De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 11 september pagina 5

11 september 1937 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

* ,*?* Y** "ïv \ 'r*'* *i:a -i;1 r r «?? -r Letterkundig leven OPMERKELIJK DEBUUT F. \\ . VHII Hrrrikliulzvn: Tutwcn t «T e zomero(Van Dishoerk, Buaaiini) RECHTVAARDIGHEIDSHALVE dient ons oordeel over den bun del verzen, waarmee Van Heerilchuizen debuteert, te worden bepaald door de overweging, dat hij is samen gesteld uit jeugdwerk. Deze overweging leidt dan vanzelf tot een zekere mate van welwillende waardeering. De globale indruk, dien deze ge dichten te weeg brengen, is gegrond op het feit, dat zij in hun vorm nog geen synthetische uitdrukking geven aan natuurgevoel en levensbezinning, maar voorloopig een koppeling zijn van tame lijk conventioneele impressies en onvoldragen intellectueele reflecties. Zulk een indruk kan, begrijpelijkerwijze, on mogelijk gunstig zijn, al is het niet uitgesloten, dat hij tevens sympathie * * T\ A \/f * Indien de gedichL/» A« M.» ten in dezen bunj ten in dezen bun5 n;*i«A«tsl;;L ' del chronologisch l mnendijk j geordend foch. ...... ' ............... """?"??" ......... * ten zijn , kan zelfs een belangrijke groei in dichterlijk en synthetisch vermogen worden vastge steld. De eerste afdeeling van deze ver zameling vertoont een nog aarzelend en flakkerend rhythme, dat niet bij machte is, dóór een scheppend, vor mend en dwingend vermogen de woor den innerlijk te wijzigen, te laden, tot taal van poëtische intensiteit. Het be schrijvend lineair karakter dezer, te dicht bij impressionistisch proza ver wijlende, gedichten roept een beeld van den dichter voor ons op, zooals hij, gewapend met een jong, ontvankelijk gemoed en vol plantkundige belang stelling en kennis, een botaniseertrommel over den schouder, door het be koorlijke Gooi fietst. Een enkele maal slechts doet zich een stemming in dezen overvloed van omschrijvende woorden gelden, die hoewel nog niet geheel overtuigend toch reeds eenigermate vormend" werkt. Geleidelijk gaan de kwaliteiten dezer poëzie zich dan, in de tweede afdeeling van den bundel, bevestigen, al blijkt Van Heerikhuizen tevens meer en meer te zwichten voor actueele" eischen, die van bepaalde zijde een tijdlang aan de poëzie zijn gesteld, eischen van ,,oprechtheid",,,onschoon heid", ,,ironische formuleering", e. d. Deze strijden echter geheel met den natuurlijken aanleg van zijn dichter schap. Door zich minder onbevangen aan zijn persoonlijke aandrift over te geven, laat hij het redeneerend element tegelijkertijd in ruimer mate tot zijn poëzie toe. Het is, alsof een zekere weifelmoedigheid zich van den dichter gaat meester maken. Verwey's invloed wordt vooral zichtbaar in,,Bevrijding", een kleinen cyclus bespiegelende ver zen, waarin levensbezinning en cultuurbesef, optimistische wereldbeschouwing en eeuwigheidsbewustzijn zich soms poëtisch, maar gemeenlijk in te rede lijke overwegingen uitdrukken. VERHEUGEND en bemoedigend blijken enkele gedichten uit de derde groep. Van Heerikhuizen blijft daarin zijn blijkbaar diepste wezen trouw: een mijmerende en ernstig het levensgeheim doorgrondende natuur, die zich door de wisseling der wereJd, sche aspecten er niet toe laat verleiden, te spelen met gevoelens, die allen zekerheidsgrond kunnen doen wegzin ken. De verstandelijke verantwoording zijner sentimenten vermindert geenszins, maar wordt doeltreffender, in het levend verband der versvormen opgenomen. Het persoonlijk karakter dezer poëzie is in het voortreffelijk gedicht Op de toren", ook naar de functies zijner eigenschappen beoordeeld, het best tot zijn recht gekomen: de dichter bereikt hier een samenvatting der gegevens van zijn aanleg, waarin, onder de dwin gende kracht der verbeelding, de stroef heid der afzonderlijke bestanddeelen wordt opgeheven. Zulk een gedicht be zit glans, geest en beweeglijkheid. In Westerbouwing" weet Van Hee rikhuizen zelfs een toon van argelooze speelschheid. door de drie kleine, pretentielooze strofen te doen klinken. Al bevat deze bundel dus grooten deels slechte poëzie door een gebrek aan scheppende taalbezieling en een overmaat van didactisch gerichte r deneerzucht, toch stemt het werk van dezen jongen dichter tot vertrouwen voor de toekomst, tenzij alle tee kenen zouden bedriegen. en. O r£t H. MARSMAN Mne van ilcr Brbaaf. !