Historisch Archief 1877-1940
Dt P»vi|joen» van Zwitserland
Belfi
Zweden
Ti|echo-Slow»kl)B
Amerika
VC
Architectuur der landenpaviljoens
HET is eigenlijk een dwaasheid, alleen over
de paviljoens te schrijven en niet over hun
inhoud. Het is .even dwaas om bij een ten
toonstelling van sieraden bijv. een apart artikel te
wijden aan de etuis, waarin de sieraden werden
tentoongesteld.
Het zou zelfs ontoelaatbaar zijn den lezer met
deze beschouwingen lastig te vallen, als niet in dit
zelfde nummer van andere hand over den inhoud
van ,,de etuis" geschreven werd. Bovendien is er
nog al ,,werk" van de etuis gemaakt, en daar ze nu
toch eenmaal zoo bij elkaar kwamen te liggen,
werden ze door de regeeringen der verschillende
landen gebruikt of misbruikt om den inhoud aan te
kondigen of te verdoezelen, of iets buiten den
inhoud om nog mede te deelen, enfin, hun stem werd
opgeëischt voor het spreekkoor der naties.
Er schijnt echter met dat spreekkoor iets niet
heelemaal in orde te zijn. Als men het terrein
betreedt ontdekt men onmiddellijk twee ,,koor
knapen" die om het eerste of althans het hoogste
woord vechten. Het paviljoen der U.R.S.S." staat
tegenover dat van Duitschland, op een wijze die
aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat. Beide
paviljoens trachten de tentoonstelling te
beheerschen, maar gelukkig steekt de Eiffeitoren boven
alles Uit, en wint het glansrijk. Politiek heeft dit
alles natuurlijk niets te beteekenen, en bovendien
is het gelukkig niet aan mij daarover te schrijven.
Het Russische paviljoen
HET paviljoen der U.R.S.S.", om daar dan maar
mee t.ébeginnen, is van architectuur armelijk,
zelfs onbeholpen. Het is een enorme, rechthoekige,
Architect
vrijwel gesloten hal van 160 m lengte, zonder
eenige ruimteontwikkeling, behalve dat het een
climax moet vinden in een toren van 33 m hoog,
waarop de bekende beelden met sikkel en hamer.
Dit beeld zelf heeft een hoogte van 24 m, en tracht
door zijn enorme afmetingen ook het belangrijkste
te zijn. Dit ietwat kinderlijk streven is niet geheel
mislukt, echter is dit niet te danken aan de onder
steuning" die, geestelijk gesproken, het gebouw zou
kunnen geven, het heeft het gebouw verlaagd tot
voetstuk van een enorm groot beeld.
Typisch is echter, dat het paviljoen niet in een
klassieken stijl gebouwd is, zooafs men na de
publicaties, die men uit de U.S.S.R. der laatste jaren
ziet, zou kunnen verwachten. Trouwens geen der
paviljoens is in min of meer zuiver klassieken stijl
opgetrokken, zelfs Engeland en Amerika niet, en
het zou toch al te dwaas zijn als de jonge U.S.S.R.
daarmede nog kwam demonstreeren. Want dat dit
paviljoen vóór alles een demonstratie moest zijn, is
er duidelijk aan te zien.
Het paviljoen van Japan, gebouwd door Sakakura,
het is architectoraal een der belangrijkste
van de expositie
Het Duitse!, e paviljoen
DUITSCHLAND aan de overzijde tracht de
U.S.S.R. te stuiten met een toren van 54 m
hoog waarop de rijksadelaar zit. Achter dezen toren
is een hal van ongeveer gelijke afmetingen als die
van de hal der U.S.S.R. gebouwd. De architectuur
is niet onbeholpen als bij den' overbuur, doch eer
verdord. Recht opgaande vlakke kolommen trach
ten het een statigheid te geven, die het niet bereikt,
en het dakterras dat boven op de hal is aangebracht
demonstreert duidelijk hoe weinig menschelijk"
dit gebouw is. Het interieur, waarin merkwaardiger
wijze alle propaganda ondergeschikt is gehouden,
doet denken aan een aula op een begraafplaats. Het
geheel maakt een wonderlijken, levenloozen indruk.
De enorme lichtkronen en de groote schilderijen aan
den wand schijnen aangebracht om den burgerman
te imponeeren, het is een onbereikt streven naar
statie, die alle innerlijke kracht mist.
Itallë's bouwwerk
IN dit opzicht wint Italiëhet verreweg van
Duitschland. Het interieur van het Italiaansche
paviljoen is vol bewuste en doorleefde architectuur
uitingen, al getuigt het uiterlijk van het gebouw
daar ook weinig van. In Italiëis ook iets aanwezig
van de politieke demonstratie die boven alles staat,
maar toch blijken de uitingen meer doorleefd,
bewuster en overtuigender.
van een architect
Ty "rATUURLlJK is deze tentoonstelling niet
l\/ opgezet om te laten zien hoe belangrijk de
?*? * Eiffel-toren is. Doch zonder dit dan te
willen, is dit toch wel n van de voornaamste
indrukken die men ontvangt als men over de
terrassen van den hoofdingang bij het Trocadéro de
tentoonstelling betreedt.
De Eiffeltoren staat daar boven de expositie als
een onschendbaar monument van een vorige
generatie, en als symbool van het verschil tusschen
de wereldtentoonstellingen van vroeger en nu.
De opkomende techniek en industrie vormden
de voornaamste uitingen op vroegere tentoon
stellingen en toonden den verbijsterden bezoeker
dat men b.v. in staat was een, voor dien tijd,
technisch wonder als den Eiffeltoren te bouwen. En
de bezoeker van de tentoonstelling van 1937 wordt
opnieuw verbijsterd door.... den Eiffeltoren. De
aanleg van de tentoonstelling werd gecomponeerd
rond dit symbool van Parijs: van een geheel
nieuw gebouwd Trocadéro voert de hoofd-allee
onder den Eiffeltoren door tot aan de Avenue de
la Motte-Picquet. Deze hoofdallée kruist de Seine
bij den eveneens geheel vernieuwden Pont d'Iéna.
De Seine is aan beide oevers,geheel bebouwd met
paviljoens, van de Place de la Concorde tot aan
den Pont de Passy bij den Boulevard de Grenelle,
terwijl achter de brug op het eiland in de rivier
nog de geheele koloniale afdeeling is onder
gebracht.
Spaajc
HET meest felle en direct aansprekende (bij een
wereldtentoonstelling maakt alleen het preg
nantste den besten indruk) is Spanje. Het belang
rijkste voor mij is hiervan, dat niet het gebouw de
demonstratie is, maar hetgeen het gebouw bevat.
De architecten J. L. Sert (de Spaansche gedelegeerde
van de congressen van het Nieuwe Bouwen) en la
Casa, zijn twee van de weinige architecten, die hun
taak juist hebben opgevat. Hier is niet het gebouw
de hoofdzaak, maar hetgeen er wordt ten toon
gesteld. En uit den aard der zaak heeft het tegen
woordige Spanje iets te zeggen tot de wereld, en het
doet dat duidelijk en zonder omwegen en de archi
tecten hebben hun arbeid, het verzorgen van ,,het
etui", daaraan op de juiste wijze ondergeschikt
gemaakt en daarmede is hun paviljoen tot een van
de belangrijkste van de geheele tentoonstelling
uitgegroeid.
Japan
DEZELFDE eer komt toe aan den ontwerper
van het Japansche paviljoen, architect Saka
kura. Helaas is het tentoongestelde niet op het
zelfde niveau, als het gebouw. Echter zullen het
exportambities zijn die Japan er toe brachten te
laten zien dat ze alles ,,net als Europeeërs" kunnen
maken. Vooral op meubelgebied komt dit sterk tot
uiting.
In dit verband is typisch de beeldhouw-machine"
die ten toon gesteld wordt. Door een ingewikkeld
filmsysteem wordt het model ,,in relief" vastgelegd,
zoodat men slechts 4 seconden behoeft te poseeren.
Hierna wordt mechanisch de kop vervaardigd, die
eigenlijk meer een afgietsel, (zij het dan zonder af
te gieten) is, zonder dat van beeldhouwen sprake is.
Het tweeslachtige Polen
HET Poolsche paviljoen is bewust in twee deelen
gescheiden, vooraan een eerehal waarin
7 bronzen beelden van Groote Polen, en daar
achter de eigenlijke tentoonstellingshallen.
De achtergelegen hallen zijn bijzonder knap van
architectuur en men heeft den indruk dat hier een
ander werkzaam was, dan bij de eerehal. Daar als
architecten de professoren Bohdan Pniewski,
Bohdon Lachert en de heeren Brukalski en Szanajca
genoemd worden, zou zulks best mogelijk zijn.
De Scandinavische broeders
DE Scandinavische landen vertoonen alle een
frisschen geest, waarvan Noorwegen misschien
het minst is, hoewel de vondst van den waterval
tusschen twee schuin oploopende vleugels, interessant
is, zonder dat het echter belangwekkend verwerkt
werd.
Het uitstekende paviljoen van Finland, (architect
Alvar Aalto) toont op overtuigende wijze, wat hout
nog voor onzen tijd kan beteekenen indien het op
de juiste wijze verwerkt wordt.
miiiiiimiiiiuiiiiHiT
Deze aanleg in het hartje van Parijs, is van een
allure en een grootheid zooals men misschien
alleen in Frankrijk kan verwachten.
Midden in de stad is een tentoonstellings
terrein, ontstaan op een plaats, die in alle op
zichten ideaal genoemd moet worden. Al heeft
men hier en daar; den oevers van de Seine geweld
aangedaan (onherstelbaar verminkt zijn ze zeker
niet) al is het terrein op zichzelf sterk gedecentra
liseerd, niemand zal kunnen beweren, dat dit
terrein slechter geschikt is dan de gebruikelijke
tentoonstellingsterreinen, welke meestal aan de
buitenzijde van de steden liggen.
Men moet echter over de allure en den onder
nemingsgeest van de Franschen beschikken om
een terrein als dit practisch bruikbaar te maken.
Men heeft er niet tegen opgezien om het stads
verkeer op verschillende plaatsen onder de tentoon
stellingsgebouwen door te voeren en talloos zijn
de luchtbruggen, oeververbindingen e.d. die men
gemaakt heef 11 om de verschillende onderdeelen te
verbinden. Dat men daarbij wel eens te veel
hooi op de vork nam", en daardoor vele zaken
niet op tijd gereed had, is jammer, maar wekt,
wanneer men zich de hoeveelheid werk die verzet
is, realiseert, geenszins verwondering.
Nu dit tijdtekort grootendeels overwonnen is,
vergeeft men dit gaarne een volk, dat, rond het
restant van een wereldtentoonstelling aan het
einde der vorige eeuw, een tentoonstelling wist te
doen groeien, die even typisch voor dezen tijd is
' als de Eiffeltoren voor het einde der vorige eeuw
was! B. MERKELBACH
UttllllllllUUIUIUIIIIIUIIHI
HiiHiiiiiiiiiuiiJuiiiiiiiuiim
PAG. 7 DE GROENE No. 3144
PAG. 6 DE GROENE No. 3144
De Seine bij avond, met de verlichte paviljoens
van het Magasin du Louvre, het donkere Po/o/s di
l'Elégance, Italië. Daarachter Engeland.
Rechts van de Seine Rusfandjen Duitschland.
Het Zweedsche paviljoen vormt een waardigen
achtergrond voor het tentoongestelde, ook hier
wordt nergens de etui belangrijker dan de inhoud.
Zwitserland, België, Engeland en de V.S.
HET evenwicht tusschen gebouw en het geëxpo
seerde werd misschien het volledigst bereikt
in het Zwitsersche paviljoen, hoewel men er geen
hemel bestormende ideeën in vindt. Een gevoel vopr
kwaliteit spreekt echter overal uit.
Het Belgische paviljoen verrast in geen enkel
opzicht, het materiaal, gebakken plavuisen, is veel
te massief en te hard van kleur om een levendigen
indruk te maken.
Het Engelsche paviljoen dat daar recht tegenover
is gelegen, is niet meer in klassieken stijl op
getrokken, zooals vroeger veelal het geval was, en
hoewel de architectuur niet opmerkelijk is, getuigt
het interieur van een beschaving en een standing"
die men in andere paviljoens wel eens te veel mist.
De Vereenigde Staten hebben blijkbaar ook af
gerekend met de klassieke architectuur, althans
wat de tentoonstellingsgebouwen betreft. Zij zijn
er echter niet in geslaagd een eigen, nieuwe archi
tectuur te vinden.
Tfsjeolio-Slownkijo, staal en «las
TSJECHO-SLOWAKIJE toont een glas-paviljoen
waarbij in belangrijke mate met glaswol is
gewerkt. De twee voornaamste producten van dat
land, staal en glas, worden op waardige wijze getoond.
(Slot volgendi pagina)
Neder/ondsch; paviljoen van Ir. J. v. d. Broek
voor het
goed verzorgde
interieur
tapijten
N.V. KON. VER. TAPI JTFABRIEKEN
R'DAM. A'DAM, DEVENTER. MOORDRECHT
TOONZALEN TE AMSTERDAM:
SINGEL 464
N.V. INGENIEURS-BUREAUVOOR
BOUWNIJVERHEID
Aannemen van bouw- en betonwerken
OEGSTGEEST
TELEFOON LEIDEN 1993
Het Nederlandsche Paviljoen te Parijs
werd door ons uitgevoerd. Hieraan waren c.a.
150 personen .werkzaam, terwijl vele onderdeelen
in onze timmerfabriek werden gereed gemaakt.
J&>
«"?/V
'.?'.'?' lit