Historisch Archief 1877-1940
r- -v
^,. ? _; -:? '.??*&&++
.-j.,r.;^"f^<*
. '>?*».??
\
v, i
HOOGST BELANGRIJKE
TENTOONSTELLING
van 16e en 17e Eeuwsche
Oud-Hollandsche Meesterwerken
in de zalen van de
FIRMA D. KATZ
SPOORSTRAAT 33-37 TE DIEREN BIJ ARNHEM
TOT EN MET 15 SEPTEMBER 1937
GEOPEND ALLE DAGEN, OOK DES ZONDAGS,
VAN I&-6 UUR EN 'S AVONDS VAN 7?9 UUR.
FIRMA D. KATZ
SPOORSTRAAT 33-37 TE DIEREN BIJ ARNHEM
TELEFOON 42O2
FRANS HALS
TER GELEGENHEID VAN
HET 75-JARIQ BESTAAN
VAN HET MUSEUM
GEOPEND ELKEN DAG VAN
10 TOT 5 tJtt - ENTREE F
1.TENTOONSTELLING
l JULI TOT 30 SEPTEMBER TOT
FRANS HALSMUSEUM
HAARLEM
CIGARETTE
HOLDERS
Bij D. A. DAAMEN'S UITGEVERS MAATSCHAPPIJ,
's Gravenhage, verscheen
LLOYDS OF LONDOIV
H I S T O R I S C H E R O M A N
Bet boek heeft tot onderwerp de geschiedenis van d e thans wereld
bekende ver*eitrrloflr»-*ocltelr Lloyds". Het la versierd met
verscheidene pen t tekeningen en bevat?In verband met den Inhoud
een reproductie van een gedeelte van The Times1* van 7 Wov. 1805
waarin bet officier! verslag van den ceeslag bij Trafalgar.
Hoe men In die tijden, «onder stoom en telegmaf, de berichten
SfJ?«* «l* ^iTCf b«luffen.d ?n<"1 5* *om« werden overgebracht, vindt
*ne»-«B«t allerlei merkwaardigs nlt die tijden, geschledgetrouw
in pakkenden romanvorm medegedeeld. «~««»?«w
B«n pnwht boek om Mrige gtnoecWke onn m«d« door te brenfto, PrQl gtb, f 1.90
Schilderkunst
De Kunsthznde
Albert Plasschaert
ER zijn eigentlijk twee soorten
kunsthandels. De eerste handelt
in gekatalogiseerde, eenigszins
stabiele waarden, de Rembrandts, de
Greco's, de Titiaans, de Velasquez etc.,
klassiek, Gothisch en Renaissance
beeldhouwwerk b.v., de tweede begint
te handelen met dingen, die tot waar
den zouden kunnen worden, soms dat
langzaam-aan worden en dan ook
gekatalogiseerd worden en nauwkeurig
bepaald. De tweede handel is de meest
levendige, de meest wisselvallige; daar
moet naam en prijs nog gemaakt, nog
vastgesteld worden. De eerste handel
maakt de grootste prijzen en daar
ontstaan de grootste falsificaties, plot
seling, moedwillig of langzaam-aan
in den loop der jaren, de valsche be
namingen, toeschrijvingen, certifica
ten. ... Wat zijn de eischen voor den
handelaar van de eerste soort, wat zijn
die van een van de tweede soort?
ER is n ding, waaraan beide han
delaren te voldoen hebben, willen
zij het ooit tot iets goeds, tpt iets
belangrijks brengen. Beiden moeten zij
gevoelig zijn, ten eerste, voor dat
waarin zij zullen handelen. Zelfs een
waaksche flair kan daartoe slechts
zeer tijdelijk en zeer ongeregeld helpen.
De kunsthandelaars, die allen wat flair
hebben, doen mij altijd denken aan de
kritici, die een tijd lang iets kunnen
bereiken door zulken flair en dan
opeens ons verrassen door hopelooze
vergissingen, 't zij tegenover
vormen-kleur, 't zij tegenover den vorm en
tegenover de kleur, voor zoover deze
elementen gescheiden kunnen optreden.
Een kunsthandelaar zonder gevoelig
heid, zonder zicht op wat hij verkoopt
is als een blinde. Toch zijn er vele van
die blinden in dena kunsthandel. Dat
er zoo vele mislukken is een eenvoudig
gevolg van dit. dat zij zich stoutmoedig
dikwijls te water begeven zonder te
kunnen zwemmen; zij verdrinken '
zelfs in de zoetigheid. Zij zijn als de
kunsthistorici, die alleen kunnen kata-:
logiseeren naar data; die zware boeken
schrijven met waardebepalingen, die
zij van anderen gedeeltelijk over
nemen. ... of zelf verzinnen in
noodeloozen ijver. Het zijn de werkers om
het werk, niet om de hoedanigheid van
het product. Naast dezen kunsthan
delaar, die gevoel, onderscheidings
vermogen heeft voor wat' hij zal
moeten doen en dus raad kan geven
wat zijn cliënten oftewel klanten bij
hem kunnen koopen en die niet voor
een nieuwe beweging in de schilder
kunst erg verbaasd of onwillig moet
staan, komt er langzamerhand een
ander soort kunsthandelaars op, die
tot een soort ijdele geleerden wordt
opvoed en 'die van de hooge-scholen
komen.
Terwijl bij de gevoelige kunsthan
delaars, hoe meer ze weten, hoe meer
ze betrouwbaar zijn kunnen,.omdat hun
weten door een noodzakelijker gevoel
gestut wordt, , steeds gesteund en
levend wordt gehouden, gaan deze
ijdele soort geleerden de kunstwerken
te lijf met jaartallen (zooals vele pro
fessoren dat ook doen en die eens en
voor altoos niets ook niet in hunne
lessen bereiken van de werkelijke rijk
dommen van ons land). Een goed
kunsthandelaar moet dus gevoelig
zijn en langzamerhand zich langs dat
gevoel, weten, kennis verwerven. Hij
kan dan van nut zijn en zijn gevoel
volle kennis doen baten. Een kunst
handelaar van het goede slag moet een
vrij koopman zijn, kunnen
verko'open.... en kunnen koopen. Daar
voor moet hij tenslotte niet te keer
gaan noch van leer trekken met
gevatheden en gauwig.ieden; dan krijgen i
wij dat soort, dat alleen het verkoop- i
lokaal vermaakt ten koste van het
publiek, de publieke" joker,
nietsnutters in den werkelijken handel. Heeft
een handelaar dus zijn gevoelig.
heid, en hoewel langzaam-aan
verzameld weten, psychologische assim
latie, kennis der noodige technieken
verzameld, voelt hij' zijn autoriteit
groeien en zijn koopmanschap, dan
heeft zijn loopbaan kans van slagen en
hij kan meer. Hij kan iets doen voer
den kunstenaar, voor het kunstwerk.
Deze soort kunsthandelaars, d: c
meer zijn dan enkel handelaars, zijn
altijd zeldzaam geweest en zeldzaam
gebleven. Zelfs in de groote landen, in
de groote centra. Maar er zijn er dan
toch altijd geweest. Zoowel te Parts
als te Berlijn, zoowel in Belgiëals in
Holland, te Londen als nu en dan in
Amerika. Hun invloed is dikwijls
onderschat, omdat hun werk in 't
geheim wat geschiedt. Er zijn kunst
verzamelaars, die een grooten naam
als zoodanig zich verwierven en die
het meeste wat zij deden bereikten langs
een kunsthandelaar. Deze kan
natuurlijk geen kunstenaar scheppen,
dat is van een andere grootheid
maar hij kan een kunstenaar helpen
en terecht helpen, hij kan een
kunstbeweging, een nieuwe richting, indirect
en direct steunen en verder helpen.
Ik weet, zulke geschiedenis is dikwijls
een ongeschreven en van zelf geheim
gehouden geschiedenis. Alleen van
tijd tot tijd lekt daarvan iets uit:
kooper en raadgevers zwijgen
meesteatijds. Dat ligt, nog eens, in dézede. ;
Kunsthandelaar is zoo gezien, ze o !
beschouwd een fatsoenlijk vak, ei n
verantwoordelijk vak, soms een winst
gevend vak.
Het is een vak, dat
onafhankelij;.heid en karakter eischt. Het min
vrij zijn, maar dat beteekent niet, dat
het bij onzuiverheden, straffeloos mo ?t
zijn. Integendeel. Bij moedwillige
fouten uit onverdedigbare baatzucl t,
worde het zwaar gestraft. Het geniet
toch een groot-vertrouwen, di
iwijls. Het worde vervolgd en zonder
zachtheid om falsificaties. Ook cie
daartoe opwekt. Zulke falsicificatns
gaan toch meer van den handelaar ut
dan van een schamelen schilder. Dor
den loop der dingen heeft de
kun^thandelaar zakelijk iets van d. n
notaris. De ontrouwe notaris is aa
isprakelijk voor de justitie, zou de <-n \
trouwe kunsthandelaar vrij blijven ga- n
dan door tekortkomingen van d n
wetgever? Denkt ge soms dat contró e
in zich schaadt. Het tegendeel -s
zeker. Een kamer van Toezicht op de
kunsthandelaars, gedeeltelijk uit kunst
handelaars zelf, die berispen kan en
straffen kan door het ontnemen van
het recht als kunsthandelaar op te
treden zou haar nut hebben en zou den
goeden handel steunen. Nu wij toch
eenmaal bezig zijn met mogelijk
loodige onwillekeurige beperkingen
van het aantal handelaars, zou men
tnisschien ook een zeker
vestigings\erbod kunnen instellen; kunsthande
laars moeten toch niet in kudden
voorkomen; schilderijen zijn toch iets
<? nders dan broodjes of levensmiddelen ?
10 Jaar Van Ller'a Kunst
handel, Amsterdam
SINDS Breitner en de Allebeërs,
sinds de Bergsche School, geldt Am
sterdam als het Centrum der bewegin
gen in de Hollandsche schilderkunst.
Dat is door allerlei bewezen en door
allerlei bevestigd. Dit spreekt ook
van. elf, wanneer ge de geestelijke constel
latie der Hollandsche Steden nagaat
in de geschiedenis der schilderkunst
eenigszins kent. Het is nog steeds
706, wanneer ge de genootschappen
tzondert, waar meer de droesem der
t ewegingen is blijven hangen, wanneer
r.ien bedenkt, dat in deze
kunstgenooti;happen het meer burgerlijke der
l ewegingen blijft stilstaan en zich
s aarne verzaamt zooals ge dat
< ok in Den Haag zaagt. Het spreekt
>anzelf, dat in zoo'n centrum ook de
unsthandel gedeeltelijk actief blijft,
edeeltelijk meegaat, gedeeltelijk de
' at uit den boom kijkt gedeeltelijk
iet het nieuwe meewerkt, hoewel
-ij natuurlijk het niet steeds ns zijn
iet zijn beslissingen, voornemens, noch
itijd hem gelooven.
Tot de kunsthandels die nog uit
roegeren tijd zich handhaven en
rker zich gedeeltelijk vernieuwden
hooren Buffa en Wisselingh, ieder
net eigen schilders. Wisselingh, de
eftige met de meeste tradities, Buffa
iet meer Amsterdamschen inslag uit
^ater periode en ook met nieuwer
?uitenlanders (Van Dongen etc.). Naast
-leze kan de i o-jarige kunsthandel Van
ter gelden als een der Amsterdamsche,
aie het willigst is voor het nieuwe en voor
'. soms zeer nieuwe uit het buitenland
n die als tentoonstellingsplaats kan
ijlden voor een groep der realisten,
(ier nieuwere realisten, tusschen wie
?ie sterkste band is, als ge hen nauw
keurig beziet, de lust in het volledige
(Slot pagina 15)
IN MEMORIAM
' - ' ? ..'l''
Esther de Bber-van Rijk
* N de uitnemende naturalistische \ zooveel andere) zeldzaam scherp
stukken van onzen grooten toont l- geteekend, en Mevrouw de Boer
schrijver Herman Heyermans, te n ' plaatste ze voor de toeschouwers in een
?
vorm van benauwende werkelijkheid.
Dat de bloei van dit voortreffelijk
tooneel samenviel met den opbloei
van het Socialisme in Nederland,
gaf aan het werk en de vertolkers
aarvan een belangrijken
achterrond, waaraan Mevrouw de Boer
Jaar uitzonderlijke" groote repu
deze in zuiver afgestemde voorst
'.tingen van de oude Nederlandse
Tooneelvereëniging gegeven werden,
is Esther de Boer-van Rijk als
tooneelspeelster een allereerste plaats
gaan innemen. In haar soort s/^
bleef zij onovertroffen.
Ieder die haar in rollen als £ ,.._. .?. e .-^~
Bonheur en als Kniertje heeft ge- tatie te danken heeft gehad, nog in
zien, moet een zuiver beeld hebben t zooveel grootere mate dan haar
toenontvangen van die visschersweduwe ' malige uitstekende medespeelsters en
in haar heftigheid en teederheid ^ -spelers, omdat haar groote vitaliteit
jegens haar beide zonen, haar dofff n haar emplooi?hetgeen zij in de
verslagenheid nadat de Op Hoop bloeiperiode" vertolkte?het haar
movan Zegen" met haar twee jongens gelijk maakten, (in tegenstelling tot
was vergaan, of van de huichel- \b.v. een groote trag'dienne of ver
achtige, kwaadaardige oude-juf f rouw, ]tolkster van internationale grandes
door Heyermans Eva Bonheur ge- coquettes) diezelfde rollen tot het
doopt, die vanaf haar bovenkamer laatst van haar lang leven te blijven
de goedaardige zwakkere beneden- vervullen^ zonder dat,haar creaties
buren tyraniseert en treitert van een aan waarde dreigden te verliezen.
benepen, vereenzaamd gemoed ui?
Heyermans heeft deze figuren (en
EDUARD VERKADE
Film
Scène uit de film Pépé-/e-Moko, met Mirei//e Ba/in (de vrouw), Jean Gabin en Lucas Gr/doux (de inspecteur)
Het drama van de Kasba
Péné-lc-Moko" (Een vrouw kwam)
JUUEN Duvivier heeft met Pép
-leMoko" stellig het hoogtepunt van zijn
werk bereikt en daarmede tevens een
hoogtepunt van de Franse filmkunst.
Het gegeven, naar een boek van
Ashelbé, door Duvivier als scenario
bewerkt, is de beklemming van de
vreemde omgeving op wie zich van
deze omgeving de gevangene weet.
Pépé, de Franse misdadiger en Parijse
jongen met voldoende op zijn kerfstok
voor vele jaren tuchthuis, heeft een
toevlucht gevonden in de kasba van
Algiers. In dit labyrint van stegen,
trapjes en terrassen is bij veilig te
midden van een bevolking van inboor
lingen en daar aangespoelden uit alle
landen en van alle rassen. De mogelijk
heden van vluchten en zich verbergen
binnen dit wereldje op zich zelf zijn
onbeperkt en de politie dringt er niet
ongestraft tot in het binnenste door.
Maar wie op de lijst der gezochten
staat weet dat de politie hem te pakken
krijgt zodra hij zich buiten de kasba
waagt. Zo wordt de veilige toevlucht
een gevangenis, welke op den duur
een obsessie wordt voor wie er met
zijn wezen vreemd blijft. Een gevange
nis, waar steeds verraad dreigt van
hen die bereid zijn voor de politie de
gezochte naar buiten te lokken en
die tevens staat onder controle van den
inheemsen inspecteur, die men tolereert
omdat men weet dat hij binnen de
kasba niet zal ingrijpen. Tussen hem
en Pépéwordt een spel van kat en
muis gespeeld met een soort vriend
schappelijke vijandschap en
sportiviteit. Ten slotte geeft de ontmoeting
met een vrouw uit Parijs, die de kasba
als toeriste bezoekt, de doorslag.
Het leven binnen de omgeving, waartoe
een tijd lang ook Pépéscheen te
behoren, wordt ondragelijk en hij
verlaat de kasba, wetende dat hij zijn
noodlot tegemoet gaat.
HOEWEL het spel in deze film
een bepalende factor is, weet
Duvivier het gevaar van gefilmd
toneelspel altijd en volkomen te ont
gaan, omdat deze film ruimtelijk
nergens ook maar n ogenblik stokt.
Met het langzame tempo, dat meer en
meer kenmerkend wordt voor een
Franse film-stijl, die staat tegenover de
Amerikaanse als de uiting van een
volk, dat het tempo van time is
money" nog niet tot op alle gebieden
tot levenshouding heeft aangenomen,
weet Duvivier de beklemming en de
nostalgie tot het uiterste op te voeren.
Na een uitstekende filmisch be
knopte en instructieve inleiding laat
de kasba ons geen ogenblik meer los.
Tegen een sterke, vrij van valse roman
tiek en sensatie gehouden visuele en
acoustische achtergrond voltrekt zich
het drama, dat ondanks de sterke per
soonlijke momenten toch uitgaat boven
het drama van de enkele personen en
ondanks de sterk getekende en volge
houden sfeer toch uitgaat boven de
milieuschildering, tot het drama van
de kasba.
Het geheim van het gave resultaat
van deze film als geheel is dat Duvivier
zijn filmische uitdrukkingsmiddelen
nooit opzettelijk, maar altijd beheerst
gebruikt. Dit neemt intussen niet
weg, dat er bepaalde hoogtepunten in
voorkomen, zoals de moord op den ver
rader, welke mede alweer door het
langzame tempo visueel en
acoustisch van een uiterst opgevoerde
spanning en beklemming is.
De bezetting is op vrijwel alle
punten uitstekend. Niet alleen is Jean
Gabin een prachtige Pépé, maar ook
de schijnbaar onbelangrijke figuren
op de achtergrond zijn vaak verras
send; de oude cabaretzangeres Tania
met de goed toegepaste combinatie
van haar stem naast haar stem op de
gramofoon dus de mechanische
stem in verschillende graden ?, de
stille schaduwen" van Pépé, die nooit
op de voorgrond treden, maar aan deze
figuur een sterk relief verlenen, enz.
Meer belangrijk in het verhaal: de
inspecteur en de vrouw die Pépé's nood
lot wordt. Goed van dialoog is daarbij
hun ,,ontmoeting" bij het noemen
van bekende Parijse straatnamen op
de Place Blanche; hij noemt volks
buurten, zij luxewijken, twee gebieden
waar men carrière maken kan, met
het bekende plein op Montmartre als
knooppunt. Herinneringen tevens, die
de kasba ondragelijk maken, voor wie
in Parijs geboren is.
Maar ten slotte moet men over een
werkelijk goede film niet te veel
schrijven, men moet hem zien.
Goed begin en half werk
Knight without armo«r", (Gravin
Alexandra) City Theater, A'dam
MEN zoekt de laatste jaren voor
Mariene D ietrich steeds weer nieu
we regie. Ditmaal is Jacques Feyder
de gelukkige, al eist bij de publicatie
naar gewoonte Alexander Korda als
productieleider een deel van de eer op.
Overigens is de eer ditmaal slechts
betrekkelijk. Feyder heeft met deze
Gravin Alexandra", zoals de
hollandse titel luidt, niet als destijds Frank
Bozage met Desire" een nieuwe"
Dietrich kunnen maken. Aanvankelijk
bereikt hij wel een zeer eigen stijl door
opeenvolging van zelfstandige en op
zichzelf vrij statische, esthetisch zowel
als wat betreft het detail uiterst ver
zorgde beelden. In dit opzicht doen zij
zonder dat deze vergelijking verder
gaat even aan de werkwijze van
Meyerhold denken. Zodra echter de
liefde er aan te pas komt is het alsof
Mariene, op bekend terrein, aan haar
regisseur ontglipt en Feyder het geheel
niet meer in de hand heeft. In elk geval
gaat de film verder niet boven een zeer
middelmatige Dietrichf ilm uit, met Mar
iene in verschillende costuums, négligé's
en niets (dan een bad of eenstruikje).
De Russische revolutie, welke de
achtergrond van het verhaal vormt,
behoeven wij dus niet ernstig te nemen.
Mariene is Gravin Alexandra en de
revolutie is er slechts om haar een
achtergrond van verschrikkingen te
geven, waarbij de dronkenschap en
domheid van de Roden de makers
blijkbaar ook verder als een gewenste
aanvulling voorkwam.
Overigens is dit alles geen beletsel
voor de liefde en zie boven.
D. C. VAM DER POEL
m
PAG. 10 EN n DE GHOENE
\