De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 4 september pagina 4

4 september 1937 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

Dt P»vi|joen» van Zwitserland Belfi Zweden Ti|echo-Slow»kl)B Amerika VC Architectuur der landenpaviljoens HET is eigenlijk een dwaasheid, alleen over de paviljoens te schrijven en niet over hun inhoud. Het is .even dwaas om bij een ten toonstelling van sieraden bijv. een apart artikel te wijden aan de etuis, waarin de sieraden werden tentoongesteld. Het zou zelfs ontoelaatbaar zijn den lezer met deze beschouwingen lastig te vallen, als niet in dit zelfde nummer van andere hand over den inhoud van ,,de etuis" geschreven werd. Bovendien is er nog al ,,werk" van de etuis gemaakt, en daar ze nu toch eenmaal zoo bij elkaar kwamen te liggen, werden ze door de regeeringen der verschillende landen gebruikt of misbruikt om den inhoud aan te kondigen of te verdoezelen, of iets buiten den inhoud om nog mede te deelen, enfin, hun stem werd opgeëischt voor het spreekkoor der naties. Er schijnt echter met dat spreekkoor iets niet heelemaal in orde te zijn. Als men het terrein betreedt ontdekt men onmiddellijk twee ,,koor knapen" die om het eerste of althans het hoogste woord vechten. Het paviljoen der U.R.S.S." staat tegenover dat van Duitschland, op een wijze die aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat. Beide paviljoens trachten de tentoonstelling te beheerschen, maar gelukkig steekt de Eiffeitoren boven alles Uit, en wint het glansrijk. Politiek heeft dit alles natuurlijk niets te beteekenen, en bovendien is het gelukkig niet aan mij daarover te schrijven. Het Russische paviljoen HET paviljoen der U.R.S.S.", om daar dan maar mee t.ébeginnen, is van architectuur armelijk, zelfs onbeholpen. Het is een enorme, rechthoekige, Architect vrijwel gesloten hal van 160 m lengte, zonder eenige ruimteontwikkeling, behalve dat het een climax moet vinden in een toren van 33 m hoog, waarop de bekende beelden met sikkel en hamer. Dit beeld zelf heeft een hoogte van 24 m, en tracht door zijn enorme afmetingen ook het belangrijkste te zijn. Dit ietwat kinderlijk streven is niet geheel mislukt, echter is dit niet te danken aan de onder steuning" die, geestelijk gesproken, het gebouw zou kunnen geven, het heeft het gebouw verlaagd tot voetstuk van een enorm groot beeld. Typisch is echter, dat het paviljoen niet in een klassieken stijl gebouwd is, zooafs men na de publicaties, die men uit de U.S.S.R. der laatste jaren ziet, zou kunnen verwachten. Trouwens geen der paviljoens is in min of meer zuiver klassieken stijl opgetrokken, zelfs Engeland en Amerika niet, en het zou toch al te dwaas zijn als de jonge U.S.S.R. daarmede nog kwam demonstreeren. Want dat dit paviljoen vóór alles een demonstratie moest zijn, is er duidelijk aan te zien. Het paviljoen van Japan, gebouwd door Sakakura, het is architectoraal een der belangrijkste van de expositie Het Duitse!, e paviljoen DUITSCHLAND aan de overzijde tracht de U.S.S.R. te stuiten met een toren van 54 m hoog waarop de rijksadelaar zit. Achter dezen toren is een hal van ongeveer gelijke afmetingen als die van de hal der U.S.S.R. gebouwd. De architectuur is niet onbeholpen als bij den' overbuur, doch eer verdord. Recht opgaande vlakke kolommen trach ten het een statigheid te geven, die het niet bereikt, en het dakterras dat boven op de hal is aangebracht demonstreert duidelijk hoe weinig menschelijk" dit gebouw is. Het interieur, waarin merkwaardiger wijze alle propaganda ondergeschikt is gehouden, doet denken aan een aula op een begraafplaats. Het geheel maakt een wonderlijken, levenloozen indruk. De enorme lichtkronen en de groote schilderijen aan den wand schijnen aangebracht om den burgerman te imponeeren, het is een onbereikt streven naar statie, die alle innerlijke kracht mist. Itallë's bouwwerk IN dit opzicht wint Italiëhet verreweg van Duitschland. Het interieur van het Italiaansche paviljoen is vol bewuste en doorleefde architectuur uitingen, al getuigt het uiterlijk van het gebouw daar ook weinig van. In Italiëis ook iets aanwezig van de politieke demonstratie die boven alles staat, maar toch blijken de uitingen meer doorleefd, bewuster en overtuigender. van een architect Ty "rATUURLlJK is deze tentoonstelling niet l\/ opgezet om te laten zien hoe belangrijk de ?*? * Eiffel-toren is. Doch zonder dit dan te willen, is dit toch wel n van de voornaamste indrukken die men ontvangt als men over de terrassen van den hoofdingang bij het Trocadéro de tentoonstelling betreedt. De Eiffeltoren staat daar boven de expositie als een onschendbaar monument van een vorige generatie, en als symbool van het verschil tusschen de wereldtentoonstellingen van vroeger en nu. De opkomende techniek en industrie vormden de voornaamste uitingen op vroegere tentoon stellingen en toonden den verbijsterden bezoeker dat men b.v. in staat was een, voor dien tijd, technisch wonder als den Eiffeltoren te bouwen. En de bezoeker van de tentoonstelling van 1937 wordt opnieuw verbijsterd door.... den Eiffeltoren. De aanleg van de tentoonstelling werd gecomponeerd rond dit symbool van Parijs: van een geheel nieuw gebouwd Trocadéro voert de hoofd-allee onder den Eiffeltoren door tot aan de Avenue de la Motte-Picquet. Deze hoofdallée kruist de Seine bij den eveneens geheel vernieuwden Pont d'Iéna. De Seine is aan beide oevers,geheel bebouwd met paviljoens, van de Place de la Concorde tot aan den Pont de Passy bij den Boulevard de Grenelle, terwijl achter de brug op het eiland in de rivier nog de geheele koloniale afdeeling is onder gebracht. Spaajc HET meest felle en direct aansprekende (bij een wereldtentoonstelling maakt alleen het preg nantste den besten indruk) is Spanje. Het belang rijkste voor mij is hiervan, dat niet het gebouw de demonstratie is, maar hetgeen het gebouw bevat. De architecten J. L. Sert (de Spaansche gedelegeerde van de congressen van het Nieuwe Bouwen) en la Casa, zijn twee van de weinige architecten, die hun taak juist hebben opgevat. Hier is niet het gebouw de hoofdzaak, maar hetgeen er wordt ten toon gesteld. En uit den aard der zaak heeft het tegen woordige Spanje iets te zeggen tot de wereld, en het doet dat duidelijk en zonder omwegen en de archi tecten hebben hun arbeid, het verzorgen van ,,het etui", daaraan op de juiste wijze ondergeschikt gemaakt en daarmede is hun paviljoen tot een van de belangrijkste van de geheele tentoonstelling uitgegroeid. Japan DEZELFDE eer komt toe aan den ontwerper van het Japansche paviljoen, architect Saka kura. Helaas is het tentoongestelde niet op het zelfde niveau, als het gebouw. Echter zullen het exportambities zijn die Japan er toe brachten te laten zien dat ze alles ,,net als Europeeërs" kunnen maken. Vooral op meubelgebied komt dit sterk tot uiting. In dit verband is typisch de beeldhouw-machine" die ten toon gesteld wordt. Door een ingewikkeld filmsysteem wordt het model ,,in relief" vastgelegd, zoodat men slechts 4 seconden behoeft te poseeren. Hierna wordt mechanisch de kop vervaardigd, die eigenlijk meer een afgietsel, (zij het dan zonder af te gieten) is, zonder dat van beeldhouwen sprake is. Het tweeslachtige Polen HET Poolsche paviljoen is bewust in twee deelen gescheiden, vooraan een eerehal waarin 7 bronzen beelden van Groote Polen, en daar achter de eigenlijke tentoonstellingshallen. De achtergelegen hallen zijn bijzonder knap van architectuur en men heeft den indruk dat hier een ander werkzaam was, dan bij de eerehal. Daar als architecten de professoren Bohdan Pniewski, Bohdon Lachert en de heeren Brukalski en Szanajca genoemd worden, zou zulks best mogelijk zijn. De Scandinavische broeders DE Scandinavische landen vertoonen alle een frisschen geest, waarvan Noorwegen misschien het minst is, hoewel de vondst van den waterval tusschen twee schuin oploopende vleugels, interessant is, zonder dat het echter belangwekkend verwerkt werd. Het uitstekende paviljoen van Finland, (architect Alvar Aalto) toont op overtuigende wijze, wat hout nog voor onzen tijd kan beteekenen indien het op de juiste wijze verwerkt wordt. miiiiiimiiiiuiiiiHiT Deze aanleg in het hartje van Parijs, is van een allure en een grootheid zooals men misschien alleen in Frankrijk kan verwachten. Midden in de stad is een tentoonstellings terrein, ontstaan op een plaats, die in alle op zichten ideaal genoemd moet worden. Al heeft men hier en daar; den oevers van de Seine geweld aangedaan (onherstelbaar verminkt zijn ze zeker niet) al is het terrein op zichzelf sterk gedecentra liseerd, niemand zal kunnen beweren, dat dit terrein slechter geschikt is dan de gebruikelijke tentoonstellingsterreinen, welke meestal aan de buitenzijde van de steden liggen. Men moet echter over de allure en den onder nemingsgeest van de Franschen beschikken om een terrein als dit practisch bruikbaar te maken. Men heeft er niet tegen opgezien om het stads verkeer op verschillende plaatsen onder de tentoon stellingsgebouwen door te voeren en talloos zijn de luchtbruggen, oeververbindingen e.d. die men gemaakt heef 11 om de verschillende onderdeelen te verbinden. Dat men daarbij wel eens te veel hooi op de vork nam", en daardoor vele zaken niet op tijd gereed had, is jammer, maar wekt, wanneer men zich de hoeveelheid werk die verzet is, realiseert, geenszins verwondering. Nu dit tijdtekort grootendeels overwonnen is, vergeeft men dit gaarne een volk, dat, rond het restant van een wereldtentoonstelling aan het einde der vorige eeuw, een tentoonstelling wist te doen groeien, die even typisch voor dezen tijd is ' als de Eiffeltoren voor het einde der vorige eeuw was! B. MERKELBACH UttllllllllUUIUIUIIIIIUIIHI HiiHiiiiiiiiiuiiJuiiiiiiiuiim PAG. 7 DE GROENE No. 3144 PAG. 6 DE GROENE No. 3144 De Seine bij avond, met de verlichte paviljoens van het Magasin du Louvre, het donkere Po/o/s di l'Elégance, Italië. Daarachter Engeland. Rechts van de Seine Rusfandjen Duitschland. Het Zweedsche paviljoen vormt een waardigen achtergrond voor het tentoongestelde, ook hier wordt nergens de etui belangrijker dan de inhoud. Zwitserland, België, Engeland en de V.S. HET evenwicht tusschen gebouw en het geëxpo seerde werd misschien het volledigst bereikt in het Zwitsersche paviljoen, hoewel men er geen hemel bestormende ideeën in vindt. Een gevoel vopr kwaliteit spreekt echter overal uit. Het Belgische paviljoen verrast in geen enkel opzicht, het materiaal, gebakken plavuisen, is veel te massief en te hard van kleur om een levendigen indruk te maken. Het Engelsche paviljoen dat daar recht tegenover is gelegen, is niet meer in klassieken stijl op getrokken, zooals vroeger veelal het geval was, en hoewel de architectuur niet opmerkelijk is, getuigt het interieur van een beschaving en een standing" die men in andere paviljoens wel eens te veel mist. De Vereenigde Staten hebben blijkbaar ook af gerekend met de klassieke architectuur, althans wat de tentoonstellingsgebouwen betreft. Zij zijn er echter niet in geslaagd een eigen, nieuwe archi tectuur te vinden. Tfsjeolio-Slownkijo, staal en «las TSJECHO-SLOWAKIJE toont een glas-paviljoen waarbij in belangrijke mate met glaswol is gewerkt. De twee voornaamste producten van dat land, staal en glas, worden op waardige wijze getoond. (Slot volgendi pagina) Neder/ondsch; paviljoen van Ir. J. v. d. Broek voor het goed verzorgde interieur tapijten N.V. KON. VER. TAPI JTFABRIEKEN R'DAM. A'DAM, DEVENTER. MOORDRECHT TOONZALEN TE AMSTERDAM: SINGEL 464 N.V. INGENIEURS-BUREAUVOOR BOUWNIJVERHEID Aannemen van bouw- en betonwerken OEGSTGEEST TELEFOON LEIDEN 1993 Het Nederlandsche Paviljoen te Parijs werd door ons uitgevoerd. Hieraan waren c.a. 150 personen .werkzaam, terwijl vele onderdeelen in onze timmerfabriek werden gereed gemaakt. J&> «"?/V '.?'.'?' lit

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl