De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 11 september pagina 8

11 september 1937 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

l. ; :-/i Groep Samojeden en Sennennonrfcn. Eigenaar Kennel Samoya, eigendom van mej. B. A. Kuipers, Soesterberg DE SAMOJEED Op den uitkijk. V.l.n.r. kampioen Fridthjof van Broüneck, kampioen Jetskcs Beer en kampioen Fanningham Polar Stan of Samoya. Eigenaar Kennel Samoya, eigendom van mej. B. A. Kuipers, Soesterberg P. M C Toepoel VAN den zomer kwamen een paar oprechte hondenvrienden uit Indiëbij ons en daar zij per auto waren .en het niet ver was, stelden wij hun voor op goed geluk, dat wij welkom zouden wezen, naar twee kennels van Pool-honden te rijden, de eene van Huskies, uit Canada, de andere van Samojeden, uit het Russische Noorden. De eigenaars van beide kennels ont vingen ons gastvrij en wij hebben kostelijke uren bij hen doorgebracht, met de ,,jongens" in de kamer bij het menschen-gezelschap. Onze kennissen waren stil van verrukking. Zij, die zoo goed den hond aanvoelen, omdat zij hem liefhebben, wisten voor een nieu we groep te staan, een, die zij vol strekt niet kenden, maar dadelijk hoog waardeerden. Toch behoort de Samojeed tot de keesachtigen en is de Husky daaren tegen van allerlei en daaronder wolf. Wanneer men kon zien zonder aan te voelen, dan zou men er niet toe komen van gelijkenis tusschen deze twee te spreken. De overeenkomst schuilt dan ook niet in den vorm van hun lichaam, maar in hun oog en gedrag, of liever in hun gebaar. Al is de Samojeed vooral herders-en de Husky sledehond, wat verschil van aard veroorzaakt, op beiden drukten de hardheden van het uiterste Noorden der bewoonde wereld haar stempel. Jaren geleden heb ik honger geleden,. werkelijken honger. Ik heb dit als een geluk leeren waardeeren en sedert begrijp ik andere hongerenden. De arme en de rijke Chinees mogen eikaars taal verstaan, zooals mijn landgenooten en ik de onze, geheel en al begrijpen wij, die den honger hebben gekend, en de anderen elkaar niet, terwijl wij, schooiers", ondanks het verschil in taal en landaard iets gemeen hebben en de netten" eveneens. Zoo vormde de oorlog een band tusschen de Frontsoldaten, al was de n Franschman, de ander Duitscher of wat anders. Zelfs hier nog geven de Pool-honden Men voelt tegenover een ander iemand te staan, dan men zelf is den indruk een sterker,4 primitiever leven te lijden dan wij en onze honden. Zij behielden een kalmte en gereser veerdheid en vergelijkt men hen met ons, dan is het alsof wij ons druk maken om niets, terwijl zij zich sparen voor het grootsche, geweldige, waartoe zij tot het uiterste hun kracht, hun denken en hél hun wil zullen noodig hebben, tot zij doodmoe zegevieren of uitgeput bezwijken. QPORADISCH zijn reeds in de ^ vorige eeuw Pool-honden in Engeland gekomen en ook n hier. Koningin Alexandra van Engeland, de edele vriendin van mensch en dier, bezat er eenige en tegen 1900 voerde mevrouw Kilburn Scott haar Sams in. Van toen af is de Samojeed regel matig op de Britsche tentoonstellingen verschenen. In de jaren 1911?1913 werden er gemiddeld 87 bij de Kennel Club geregistreerd, wat reeds betrekke lijk veel was, want al bedroeg het getal in 1936 370, het aantal registraties over alle rassen samen is bijna verdriedubbeld. Men moet hierbij in aan merking nemen, dat in Groot-Brittanje noch registratie, noch inschrijvingen in het stamboek verplicht zijn. Het aantal Sams, dat in 1936 in het Nederlandsche Hondenstamboek werd opgenomen, bedroeg 120. De eerste Sams waren vaker zwart of wit met zwart, dan geheel wit, zooals thans. Zij blaften zelden en enkelen onder hen werden staartloos geboren, wat zeggen wil met een stompstaart. Naarmate men noordelijker komt, treft men meer witte en kleinere hon den aan. Zoo'n witte, Ayesha geheeten, kwam in 1910 van Nova Zembla. Zij vererfde haar kleur en maakte geheel wit de mode. De man van de grootste fokster, mevrouw Kilburn Scott, wist als ingenieur in het Hooge Noorden bijeen te zoeken, wat hij verlangde. Ook andere kennels voerden, dank zij vrienden, de gewenschte dieren in. HET is alweer dertien jaar geleden, dat de Kennel Samoya werd opgericht en met den prachtigen reu Ikon, gefokt door mevrouw Kilburn Scott en eenige teven uit dezelfde fokkerij, het ras in Nederland bekend maakte. Het vond zijn weg. Waar het kwam werd het de vriend van het gezin. Wellicht schrikte de lange, witte vacht aanvankelijk de huisvrouw af, doch dan bleek het haar geen stof of modder op te nemen en dit maakte een eind aan het eenige bezwaar. Tot voor eenige jaren bestonden zijn aanhangers uit sluitend uit gezeten bewonderaar (ster) s, die uit liefhebberij fokten. Het is vooral Ikon, de Poolvorst, geweest, die door zijn schoonheid en waardigheid de aandacht op zijn ras heeft gevestigd. Hij bezat, evenals alle ,,Farninghams" kennelnaam van mevrouw Kilburn Scott het bere"type. Met het wolve- en het vossetype vormde dit de drie in GrootBrittanje ingevoerde slagen. Men wist het hoofd van het bere- met den iets beteren gang van het wolve-type te vereenigen en wees het yosse-type af. De Sams, in hun met blauwe doeken of witte lakens omhangen kooien, zijn een der groote aantrekkelijkheden der tentoonstellingen geworden. De Sam behoort, als gezegd, tot de keesachtigen. Niemand weet wanneer of hoe en waarom zijn volk, welks taal woorden met de Finsche en Hongaarsche gemeen moet hebben, de wijk naar het onherbergzame toendragebied van Rusland en Siberiëheeft genomen, waarop het reeds sedert onheugelijke tijden een hard bestaan lijdt. In het uitgestrekte land leven vele stammen, elk met zjjn eigen slag honden. De zachtaardige Samojeed hield den zijne om zijn rendieren bijeen te hou den, te waarschuwen tegen beer of wolf, om hem te helpen bij zijn hoofdbestaan, de jacht en het visschen, en om bij denvoorjaars-enherfst-trekvan den stam de kudde te drijven of de slede te trekken. Een trekhond als de drie Canadeesche Poolrassen is de Samojeed dus niet, maar toch koos Nansen hem voor zijn Pooltocht inplaats van den forscheren Eskimo, omdat hij lijdzaam is. IS Nederland voorgegaan met het invoeren uit Engeland van het zoo belangrijke Poolras, welks leden allen ,,iemanden" zijn en dit in de beste beteekenis, Frankrijk, België, het eene land voor en het andere na, tot Japan toe, boden het een tweede vaderland. Laat ons hopen een goed. Want niets vernietigt een werkras grondiger, dan de apeliefde van o zoo vele liefhebbers. Die het vleesch en beweging onthou den, maar koesteren met electrische kacheltjes en lekkere papjes". Dit heet dan goed voor hem l Ach, Iaat het vleesch eens goedkoop en het meel duur worden, dan zingt men een ander wijsje. Laat het afstappen den baas eens geen en het luie leventje, van den hond hem wél moeite kosten, dan worden de bakens verzet I De goede Sam heeft een breeden voet met sterke, gebogen teenen. Maar ik heb er een gezien met platvoeten. Hij won zelfs hooge prijzen. Wisten de keurmeesters niet, dat men in het Hooge Noorden zegt ,,a dog is as good as his f eet" ? Wat trouwens overal geldt. De Sam ? is een kees, maar hij heeft een normalen en geen korten rug. De diepe en ruime borst verzekert hem brandstof". De vacht staat bijkans loodrecht op de huid. Het hoofd is natuurlijk wigvormig. De bij voorkeur donkere, zwart-omrande oogen liggen iets scheef en diep en eenigszins ver uit elkaar. Het kleine, staande oor, boven rond, versteekt zich bijna in de vacht. Slechts geringe stop. De neus kan zwart, rose en bruin op n dag zijn. De gewone kees is geenszins op snelheid gebouwd. Hij staat steil zooals men het zegt. De Sam echter is vlot, de sprong gebogen, schouderblad en bovenarm liggen schuin. In aandacht gaat de staart over den rug. In snellen gang steekt hij vaak in het verlengde van den romp. Soms ook hangt hij. De reu is tusschen 51 en 56 cm hoog, het gewicht wordt opgegeven als tusschen de 20 en 25 kilo. CHARIVARIA Paindeluxe-brood Het fiet&plaatje was valschelijk nagemaakt." (Haagsche C.) .?Dit werd uitgebeeld m een ver scheidenheid van variatie en vorm." (Vad.) De nominatief-accusatiefconstructie Wat meer contact tusschen tooneel en orkest mag men toch wel ver langen en lijkt ook geen overdreven eisch (van paindeluxe-brood gespro-1 ken Char.), (Hbl.) Dat de tijd hiervoor gekomen is, zal iedereen moeten toegeven en wordt ook in het bedrijf in praktijk gebracht." (Wbl. v. Gymn. en M.O.) Praepositionitis Een feestelijk schilderij i's Tholen's Kermis, van de met schepen bevolkte haven met de zich bij een met vlaggen versierde schommel verlustigende kin deren." (Tel.) opwelling van welwillendheid: Wij brengen u dank voor uw welwillend heid aan dezen maaltijd te willen aanzitten." Gebeurtenitsen, die vroeger haar schaduw vooruitwierpen volgens het woord van een verstandig staatsman." (Gr.) De naam van den verstandigen staatsman is T. Campbell. 'T is the sunset of life gives me mystical lore, And coming events cast their shadows before." (Lochiel's Warning) De vice-admiraal zeide volgens de Telegraaf tot den Prins in een Onze beroemde, niet-arische voorvaderen Le S.S. Jan-Pjeterszoon-Cohen est entre avant-hier soir dans la rade de Villefranche." (l'Edaireur de Nice) , .Dat onze liberale partij zich niet immer op de krachtigste wijze tegen over de dictatuur-gedachte . heeft gesteld, zal \vel niemand, en zeker mr. Van Dam niet, durven ontken nen." (Het. Lib. WU.) En wij durven niet ontkennen dat het Liberale Weekblad niet hef tegenovergestelde zegt van wat het niet bedoelt. PAG. M DE GROENE No. 3145 (Slot van pagina 10) realistisch ambacht tot nu toe en die ge het gemakkelijkst vindt in de zalen van dezen kunsthandel. In de 10 jaren van zijn bestaan heeft de kunsthandel zich daardoor een plaats verworven in den kunsthandel, ook van Holland. Hen die op het nieuwere en het nieuw ste uit zijn vindt ge daar, waar ge echter even zeker ook Afrikaansche kunst vindt, Gothische en andere, exotische. Ter gelegenheid van zijn feest" heeft de heer Van Lier een klein drukwerkje doen verschijnen, dat bij een belofte voor de toekomst (zonder namen) een aantal namen bevat van hen, die in zijn zalen tentoonstelden. Wij hebben met be nieuwdheid naar de Amsterdammers onder hen gekeken en vonden er Van Herwijnen, Hynckes, Kruyder, J.Raedecker, Polet, Schuhmacher, Jan Sluyters, Teixeira de Mattos, Charley Toorop, van Uytvanck.welkenamenu duidelijk maken naar wie van Lier's voorkeur gaat. Tien'jaar is nog maar een korte tijd in het leven van een kunsthandel, het is pas een beginperiode, pas een aanduiding en het is dat zeker in een tijd, die zooveel veranderingen heeft vertxmd en waarin men de blijvende waarde van sommige van haar werken pas kan en gaat beseffen en ook hoe zij tijd en lateren tijd zullen verrijken en weer staan. Maar in alle geval' vertoont de kunsthandel Van Lier, zooals ik zeide, leven en levendigheid. Dat is bij alle begin noodig; het is daar toch natuurlijk. Wij zijn het met een ge deelte der keuze van den heer Van Lier eens; zeker niet met alle, critisch kan de keuze dus scherper worden en het getal der belangrijke kan toe nemen. Zoo iets gaat langzamerhand slechts vooruit, daar een kunsthan delaar afhankelijk is en blijft van het 'getal der schilders, dat voorhanden is en dat hij als doel voor en van zijn werkzaamheden verkent,.erkent en tot zich tracht te halen. < PLASSCHAERT UIT PIERKENS DAGBOEK DE OORLOG ALLEMACHTIG, dat moest er nu ook nog bijkomen met de opening van het schooljaar, die oorlog tusschen Japan en China. Gewed dat we nogmaals ons ge kleurde potlooden zullen mogen scher pen om de grenzen te wijzigen ? Op voorwaarde natuurlijk, dat onze meester er ten slotte zelf nog wijs uit raakt. Net als met die zaak van Abessinië. Meester, vroeg de Rosten hem toen, hoe zit dat daar nu feitelijk in den haak? Is het daar nu bepaald Italiaansch of wat? Dat was natuurlijk geen vraag. Een mensen kan niet alles weten en een meester is niet verplicht van wijzer te zijn dan den Volkenbond. Hum hum l zei de meester dan ook, die vraag staat op het uurrooster niet. China zal er heel zeker ook niet op staan, als 't zoover komt. Want 't is daar nog heel wat ingewikkelder, be weert mijn vader, met die generaals die niet goed weten aan welke zijde zij zich moeten scharen, alvorens ze den wisselkoers hebben ingezien. In afwachting paffen ze er toch maar op los en vooraleer de officieele plech tigheid van de opening der vijandelijk heden zal hebben plaatsgegrepen is er veel kans, dat er geen Chineezen rneer overblijven om hun Japansche broeders te ontvangen lijk het betaamt. Daar zorgen de kranten wel voor. De koning van Japan draagt den bijnaam van mikado. Wanneer die zijn wenkbrauwen fronst, dan grijpt ieder een naar zijn sabel en deze die hem verloren heeft moet hara-kiri plegen met zijn broodmes. Dat zal hem leeren van zoo slordig te zijn. De Chineezen zijn geelhuiden en de Japanners eveneens, zoodat de blanke beschaving zich met die familieruzie niet hoeft in te laten en dat men te Genève zich verder ongestoord kan wijden aan de studie over den invloed van het regenwater op den verkoop van de parapluies. Daar heeft men het bovendien al lastig genoeg met Spanje. WANNEER de meester mij in 't vervolg nog een vraag stelt, dan antwoord ik hem beslist, dat ik ge durende mijn verlof lid geworden ben van den Volkenbond en dat ik de vaste beslissing genomen heb van overal en altijd van pijkens te gebaren. Wie niets zegt kan zich niet misspreken. Den dag van vandaag is het toch al verkeerd, wat ge vertelt. Zie naar den president van Amerika die verklaard heeft, dat het onbetamelijk is van met gasbommen te gooien op menschen die er niet om gesolliciteerd hebben. Gas dient om frieten te maken, zei hij, en om de lantarens te doen branden waar de electriciteit nóg niet doorgedrongen is, maar niet om met te schieten. Heel mooi van dien president, zegt de Gaspijp, maar hij heeft vergeten, dat als wanneer ge een granaat of een bajonet, met of zonder gas op uw koker krijgt, het resultaat ongeveer gelijk is. Die Gaspijp weet op alles iets aan te merken en moest ik Roosevelt zijn, ik zou daar niet eens op antwoorden. * ' Antwoorden op de prijsvraag ONZE opgave voor de prijsvraag luidde: Wij menschen zitten al sinds eeuwen opgescheept met een onnoemelijk aantal leuzen, spreekwoorden en voor vast aange nomen meeningen, zonder dat wij ons eigenlijk ooit afgevraagd hebben, óf en hoeveel waarheid die inhouden. De nieuwere tijd heeft er vele aan toegevoegd. Wanneer wij nu beter gaan kijken, zien wij, dat het overgroote deel dezer leuzen, spreekwoor-. den, spreekwijzen e.d. niets dan vooroordeelen, en zelfs pertinente onwaarheden zijn. Een voorbeeld van zulk een vooroordeel is b.v.: ,,melk is goed voor elk", of ook: Hollanders zijn zindelijk". Wij noodigen onze lezers uit, een fraaie staalkaart van 6 van dergelijke ingeroeste vooroordeelen, onware leu zen en misleidende spreekwoorden in te zenden. De eerste prijs VOLGENS oordeel der redactie com poneerde J. G. F. te A. de fraaiste verzameling: Met den hoed in de hand komt men door het gansche land" Na regen komt zonneschijn" Vieze varkens worden niet vet" Beter laat dan nooit" Eerlijk daurt het langst" Wie niet werkt zal ook niet eten". De tweede prijs DE tweede prijs werd gewonnen door G. F. te D.; die vermeldde: Tijd is geld" Hoe grooter geest, hoe grooter beest" Beati gossidentes!" Jeugd is vreugde, ouderdom is smart" De morgenstond heeft goud in den mond" Mussert wint! " Verdere oplossingen ONDER de talrijke oplossers was verder, ondanks een rijke ver scheidenheid der gevonden onware leuzen en misleidende spreekwoorden, toch een aantal gemeenschappelijke vondsten aan te geven. Het Mussert wint" kwam meermalen voor. Met meer of mindere frequentie vonden wij verder: Wie zwijgt stemt toe," Oost west, thuis best," Alle goeie dingen bestaan in drieïn," De beste stuurlui staan aan wal," Zooals het klokje thuis tikt, tikt het nergens," Spreken is zilver, zwijgen is goud," Door schade en schar.de wordt men wijs," Zooals de ouden zongen, zoo piepen de jongen," Bitter in den mond is voor het hart gezond" Hoe later op den nacht, hoe schooner volk," J. H. te A. gaf een aardige lijst: Vroeg op en vroeg naar bed, dat is de grootste pret" Een man een man, een woord een woord" Wie goed doet, goed ontmoet" Al gaat de leugen nog zoo snel, de waarheid achterhaalt haar wel". M. I. K.-A. te A. rekent af o.a. met: Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht". S. v. Z. H. te A. stelt: Door schade en schande wordt men wijs" aan de kaak. F. F. J. te 's-G. geeft toelichtingen, waarvan sommige op rijm. Zeer fraai is zijn: Eerlijk duurt het langst.... om rijk te worden!" Iets dergelijks levert Mevr. J. C. te A.: Zachte heel meesters maken stinkende wonden", waarbij de schrijfster opmerkt: ge lukkig niet waar, tenzij hier halfzachte bedoeld worden". ? Bizonder is de lijst van J. C. S. te E. Scherven brengen geluk" Een man een man een woord een woord" De gezellige lange winteravonden" Het is geen man die niet rooken kan" Gelukkig in het spel ongelukkig in de liefde". Sceptisch (en terecht) staat J. H. p.-V. te K. tegenover gezegden als: Zoo zeker als de Bank!" En H. C. R. te U, neemt in zijn lijst o.a. nog op: Arbeid adelt" Eind goed al goed". Een aantal goede ideeën had ook G. J. L. te A. met: Meisjes die fluiten, krijgen jongens met duiten" Spreek met X. en het komt in orde!" Kleeren maken den man" Het weerbericht van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut te de Bilt. Verwachting: Zwakke tot matige enz." G. v. d. W- te A. heeft het veelgekozen Oost West, thuis best" en ook het vaak voorkomende Wie zijn kind liefheeft, kastijdt het". Ook bij hem komt de zeer frequente voor een ander gegraven kuil voor. Uitvoerig van toelichting is Mevr. Tj. H. v. R. V. te B., die schrijft: Nog onder den indruk van het vliegtochtje van De Groene zou ik beginnen met het veel aangehaalde Paris vaut bïen une messe" dat blijkbaar kermesse" moet zijn". De bedrieglijkheid der leuze: Er wordt geen koe bont genoemd of er is wel een vlekje aan" wordt hier ge commentarieerd met de opmerking: Dit fraaie vaderlandsche gezegde heeft veel leed over de menschen gebracht". Een der inzenders, C. A. te O., berijmt 6 bijbelteksten, waarvan wij er twee weergeven: Getuig toch nimmer valschdijk! Maar houd uw onschuld staan! Werd er een schip getorpedeerd, zeg: 'k Heb het niet gedaan." Begeer niet, .wat uws naasten .is, Al heet gij ook Japan, Bescherm uw onderdanen slecht», Al komt er oorlog van". 'è. PAG .15 DE GROENE No. 3145

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl