven om zich heen voortdurend barbaarscher ziet Worden, zoodat hij er zich steeds min der op zijn plaats voelt, vlucht ten slotte in de krankzinnigheid om zich in een voor hem harmonische sfeer volledig te kunnen ontplooien en ge lukkig te voelen. De eerste helft van het boek be schrijft het leven van den hoofdpersoon in mondaine kringen aan de Fransche Riviera, de tweede in de gemeenschap van het krankzinnigengesticht. Reeds het sterk contrasteerende sfeerversch.il dier twee werelden geeft den gemoeds toestand van de ik" van het boek zeer goed weer. De auteur zelf gaat volko men schuil achter dezen figuur. Geen uitlating of verklaring verraadt zijn verhouding tot de situaties en tot zijn individuen. Hij is slechts de seismograaf, die de gevoelens, gedachten en handelingen van dezen te laat geborene met de uiterste nauwkeurigheid en met eenbewonderenswaardig-ontvankelijke toewijding registreert. De beelden en indrukken, die men op deze wijze van de verschillende per sonages verkrijgt, zijn nooit volkomen in den zin van gaaf, steeds ontbreekt er zelfs een voor ons gevoel essentieel element aan, maar dit vermeend gebrek komt onmiddellijk voort uit het feit dat men hun spectrum waarneemt door het gebroken prisma van de ziel van den hoofdpersoon. Déze moeilijke, doch voor zijn gegeven zeer doeltreffende methode, heeft Schickele uiterst knap volgehouden tot aan het eind, De tragische kant van het geval wordt nergens met name genoemd: een krankzinnige vindt zelf zijn toe stand niet tragisch. Ook ligt er geen sombere schaduw over het geheel. In tegendeel, men zou kunnen zeggen dat door het ontbreken van alle zwaarwich tigheid, iets als een wit mild licht alles overschijnt. Het boek heeft weliswaar niets speelsch uiteraard, zou men, hoewel misschien toch ten onrechte zeggen maar het behoudt vrijwel steeds de glinstering van een kristal, ook in de even donkerder getinte ge deelten, zooals in het stuk waarin de ik" zijn gedachten uit over den dood. H. M. Giacomo Antonini: met toekomst die er rustig en aangenaam blijft voortvegeteeren, aan alles weerstand biedend om zijn warm plaatsje bij het vuur te behouden, is niet minder levensecht en niet minder meesterlijk geteekend. Henri Troyat heeft een zekere voor liefde voor uitzonderlijke gestalten, die in hun uiterlijke omstandigheden en in hun levenswijze niets bijzonders vertoonen, dat hun van het gros der menschheid om hen heen onderscheidt. In Grandeur Nature" geeft hij het portret van een middelmatig acteur, die zichzelve een tooneelgenie acht en, sterk in deze zelfverzekerdheid die de zijnen in hem onderhouden, in zijn armoedige middelmatigheid tevreden voortsukkelt. Zijn rustig bestaan, dat zich in niets onderscheidt van dat van honderden andere middelmatigen, wordt op een dag volkomen verstoord. Zijn zoon, die een jongensrol zal spelen in een film, waarin hij ook zal optreden, wordt door den regisseur plotseling ,,ontdekt" en als een opkomende film ster gelanceerd. Dit kan voor Antoine Vautier materiëelen welstand beteekenen en zelfs een vooruitgang in zijn carrière, daar men in hem voortaan den vader van het jonge filmwonder" zal zien. Toch is Antoine Vautier, die uiterlijk de rol van den trotschen en ge lukkigen vader moet spelen, opeens een innerlijk ongelukkig en gebroken man. Het plotselinge en door niets gerecht vaardigde succes van zijn zoon heeft hem op wreede wijze de oogen ge opend en heeft hem zijn eigen middel matigheid in haar armoedige naakt heid doen zien. Hij beseft dat hij zelfs thuis, waar alles om hem draaide, thans, nu de jongen de hoofdpersoon is, niet meer mee telt. Hij beseft, dat zijn tijd voorbij is, zijn toekomst kansen een illusie zijn, dat hij ook in het leven is uitgespeeld en slechts als vader van Christian een rol heeft te vervullen. Dit wil Vautier evenwel niet aanvaarden; al is zijn droom, zijn illusie, verbroken, hij wil er zich niet bij neerleggen, hij wil niet de gemak kelijke en goedbetaalde vaderrol in het leven spelen. Liever verlaat hij alles waaraan hij hangt, om aan een lange en vermoeiende tournee in de provincie te gaan deelnemen, waar hij, althans uiterlijk, de illusie zal hebben iemand" te zijn. . In de uitbeelding van dit karakter en in de analyse van de complexe gevoelens van Antoine Vautier, wan neer hij na maanden thuiskomend de zijnen verslagen vindt door de mis lukking van Christian in zijn tweede film, zoodat men van hem, den vader, weer alles verwacht, heeft Troyat zijn meesterschap opnieuw, getoond. Hij is sober, concreet; zijn realisme is fel, maar geeft geen overbodige details, hij weet tevens op iedere figuur, op ieder fragment een persoonlijk accent te leggen. Hij weet en het is het bewijs van een groote kracht ook daar te overtuigen, waar hij klaar blijkelijk .ongelijk heeft, zooals in de onverwachte volkomen mislukking van Christian, die in een realistischen roman wat al te duidelijk tegen de werkelijkheid indruischt. Maar deze en andere bedenkingen, die men kan aanvoeren, bijvoorbeeld tegen enkele bijzonderheden in het lange verhaal waarmede de bundel La Clef de Voute" opent, vermin deren niet het genoegen dat men kan hebben bij het lezen van Troyat's werken en de bewondering, die men kan koesteren voor een jongen schrij ver, die, zoo hij zich in acht weet te nemen, morgen onder de leidende Fransche romanciers een plaats van beteekenis zal gaan innemen. en fi oscimap Jerome Bosch : ,,Ive Retable de Saint- Antolne." Introductlon de Jacques Uunont (Voor Nederl. u i tg. Ij. J. C. Bout-her, 'a-Gravenhage) ET altaarstuk uit Lissabon van Jan Engelman DAARTOE be staat thans de mogelijkheid. Toen de triptiek te Parijs was heeft men haar in onderdeelen gefotogra feerd in het laboratorium van het Louvre en te Rotterdam is die arbeid Hjeroen Bosch, de Bekoring van gecompleteerd. Het meerendeel der opden Heugen Antonius, dat het namen is geschied A la lumière ravorig jaar op de tentoonstelling in het santé", zoodat men alle eigenaardigmuseum Boymans was te zien, mag heden van de peinture kan volgen, en van die onvergetelijke expositie stellig sommige fragmenten 2ijn sterk verhet middelpunt genoemd worden. Zag groot. Er wordt op deze methode wel eens aanmerking gemaakt, niet op men op andere werken van den Vlaamschen meester zijn gaven misschien meer einheitlich", in dien retabel trok hij al zijn behekste registers open en gaf een gansche wereld, de wereld van zijn kwellingen en angsten, van zijn spotlust en zijn resignatie. Te Lissabon, de roze stad, waar zoo prachtig geluierd wordt, had men mij al naar de triptiek heengesleept. Zij hangt daar in het Nationaal Museum van Oude Kunst. Maar ik was toen te vermoeid van de graven der conquistadoren, van de statiekarossen der ko ningen en de gezellige koffiehuizen, om de ware stemming te vinden tegen over de machtige conceptie van dat betooverde kunstwerk. De tentoonstelling van den heer Hannema gaf zooveel ruimer gelegenheid om het meesterstuk goed op te nemen en te ,,verwerken". Men kwam er echter niet op uitgekeken, telkens als men er weer voor kwam gaf het nieuwe geheimen prijs, nieuwe rijk-geschilderde details, nieuwe dui velachtige monsters, nieuwe kosmische droefgeestigheid. Wie het verging als mij, zal blij zijn met een gelegenheid, om dien helschen baajerd, al zij het losse gronden, want een schilderij is een eenheid, die bij te sterke accenten in de reproductie verloren kan gaan. Maar een voordeel is, dat men er inzicht bij kan krijgen in de werkwijze van den artist. Hier geeft zij een indruk van de groote stoutmoedigheid, de bijna brutale directheid, waarmee Jeroen Bosch zijn visie vaak verwerkelijkte. De diepstdoordachte scènes placht hij neer te penseelen met de factuur van een snel impressionist. Volgens de kenners een vloeiende materie, de hoogsels op een verschen grond, olie verf in gom. Hoe het zij, het resultaat verbluft ons, en het ensemble is verruk kelijk. De map bevat vier-en-twintig re producties, uitgevoerd in lichtdruk, met een korte inleiding van Jacques Dupont. Zij wordt in den handel ge bracht door de Editions d'Histoire et d'Art te Parijs en door de Editions de la Connaissance te Brussel. Voor Neder land zijn 250 exemplaren gereserveerd, die de fa. L. J. C. Boucher uitgeeft. Een blijvende herinnering aan de Jeroen Bosch-tentoonstelling, waar dan in reproductie, in details voor de mee men gaarne het geheugen opoogen te halen als het hem lust. frischt. Nogmaals: Qmroepconcentratie HET kon nauwelijks uitblijven en met onafwendbare zekerheid is het dan ook gekomen: na de K.R.O. en de N.C.R.V. volgt thans de V.A.R.A. het voorbeeld van de A.V.R.O. en gaat zij haar studiobouw en omroepuitrusting op een peil brengen, waarop deze zooveel mogelijk beantwoorden aan hedendaagsche technische en artis tieke eischen. In zijn jongste Zondag ochtendtoespraak ,,Van staat en maat schappij" heeft de secretaris A. Pleysier (de V.A.R.A. kondigt de hooge oomes in de, arbeidersbeweging tegen woordig aan als ,,den heer") mede gedeeld, dat het parlement van den arbeidersomroep een kapitaal van ? 300.000,?heeft toegestaan voor moderniseering van gebouw en bedrijf. Eerlijkheidshalve moet men vast stellen, dat de V.A.R.A. daarmede eigen lijk niet het voorbeeld van de A.V.R.O, volgt, maar haar eigen, hetwelk zij in 1932 gaf, toen zij als eerste haar aan de eischen des tijds beantwoordende studio opende. Vier jaar lang ging zij in den Nederlandschen omroep aan de spits, totdat verleden jaar de A.V.R.O. haar voorbeeldig gebouwencomplex inwijdde en daarmede het Londensche B.B.C.House en het Berlijnsche Rundfunkpalast naar den kroon stak; in ver schillende opzichten zelfs overtrof. De A.V.R.O. was thans met de V.A.R.A. op gelijken voet gekomen, constateerde De Arbeiderspers" toen met eenigszins kleinhoudenden naijver. Een dergelijke naijver klinkt ook op uit de aankondiging van den heer Pleysier, dat de V.A.R.A. met deze uit gebreide studio-restauratie niet beoogt een show-gebouw" te stichten. Tech nisch zal de gemoderniseerde V.A.R.A.studio iedere vergelijking op het gebied van omroepuitrusting in binnen- of buitenland kunnen weerstaan, werd verder beloofd. Er komen zes studioruimten; o.m. een groote concert studio, die in ruimte overeenkomt met het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen te den Haag. Het nieuwe com plex zal komen op de plaats van het tegenwoordige en de vernieuwing zal dus neerkomen op een geleidelijke verbouwing. Te zijner tijd zal ook de V.A.R.A. wel weer een extra offer van haar" luisteraars vragen voor de modernisee ring van hun" omroep en het zal ook dan weer met naïeve graagte worden gebracht. Hoe eervol immers voor iede re bevolkingsgroep om een eigen om roep in stand te houden met vrijwillige bijdragen! De A.V.R.O. beloont deze vrijwillige offervaardigheid zelfs met een benijdenswaardig geschenk; een methode, die in den levensmiddelen handel van overheidswege is tegen gegaan. Maar hoe toornde de voorzitter op de Oost-Indisch dooven", die wel meeluisteren naar de uitzendingen, maar de ooren sluiten, wanneer de bedelspeeches uit den luidspreker weer klinken. De luistervinken" mogen, evenals de aangeslotenen bij andere omroep-secten, wel blij zijn met wat zij voor hun vrijwillige bijdragen ge nieten. Is het A.V.R.O.-pluimvee even blij met de sokken, notitieboekjes of biscuits, die een of ander groot waren huis hun voor hun vrijwillige bij dragen" levert? Wat had niet tot stand kunnen ko men met het gezamenlijk kapitaal, dat onze omroepen thans aan vemenigvuldigden studiobouw en -uitbreiding ten koste leggen en dat wordt versnipperd als een bedroevend of f er aan den Neder landschen secte-geest l Hoeveel gerin ger waren niet de offers, die thans met geestdrift door bepaalde groepen als vrijwillig" worden gebracht, als zij voor alle luisteraars naar draagkracht verplicht werden gesteld en dan dus met tegenzin .gedokt l De Nederlandsche omroep heeft ein delijk een toestand van uiterlijke paci ficatie bereikt. Wie zal den zoozeer be geerden toestand van unificatie schep pen? G. K. KROP Ne/son Eddy en Herman Bing in de Metro Goldwijn Mayer film: ,,Maytime" (Alhambra, Corso en Royal Theater, Amsterdam) FRANS HAL TER GELEGENHEID VAN HET 75-JARIG BESTAAN VAN HET MUSEUM GEOFEXD ELKEX DAG VAX 10 TOT 5 UUR -- EXTBEE F I.TEiVTOOXSTELLIXG l JULI TOT 30 SEPTEMBER 1937 FRANS HALSMUSEUM HAARLEM HOOGST BELANGRIJKE TENTOONSTELLING van 16e en17e Eeuwsche Oud-Hollandsche Meesterwerken in de zalen van de FIRMA D. KATZ SPOORSTRAAT 33-37 TE DIEREN BIJ ARNHEM TOT EN MET 15 SEPTEMBER 1937 GEOPEND ALLE DAGEN, OOK DES ZONDAGS, VAN 10?ó UUR EN 'S AVONDS VAN 7?9 UUR. FIRMA D. KATZ SPOORSTRAAT 33-37 TE DIEREN BU ARNHEM TELEFOON 42O2 y^rjn ?>** . *'*"* ft i SftSS PAG. ? DE GROENE No. 3140 PAG. 9 DE GROENE No. 3140

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl