De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 21 augustus pagina 3

21 augustus 1937 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

l' i ' ? V W 4 i l l l t b r t< n si w g' D ni d< H. Het Comitévan Waakzaamheid het is, en wat het wil GAARNE schrijf ik over het Comitévan Waakzaamheid in dit blad, dat de goede gewoonte heeft om hetgeen er, op allerlei gebied, in den lande omgaat te signaleren aan lezers, die niet alleen belang stellen, maar tot zelf standig nadenken en oordelen bevoegd zijn. Het Comitévan Waakzaamheid is een organisatie van intellectuelen in de ruimste zin. Geen acade mische aangelegenheid, al werd het initiatief ge nomen onder leiding van den oud-hoogleeraar Kernkamp en al telt het een zestigtal academische docenten onder zijn leden. De krachten die tot de oprichting geleid hebben, waren van zeer ver schillende aard: personen van uiteenlopende wereldbeschouwing en politieke richting vonden elkaar in n saambindend gevoel, dat zich ver helderde tot n gemeenschappelijk inzicht, en zich omzette in een gezamenlijk besluit: de bestrijding van het nationaal-socialisme en alles wat van zijn geest is. Dit gevoel was dat van bedreigd-zijn: de steile val der vrijheid in sommige landen, de schending der meest elementaire mensenrechten, de knechting van wetenschap, kunst en geestelijk leven werden begrepen als zovele manifestaties van een tot dusverre in Europa niet gekende geest, als een afschuwelijke bedreiging, ook ten onzent, waartegenover de verschillen hun belang verloren, die in ons vaderland aan de orde van de dag zijn, zolang het gemeenschappelijk goed, waarvan, allen teren en dat aan de onderlinge strijd van partijen en richtingen de vrije speelruimte biedt, niet in het geding is. Daar kwam bij, dat het niet bleef bij een schouwspel in de verte. Hoewel in Nederland, historisch-cultureel en economisch beschouwd, de bodem geen voorspoedige groei aan dit exotisch gewas scheen te beloven, er waaiden genoeg kiemen over, die voeding vonden en omhoogschoten. Het grote niburige voorbeeld trok sommigen door zijn romantiek. Dit zullen er wel weinigen zijn. Maar een breede schaar van ontmoedigden zag hier een oplossing lichten, die met inzet van enig brutaal geweld en zonder inzicht of verantwoordelijkheid te verwerkelijken scheen. Dat een door de crisis in het nauw geraakte laag der bevolking voor die uitweg vatbaar bleek, is begrijpelijk. Onkundig als ze is van de ware oorzaken van haar nood, laat ze zich gewillig leiden door voorstellingen die een geluksdroom wekken en zonder oordeel aanvaard kunnen worden. Er waren nog andere factoren: naast de verstomping der economisch-uitzichtlozen t traden de wrokgevoelens van allerlei eerzuchtigen en onbevredigde intellectuelen. Voegt men daarbij de aanwakkering die welberekenende reactionnairen, openlijk door hun gezag, en meer bedekt door beïnvloeding der publieke mening of door geldelijke steun schonken, zo wordt duidelijk, hoe in het vrije Nederland een beweging tot groei kon gedijen, waarvan het on-, ja tegen-Nederlands karakter in het oog springt. /-NNTSPRONG het Comitévan Waakzaamheid Vwi/ dus in eerste instantie uit een sterk gevoel van afweer tegen de onnederlandse bedreiging, zo is dit gevoel toch niet op n lijn te stellen met de troebele gevoelswereld, waaruit het nationaalsocialisme put en waarin het wegschuilt. Het gevoel, dat aan onze beweging het aanzijn gaf, is van redelijke aard. Daarom wordt het gevaar onder ogen gezien in zijn ernst, maar zonder vrees. In een intellectuele beweging is het gevoel op-zijn plaats en dienstig, voorzover het de zaak dient. Noch de voorlichting, die zulk een beweging geeft, noch de manier waarop zij werft, is enkel op gevoel gegrond. Dit is het wat het Comitévan Waak zaamheid onderscheidt van alle politieke actie. Ten opzichte van partijbelangen staat het Comitévrij, omdat het.... de vrijheid verdedigt. Overeenkomstig deze aard van Zijn grondslag heeft het Comitéals voornaamste vorm voor zijn actie gekozen de uitgave en verspreiding van kleine geschriften, die, door bevoegde hand geschreven, inlichten over onderwerpen, die met de doelstelling samenhangen, en wat vorm en prijs aangaat onder het bereik zijn van intellectuelen van alle klassen. De eerste serie, die in November 1936 begon te verschijnen, is ingeleid door prof. Kohnstamm, met: Het nationaalsocialisme als geestelijk gevaar. De betekenis van dit inmiddels herdrukte geschrift ligt in de aanwijzing van de geestelijke structuur, die aan het nationaalsocialisme als politiek ten grondslag ligt, van de factoren die tot zijn groet hebben bijgedragen, en van de gevaren, ook voor Nederland, die hierin gelegen ziin. Hierop Voïg'de Anto'n van Duinkerken, mét: Katholicisme - Prof. Dr. H. J. Pos hoog/eeroor in de wijsbegeerte aan de Gemeente lijke Universiteit te Amsterdam en oud-hoogleeraar in de algemeene taalwetenschap aan de Vrije Universiteit, schreef voor De Groene nevenstaand artikel over het Comitévan Waakzaamheid, over welker grondslag en doelstelling sommigen een ver keerden indruk blijken te hebben. Wij prijzen ons gelukkig, professor Pos als voor zitter van dit comitébereid te hebben gevonden, onderstaande duidelijke uiteenzetting te geven. en Nationaalsocialisme. Dit inzonderheid tot katho lieke lezers gericht vertoog behandelt het nationaal socialisme als een mystiek, die als de vervalsing van de ware geestelijke mystiek moet worden begrepen. Behalve om haar inhoud is deze brochure belangrijk om de houding van haar auteur, wiens naschrift alle grond ontneemt aan de van N.S.B.zijde verbreide bewering, als zou Van Duinkerken's uittreden uit het Comitévan Waakzaamheid op bevel der hogere geestelijkheid geschied zijn. Dat vooraanstaande katholieken als Van Duinkerken en prof. Brom wiens voordracht op de leden vergadering in Maart j.l. gehouden waarschijnlijk in de tweede serie brochures uitgewerkt zal ver schijnen het Comitédaadwerkelijk steunen, is opzichzelf reeds een genoegzaam bewijs, dat het Comiténiet, zoals hier en daar is geinsinueerd, een links-politieke of zelfs communistische organisatie is. Wie het op grond hiervan nog niet kan inzien, zou zich door de namen der andere brochure schrijvers moeten laten overtuigen: Dr. Horreüs de Haas, over: De mythe van de zoste eeuw, Ds. J. J. Buskes, over: Het nationaalsocialisme als bedreiging van de Kerk, Dr. Menno ter Braak, over: Het nationaalsocialisme als rancune-leer. We raken hiermee een der misverstanden, die, goeddeels voortgekomen uit argeloos vooroordeel, ten dele echter ook met opzet bedacht en verbreid, de bedoeling en den aard van onze actie in de ogen van het publiek hebben verduisterd. Het ergste misverstand ligt in de bestempeling van onze actie als communistisch. De gewaande grond hiervoor lag in de aanwezigheid van drie namen onder de eerste tweehonderd ondertekenaren, die als communistisch-gezind bekend staan (geen van hen is lid ener politieke partij). Inderdaad, het Comitéweert niemand, van uiterst rechts tot uiterst links, die naar eigen persoonlijke beslissing met Waakzaam heid de verdediging der vrije ontwikkeling van cultuur, wetenschap en samenleving, waartoe in de huidige situatie het nationaalsocialisme ons noopt, wil ter hand nemen. Ons front is in beginsel niet sterker aan linkse dan aan rechtse elementen, zoals bij een on-politieke organisatie vanzelf spreekt. Welke krachten in feite de actie zullen leiden, wordt, welbeschouwd, bepaald door hen die zich eraan onttrekken terwille van een element waarvoor ze, al is het in minieme mate vertegen woordigd, met blinde en redeloze vrees uit de weg gaan. In plaats van pal te staan en juist hierdoor hun invloed alle betekenis te ontnemen aan wat ze een gevaar achten, verkiezen ze liever, vanuit een veilige verte te roepen over zulk een uitbraak des kwaadst Een organisatie van intellectuelen, die zoals de beginselverklaring luidt, ongeacht hun politieke overtuiging zich verenigen", is zo min communistisch als katholiek. Anderzijds onder scheidt zulk een organisatie zich in wezen van elke andere, die de vrijheid meent te moeten beschermen door, in de huidige situatie, zich met gelijke kracht tegen nationaalsocialisme en communisme te keren. De ervaring leert, dat het niet moeilijk is, om onder die dubbele leus, de zuivere uitdrukking van het vrees-complex van velen onzer landgenoten, ettelijke duizenden te verzamelen, en we achten ook die krachten van waarde, voorzover ze het werkelijke gevaar helpen afweren. Maar wij zijn ons bewust, dat een beweging van intellectuelen, die niet op ondoordacht en vervlakkend sentiment, maar op waarheid gegrond is, zichzelf zou prijs geven door de bij velen feitelijk aanwezige gevoelens tot richtsnoer van haar actie te nemen:, ze zou daarmee haar innerlijke vrijheid prijsgeven, en geleid worden in plaats van te leiden. Ook durven wij hier wel zeggen, dat beschouwingen die de gelijkheid van nationaalsocialisme en communisme in de practijk der dictatuur uitbreiden tot hun gehele wezen, bij alle goede bedoeling aan de Waarheid te kort do'en. PAG. 4 DB GROENE No. 3142 EEN tweede misverstand is, dat de doelstelling van het Comitévan Waakzaamheid negatief zou zijn. De schijn, dat dit zo is, wordt gewekt door het bestanddeel anti- in de omschrijving. Wie de vrijheid verdedigt, is negatief tegen het negatieve. In zijn afweer getuigt hij vóór de vrijheid. Het negatieve zit niet in de afweer zelve, het zit in haar object. De waarden die bedreigd worden, komen vanzelf ter sprake bij hen, die de dreiging signa leren. Die waarden schenen vroeger vanzelfspre kend, ze werden nauwelijks meer opgemerkt, zolang ze dat waren. Men zou ze onder de algemene naam van menselijkheid kunnen samenvatten, een term voor een begrip van het leven, aan welks vorming in meer dan vijf en twintig eeuwen van Europese cultuur door Grieken, Joden, Romanen en Ger manen is voortgebouwd. Hoe kan men negatief noemen de bestrijding van de negatie daarvan? De herziene grondslag van het Comité, die onlangs door de ledenvergadering is vastgesteld, brengt de positieve ondergrond van de bestrijding van het nationaalsocialisme duidelijker tot uitdrukking. D% beginselverklaring spreekt voortaan van: de ver dediging en -bevordering der geestelijke vrijheid, waarvan het nationaalsocialisme de voornaamste bedreiging is te achten. Het nationaalsocialisme is als politieke organisatie voorlopig teruggeslagen. Juist daarom is verdubbelde waakzaamheid nodig, de geest die zich tot heden op tastbare wijze in een groepsverband belichaamde, zal na zijn uitwendige nederlaag zich in allerlei vermommingen trachten te bevestigen, vooral daar zijn steunpunten kie zend waar men hem het minst verwacht. Hier komt nog iets anders bij. Er is sedert een aantal jaren een ebbing van de vrije geest in Nederland gaande, die tot heden in het nationaalsocialisme zich het duidelijkst vertoonde. Maar voortaan zal niet meer n enkele rots omhoogsteken, die door zijn zichtbaarheid den vaarlieden der vrije wateren zelf aanzegt, dat er gevaar is. De bodem onder de waterspiegel is verschoven, wel bekende diepten zijn verzand, en waar de vaart vrij was, zijn banken komen te liggen. De geest der onvrijheid werkt openlijk n verborgen! Hij legt zich niet vast -aan n bepaalde verschij ningsvorm. Er is een algemene sfeer van ontmoe diging, wrok, fanatisme en reactie, waarvan het nationaalsocialisme enkel de meest zichtbare expo nent was en voorlopig blijft. Maar terwijl dit laatste enkel nog maar dreigt en zich verbijt tegen de vrije cultuur, kan inmiddels de feitelijke aanranding van deze voltrokken worden door anderen, die hun macht misbruiken om groepsbelangen te begunsti gen. In de nieuwe oriëntering van het Comitévan Waakzaamheid is met deze mogelijkheid rekening gehouden. De verdediging der geestelijke vrijheid, waar en in welke vorm ook aangetast, is meer dan bij de oprichting tot bewuste doelstelling geworden, terwijl de bevordering van die vrijheid vraagt om bezinning over de positieve waarden, die met haar voortgaande verwerkelijking verbonden zijn. Hier ligt de taak van de tweede reeks geschriften, die in het komend najaar gaat verschijnen. VERMELDEN we nog de brochure nr. 3, over anti semitisme en nationaalsocialisme in Nederland. Deze documentatie bewijst, dat het Nederlandse nationaalsocialisme, tegen officiële verklaringen in, in feite dezelfde houding aanneemt in het Joodse vraagstuk, als het Duitse. Een bewijs, dat sedert de verschijning in Dec. 1936 door vele nieuwe feiten is bevestigd. In aansluiting hieraan dient nog tegen over n misverstand stelling genomen: men heeft, binnen en over de. grenzen, het Comitévan Waak zaamheid voor anti-Duits uitgemaakt. Een Duits blad ging zover, dat het naar aanleiding der brochure-Kohnstammonze regering de wenk gaf aan de ophitsing tegen een bevriende nabuurstaat een einde te maken". Ten overvloede verklaren we hier, dat wij niet tegen Duitsland zijn. Met geen land ver binden ons zoveel betrekkingen van cultuur, familie en vriendschap. Wij bewonderen de prestaties van een groot volk op vele gebieden, wij zijn er de dank bare .leerlingen van. Maar juist om die verering ver afschuwen we een geest van samenleving en van staatsbeleid, die Europa verloochent en de vrijheid doodt. En wij treuren om de ondergang van weten schap en cultuur, om de zinloze opstand tegen de wetten van menselijkheid en broederschap, om de verbijstering die edele krachten in dienst stelt van het lagere. Ons Nederlands sentiment dat hier tegen opkomt, heeft een bondgenoot in de geschie denis der beschaving, in allen, waar ook ter wereld, die begrijpen wat menselijkheid n wat vrijheid u. BKASAIOS IN AMERIKA Een Hollandsche school te New York na honderdvijftig jaar OP 7 October a.s. zal een New Yorksche school, opgericht door zonen van Holland sche kolonisten en genoemd naar een van Hollands grootste mannen, het honderdvijftigste jaar van haar bestaan vieren. Het Erasmus-Hall Gymnasium, in welks tuin een copie staat van het Erasmusstandbeeld op de Groote Markt te Rotterdam, is een instituut, dat bewijst, hoe Hollandsche geest meegeholpen heeft aan den opbouw van het groote Amerika van vandaag. Aan de rechterzijde voor den hoofdingang van de school is een bronzen plaat in den muur ge metseld, die in het Engelsch het volgende opschrift draagt: Op dezen grond werd de eerste openbare school van Midwout, thans Flatbush, geopend, onder auspiciën van den Directeur-Generaal en den Raad van Nieuw Nederland, op den agsten Januari 1658. Eerst slechts een smal pad, daarna een weg en thans een breede laan, leidend naar de Hooglanden der Menschheid. Adrian Hegeman, leeraar 1659-1671. Ditgedenkteeken is opgericht door de Vereeniging van Onder wijzers van Brooklyn, 1930". HET gedeelte van New York, waar het ErasmusHall Gymnasium staat, is tegenwoordig een der drukste buurten van de wijk Brooklyn. Maar het heeft niet altijd tot Brooklyn behoord. De buurt werd, zooals reeds uit de gedenkplaat blijkt, eens Midwout genoemd. Eerst was dat een dorp, later een stad met een eigen gemeenteraad. In den Hollandschen tijd en nog vele jaren daarna werd deze gemeente behalve Midwout (Medwoud, Midwoud) ook Flakkebos (Vlachte Bos, Flacke Bos) genoemd. Toen de Engelsche taal het Hollandsen verdrong werd de naam in Flatbush veranderd. Vierendertig Hollandsche kolonisten namen in het jaar 1630 bezit van deze streek, die uit een dicht woud bestond, tusschen de Hudsonrivier en het zeestrand. Een oud Indiaansen pad werd de hoofdstraat van het dorpje. De huizen werden dicht bij elkaar gebouwd om de inwoners beter tegen de Indianen te kunnen beschermen. Waar de hoofd straat en een andere straat, later Cow-lane (Koeienlaan) genoemd, elkaar kruisten, werd de kerk opgericht. In het jaar 1664 viel Nieuw Nederland in Engel sche handen, doch Midwouts Hollandsch Her vormde Kerk en ook de openbare school oefenden een grooten invloed uit over het geheele ijlant Nassau" (thans Long Island, waarop Brooklyn gelegen is). De stad, ofschoon zij niet veel inwoners had, was rijk. In de oude tijden had Midwout meer negerslaven dan eenige andere stad in de geheele omgeving.... Zoolang New York Hollandsch was, was de Hollandsche taal natuurlijk de eenige, die in Midwout onderwezen werd. Van de komst der Engelschen af, totdat de Vereenigde Staten onaf hankelijk werden, werd in het Hollandsch en Engelsch onderwijs gegeven, maar gedurende het begin van den opstand van de Amerikanen tegen Engeland was Engelsch uitsluitend de geoorloofde taal. De onderwijzer had gedurende dezen tijd ervoor téwaken, dat in de school alleen Engelsch ge sproken werd. Dat was moeilijk, omdat de kinderen thuis niets dan Hollandsch hoorden. De onder wijzer uit deze jaren maakte een soort medaille en het eerste kind, dat gedurende de les Hollandsch sprak, moest deze medaille aan een koord om den hals dragen. Zoodra deze leerling een Hollandse woord uit den mond van een ander kind hoorde, kon hij de strafmedaille aan dat kind geven. Wie de medaille bij het eind van de les droeg moest de straf voor alle ,,zondaars" ondergaan.... Toch was Hollandsch, ook in dezen rusteloozen tijd, de eenige taal, die in de Hervormde kerken gebruikt werd. De laatste Hollandsche preek werd in het jaar 1824 gehouden. DE oprichting van de Erasmus-Hall Academy (thans Erasmus-Hall Gymnasium), honderd vijftig jaar geleden, is te danken aan het initiatief van een inwoner van Flatbush, senator John Vanderbilt en van den predikant Dr. John H. Livingston, die zijn opleiding genoot in Utrecht. In 1786 wisten die twee de belangstelling van dertien leidende burgers van Flatbush voor de stichting van een school op te wekken. Tegen het najaar was er 915 pond sterling door inschrijving voor dit doel ingezameld. Echt Hollandsche namen en ook namen, die in de geschiedenis der Vereenigde Staten een groote rol gespeeld hebben (Alexander Hamilton, Aaron Burr enz.; zijn onder de stichters van Erasmus-Hall Academy te vinden. Mejuffrouw Ella Suydam, een afstammelinge van Hendrik Suydam, een der oprichters der school, is nog heden ten dage bibliothecaresse van het Gymna sium. Voor de oprichting der school gaf de kerk van Flatbush den grond als haar bijdrage. Boerderijen in de buurt gaven het bouwmateriaal ten geschenke. Op den 27sten September 1787 werd het nieuwe gebouw, dat geheel uit hout bestond, voor publiek bezoek geopend. Het bevatte vier zalen en twaalf school- en woonkamers. Dit is thans het oudste deel van het geheele groote complex van het Erasmus-Hall Gymnasium. Veel is nog onveranderd gebleven, behalve dat moderne installaties als centrale verwarming en electrisch licht zijn aangebracht. Een van de zalen is thans een spaarbank voor de leerlingen en een andere is een winkel waar zij benoodigdheden voor het onderwijs, als boeken, pennen, inkt, potlooden enz. kunnen koopen. Een typisch Amerikaansche nieuwigheid zijn een paar cellen met publieke automaat-telefoons in de gang van het oude gebouw. DE nieuwe school werd ter eere van Desiderius Erasmus Erasmus-Hall Academy" genoemd. Het oude schoolwapen, nog heden in gebruik, toont de godin Pomona, een wijnstok water gevend. Het motto luidt: Custode dea crescent. (Wij groeien onder de bescherming der godin). Rond om het wapen staan de woorden: Gymnasii Erasmiani Sigillum. De eerste jaren waren moeilijk voor de school. Het schoolgeld van de leerlingen werd tot de laatste penning voor de school gebruikt. Dr. Living ston, die tot hoofdonderwijzer werd benoemd, ont ving aanvankelijk geen salaris omdat daar geen geld voor was. Het was gemakkelijk, leerling van de nieuwe school te worden. Een leerling uit de eerste jaren bericht, dat hij het Grieksche A-B-C en Virgilius moest kunnen lezen. Er werd onderricht gegeven in de Engelsche, Latijnsche en Grieksche talen, aardrijkskunde, geschiedenis en boekhouden. Het is misschien wel aardig, eenige voorschriften uit dien tijd hier weer te geven. Leeraren en leer lingen werd verboden te vloeken. De vacanties waren heel kort, telkens van drie weken, slechts PALESTINA STAAT IN HET TEEKEN Zoo juist verschenen: . DER BELANGSTELLING VAN DE HEELE WERELD Laszló Faragó PALESTINA OP DE TWEESPRONG Een boek, dat o.a. het probleem Palestina" van alle rijden belicht ing. fi. 3 so Met meer dan 7 O fraaie foto's Geb. fi. 4.so ALOM IX DEX BOEKHANDEL ? UITGAVE XEDERLANDSCHE KELRBOEKERIJ, A'DAM Titelblad van het schooltijdschrift van de Erasmus Hall H.B.S. te New York, oudtijds de Hollandsche school van Flatbush twee per jaar. Op feestdagen was men niet vrij, maar de leeraren konden goede leerlingen op deze dagen van de lessen vrijstellen. Iedereen had de ochtend en avondgodsdienstoefeningen bij te wonen. Geen leerling was toegestaan, een ,,taverne" zonder speciaal verlof van een leeraar binnen te treden. Op Zondagen moesten allen naar de kerk en ieder vermaak was op dezen dag verboden. De eerste jaren na de oprichting had ErasmusHall heden een openbare, vrije school met bijna 7000 leerlingen slechts ongeveer 100 scholieren. Aan Latijn en Grieksch werd niet zooveel aandacht besteed als aan andere vakken. Een bezoeker, die eens daarop wees, kreeg ten antwoord: onze gebruiken en ons leven zijn zoo verschillend van het leven der Europeanen, dat wij niet van plan zijn, mannen te kweeken voor diepgaande weten schap en abstracte kennis. Voor ons is een man allén dan van waarde, als hij zijn deel bijdraagt tot de bevordering van den welstand van ons land." In 1801 werden voor het eerst meisjes als leer lingen toegelaten en omstreeks 1830 werd een speciale afdeeling voor meisjes opgericht. Zij zullen er nog wel niet aan gedacht hebben, Erasmus te eeren door zich Erasmlan Girls te noemen l Tegen woordig zitten de jongens en meisjes weer broeder en zusterlijk bij elkaar. Met een vermeerdering van leervakken werd ook een vergrooting van het gebouw noodig. Een nieuwe vleugel werd bijgebouwd die, evenals het oude gebouw, uit hout werd opgetrokken. De leer lingen kregen nu ook les in muziek, zingen, teekenen en de meisjes bovendien in handwerken. In 1834 kwam er een kweekschool voor onderwijzers bij. Jongens zijn altijd jongens, en om de stouten onder hen te straffen, was er een ,,donker gat." Het is intusschen afgeschaft.... In het jaar 1887 werd het jubileum van het honderdjarig bestaan gevierd. Een der toespraken werd door een ouden burger van Flatbush, Jan Gerritse Carlsz van Kouwenhoven, in het New Yorker Hollandsch van 1787 gehouden. Het laatst van de ipde eeuw waren de scholen, tot welke iedereen zonder betaling werd toegelaten, zoo talrijk geworden, dat de Erasmus-Hall Academy de concurrentie niet kon volhouden. Het gebouw had minder leerlingen dan ratten. De bestuurders droegen tenslotte op 3 December 1895 de school over aan het schooldepartement van de gemeente Brooklyn. DE naam der school was van nu af aan ErasmusHall High School. Het nieuwe beheer bracht in korten tijd nieuwe levenskracht. Het schooljaar werd met 150 leerlingen geopend en dit aantal nam snel toe tot 7000. Er werden voetbal-, korfbal-, baseball-, tennis-, boks-, zang-, muziek- en tooneelclubs gevormd. ledere club heeft haar secretariaat in het schoolgebouw. De leerlingen zijn ook uit(Slot volgende pag.) Il fAG. 5 DE GROENE No. 3142 .** «f-v

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl