Historisch Archief 1877-1940
VEELZIJDIGHEID
en EENZIJDIGHEID
van tooneelkunstenaars
in
\
WEENEN heeft
een jeune pre
mier, Fred. Liewehr.
Het is een lange
slanke jonge man,
die talent heeft en dit
weet te gebruiken;
hij kent zijn vak volkomen, en wat hij
hier en daar aan diepte nog te kort komt,
wordt ruimschoots vergoed door het
entrain van zijn jeugdig innerlijk en zijn
volkomen mannelijke charme. Hij speelt
in het gansche repertoire van het Burg
theater, klassiek en modern, lichte en
zware stukken, van Romeo en de Prins
von Homburg tot den aanbidder in de
tot klucht verwerkte Moreto's Donna
Diana. Sommige rollen beeldt hij voor
treffelijk uit, de meesten goed, allen
voldoende. Voor Weenen is zulk een
jeune premier een normaal verschijn
sel, voor iemand uit Holland is een der
gelijke eerste jonge karakter-speler met
een waarachtig jeugdig innerlijk en
uiterlijk een ware verademing.
In hetzelfde repertoire van het Burg
theater te Weenen vervult Werner
Kraus de plaats van ouderen karakter
speler. Met waarlijk zuiver gevoel weet
hij hoogstaande evenwichtige figuren
uit alle standen te spelen en hiernaast
gespleten wezens als Kandaulus van
Hebbel vorm te geven. Ook speelt hij
Mephisto in Faust, verder karakters
van Shaw tot die van Shakespeare, en
deze weet hij zoo te beelden, dat zij
allen, niet alleen uiterlijk maar ook
eenen
EDUARD VERKADE
innerlijk volkomen
als menschensoort
verschillen en dit met
de eenvoudigste mid
delen zonder eenig
forceeren. Hij is zoo'n
voortreffelijk bespeler
van zichzelf als instrument", dat hij
alle tonen volmaakt zuiver en rustig uit
zijn wezen weet voort te brengen en op
sommige toeschouwers, die opwinding
en zwoelheid op het tooneel boven
kunst stellen, zelfs den indruk maakt
koud te zijn.
Zijn gaven als bespeler blijken ook
uiterlijk; hoewel hij een kort gedron
gen en weinig ideaal lichaam voor een
acteur bezit, weet hij door zijn inner
lijke geestesomvorming, geholpen door
bescheiden uiterlijke middelen, ook
zijn lichaam in verschillende rollen een
volkomen ander aanzien te geven. Met
zijn stem typeert hij zelden of nooit;
het zijn verschillende wezens, die via
het eigen orgaan van Kraus spreken.
NAAST dergelijke veelzijdige acteurs
maakt een overigens voortreffe
lijke actrice als Paula Wessely toch een
eenzijdigen, voorloopig beperkten"
indruk. Natuurlijk moest Wessely bij
zonder opvallen door haar ongekenden
eenvoud en waarachtigheid. Juist naast
actrices als een Helene Thimig, die het
gecompliceerde perverse zoo voortref
felijk kan beelden, een Elisabeth
Bergner met haar raffinement, moest
Wessely's uitbeelding van het onaan
getaste gave Duitsche meisje zooals dit
behoort bij Gretchen in Faust", de
gevoels-overtuigde St. Joanne van
Shaw, en de Marianne in Goethe's
,,Geschwischter" een grooten indruk
maken. Uiterlijk en innerlijk is zij de
gave, reine, boeren- en burger-dochter,
en het is voor velen een herademing
geweest den zuiveren gemoedstoon van
haar te hooren, den naiven gezonden
humor, juist na de voorafgaande periode
van pathologische" uitbeeldingen.
Maar de eenzijdigheid van Wessely's
genre blijkt, ondanks het met zorg en
verstand voor haar gekozen repertoire,
reeds uit de creaties van Attila Hörbiger
naast haar; Hörbiger is een voortreffe
lijke, sobere en gave tooneelspeler, die
in kunnen in alle opzichten, vooral ver
standelijk, de meerdere van zijn vrouw
is. Er is voor Paula Wessely dan ook
een groot gevaar, dat is, dat zij heel
spoedig te zwaar zal worden en de
uiterlijke jeugd zal gaan verliezen, die
tot voor kort haar charme onweerstaan
baar maakte en een niet te onderschat
ten deel van haar middelen vertegen
woordigde.
Met haar jeugd en eenvoud heeft zij
zich een buitengewoon groote repu
tatie weten op te bouwen, dank zij de
zeer voor haar passende rollen, waarin
zij tot heden toe uitsluitend optrad,
waaruit blijkt, dat zij geleid wordt door
iemand, die haar qua instrument pre
cies kent en taxeert, en haar alleen dit
eene hoogst belangrijke laat spelen:
het gave ongerepte hart van een een
voudig gevoelig meisje. Maar daar een
gave ongerepte vrouw nu eenmaal een
minder interessante tooneel-figuur is,
zal in de komende jaren moeten blijken
of Paula Wessely door een innerlijken
groei in staat is, haar talent tot veel
zijdigheid te brengen en wérkelijk
blijvend aanspraak kan maken op den
grooten naam, dien zij momenteel in
binnen- en buitenland bezit.
l in Rusland
oonee
IN een mijner vorige artikelen
stond: Het is een jammerlijke ver
gissing, dat de kunst zelve een sociale
kunst, een gemeenschapsvraagstuk is".
Men blijkt over het woord zelve" te
hebben heen gelezen, wat tot foute
conclusies leiden moet.
Natuurlijk is het een sociaal en cul
tureel gemeenschapsvraagstuk op welke
wijze de leden van de gemeenschap in
de gelegenheid gesteld worden, kunst
uitingen te genieten. Beschikt een ge
meenschap over een collectie schilde
rijen van kunstenaars, dan is het een
gemeenschapsvraagstuk hoe deze aan
gevuld moet worden en voor wie ten
toongesteld. Cultureel en sociaal is het
gewenscht, dat deze door een ieder, die
er behoefte aan heeft, gezien kunnen
worden, maar de waarachtige kunst
waarde der schilderijen neemt geen
sikkepit af wanneer er slechts enke
lingen in plaats van honderdduizenden
komen kijken. Deze waarheid als een
koe geldt natuurlijk voor alle kunsten,
ook voor de tooneelspeelkunst. Tóch
wordt dit niet algemeen besef t, wat ver
moedelijk te verklaren is door het feit,
dat de tooneelspeelkunst een
groepskunst is, die geen blijvende kunstwer
ken kan achterlaten. Hierdoor beslist
via den economischen weg, een groot
hedendaagsch publiek over het feit:
of een kunstvoorstelling al of niet vele
malen herhaald kan worden. Dit geeft
het publiek en in laatste instantie de
gemeenschap of haar officieele ver
tegenwoordigers de illusie» dat zij
D. C. VAN
DER POEL
FILMS
van het nationaal*socialisme
met en zonfyr strekking
Paula Wessely met Attila Hörbiger, over
wie Eduard Verkade hierboven in verband
met het Weensche tooneelleven en D. C.
van der Poel naar aanleiding der film
Julika" schrijft. (Slotscène uit de film
Julika", City Theater, Amsterdam)
Sherlock Holmes, Asta theater, den
Haag. Luxor Palast, Rotterdam
SHERLOCK Holmes is vele malen
op het witte doek verschenen, met
vele van zijn bekende avonturen.
Karl Hartl en R. A. Stemmle beiden
als vervaardigers van het manuscript
en Hartl tevens als regisseur laten
een onechte" Holmes en Watson
optreden.
De klassieke aankleeding en attri
buten: geruite jas en pijp van Sherlock
Holmes en vioolkist van Dr. Watson,
zijn voldoende om elke afwijzing van
de bewuste naam juist tot de meest
effectieve introductie als zodanig te
maken. De avonturen velgen dan als
het ware van zelf", omdat ieder die
hun pad kruist «p zijn manier op de
beide bekende detectives reageert en
de misdadigers, die anders nooit in de
gaten zouden lopen, dit dus ook doen.
Stemmle en Hartl hebben dit ge
geven uitgewerkt tot een vlotte en
amusante film, welke noch in de
doelstelling, noch in de middelen tot
het bijzondere reikt, maar op een be
scheiden basis in het algemeen een
uitstekend evenwicht tussen doel en
middelen vertoont. Hans Albers en
Heinz Rühmann vormen een goed, op
de tussen deze beiden bestaande tegen
stelling gebaseerd, duo. De eerste is
zelfs, nu hij eens niet de dik opgelegde
held te spelen krijgt, aanmerkelijk
sympathieker dan in de vele films die
hem als de 110% man" vertonen.
Dat hij hier aan het slot toch nog even
de vuisten moet gebruiken is geen
winst.
Overigens is het gehele laatste ge
deelte niet de sterkste zijde van deze
film, daar n het gangster-pandhuis n
het slot voor de rechtbank ietwat uit
mede de kunstwaarde van een uitvoe
ring bepalen en dus ook bij voor
baat de kunstuitingen beïnvloeden
kunnen.
Dit is echter een onjuiste
gedachtengang. De gemeenschap moet zich be
perken tot haar plaats als klankbodem
en moet de kunst-zelf geheel overlaten
aan den voortbrenger, den kunstenaar,
die hoewel uit de gemeenschap voort
gekomen, juist in zijn kunstuitingen
boven die gemeenschap moet staan,
wil hij kunnen voldoen aan de
algemeene latente schoonheids-behoefte in
die gemeenschap.
Nu heeft het steeds tot het wezen der
Russen behoord een uitzonderlijk goed
tooneel voort te brengen. Vóór de
revolutie reeds stond Rusland aan de
spits in zijn kunstuitingen wat tooneel
en ballet betreft. De nieuwe
Sovjetidealen hebben hieraan wellicht weer
nieuwe uitingen gegeven. Het is dan
ook aan geen twijfel onderhevig, dat
er in Sowjet Rusland voortreffelijk
werk is en wordt voortgebracht. Maar
hiernaast staan de recente verklaringen
van Stanislavski:,,dat de goede
tooneelspelers in Rusland uitsterven en er
geen nieuwe zijn ontstaan" n uit de
Russische pers: dat er nauwelijks meer
acteurs gevonden worden, die klassiek
repertoire kunnen spelen." En men
vraagt zich daarom dan ook af, of men
hier niet te doen heeft met de eerste
symptomen, waaruit blijken zou, dat
Sowjet Rusland zich toch in zooverre
bij haar organisatie vergist heeft, dat
zij ook getracht heeft het voortbren
gen van de kunst-zelve tot een gemeen
schapsvraagstuk te maken? Eerst de
toekomst zal dit kunnen beslissen.
de, overigens goed volgehouden, toon
vallen. Het eerste in de richting van
een Drei Groschen Oper", het laatste
juist in de tegenovergestelde richting
van een te zwaarwichtige motivering
van alle voorgaande handelingen.
De inhoud daarvan blijve een ver
rassing voor de toeschouwer van deze
aardige amusements-film der Ufa, die
sich op sympatieke wijze van vele
* detective-films onderscheidt door de
op de grens van realiteit en dwaasheid
goed volgehouden spanning zonder
v ongezonde sensatie. Heinz Rühmann,
die hierbij voor de komische noot
zorgt, is vooral na Zoölogica" geen
onbekende.
Het is alleen merkwaardig wederom
te moeten constateeren, hoe weinig
ook in deze Duitse film van de goede
soort blijkt van een nieuwe
geesteshouding.
,,Julika", City Theater, Amsterdam
WIJ hebben in de bovenstaande
beschouwing zooals reeds
'vaker hier ter plaatse kunnen
constateren, hoe weinig de fascistische
en nationaal-socialistische gedachte
en wereldbeschouwing nog uiting had
kunnen vinden op de film, althans wat
betreft het product dat wij hier te zien
krijgen. Ondanks de doordringing van
het gehele leven met de fascistische
en nationaal-socialistische wereldbe
schouwing en de actieve propaganda op
het gebied der verschillende kunst
uitingen in de betreffende landen,
waren de films die wij hier uit deze
landen zagen meestal producten van
de bekende internationaal gangbare
mentaliteit. Zo opvallend was dit ge
brek aan eigen kunstuiting, dat men
i hierin een bewijs voor geringe
werkeIlijk diepere weerklank van een uiterlijk
jalgemeen aanvaarde politiek zou kun
nen zien.
Slechts Ucicky bracht een paar maal
nationaal-socialistische tendenzen in
films met een uitgesproken
militairistische inslag naar voren, Jürgen
von Alten trachtte handig onze instem
ming te winnen voor de nieuwe rechts
norm van het Derde Rijk en Jannings,
die Vor Sonnenuntergang" van
Hauptmann vertaalde in Der Herrscher",
deed af en toe wel even aan het
nieuwe Duitsland denken. Bij deze
laatste films kwam het
nationaalsocialisme echter nog slechts om een
hpekje kijken. Zij waren nog niet
nat ionaal-socialistisch aus einem
Guss".
Julika" Ernte" naar een
draaiboek van Lothar Mayring en Géza
von Bolvary, onder regie van de
laatste, is van het begin tot het eind
doortrokken van de nationaal-socia
listische mentaliteit. De grote land
heer von Tamassy is met zijn koetsier
op een roekeloze tocht in noodweer
verongelukt, nadat de dochter van de
Waatste, Julika, hen nog had trachten
ttgen te houden. Maar de heer beveelt
;n de ondergeschikte heeft zich te
;/,chikken naar zijn eigen ingewortelde
stelregel, dat dienen gehoorzamen''
js. De zoon van Tamassy, die als rit
meester der huzaren een zorgeloos
«staan voert in. de glans van Weenen,
indt de bezittingen onder een zware
chuldenlast, die hem van het
familie;oed slechts het huis en een klein deel
an de omringende landerijen laat.
iet grote personeel moet ontslagen
irorden, alleen de wees Julika vraagt
te mogen blijven dienen voor niet
meer dan kost en een bed. Zij vraagt
dit niet slechts omdat zij niet weet
waarheen ze mjpet gaan, maar ook om
dat zij met deze bezittingen is opge
groeid. Als Karl von Tamassy zijn lot
aanvaardt om J van het oude familie
bezit te maken wat er nog van te
maken is mede uit de overweging
dat het leven van een ritmeester zonder
geld ook zo glansrijk niet meer is
troost Julika hem in de eenvoud haars
harten: De grond die hem gebleven is
maakt hem altijd nog Groszbauer"
en met hard werken en sparen kan
men elk jaar weer wat terugkopen.
En werken kan Julika voor drie. Zij
ploegt met Karl von Tamassy, zij
zaait met Karl von Tamassy, zij ver
zorgt het vee van Karl von Tamassy
en zij verzorgt Karl von Tamassy. Het
eenvoudige kind van het land wordt
beheerst door twee zuivere instinkten,
los van elke conventie: haar liefde
voor derHerr"en haar liefde voor het
land. Als haar liefde voor de meester
overgaat in liefde voor deze man,
aanvaart zij dat als een vanzelf
sprekend feit mét haar plaats, die voor
deze liefde voorlopig geen andere
mogelijkheid tot uiting biedt dan
dienend werken en een heel bescheiden
en simpele en nauwelijks opge
merkte behaagzucht. En als de
pastoor haar wijst op het onbehoor
lijke van het onder n dak wonen
met de ritmeester en op de maat
schappelijke consequenties daarvan in
het dorp, dat geen medelijden en geen
compromis kent, weet zij tegenover
God zuiver te staan en zij herhaalt de
levensregel van haar vader dat dienen
gehoorzamen" is, zoals dit ook voor
mijnheer pastoor zal zijn tegenover
zijn heer. Waarmede de hogere"
vorm van dienst tevens gegeven is.
Ten slotte brengt het lot haar toch
blijvend samen met de geliefde Karl
von Tamassy, nadat een heftige episode
met een meisje van zijn stand hem de
ogen voor Julika heeft geopend. Want
Julika is deel van het geheiligde land,
waarvan het stadsmeisje geen benul
heeft en Julika is trouw aan hem en
aan het land, ook als hij het een
ogenblik in de steek dreigt te laten.
Met Julika oogst Karl von Tamassy
het resultaat van hard werken, dat
bijna door zijn vergissing" verloren
was gegaan en in het overvloedige,
rijpe graan krijgt Julika een zeer
mannelijke kus (men vergelijke deze
met de gebruikelijke zoete
happy-endkus). En Julika knielt voor het kruis
beeld en bidt fruchtbar werde Heimat
er de".
Het verhaal volgt eigenlijk geheel
het bekende internationale schema.
Wij hebben op de film vele meisjes
met de baas" zien trouwen, omdat
de vele meisjes en jongens onder
het internationale publiek graag deze
zalige droom dromen van een wereld
waarin de slagbomen van de klasse
zó gemakkelijk wegvallen en dit een
zowel commercieel als maatschap
pelijk zeer voordelige manier is om
dat verlangen te bevredigen. Dit ver
haal volgens het internationale schema
is hier echter van het begin tot het
eind, ook in de uitbeelding, door
trokken van een andere geest, die de
geest is van het nationaal-socialisme,
en die hier merkwaardig goed bij het
feodale begin aansluit. Het is mis
schien een beetje sneu voor de Duitse
kunstbeschermers, dat deze film ge
maakt is aan de andere zijde van de
grens, door de Vienna-Film maat
schappij te Weenen en dat het natio
naal socialisme hier dus geografisch
Joan Crawford en Clark Gable in de Metro
Goldwyn Aio/er film: ,,Love on the run"
(Corso en Alhambra Theater, Amsterdam)
eigenlijk Austro-fascisme is, waarop
trouwens ook het crucifix aan het slot
reeds duidt.
PAULA Wessely speelt Julika op
een wijze, die haar bewonderaars
stellig in verrukking zal brengen, al
kart men toch, bij alle uiterst ver
zorgde détails, een zekere soms
storende eenvormigheid in haar
verschillende creaties niet ontkennen.
In elk geval ligt deze Julika met
alle eigenschappen en tendenzen, die
haar tot een vrouw naar het hart van
elke wasechte nationaal-socialist moe
ten maken Wessely bijzonder góéd
en zij kan hier haar sterk v
lkisch"nationaal bepaalde spel, dat anders wel
eens minder op zijn plaats is (ik her
inner mij b.v. van haar een zeer
boersDuitse Jeanne d'Are op het Duitse
toneel) ten volle geven.
De regie richt er zich in hoofdzaak
op Wessely zo veel mogelijk tot haar
rechtte doen konten, daarin gesteund
door een goede Karl von Tamassy van
Attila Hörbiger. Op deze wijze ont
stond binnen de grenzen van deze op
gave wel een evenwichtige film, waar
bij een enkele maal een al te primitief
decor storend werkt, maar daar
tegenover een sterke, overheersende
mentaliteit die voortdurend boeit.
Ondanks het feit, dat noch het land,
dat in de verbeelde gedachtengang zo*n
allesbeheersende rol speelt, noch de
bevolking, die toch ook nog ergens
aanwezig moet zijn, hier ook maar n
ogenblik tot een werkelijke waarde
worden, is vooral door deze menta
liteit Julika" een film van opmer
kelijke betekenis.
Zomer-cocktail
Love on the run"; Corso en
Alhambra theater, Amsterdam
W S. van Dijke geeft ons met
deze Vlucht voor het
huwe. lijk", zoals de Nederlandse
titel luidt, een overschuimende zomer»
cocktail en hij schenkt' daarbij de maat
voller dan ooit. Hier zijn zovele be
kende motieven uit het filmprogramma
dooreen verwerkt, dat juist als een
herinnering is opgewekt, de film al
weer heel ergens anders is. Wij krijgen
een beetje It happened one night",
een beetje Mr. Deeds", wat van de
liefdesperikelen van Joan Crawford
als in ,,I live my life" (eveneens van
Van Dijke), een dwaze verkleedpartij,
wat revolver-sensatie en nog veel meer.
Iets van het verhaal vertellen, zou
veel van de aardigheid van deze film
wegnemen n het is ook niet wel
mogelijk, omdat op papier alleen maar
een hoop onzin overblijft.
De film echter maakt van deze onzin
een opeenstapeling van dwaze situaties
met een soms adembenemende vaart
en een Amerikaans badinerende dialoog
die Op zich zelf spel is met woorden,
begrippen en .wijsheden.
Voor twee grenzen houdt Van Dijke
hierbij angstvallig stil: voor de psycho
logische inslag, die bij alle lichtheid
en dwaasheid het werk van Ren
Clatr toch altijd nog heeft en voor de
zelf-spot van de film met de film, die
Mamoulian gaf in zijn Gay desperado".
,,Love on the run" heeft echter een
ster-bezetting Joan Crawford, Clark
Gable en Franchot Tone die behalve
de bekende kwaliteit in dit geval ook
nog de bekoring heeft, dat ons deze keer
nu eens niet gesuggereerd wordt de
belevenissen van onze bekende helden
op het witte doek ernstig te nemen.
D. C. VAN DER POEL
PAG. 10 EN II DE 4ROENE No. 3142
. f
? ? . »
r%*
^