>«? Liefde van Queritlo, Aiiint«T<lani) ALS het geoorloofd is met alge meenheden te werken als den Duitschen, Franschen en Engelschen roman der ige eeuw, dan kan men zeggen, dat de Fransche een maximum gaf aan psychologie met een minimum van romantische sfeer, de Duitsche het omgekeerde, de Engel sche eenige malen een harmonisch evenwicht tusschen de twee, wellicht het hoogste dat de roman kan be reiken. Het nieuwe verhaal van Nine van der Schaaf schijnt naar een dergelijk evenwicht te streven. In een ietwat egalen, helderen, monotoon meegaanden stijl, die sterk aan Van Schendel doet denken, schuift het leven van haar hoofdpersoon Siebold in rustige, koele, teruggetrokken tafereelen voor bij. De synthese van psychologie en atmosferische stemming is echter slechts zeer ten deele geslaagd, of liever zij slaagde op een te laag niveau, en ten koste van essentieele factoren aan beide kanten; de ver beelding is niet concreet en pregnant genoeg. De feiten, die de figuren moeten teekenen, behouden, evenals hun woorden iets te algemeens, iets vervangbaars, waardoor om het ge heel, bij alle helderheid van sfeer, een zekere onbestemdheid blijft hangen, waarin zich aan innerlijk gebeuren te weinig indringends, te weinig boeiends ook voltrekt. De fout ligt niet bij de psychologie die wel degelijk aanwezig is, en vaak zelfs, vooral in onderdeden en terloopsche notities verrassend en origineel, maar aan de concessies waar toe die psychologie als het ware ge dwongen wordt door stijl, rhythme en sfeer. Zij blijft onvolwaardig doordat zij teruggedrongen wordt, de atmo sfeer verzwakt haar, terwijl die, als de schrijfster geslaagd was, haar juist had moeten versterken. Psychologie en r Het vergankelijke leven Virginia Woolf: The Yeara (Hogarth Press, Londen). REEDS door haar afkomst was Virginia Woolf voorbestemd als ^^ kenner der letteren, de inge wijde", die wij in iederen volzin harer boeken proeven. Bloed- en aanver wantschap verbinden haar met de beroemdste namen van haar land, o.a. Thackeray en Darwin; vriendschap met weer vele anderen. Met haar man staat zij aan het hoofd van de Hogarth Press. Kortom, zij is ,,au courant". Met als onvermijdelijk gevolg, dat degenen, met wie zij verbonden is door banden van vijandschap - ook dit is onvermijdelijk en voor sommigen niet eens onaangenaam het critisch inzicht van haar essays hooger aan slaan dan de artisticiteit harer romans. Ik acht deze opvatting een zwakke poging de verschillende talenten dezer persoonlijkheid tegen elkander uit te spelen. ' The Years" beschrijft het leven eener Engelsche familie gedurende de laatste zestig jaren. Oppervlakkig ge zien ten minste, want Virginia Woolf komt tenvolle de belofte, die de titel inhoudt, na. Het voorbijgaan der jaren is het telkens wederkeerende motief van dezen roman, waarin ieder detail leidt tot de mijmering over de ver gankelijkheid van ons bestaan. Ik zie er van af hiervan voorbeelden te geven, die hier, uit het geheel gelicht, toch niet tot hun recht zouden komen. Deze bizonder heden zijn immers daarom juist zoo overtuigend, omdat zij niet het gevolg zijn van een detailwellust, die hinderen zou als bij vele geringere auteurs, maar van een groot overwel digend gevoel, dat iederen zin met zijn atmosfeer doordrenkt. Het karakter van experiment vinden wij slechts terug in de compositie, die ieder hoofdstuk laat aanvangen met een eenigszins opzettelijke beschrijving van weer en wind, bij voorkeur Maartsche buien, waarvan sommige ook wér kelijk een diepen indruk achterlaten. De bedoeling is duidelijk, sinds ook de Prediker schreef: de wind gaat steeds omgaande en keert weder tot zijne omgangen". Ik veroorloof mij nog een enkele, zij het dan ook schuchtere aan merking op dit welhaast volmaakte boek. De rijkdom van details, die wijzen op de vergankelijke vluchtigheid van ons bestaan, brengt allicht ver doezelende retouches aan in de grofheid der levensrealiteit. Hartstochten, die uitsluitend in het heden of beter uit sluitend als actualiteit zich uitleven de zucht tot. zelfbehoud, de wreedheid, de voortplantingsdrift komen in dezen roman slechts in sterk verdunde oplossingen voor. Ik geef er mij intusschen rekenschap van, dat dit juist datgene is wat mevr. Woolf opzettelijk nastreeft. Een werkelijk bezwaar kan dit trouwens slechts zijn voor al wie, het zintuig voor de ,,zachte krachten" missende, enkel nog voor de blakerende passies eenige waardeering koesteren. De populariteit die dit boek verwierf in de Engelsch sprekende landen, waar men het tot de ,,best-sellers" begint te rekenen, laat zich moeilijk rijmen met het pessimisme dezer vliedende jaren. De geest van de New Deal in Amerika en de positieve houding, die de Amsterdamsche studenten tijdens het lustrum predikten, zijn daar om te bewijzen, dat men zich momenteel tegen het pessimisme kant. Staan wij dan voor een raadsel? Zoo ja, dan toch een, dat makkelijk genoeg is opgelost. Want het pessimisme van Virginia Woolf wordt teniet gedaan door de ontroering, waarmede zij het verleden oproept. Daaruit blijkt reeds, dat bij haar het gevoel van vergankelijkheid niet is gericht op een ,,destructief" uitwisschen van het heden, maar op een constructieve" verzoening met het verleden. Boeken als deze worden populair om het element van bevrijding of verzoening, dat zij inhouden. Tege lijk ook omdat het verdriet om de overledenen plaats maakt voor de vreugde hunner nagedachtenis. sfeer hebben hier echter, om een ver binding aan te gaan, die op zichzelf zeer zuiver geslaagd is, wezenlijke trekken, o.a. dat der onderlinge con trastwerking, moeten prijs geven. Dat ontneemt aan dit zuiver en beheerscht geschreven verhaal, dat ook door een zeer sterk taalkundig vermogen op valt, het beslissend element der ver beelding en het menschelijk belang. Bibliografie A. J. P. Tttlnztng: De moeilijke weg naar het goede einde. Batavlaaehe roman (Van. Kampen, Amsterdam) DAT er Bataviasche roman" bij staat, schijnt aan een boek zijn bizonder sex-appeal te ver lenen. Aan de binnenkant van het om slag vindt men dan ook nog een lijstje van alle Indische specialiteiten die men in deze roman zou moeten waarderen. Dat is makkelijk voor lezers en kritici die anders misschien niet zouden weten waarop te letten. En voor het overige kan men alleen maar vast stellen, dat de eindeloze kollektie prullaria, die onze koloniale beletrie nu eenmaal is, door een lijvig prul werd vermeerderd. Het gewone koloniale leven zit zo vol platvloersheid, dat het eerste probleem voor den romancier is: in welke toon kan men daarover schrij ven ? Eén Indisch auteur loste het spelenderwijs op: P. A. Daum, die zich Maurits noemde. Hij wist dit leven te treffen, precies in de taal die het -toekwam, en niettemin een voortreffe lijk auteur te blijven. De brave recen senten, die nu eenmaal gewend waren aan ,,sfeer" en ,,nuances" in het genre Robbers, klaagden onlangs dus steen en been over het ontbreken daarvan, toen een van zijn boeken herdrukt werd; zij reikten zichzelf daarmee het brevet uit van kenners, die, geleerd hebbend dat op de meeste platen schaduwen voorkomen, ont hutst het gebrek aan schaduw opmerk ten toen zij lijntekeningen voor zich kregen. Maar dit wordt weer praten over literatuur. En wat literatuur is, wat het zelfs in nevelvlekvorm zou kunnen zijn, is voor den maker van het hier te bespreken drukwerk zo ostentatief en zonder appèl een mysterie, dat het kwaadwilligheid zou worden er hier nog verder op te doelen. Banaal van gegeven en personages, wat tenslotte een vooropgezette keuze had kunnen zijn, maar verder in iedere denk- en zinswending, in dialoog, beschrijving en tot zelfs in zijn meest dramatische" momenten, draait dit boek zich zo weerzinwekkend vlot af, dat het zich daarmee reddeloos opdringt voor wat het i's; zó kordaat onbenullig hoeft niet. Maar het is dan ook niet m n der kordaat een roman; waarmee voor het Hollandse publiek en den Hollandsen uitgever meer en meer alles gezegd schijnt te zijn. Men kan zich niet eens afvragen: ,,voor wie wordt zoiets geschreven?" want het is duidelijk dat er lezers voor bestaan; mensen ?vermoedelijk die hierin zonder inspan ning hun lotgevallen herkennen, hun hersenprestaties en zielsberoeringen, hun Indië, wie weet? Het wemelt van dezulken in de kou en de warmte; laat óns haastig dit nieuwe verbruiksartikel aanbevelen. E. Du PERRON Losse nummers van De Groene: 20 et. Ouder dan 3 maanden: 60 et. Toezending uitsluitend na ontvangst van het bedrag. LITTHAUER MAGENBITTER BURNETT'S LONDON DRY GIN AGENTEN: TISSOT & Co. ROTTERDAM CHOCOLADE BLOEMEN nimmer geëvenaard IOOLTJE5 (pittig) ORCHIDEEËN (zeer pirrig) MARGRIETEN (zacht) CHRYSANTEN (n.«lk) ILKEMA itmuntende URWERKEN REGULIERSBREESTRAAT 39 N.V. DE HOLLANDSCHE VOORSCHOTBANK KRUISWIQ 70 HAARLEM De Bank verstrekt voorschotten met een minimum van/1000.- óp billijke en wat de terugbetaling betreft gunstige voorwaarden onder borgtocht of zake lijke zekerheid. Een prospectus wordt op aanvraag gaarne toegezonden. PAG. 8 DE GROENE No. 3145 ~~' " "f '. '.' . .. HOTEL DE WITTE" Het beste ter plaatse Amersfoort A Telef. 22 Was DE GROENE Jukt uitverkocht to«n U «r naar vro«f l EEN GOEDE RAAD: NEEM EEN ABONNEMENT! 3 pCt NEDERLANDSCH-INDISCHE LEENING 1937 A (GEGARANDEERD DOOR NEDERLAND), groot nominaal f 912.050.000.-, waarvan reeds een bedrag van f 340.846.900.?bij openbare instellingen is geplaatst. KOERS VAN UITGIFTE 96% pCt. Schuldbewijzen aan toonder groot f 1000,-, f 500,- en f 100,-. Af losbaar a pari, bij uitloting, in ten hoogste 37 jaren, te beginnen l October 1938, tot een bedrag van ten minste f 24.650.000.?'sjaars. Rente 3 pCt. VRIJ VAN COUPONBELASTING. De inschrijving geschiedt, met recht van voorkeur voor houders van NIET-UITGELOTE, per 18 October 1937 aflosbaar gestelde, schuldbewijzen der Nederlandsen-Indische Conversieleeningen 1934 en 1934 A, zoomede van de Nederlandsch-'.ndische leening 1934. (3dc uitgifte) op Vrijdag, 17 September 1937 van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur, in NEDERLAND ten kantore van: de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPU, N.V, te Amsterdam, Rotterdam eu 's-ftravenhage, de NEDEELANDSCH INDISCHE HANDELSBANK, N.V. te Amsterdam, Rotterdam en VGravenhage, de NEDERLANDSCH-INDISCHE ESCOMPTO MAATSCHAPPIJ, N.V. te Amsterdam en 's-Gravenkage, de AMSTERDAMSCHE BANK, N.V. te Amsterdam, Rotterdam en VGra?enhage, het BANKIERSKANTOOR VAN LISSA & KANN N.V. te VGravenhage, de BANOUE DE PARIS ET DES PAYS-BAS; te Amsterdam, DE TWENTSCHE BANK N.V. te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage, HELDRING & P1ERSON te VGrarenhage, HOPE & Co. te Amsterdam, de INCASSO-BANK N.V. te Amsterdam, Rotterdam en VGrarenliage, LIPPMANN, ROSENTHAL & Co. te Amsterdam, R. MEES & ZOON EN te Rotterdam en 's-Grayenhage, PIERSON & Co. te Amsterdam, de ROTTERDAMSCHE BANKVEREEN1G1NO N.V. te Amsterdam, Rotterdam en VGravenliage, VERMEER <& Co. te Amsterdam, benevens by den AGENT VAN HET MINISTERIE VAN FINANCIEN te Amsterdam, en in NEDERLANDSCH-INDIËten kantore van: DE JAVASCHE BANK te Batavia, de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPU, N.V. te Batavia, de NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK, N.V. te Batavia, de NEDERLANDSCH-INDISCHE ESCOMPTO MIJ, N.V. te Batavia, en alle rerdere restlgtngen dier banken In Nederlandsch-Indfë. De betaling der toegewezen schuldbewijzen moet geschieden ten kantore van inschrijving op Maandag, 18 October 1937. Voor verdere bijzonderheden wordt verwezen naar het Prospectus. 'S-GRAVENHAGE, 8 September 1937. - De Minister van Koloniën, CH. J. L M. WELTER. De Minister van Financiën, J. A. DE WILDE. PAG. » DE GROENE No.3144 PAG. 11 ft"L F Hl

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl