De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 14 augustus pagina 8

14 augustus 1937 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

«-Ü*" ? ;*> -, ' U » Di l » .?? '1-1 t.'*, Waarom seeren groote 2 ? A. Viruly TOEN ik s1/, jaar was, moest ik naar school en dat herinner ik mij nog duidelijk. Het was wel een kilometer lopen, dwars door Breda heen. Ik werd gebracht en ge haald en gebracht en gehaald, want al was het Breda'se verkeer in 1910 nog niet zó intens als het denkelijk in later jaren ook niet geworden is, onder de paardetram kón iemand er dan toch gemakkelijk raken en dit des te gemakkelijker, wanneer hij zo graag volle doosjes klappertjes op de rails daarvan legde, teneinde het luie paard een altijd weer reuzeleuke luchtsprong te zien maken en dan verscheidene halte's galopperend met tram en al te zien overslaan. Gebracht, gehaald; gebracht, gehaald want wat kan een mens van s1/* niet allemaal op zo'n kilometer overkomen? Het feit is, dat ik aan geen enkele kilometer van mijn leven zoveel avontuurlijke herinneringen heb als aan die ene van 1910 dwars door Breda. Toch heb ik alle ochtenden van 1910 hetzelfde gesprek opgezet: Mag ik vandaag nou 's allén naar school? Arend Rooseboom mag óók !" Nee na je verjaardag, als je zes bent." Nu, dat was pas in 1911. NU is het 1937; ik mag nu al best alleen door Londen lopen. Om zes uur ben ik uit mijn hotel gekomen. Frisse, jonge zomermorgenlucht over Trafalgar Square, te lekker om het kwartiertje naar de K.L.M.-bus voor Croydon te gaan verbussen. Plezierig gestemd loop ik door het nog lege WhitehaJl. Twee taxi's, een zwerm mussen, n prachtige Horseguard, die stram, blinkend en correct op schildwacht staat. Vier nobele, diepe klanken van Big Ben verkonden, dat het juist kwart-over is, als ik er voorbij kom. En even later ben ik bij het K.L.M.-kantoor in Horseferry House, waar al een stuk of tien passagiers voor 't continent te wachten staan. De tijden, waarin een vlieger nog voorgesteld werd aan zijn passagiers vóór het gezamenlijk avontuur begon, raakten voorbij sinds het avontuur voorbij raakte. Maar ditmaal leidt de vertegenwoordiger mij naar een dame toe. De moeder van John Humphrey Carter" zegt hij. How do you do?" groet ik en vind het pijnlijk, nu weer helemaal niet te kunnen bedenken, welke rol de onge twijfeld betekenisvolle John Humphrey Carter in het Britse Keizerrijk speelt. Maar de moeder licht met tact toe: Dit is John. Hij is vijf en een half. John, zeg je captain eens goeden dag." En ik druk de hand van mijn passagier. ,,How do you do, John?" ,,Thank you, fine" zegt John vrolijk. Verdorie.... als ztfn hummel heb ik dus aan 't handje door Breda gelopen. Maar deze generatie die loopt vast onder geen paardetrammen meer. Aan een jasknoop van dezen passagier hangt doodeenvoudig een solide label en als ik me diep buk om die te be kijken, lees ik de nuchtere drukletters: ,John Humphrey Carter; Lqnden Amsterdam?Frankfort?Milaan. Per K.L.M. Tickets zitten in zijn jaszak". Alsjeblieft: dwars over Europa in plaats van dwars door Breda, twee duizend kilometers in plaats van n, óók 51/,, maar allén l Daar was zelfs Arend Roozeboom een kind bij en ik.... Men moet zo nu en dan eens wat weten te slikken, in het leven. John, zal je in het vliegtuig straks niet te veel op en neer lopen voor de mensen langs?" zegt de moeder. Ik denk, dat ik nu maar alvast wat in de bus zal gaan zitten" antwoordt John Humphrey geanimeerd en zich tot niets verbindend. WAT later zit ik op de bok van mijn tweeduizendpaardentram midden boven de Noordzee en onder de hoede van de stewardess staat achter mij John H. Carter, die eens in de cockpit mocht komen kijken. Leu ke, geïmponeerde jongentjeskraalogen glanzen om dit ongedachte voorrecht. ,,Heb je al meer gevlogen, John?". Dit is de tweede keer. Mijn pappa wacht in Milaan op me. Ga jij ook naar Milaan?" zegt het hoge stem metje. ,,Nee, ik ga naar Berlijn". O." Maar dat zegt hem niets. Zo'n Engelsman weet niets van aardrijks kunde. En de wereld is nog heel een voudig voor John Humphrey Carter; die heet aan de ene kant Londen en daar woont Mams, aan de andere kant Milaan en daar wacht Daddy, daar tussen vliegen vreselijk interessante vliegtuigen en 411e mensen tussen Londen en Milaan zijn er op uit om de wereld prettig te maken en passen goed op je. Zeg John, we vliegen boven een grote zee, maar dat zie je niet, hè?" John H. Carter gaat op zijn tenen staan en kan dan net over de rand zien. Ernstig turen de .jongetjesogen over het nevelveld de horizonnen af en zien in de verte een donkere plek. Moet je daar maar eens door dat gat in de wolken gaan kijken", adviseert hij me. DE stewardess Londen?Amsterdam geeft den passagier over aan de stewardess Amsterdam?Rome. O, en zeg Gerda, zijn boterhammen zitten in zijn koffertje." Het laatste wat ik van John Humphrey Carter zie, is, dat hij met zijn nieuwe vriendin staat op te letten, of die mennen de blokken voor de wielen van de Texel-expresse wel goed wegtrekken. Dan wordt Frankfort?Milaan- - Rome afgeroepen. Good luck, jonge generatie ! Woshington's beeitenis wordt uitgehakt in den bergwand. Als vliegen kleven de beeldhouwers tegen de steile rots. Concurrentie aan de Sphinx Washington, 70 maal levensgroot DE bioscoopbezoeker op middel baren leeftijd heeft in den loop der jaren zijn liefde voor d film moeten bekoopen met den aanblik van ten minste tien kinderkamers, waarin op het uur, dat vroeger voor de spoken gereserveerd bleef, de tinnen soldaatjes de pose der overdagsche lijdelijkheid van zich afzetten, om, als de echte soldaten, den schijn te wekken, dat zij elkaar uit vrijen wil te lijf gaan, waarin painted dolls onverantwoordelijke flirtations plegen met duiveltjes in doosjes^ draaimolens zoo maar draaien en hobbelpaarden uit moreele overtui ging hobbelen. Nu speelt, sinds de kinderziel is uitgevonden en gebleken is, dat je in de psychologie nog 'makkelijker thuis raakt dan in de politiek, de kinderkamer ongetwijfeld een groote rol in onze samenleving, maar men vraagt zich toch wel eens af, waarom deze cineastén-van-den-nachtarbeid zich bij hun onthullingen nu uitslui tend tot deze verblijven bepalen. Het zou bijvoorbeeld byster interessant zijn, het ameublement van de Egypti sche woestijn, nadat de touristen naar bed waren gegaan, eens entr'eux bij elkaar te zien en te beluisteren, wat de sphinx in een vertrouwelijke bui te vertellen had aan de pyramiden. Ik geloof, dat wij bij die gelegenheid weinig vleiends zouden vernemen over ons aller troetelkind, de techniek. De techniek heeft de sphinx niét netjes behandeld. Nadat zij een kleine .vijfduizend jaar over het woestijn zand had zitten uitkijken, egocen trisch volgens haar kattennatuur, slechts omgaand met farao's en fella's, die nog zoo'n beetje in de familie zijn, met bedoeinen, die haar onge moeid lieten, en zij hoogstens eens een Napoleon op bezoek kreeg, die zich vot eerbied uitliet i o ver haar huisgezin, begon de techniek schepenvol cameraknippende onbescheiden toeristen aan te voeren. Kort daarna deed diezelfde techniek het eerste vliegtuig over haar heen snorren. 'Men moet'een vliegtuig boven de sphinx gezien hebben, om te beseffen, welk een majesteitsschennis deze vertooning is. Een vliegmachine boven de sphinx is geen sprekende tegenstelling meer, waarvan de afbeelding in een geïllus treerd weekblad het onderschrift kan hebben: De oude tijd en de nieuwe tijd begroeten elkaar", of iets even origineels, het is een belachelijke contradictio. En tenslotte gaat de techniek haar kort en goed beeoncurreeren, door op de andere helft van den aardbol steenen koppen van een nog imponeerender formaat neer te zetten. Slechts wat betreft den ouderdom behoudt zij het mono polie, maar wat zijn nu onzichtbare eeuwen waard in vergelijking met zichtbare afmetingen l In Sinclair Lewis' eigenland. Dakota, verrijst dit wonder, uitgehouwen in het witte graniet der Zwarte Bergen" on het stelt voor Washington. Van een hoogte van tweehonderdvijftig meter kijkt hij uit over de vallei van Mount Ruhmore, in zeventigvoudige grootte. Nu is zulke beeldhouwerij op groote schaal. allerminst een nieuw iede: te Stone Mountain onder andere vindt men ook zulk een kolossus, zij het dan van iets bescheidener afmetingen; maar de methode, die daar bij de uitvoering is toegepast, het projec teeren van het ontwerp op den rots wand, kon hier niet gebruikt worden, zoodat de beeldhouwer, Mr. Borglum, geheel op meten aangewezen is. Gegeven de afmetingen van het . geheel kan hij tijdens het werk niet zien, of hij aan den neus, dan. wel aan de oogen bezig is, zoodat hij wel goed op zijn tellen mag passen, wil Washington bij de komende geslachten als een welschapen man te beeld . staan. Uit den aard der zaak is zulk een Werk niet te financieren met een werkloozentractementje: de kosten waren geraamd op ruim vierhonderdduizend dollar, hetgeen volgens den gebruikelijken toeslag op ramingen dus op rond een millioen komt. De staat betaalt een kwart van dit bedrag, openbare inschrijvingen mo gen voor de rest zorgen. Volgens de oorspronkelijke plannen van 1927 zou het monument een groep worden van vier: behalve Washington nog Jefferson, Lincoln'en Roosevelt, maar het is te voorzien, dat tijdens den duur van de crisis Washington wel op zijn collega's zal moeten wachten. Misschien wordt het geheel echter wél zoo imponeerend op die ma nier J 'f r%tr DE DUITSCHE DOG P. M. C TOEPOEL BRITSCHE hondenliefhebbers en jagers verstaan onder hounds" honden, welke zelf het wild jagen en dooden of, indien de mensch meewerkt, daaraan toch van begin tot einde een groot aandeel hebben. Tot de hounds behooren twee groepen, die der rassen, welke op den reuk jagen, de drijf- en die, welke het op het gezicht doen, de windhonden. Van deze laatste is de greyhound, besproken in ons num mer van 3 Juli, een voorbeeld. De Duitsche dog nu, ofschoon tegen woordig niet meer tot de jachthonden gerekend, is een hound, welke ons, Nederlanders, door de jachtdoeken onzer schilders bekend is. Snijders vooral beeldde typische Duitsche dog gen uit, in den aanval op beer en wild varken. Op den achtergrond ge wapende ja gers. De jacht op het wilde var ken vereischt van den hond snelheid en uit houdingsvermogen om het vlugge en taaie dier in te halen en grooten moed en bezonnenheid om het te overmees teren. Zelfs het tamme varken, hetwelk de fokkunst tot een levende vleeschfabriek heeft gemaakt, kan, bijvoor beeld wanneer de zeug jongen heeft, gevaarlijk wezen. Het oorspronkelijke of wilde varken is door zijn groot ge wicht en moordende tanden zér ge ducht, terwijl zijn dikke huid het tegen beten beschermt. Er waren honden, welke van nature aajnvallers bleken, zooals andere, snel ler*, doch minder strijdbaar, het wild het eerst bereikten en het ophielden. Vaak voorzag men den aanvallers van beschermende kleeden, meestal van bombazijn met linnen gevoerd en dik opgevuld met vischgraten of haren. Voor een jong varken golden twee hon den als voldoende, voor een volwassen gebruikte men er tot acht toe en de jachtstoet van een vorst hield er nog vier in reserve. DEZE sterke, kortharige hond, veel zwaarder en strijdbaarder dan de hazenwind, lichter en sneller dan de mastiff, heeft waarschijnlijk van ouds her alom in ons werelddeel bestaan. Hebben de Galliërs, van wier liefde voor de lange jachten de Romeinen ons verhalen, hem gefokt? Is hij de hond geweest der Alanen? Heeft gravin Vom Hagen gelijk, die met vele andere Duit sche deskundigen hem, o.a. omdat hij van ouds dogge" heet, uit Engeland ingevoerd meent? Zij acht hem een kruising van dm lerschen wolfshond met den mastif, welke de Kelten in Groot Brittanje hadden gebracht. Men noemt hem veelal Groote Deen" (Great Dane, Grand Danois). Is hij inderdaad in heiland der Noormannen ontstaan, of hebben zij hem slechts verbreid, daar overal waar deze veroveraars zich ves tigden, zij als vorsten leefden en jaag den? Brit en Duitscher noemden hem ook wel zwijnshond. Totdat de tentoonstel ling te Frankfort a.M. van 1878 hem onder den naam , .Deutsche Dogge" bij de jachthonden indeelde, wat veel ge schrijf heeft verwekt, met in alle landen voor- en tegenstanders. Nog tientallen jaren daarna is een zware, minder hooge, gele hpnd, wien men de ooren gaaf liet, als Deensche dog in Duitschland en bij ons bekend gebleven. Het wil mij voorkomen, dat de Duit scher een aantal van het alom ver breide ras wat men noemt veredeld heeft, waarschijnlijk door kruising met den windhond, en dezen stam Duitschen dog heeft genoemd. Brehm beschouwt den Deenschen dog ontstaan uit bullebijter en windhond, wat gravin Vom Hagen, als boven geMen moet hem als boarhound", als Saupacker" zien zegd, ook meent, zij het, dat dit vol gens haar in Engeland is geschied. Mij komt hij eerder als de nazaat van den stamvader dezer beide verbijzonderin gen voor. Ook Brehm acht ten slotte den Duitschen dog uit den Deenschen gefokt. Behalve Nederland deed geen enkel land mee, al volgde men in het fokken overal min of meer de mode", welke Duitschland in den loop der jaren heeft aangegeven. In Frankrijk echter heeft de SociétéCentrale Canine" voor eenigen tijd tot ontsteltenis der kynologen in dat land het ras in dogue alle mand" herdoopt. Op het kynologisch wereld-congres te Parijs in Juli j.l. verscheen den laatsten dag een man, die onwillig bleek Duitsch te spreken. Ik hield hem voor een Deen en klampte hem onschuldigweg er over aan of ons ras al dan niet in Denemarken voorkomt. Stel u voor, dat hij den volgenden dag op de ver gadering der Fédération Cynologique Internationale een zwaar gedocumen teerd protest heeft voorgelezen tegen de Duitsche usurpatie van zijn ras. Ik heb dus een prachtige beurt bij hem gemaakt! OOK dit ras lijdt af en toe aan te groote verfijning óf veredeling, terwijl anderzijds vergroving dreigt. Thans heerscht in Duitschland op nieuw de cultus van den nek. Men eischt een langen, fraai gebogen, ster ken nek en er mogen zoowaar een hoofd en romp aan vast zitten. Enge land bewaart m. i. het best den ouden zwijnshond, machtig, athletisch, zon der overdrijving, nog steeds gereed voor zijn vroegere taak. De Deensche zijn, voor zoover mij bekend, grof. Het ras telt in Engeland rijke lief hebbers, waaronder een Gordon Stewart met een kennel, welke 300 tot 400 exemplaren bevat, voor welker gezond heid een dierenarts met drie helpers waakt, en een Rank, wiens bekoorlijk, blond, tenger vrouwtje zijn wondere reuzen telkens ter overwinning leidt. Beiden bezoeken overal de groote ten toonstellingen en koopen tot eiken prijs honden, welke hun nuttig voor hun fokkerij voorkomen, ook al kun nen zij de veelal kostbare dieren niet tentoonstellen, aangezien in het be schaafde Engeland sedert 1895 geen aan de ooren verminkte hond naar prijzen mag mededingen. Het barbaarsche afsnijden is een overblijfsel uit den tijd toen sommige jagers om te voorkomen, dat in het gevecht de oorlap gescheurd zou wor den, dezen bij voorbaat inkortten. Dus niet zooals thans tot een langen, smiallen streep maakten. Gelukkig straf t de Nederlandsche rechter tegenwoordig het coupeeren, al ontsnapt voorloopig nog menig overtreder aan de waak zaamheid der politie. Het verzet tegen het coupeer-verbod is in dit ras zeer sterk en het komt mij voor, dat eenige keurmeesters gave honden achteruit zetten. Zijn helaas veelal, evenals in andere rassen, de gaaf gelaten honden niet zeer mooi, Simba, van mevrouw I. Kreunen Mees, is een voortreffelijke vertegen woordigster van haar ras. Ook de Rotterdamsche fokker Gebuis streeft ernstig naar het gave oor en verminkt geen der bij hem geboren jongen meer. De Duitsche dog is een alleszins aan te bevelen ras voor wie het 't juiste voedsel waarbij op zijn minst n kilo goed vleesch, dus geen afval, per dag en beweging geeft en den slag heeft, met groote honden om te gaan. Boven : Simba, kennelnaam Dot je's Astrid, pro pageert het gave oor, dat onze wet eisene. Eigenaresse mevrouw /. Kreunen-Mees te Bussum Onder: De Duitsche dog in zijn element, als bewaker van de vrouw en haar cairnterriers. Simba, kennel naam Dot je's Astrid, van mevrouw I. Kreunen-Mees te Bussum. Hij is trouw, schrander, zindelijk en een geboren beschermer van den baas of vrouw en al dat tot het huis behoort, kinderen, dieren, goederen, enz. Bij lekker eten komt eenigen het water zóó sterk in den mond, dat het er uit lekt. Men ziet den reu graag hooger dan 82 cm.; 78 is echter reeds voldoende. Het gewicht moet boven 54 kilogram zijn. Het hoofd is lang en betrekkelijk smal, de schedel vlak. Het oog ligt in het midden tusschen de punt van den neus en den achterhoofdsknobbel. De lip hangt loodrecht neer ten opzichte van de neuslijn. Er is stop. Het oor begint hoog. De nek moet lang m. i. te lang voor hun oorspronkelijk werk, dat zooveel kracht en geen ver reiken ver eischt en sierlijk gebogen wezen. De romp is forsch, de borst komt tot aan de ellebogen en de ribben zijn goed gewelfd. De lendenen zijn sterk, de buik slechts matig opgetrokken. Het ras is even lang van romp als hoog vari schouder. Kaarsrechte voorbeenen, ronde z.g. kattevoeten. Men hecht zeer aan een sierlijken zweepstaart, doch eindigt hij zér fijn, dan slaat hij vaak stuk. De staart, die geheel recht neerhangt, is het sterkst hieraan onderhevig. De zeer korte, dichte, vlakliggende beharing glanst. Zij is nkleurig, ge stroomd of gevlekt. Roode oogen, geheel witte kleur of roode vlekken zijn verboden. De ge vlekte mogen glasoog(en), vleeschkleurigen neus en lichte nagels hebben, de nkleurig blauwe lichte oogen. DE TWIJFELAAR-FIETS OP KOMST TV/// beleven veelbewogen jaren in \A/ den levensloop van het fietsen** geslacht. Wij hadden er ons aan gewend, dat een heerenfiets een heerenfiets, een damesfiets een damesfiets was. Maar zie, enkele jaren geleden begint de tandem-rage, dubbelfietsen van gemengd geslacht, die de gevestigde orde in de fietswereld omver werpen. Dat de Nederlandsche spoor wegen van deze revolutionnaire veran dering nog niet geheel bekomen zijn, merkt men aan terminologische moeilijk heden. Aangezien de tandem omschreven wordt als een rijwiel voorzien van twee zitplaatsen", móet ik tot mijn schrik bemerken dat mijn fiets, waarop een stoeltje voor de baby is aangebracht, plotseling tot tandem is bevorderd en niet meer op een ordinaire rijwielkaart mag reizen. Tenzij ik het kinder stoelt je demonteer, is mijn stalen ros thans ge dwongen luxe-klasse te reizen, welker tarief de directie der spoorwegen poogt te moskeeren door de betiteling vrachtgoed". nu heeft het monstrum tandem" nakomeling voortgebracht die een nieuwen kreet van afschuw aan d gevestigde fietsenfamilies ontlokt. Deelt men namelijk een tandem in tweeën en voorziet' men n der helften van een tweede wiel, dan heeft men een f iets die men voor een damesfiets zou kunnen houden, ware het niet, dat de sierlijk gebogen lijnen van het vrouwelijk frame door een stevig schuine oploopende rechthoek waren vervangen. Dit model, door den?Kampioen" van denA.N.W.B. als twijfelaar" geïntroduceerd, dreigt als uniform type, heeren- en damesfiets beide te verdringen. De tandemtechniek heeft uitgewezen, dat de.dwarsstang, die het heerenrijwiel sinds onheugelijke tijden kenmerkte, gemist kan worden, en de moderne damesrok kan een ietwat hooger frame verdragen. Zoo dreigen het edele stalen heerehros en de sierlijke dameshinde verdrongen te worden, door de geslachtslooze twijfelaar, de naoorlogsche garfonne, onder de rijwielen. O tempora, o mores l G. A. n 15 DE GROENE No.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl