De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 21 augustus pagina 6

21 augustus 1937 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

VEELZIJDIGHEID en EENZIJDIGHEID van tooneelkunstenaars in \ WEENEN heeft een jeune pre mier, Fred. Liewehr. Het is een lange slanke jonge man, die talent heeft en dit weet te gebruiken; hij kent zijn vak volkomen, en wat hij hier en daar aan diepte nog te kort komt, wordt ruimschoots vergoed door het entrain van zijn jeugdig innerlijk en zijn volkomen mannelijke charme. Hij speelt in het gansche repertoire van het Burg theater, klassiek en modern, lichte en zware stukken, van Romeo en de Prins von Homburg tot den aanbidder in de tot klucht verwerkte Moreto's Donna Diana. Sommige rollen beeldt hij voor treffelijk uit, de meesten goed, allen voldoende. Voor Weenen is zulk een jeune premier een normaal verschijn sel, voor iemand uit Holland is een der gelijke eerste jonge karakter-speler met een waarachtig jeugdig innerlijk en uiterlijk een ware verademing. In hetzelfde repertoire van het Burg theater te Weenen vervult Werner Kraus de plaats van ouderen karakter speler. Met waarlijk zuiver gevoel weet hij hoogstaande evenwichtige figuren uit alle standen te spelen en hiernaast gespleten wezens als Kandaulus van Hebbel vorm te geven. Ook speelt hij Mephisto in Faust, verder karakters van Shaw tot die van Shakespeare, en deze weet hij zoo te beelden, dat zij allen, niet alleen uiterlijk maar ook eenen EDUARD VERKADE innerlijk volkomen als menschensoort verschillen en dit met de eenvoudigste mid delen zonder eenig forceeren. Hij is zoo'n voortreffelijk bespeler van zichzelf als instrument", dat hij alle tonen volmaakt zuiver en rustig uit zijn wezen weet voort te brengen en op sommige toeschouwers, die opwinding en zwoelheid op het tooneel boven kunst stellen, zelfs den indruk maakt koud te zijn. Zijn gaven als bespeler blijken ook uiterlijk; hoewel hij een kort gedron gen en weinig ideaal lichaam voor een acteur bezit, weet hij door zijn inner lijke geestesomvorming, geholpen door bescheiden uiterlijke middelen, ook zijn lichaam in verschillende rollen een volkomen ander aanzien te geven. Met zijn stem typeert hij zelden of nooit; het zijn verschillende wezens, die via het eigen orgaan van Kraus spreken. NAAST dergelijke veelzijdige acteurs maakt een overigens voortreffe lijke actrice als Paula Wessely toch een eenzijdigen, voorloopig beperkten" indruk. Natuurlijk moest Wessely bij zonder opvallen door haar ongekenden eenvoud en waarachtigheid. Juist naast actrices als een Helene Thimig, die het gecompliceerde perverse zoo voortref felijk kan beelden, een Elisabeth Bergner met haar raffinement, moest Wessely's uitbeelding van het onaan getaste gave Duitsche meisje zooals dit behoort bij Gretchen in Faust", de gevoels-overtuigde St. Joanne van Shaw, en de Marianne in Goethe's ,,Geschwischter" een grooten indruk maken. Uiterlijk en innerlijk is zij de gave, reine, boeren- en burger-dochter, en het is voor velen een herademing geweest den zuiveren gemoedstoon van haar te hooren, den naiven gezonden humor, juist na de voorafgaande periode van pathologische" uitbeeldingen. Maar de eenzijdigheid van Wessely's genre blijkt, ondanks het met zorg en verstand voor haar gekozen repertoire, reeds uit de creaties van Attila Hörbiger naast haar; Hörbiger is een voortreffe lijke, sobere en gave tooneelspeler, die in kunnen in alle opzichten, vooral ver standelijk, de meerdere van zijn vrouw is. Er is voor Paula Wessely dan ook een groot gevaar, dat is, dat zij heel spoedig te zwaar zal worden en de uiterlijke jeugd zal gaan verliezen, die tot voor kort haar charme onweerstaan baar maakte en een niet te onderschat ten deel van haar middelen vertegen woordigde. Met haar jeugd en eenvoud heeft zij zich een buitengewoon groote repu tatie weten op te bouwen, dank zij de zeer voor haar passende rollen, waarin zij tot heden toe uitsluitend optrad, waaruit blijkt, dat zij geleid wordt door iemand, die haar qua instrument pre cies kent en taxeert, en haar alleen dit eene hoogst belangrijke laat spelen: het gave ongerepte hart van een een voudig gevoelig meisje. Maar daar een gave ongerepte vrouw nu eenmaal een minder interessante tooneel-figuur is, zal in de komende jaren moeten blijken of Paula Wessely door een innerlijken groei in staat is, haar talent tot veel zijdigheid te brengen en wérkelijk blijvend aanspraak kan maken op den grooten naam, dien zij momenteel in binnen- en buitenland bezit. l in Rusland oonee IN een mijner vorige artikelen stond: Het is een jammerlijke ver gissing, dat de kunst zelve een sociale kunst, een gemeenschapsvraagstuk is". Men blijkt over het woord zelve" te hebben heen gelezen, wat tot foute conclusies leiden moet. Natuurlijk is het een sociaal en cul tureel gemeenschapsvraagstuk op welke wijze de leden van de gemeenschap in de gelegenheid gesteld worden, kunst uitingen te genieten. Beschikt een ge meenschap over een collectie schilde rijen van kunstenaars, dan is het een gemeenschapsvraagstuk hoe deze aan gevuld moet worden en voor wie ten toongesteld. Cultureel en sociaal is het gewenscht, dat deze door een ieder, die er behoefte aan heeft, gezien kunnen worden, maar de waarachtige kunst waarde der schilderijen neemt geen sikkepit af wanneer er slechts enke lingen in plaats van honderdduizenden komen kijken. Deze waarheid als een koe geldt natuurlijk voor alle kunsten, ook voor de tooneelspeelkunst. Tóch wordt dit niet algemeen besef t, wat ver moedelijk te verklaren is door het feit, dat de tooneelspeelkunst een groepskunst is, die geen blijvende kunstwer ken kan achterlaten. Hierdoor beslist via den economischen weg, een groot hedendaagsch publiek over het feit: of een kunstvoorstelling al of niet vele malen herhaald kan worden. Dit geeft het publiek en in laatste instantie de gemeenschap of haar officieele ver tegenwoordigers de illusie» dat zij D. C. VAN DER POEL FILMS van het nationaal*socialisme met en zonfyr strekking Paula Wessely met Attila Hörbiger, over wie Eduard Verkade hierboven in verband met het Weensche tooneelleven en D. C. van der Poel naar aanleiding der film Julika" schrijft. (Slotscène uit de film Julika", City Theater, Amsterdam) Sherlock Holmes, Asta theater, den Haag. Luxor Palast, Rotterdam SHERLOCK Holmes is vele malen op het witte doek verschenen, met vele van zijn bekende avonturen. Karl Hartl en R. A. Stemmle beiden als vervaardigers van het manuscript en Hartl tevens als regisseur laten een onechte" Holmes en Watson optreden. De klassieke aankleeding en attri buten: geruite jas en pijp van Sherlock Holmes en vioolkist van Dr. Watson, zijn voldoende om elke afwijzing van de bewuste naam juist tot de meest effectieve introductie als zodanig te maken. De avonturen velgen dan als het ware van zelf", omdat ieder die hun pad kruist «p zijn manier op de beide bekende detectives reageert en de misdadigers, die anders nooit in de gaten zouden lopen, dit dus ook doen. Stemmle en Hartl hebben dit ge geven uitgewerkt tot een vlotte en amusante film, welke noch in de doelstelling, noch in de middelen tot het bijzondere reikt, maar op een be scheiden basis in het algemeen een uitstekend evenwicht tussen doel en middelen vertoont. Hans Albers en Heinz Rühmann vormen een goed, op de tussen deze beiden bestaande tegen stelling gebaseerd, duo. De eerste is zelfs, nu hij eens niet de dik opgelegde held te spelen krijgt, aanmerkelijk sympathieker dan in de vele films die hem als de 110% man" vertonen. Dat hij hier aan het slot toch nog even de vuisten moet gebruiken is geen winst. Overigens is het gehele laatste ge deelte niet de sterkste zijde van deze film, daar n het gangster-pandhuis n het slot voor de rechtbank ietwat uit mede de kunstwaarde van een uitvoe ring bepalen en dus ook bij voor baat de kunstuitingen beïnvloeden kunnen. Dit is echter een onjuiste gedachtengang. De gemeenschap moet zich be perken tot haar plaats als klankbodem en moet de kunst-zelf geheel overlaten aan den voortbrenger, den kunstenaar, die hoewel uit de gemeenschap voort gekomen, juist in zijn kunstuitingen boven die gemeenschap moet staan, wil hij kunnen voldoen aan de algemeene latente schoonheids-behoefte in die gemeenschap. Nu heeft het steeds tot het wezen der Russen behoord een uitzonderlijk goed tooneel voort te brengen. Vóór de revolutie reeds stond Rusland aan de spits in zijn kunstuitingen wat tooneel en ballet betreft. De nieuwe Sovjetidealen hebben hieraan wellicht weer nieuwe uitingen gegeven. Het is dan ook aan geen twijfel onderhevig, dat er in Sowjet Rusland voortreffelijk werk is en wordt voortgebracht. Maar hiernaast staan de recente verklaringen van Stanislavski:,,dat de goede tooneelspelers in Rusland uitsterven en er geen nieuwe zijn ontstaan" n uit de Russische pers: dat er nauwelijks meer acteurs gevonden worden, die klassiek repertoire kunnen spelen." En men vraagt zich daarom dan ook af, of men hier niet te doen heeft met de eerste symptomen, waaruit blijken zou, dat Sowjet Rusland zich toch in zooverre bij haar organisatie vergist heeft, dat zij ook getracht heeft het voortbren gen van de kunst-zelve tot een gemeen schapsvraagstuk te maken? Eerst de toekomst zal dit kunnen beslissen. de, overigens goed volgehouden, toon vallen. Het eerste in de richting van een Drei Groschen Oper", het laatste juist in de tegenovergestelde richting van een te zwaarwichtige motivering van alle voorgaande handelingen. De inhoud daarvan blijve een ver rassing voor de toeschouwer van deze aardige amusements-film der Ufa, die sich op sympatieke wijze van vele * detective-films onderscheidt door de op de grens van realiteit en dwaasheid goed volgehouden spanning zonder v ongezonde sensatie. Heinz Rühmann, die hierbij voor de komische noot zorgt, is vooral na Zoölogica" geen onbekende. Het is alleen merkwaardig wederom te moeten constateeren, hoe weinig ook in deze Duitse film van de goede soort blijkt van een nieuwe geesteshouding. ,,Julika", City Theater, Amsterdam WIJ hebben in de bovenstaande beschouwing zooals reeds 'vaker hier ter plaatse kunnen constateren, hoe weinig de fascistische en nationaal-socialistische gedachte en wereldbeschouwing nog uiting had kunnen vinden op de film, althans wat betreft het product dat wij hier te zien krijgen. Ondanks de doordringing van het gehele leven met de fascistische en nationaal-socialistische wereldbe schouwing en de actieve propaganda op het gebied der verschillende kunst uitingen in de betreffende landen, waren de films die wij hier uit deze landen zagen meestal producten van de bekende internationaal gangbare mentaliteit. Zo opvallend was dit ge brek aan eigen kunstuiting, dat men i hierin een bewijs voor geringe werkeIlijk diepere weerklank van een uiterlijk jalgemeen aanvaarde politiek zou kun nen zien. Slechts Ucicky bracht een paar maal nationaal-socialistische tendenzen in films met een uitgesproken militairistische inslag naar voren, Jürgen von Alten trachtte handig onze instem ming te winnen voor de nieuwe rechts norm van het Derde Rijk en Jannings, die Vor Sonnenuntergang" van Hauptmann vertaalde in Der Herrscher", deed af en toe wel even aan het nieuwe Duitsland denken. Bij deze laatste films kwam het nationaalsocialisme echter nog slechts om een hpekje kijken. Zij waren nog niet nat ionaal-socialistisch aus einem Guss". Julika" Ernte" naar een draaiboek van Lothar Mayring en Géza von Bolvary, onder regie van de laatste, is van het begin tot het eind doortrokken van de nationaal-socia listische mentaliteit. De grote land heer von Tamassy is met zijn koetsier op een roekeloze tocht in noodweer verongelukt, nadat de dochter van de Waatste, Julika, hen nog had trachten ttgen te houden. Maar de heer beveelt ;n de ondergeschikte heeft zich te ;/,chikken naar zijn eigen ingewortelde stelregel, dat dienen gehoorzamen'' js. De zoon van Tamassy, die als rit meester der huzaren een zorgeloos «staan voert in. de glans van Weenen, indt de bezittingen onder een zware chuldenlast, die hem van het familie;oed slechts het huis en een klein deel an de omringende landerijen laat. iet grote personeel moet ontslagen irorden, alleen de wees Julika vraagt te mogen blijven dienen voor niet meer dan kost en een bed. Zij vraagt dit niet slechts omdat zij niet weet waarheen ze mjpet gaan, maar ook om dat zij met deze bezittingen is opge groeid. Als Karl von Tamassy zijn lot aanvaardt om J van het oude familie bezit te maken wat er nog van te maken is mede uit de overweging dat het leven van een ritmeester zonder geld ook zo glansrijk niet meer is troost Julika hem in de eenvoud haars harten: De grond die hem gebleven is maakt hem altijd nog Groszbauer" en met hard werken en sparen kan men elk jaar weer wat terugkopen. En werken kan Julika voor drie. Zij ploegt met Karl von Tamassy, zij zaait met Karl von Tamassy, zij ver zorgt het vee van Karl von Tamassy en zij verzorgt Karl von Tamassy. Het eenvoudige kind van het land wordt beheerst door twee zuivere instinkten, los van elke conventie: haar liefde voor derHerr"en haar liefde voor het land. Als haar liefde voor de meester overgaat in liefde voor deze man, aanvaart zij dat als een vanzelf sprekend feit mét haar plaats, die voor deze liefde voorlopig geen andere mogelijkheid tot uiting biedt dan dienend werken en een heel bescheiden en simpele en nauwelijks opge merkte behaagzucht. En als de pastoor haar wijst op het onbehoor lijke van het onder n dak wonen met de ritmeester en op de maat schappelijke consequenties daarvan in het dorp, dat geen medelijden en geen compromis kent, weet zij tegenover God zuiver te staan en zij herhaalt de levensregel van haar vader dat dienen gehoorzamen" is, zoals dit ook voor mijnheer pastoor zal zijn tegenover zijn heer. Waarmede de hogere" vorm van dienst tevens gegeven is. Ten slotte brengt het lot haar toch blijvend samen met de geliefde Karl von Tamassy, nadat een heftige episode met een meisje van zijn stand hem de ogen voor Julika heeft geopend. Want Julika is deel van het geheiligde land, waarvan het stadsmeisje geen benul heeft en Julika is trouw aan hem en aan het land, ook als hij het een ogenblik in de steek dreigt te laten. Met Julika oogst Karl von Tamassy het resultaat van hard werken, dat bijna door zijn vergissing" verloren was gegaan en in het overvloedige, rijpe graan krijgt Julika een zeer mannelijke kus (men vergelijke deze met de gebruikelijke zoete happy-endkus). En Julika knielt voor het kruis beeld en bidt fruchtbar werde Heimat er de". Het verhaal volgt eigenlijk geheel het bekende internationale schema. Wij hebben op de film vele meisjes met de baas" zien trouwen, omdat de vele meisjes en jongens onder het internationale publiek graag deze zalige droom dromen van een wereld waarin de slagbomen van de klasse zó gemakkelijk wegvallen en dit een zowel commercieel als maatschap pelijk zeer voordelige manier is om dat verlangen te bevredigen. Dit ver haal volgens het internationale schema is hier echter van het begin tot het eind, ook in de uitbeelding, door trokken van een andere geest, die de geest is van het nationaal-socialisme, en die hier merkwaardig goed bij het feodale begin aansluit. Het is mis schien een beetje sneu voor de Duitse kunstbeschermers, dat deze film ge maakt is aan de andere zijde van de grens, door de Vienna-Film maat schappij te Weenen en dat het natio naal socialisme hier dus geografisch Joan Crawford en Clark Gable in de Metro Goldwyn Aio/er film: ,,Love on the run" (Corso en Alhambra Theater, Amsterdam) eigenlijk Austro-fascisme is, waarop trouwens ook het crucifix aan het slot reeds duidt. PAULA Wessely speelt Julika op een wijze, die haar bewonderaars stellig in verrukking zal brengen, al kart men toch, bij alle uiterst ver zorgde détails, een zekere soms storende eenvormigheid in haar verschillende creaties niet ontkennen. In elk geval ligt deze Julika met alle eigenschappen en tendenzen, die haar tot een vrouw naar het hart van elke wasechte nationaal-socialist moe ten maken Wessely bijzonder góéd en zij kan hier haar sterk v lkisch"nationaal bepaalde spel, dat anders wel eens minder op zijn plaats is (ik her inner mij b.v. van haar een zeer boersDuitse Jeanne d'Are op het Duitse toneel) ten volle geven. De regie richt er zich in hoofdzaak op Wessely zo veel mogelijk tot haar rechtte doen konten, daarin gesteund door een goede Karl von Tamassy van Attila Hörbiger. Op deze wijze ont stond binnen de grenzen van deze op gave wel een evenwichtige film, waar bij een enkele maal een al te primitief decor storend werkt, maar daar tegenover een sterke, overheersende mentaliteit die voortdurend boeit. Ondanks het feit, dat noch het land, dat in de verbeelde gedachtengang zo*n allesbeheersende rol speelt, noch de bevolking, die toch ook nog ergens aanwezig moet zijn, hier ook maar n ogenblik tot een werkelijke waarde worden, is vooral door deze menta liteit Julika" een film van opmer kelijke betekenis. Zomer-cocktail Love on the run"; Corso en Alhambra theater, Amsterdam W S. van Dijke geeft ons met deze Vlucht voor het huwe. lijk", zoals de Nederlandse titel luidt, een overschuimende zomer» cocktail en hij schenkt' daarbij de maat voller dan ooit. Hier zijn zovele be kende motieven uit het filmprogramma dooreen verwerkt, dat juist als een herinnering is opgewekt, de film al weer heel ergens anders is. Wij krijgen een beetje It happened one night", een beetje Mr. Deeds", wat van de liefdesperikelen van Joan Crawford als in ,,I live my life" (eveneens van Van Dijke), een dwaze verkleedpartij, wat revolver-sensatie en nog veel meer. Iets van het verhaal vertellen, zou veel van de aardigheid van deze film wegnemen n het is ook niet wel mogelijk, omdat op papier alleen maar een hoop onzin overblijft. De film echter maakt van deze onzin een opeenstapeling van dwaze situaties met een soms adembenemende vaart en een Amerikaans badinerende dialoog die Op zich zelf spel is met woorden, begrippen en .wijsheden. Voor twee grenzen houdt Van Dijke hierbij angstvallig stil: voor de psycho logische inslag, die bij alle lichtheid en dwaasheid het werk van Ren Clatr toch altijd nog heeft en voor de zelf-spot van de film met de film, die Mamoulian gaf in zijn Gay desperado". ,,Love on the run" heeft echter een ster-bezetting Joan Crawford, Clark Gable en Franchot Tone die behalve de bekende kwaliteit in dit geval ook nog de bekoring heeft, dat ons deze keer nu eens niet gesuggereerd wordt de belevenissen van onze bekende helden op het witte doek ernstig te nemen. D. C. VAN DER POEL PAG. 10 EN II DE 4ROENE No. 3142 . f ? ? . » r%* ^

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl