Historisch Archief 1877-1940
* ,*?* Y**
"ïv
\
'r*'*
*i:a
-i;1
r
r
«?? -r
Letterkundig leven
OPMERKELIJK DEBUUT
F. \\ . VHII Hrrrikliulzvn: Tutwcn
t «T e zomero(Van Dishoerk, Buaaiini)
RECHTVAARDIGHEIDSHALVE
dient ons oordeel over den bun
del verzen, waarmee Van
Heerilchuizen debuteert, te worden bepaald
door de overweging, dat hij is samen
gesteld uit jeugdwerk. Deze overweging
leidt dan vanzelf tot een zekere mate
van welwillende waardeering.
De globale indruk, dien deze ge
dichten te weeg brengen, is gegrond op
het feit, dat zij in hun vorm nog geen
synthetische uitdrukking geven aan
natuurgevoel en levensbezinning, maar
voorloopig een koppeling zijn van tame
lijk conventioneele impressies en
onvoldragen intellectueele reflecties. Zulk
een indruk kan, begrijpelijkerwijze, on
mogelijk gunstig zijn, al is het niet
uitgesloten, dat hij tevens sympathie
*
* T\ A \/f * Indien de
gedichL/» A« M.» ten in dezen
bunj ten in dezen
bun5 n;*i«A«tsl;;L ' del chronologisch
l mnendijk j geordend foch.
...... ' ............... """?"??" ......... * ten zijn , kan zelfs
een belangrijke groei in dichterlijk en
synthetisch vermogen worden vastge
steld.
De eerste afdeeling van deze ver
zameling vertoont een nog aarzelend
en flakkerend rhythme, dat niet bij
machte is, dóór een scheppend, vor
mend en dwingend vermogen de woor
den innerlijk te wijzigen, te laden, tot
taal van poëtische intensiteit. Het be
schrijvend lineair karakter dezer, te
dicht bij impressionistisch proza ver
wijlende, gedichten roept een beeld van
den dichter voor ons op, zooals hij,
gewapend met een jong, ontvankelijk
gemoed en vol plantkundige belang
stelling en kennis, een
botaniseertrommel over den schouder, door het be
koorlijke Gooi fietst. Een enkele maal
slechts doet zich een stemming in
dezen overvloed van omschrijvende
woorden gelden, die hoewel nog niet
geheel overtuigend toch reeds
eenigermate vormend" werkt.
Geleidelijk gaan de kwaliteiten dezer
poëzie zich dan, in de tweede afdeeling
van den bundel, bevestigen, al blijkt
Van Heerikhuizen tevens meer en
meer te zwichten voor actueele"
eischen, die van bepaalde zijde een
tijdlang aan de poëzie zijn gesteld,
eischen van ,,oprechtheid",,,onschoon
heid", ,,ironische formuleering", e. d.
Deze strijden echter geheel met den
natuurlijken aanleg van zijn dichter
schap. Door zich minder onbevangen
aan zijn persoonlijke aandrift over te
geven, laat hij het redeneerend element
tegelijkertijd in ruimer mate tot zijn
poëzie toe. Het is, alsof een zekere
weifelmoedigheid zich van den dichter
gaat meester maken. Verwey's invloed
wordt vooral zichtbaar in,,Bevrijding",
een kleinen cyclus bespiegelende ver
zen, waarin levensbezinning en
cultuurbesef, optimistische wereldbeschouwing
en eeuwigheidsbewustzijn zich soms
poëtisch, maar gemeenlijk in te rede
lijke overwegingen uitdrukken.
VERHEUGEND en bemoedigend
blijken enkele gedichten uit de
derde groep. Van Heerikhuizen blijft
daarin zijn blijkbaar diepste wezen
trouw: een mijmerende en ernstig het
levensgeheim doorgrondende natuur,
die zich door de wisseling der
wereJd, sche aspecten er niet toe laat verleiden,
te spelen met gevoelens, die allen
zekerheidsgrond kunnen doen wegzin
ken. De verstandelijke verantwoording
zijner sentimenten vermindert geenszins,
maar wordt doeltreffender, in het levend
verband der versvormen opgenomen.
Het persoonlijk karakter dezer poëzie
is in het voortreffelijk gedicht Op de
toren", ook naar de functies zijner
eigenschappen beoordeeld, het best tot
zijn recht gekomen: de dichter bereikt
hier een samenvatting der gegevens van
zijn aanleg, waarin, onder de dwin
gende kracht der verbeelding, de stroef
heid der afzonderlijke bestanddeelen
wordt opgeheven. Zulk een gedicht be
zit glans, geest en beweeglijkheid.
In Westerbouwing" weet Van Hee
rikhuizen zelfs een toon van argelooze
speelschheid. door de drie kleine,
pretentielooze strofen te doen klinken.
Al bevat deze bundel dus grooten
deels slechte poëzie door een gebrek
aan scheppende taalbezieling en een
overmaat van didactisch gerichte r
deneerzucht, toch stemt het werk van
dezen jongen dichter tot vertrouwen
voor de toekomst, tenzij alle tee
kenen zouden bedriegen.
en.
O
r£t
H. MARSMAN
Mne van ilcr Brbaaf. !>«? Liefde van
Queritlo, Aiiint«T<lani)
ALS het geoorloofd is met alge
meenheden te werken als den
Duitschen, Franschen en
Engelschen roman der ige eeuw, dan kan
men zeggen, dat de Fransche een
maximum gaf aan psychologie met
een minimum van romantische sfeer,
de Duitsche het omgekeerde, de Engel
sche eenige malen een harmonisch
evenwicht tusschen de twee, wellicht
het hoogste dat de roman kan be
reiken.
Het nieuwe verhaal van Nine van
der Schaaf schijnt naar een dergelijk
evenwicht te streven. In een ietwat
egalen, helderen, monotoon
meegaanden stijl, die sterk aan Van Schendel
doet denken, schuift het leven van
haar hoofdpersoon Siebold in rustige,
koele, teruggetrokken tafereelen voor
bij. De synthese van psychologie en
atmosferische stemming is echter
slechts zeer ten deele geslaagd, of
liever zij slaagde op een te laag
niveau, en ten koste van essentieele
factoren aan beide kanten; de ver
beelding is niet concreet en pregnant
genoeg. De feiten, die de figuren
moeten teekenen, behouden, evenals
hun woorden iets te algemeens, iets
vervangbaars, waardoor om het ge
heel, bij alle helderheid van sfeer, een
zekere onbestemdheid blijft hangen,
waarin zich aan innerlijk gebeuren te
weinig indringends, te weinig boeiends
ook voltrekt. De fout ligt niet bij de
psychologie die wel degelijk aanwezig
is, en vaak zelfs, vooral in onderdeden
en terloopsche notities verrassend en
origineel, maar aan de concessies waar
toe die psychologie als het ware ge
dwongen wordt door stijl, rhythme en
sfeer. Zij blijft onvolwaardig doordat
zij teruggedrongen wordt, de atmo
sfeer verzwakt haar, terwijl die, als de
schrijfster geslaagd was, haar juist had
moeten versterken. Psychologie en
r
Het vergankelijke leven
Virginia Woolf: The Yeara
(Hogarth Press, Londen).
REEDS door haar afkomst was
Virginia Woolf voorbestemd als
^^ kenner der letteren, de inge
wijde", die wij in iederen volzin harer
boeken proeven. Bloed- en aanver
wantschap verbinden haar met de
beroemdste namen van haar land, o.a.
Thackeray en Darwin; vriendschap
met weer vele anderen. Met haar man
staat zij aan het hoofd van de Hogarth
Press. Kortom, zij is ,,au courant".
Met als onvermijdelijk gevolg, dat
degenen, met wie zij verbonden is door
banden van vijandschap - ook dit is
onvermijdelijk en voor sommigen niet
eens onaangenaam het critisch
inzicht van haar essays hooger aan
slaan dan de artisticiteit harer romans.
Ik acht deze opvatting een zwakke
poging de verschillende talenten dezer
persoonlijkheid tegen elkander uit te
spelen. '
The Years" beschrijft het leven
eener Engelsche familie gedurende de
laatste zestig jaren. Oppervlakkig ge
zien ten minste, want Virginia Woolf
komt tenvolle de belofte, die de titel
inhoudt, na. Het voorbijgaan der jaren
is het telkens wederkeerende motief
van dezen roman, waarin ieder detail
leidt tot de mijmering over de ver
gankelijkheid van ons bestaan. Ik zie
er van af hiervan voorbeelden te geven,
die hier, uit het geheel gelicht, toch
niet tot hun recht zouden komen. Deze
bizonder heden zijn immers daarom
juist zoo overtuigend, omdat zij niet
het gevolg zijn van een detailwellust,
die hinderen zou als bij vele geringere
auteurs, maar van een groot overwel
digend gevoel, dat iederen zin met zijn
atmosfeer doordrenkt. Het karakter
van experiment vinden wij slechts
terug in de compositie, die ieder
hoofdstuk laat aanvangen met een
eenigszins opzettelijke beschrijving van
weer en wind, bij voorkeur Maartsche
buien, waarvan sommige ook wér
kelijk een diepen indruk achterlaten.
De bedoeling is duidelijk, sinds ook de
Prediker schreef: de wind gaat steeds
omgaande en keert weder tot zijne
omgangen". Ik veroorloof mij nog een
enkele, zij het dan ook schuchtere aan
merking op dit welhaast volmaakte
boek. De rijkdom van details, die
wijzen op de vergankelijke vluchtigheid
van ons bestaan, brengt allicht ver
doezelende retouches aan in de grofheid
der levensrealiteit. Hartstochten, die
uitsluitend in het heden of beter uit
sluitend als actualiteit zich uitleven
de zucht tot. zelfbehoud, de wreedheid,
de voortplantingsdrift komen in
dezen roman slechts in sterk verdunde
oplossingen voor. Ik geef er mij
intusschen rekenschap van, dat dit juist
datgene is wat mevr. Woolf opzettelijk
nastreeft. Een werkelijk bezwaar kan
dit trouwens slechts zijn voor al wie,
het zintuig voor de ,,zachte krachten"
missende, enkel nog voor de blakerende
passies eenige waardeering koesteren.
De populariteit die dit boek verwierf
in de Engelsch sprekende landen, waar
men het tot de ,,best-sellers" begint te
rekenen, laat zich moeilijk rijmen met
het pessimisme dezer vliedende jaren.
De geest van de New Deal in Amerika
en de positieve houding, die de
Amsterdamsche studenten tijdens het lustrum
predikten, zijn daar om te bewijzen,
dat men zich momenteel tegen het
pessimisme kant. Staan wij dan voor
een raadsel? Zoo ja, dan toch een,
dat makkelijk genoeg is opgelost.
Want het pessimisme van Virginia
Woolf wordt teniet gedaan door de
ontroering, waarmede zij het verleden
oproept. Daaruit blijkt reeds, dat bij
haar het gevoel van vergankelijkheid
niet is gericht op een ,,destructief"
uitwisschen van het heden, maar op
een constructieve" verzoening met
het verleden. Boeken als deze worden
populair om het element van bevrijding
of verzoening, dat zij inhouden. Tege
lijk ook omdat het verdriet om de
overledenen plaats maakt voor de
vreugde hunner nagedachtenis.
sfeer hebben hier echter, om een ver
binding aan te gaan, die op zichzelf
zeer zuiver geslaagd is, wezenlijke
trekken, o.a. dat der onderlinge con
trastwerking, moeten prijs geven. Dat
ontneemt aan dit zuiver en beheerscht
geschreven verhaal, dat ook door een
zeer sterk taalkundig vermogen op
valt, het beslissend element der ver
beelding en het menschelijk belang.
Bibliografie
A. J. P. Tttlnztng: De moeilijke weg
naar het goede einde. Batavlaaehe
roman (Van. Kampen, Amsterdam)
DAT er Bataviasche roman"
bij staat, schijnt aan een boek
zijn bizonder sex-appeal te ver
lenen. Aan de binnenkant van het om
slag vindt men dan ook nog een lijstje
van alle Indische specialiteiten die men
in deze roman zou moeten waarderen.
Dat is makkelijk voor lezers en kritici
die anders misschien niet zouden
weten waarop te letten. En voor
het overige kan men alleen maar vast
stellen, dat de eindeloze kollektie
prullaria, die onze koloniale beletrie
nu eenmaal is, door een lijvig prul
werd vermeerderd.
Het gewone koloniale leven zit zo
vol platvloersheid, dat het eerste
probleem voor den romancier is: in
welke toon kan men daarover schrij
ven ? Eén Indisch auteur loste het
spelenderwijs op: P. A. Daum, die zich
Maurits noemde. Hij wist dit leven te
treffen, precies in de taal die het
-toekwam, en niettemin een voortreffe
lijk auteur te blijven. De brave recen
senten, die nu eenmaal gewend waren
aan ,,sfeer" en ,,nuances" in het
genre Robbers, klaagden onlangs dus
steen en been over het ontbreken
daarvan, toen een van zijn boeken
herdrukt werd; zij reikten zichzelf
daarmee het brevet uit van kenners,
die, geleerd hebbend dat op de meeste
platen schaduwen voorkomen, ont
hutst het gebrek aan schaduw opmerk
ten toen zij lijntekeningen voor zich
kregen.
Maar dit wordt weer praten over
literatuur. En wat literatuur is, wat
het zelfs in nevelvlekvorm zou kunnen
zijn, is voor den maker van het hier te
bespreken drukwerk zo ostentatief
en zonder appèl een mysterie, dat het
kwaadwilligheid zou worden er hier
nog verder op te doelen. Banaal van
gegeven en personages, wat tenslotte
een vooropgezette keuze had kunnen
zijn, maar verder in iedere denk- en
zinswending, in dialoog, beschrijving
en tot zelfs in zijn meest dramatische"
momenten, draait dit boek zich zo
weerzinwekkend vlot af, dat het zich
daarmee reddeloos opdringt voor wat
het i's; zó kordaat onbenullig hoeft
niet. Maar het is dan ook niet m n der
kordaat een roman; waarmee voor
het Hollandse publiek en den Hollandsen
uitgever meer en meer alles gezegd
schijnt te zijn. Men kan zich niet
eens afvragen: ,,voor wie wordt zoiets
geschreven?" want het is duidelijk
dat er lezers voor bestaan; mensen
?vermoedelijk die hierin zonder inspan
ning hun lotgevallen herkennen, hun
hersenprestaties en zielsberoeringen,
hun Indië, wie weet? Het wemelt van
dezulken in de kou en de warmte;
laat óns haastig dit nieuwe
verbruiksartikel aanbevelen. E. Du PERRON
Losse nummers van De Groene: 20 et.
Ouder dan 3 maanden: 60 et. Toezending
uitsluitend na ontvangst van het bedrag.
LITTHAUER MAGENBITTER
BURNETT'S LONDON DRY GIN
AGENTEN:
TISSOT & Co.
ROTTERDAM
CHOCOLADE
BLOEMEN
nimmer
geëvenaard
IOOLTJE5 (pittig)
ORCHIDEEËN (zeer pirrig)
MARGRIETEN (zacht)
CHRYSANTEN (n.«lk)
ILKEMA
itmuntende
URWERKEN
REGULIERSBREESTRAAT 39
N.V. DE HOLLANDSCHE
VOORSCHOTBANK
KRUISWIQ 70 HAARLEM
De Bank verstrekt voorschotten met
een minimum van/1000.- óp billijke en
wat de terugbetaling betreft gunstige
voorwaarden onder borgtocht of zake
lijke zekerheid. Een prospectus wordt
op aanvraag gaarne toegezonden.
PAG. 8 DE GROENE No. 3145
~~' " "f '. '.' . ..
HOTEL DE WITTE"
Het beste ter plaatse
Amersfoort A Telef. 22
Was DE GROENE
Jukt uitverkocht
to«n U «r naar vro«f l
EEN GOEDE RAAD:
NEEM EEN ABONNEMENT!
3 pCt NEDERLANDSCH-INDISCHE
LEENING 1937 A
(GEGARANDEERD DOOR NEDERLAND),
groot nominaal f 912.050.000.-,
waarvan reeds een bedrag van f 340.846.900.?bij openbare instellingen is geplaatst.
KOERS VAN UITGIFTE 96% pCt.
Schuldbewijzen aan toonder groot f 1000,-, f 500,- en f 100,-.
Af losbaar a pari, bij uitloting, in ten hoogste 37 jaren, te beginnen l October 1938,
tot een bedrag van ten minste f 24.650.000.?'sjaars.
Rente 3 pCt.
VRIJ VAN COUPONBELASTING.
De inschrijving geschiedt, met recht van voorkeur voor houders van NIET-UITGELOTE, per 18 October 1937
aflosbaar gestelde, schuldbewijzen der Nederlandsen-Indische Conversieleeningen 1934 en 1934 A, zoomede
van de Nederlandsch-'.ndische leening 1934. (3dc uitgifte) op
Vrijdag, 17 September 1937
van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur,
in NEDERLAND ten kantore van:
de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPU, N.V, te Amsterdam, Rotterdam eu
's-ftravenhage,
de NEDEELANDSCH INDISCHE HANDELSBANK, N.V. te Amsterdam, Rotterdam en
VGravenhage,
de NEDERLANDSCH-INDISCHE ESCOMPTO MAATSCHAPPIJ, N.V. te Amsterdam en
's-Gravenkage,
de AMSTERDAMSCHE BANK, N.V. te Amsterdam, Rotterdam en VGra?enhage,
het BANKIERSKANTOOR VAN LISSA & KANN N.V. te VGravenhage,
de BANOUE DE PARIS ET DES PAYS-BAS; te Amsterdam,
DE TWENTSCHE BANK N.V. te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage,
HELDRING & P1ERSON te VGrarenhage,
HOPE & Co. te Amsterdam,
de INCASSO-BANK N.V. te Amsterdam, Rotterdam en VGrarenliage,
LIPPMANN, ROSENTHAL & Co. te Amsterdam,
R. MEES & ZOON EN te Rotterdam en 's-Grayenhage,
PIERSON & Co. te Amsterdam,
de ROTTERDAMSCHE BANKVEREEN1G1NO N.V. te Amsterdam, Rotterdam en VGravenliage,
VERMEER <& Co. te Amsterdam,
benevens by den AGENT VAN HET MINISTERIE VAN FINANCIEN te Amsterdam,
en in NEDERLANDSCH-INDIËten kantore van:
DE JAVASCHE BANK te Batavia,
de NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPU, N.V. te Batavia,
de NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK, N.V. te Batavia,
de NEDERLANDSCH-INDISCHE ESCOMPTO MIJ, N.V. te Batavia,
en alle rerdere restlgtngen dier banken In Nederlandsch-Indfë.
De betaling der toegewezen schuldbewijzen moet geschieden ten kantore van inschrijving op
Maandag, 18 October 1937.
Voor verdere bijzonderheden wordt verwezen naar het Prospectus.
'S-GRAVENHAGE, 8 September 1937. - De Minister van Koloniën,
CH. J. L M. WELTER.
De Minister van Financiën,
J. A. DE WILDE.
PAG. » DE GROENE No.3144
PAG. 11 ft"L F Hl