De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 18 september pagina 9

18 september 1937 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

f ' ""???,- --.$»??.' l »,'., f .?'*'?',... ?' 'l, (|.|_ !???-?? .> ''. . '-??>/?? ^???:l*ï-?> *<???-i^ _>? .?-:,-? f/è^rr' M THANS GEHOORZAAM EN TOCH NIET ..... P. M. C. TOEPOEL OP de plaats van het bekende en floreerende renteniers- en fo rensendorp Laren, met zijn winkels, zóó stijlloos, dat de schoon heidscommissie ze goedkeurt, heeft vroeger een dorp gestaan van gelijken naam. Oudheidkundigen leeren ons, dat zijn ligging, ja zelfs die zijner straten en van de Koesweert, geheel overeenkwam met die van het huidige Laren. Maar de woningen waren slechts boerderijen en de boomen van de Koesweert stonden niet keurig op rijen als thans, noch werd het gras er tusschen zoo zorgzaam onderhouden. Dit dorp was deels bewoond door een oude bevolking en deels door een latere, welke na eenige strubbelingen haar gemoedelijk overheerschte. De eerste leefde armoedig van landbouw, schapenteelt en weven. De tweede bracht niet veel anders voort dan wat kunst, die zij aan de rijke burgers van het nabije Amsterdam sleet. Na een krachtigen eindbloei in de jaren 1914 1919, toen een oorlog over Europa woedde, is deze tweede allengs ver dwenen. Deels gevlucht voor de huidige overheerschers, de stammen der ren teniers en forensen, deels in deze opgelost. De Larineezen, zooals de voorlaatste overheerschers zich noemden, spraken een dialect van het toenmalige be schaafde Amsterdamsen, waarvan het zich o.a. onderscheidde door krachtige, niet altijd gekuischte uitdrukkingen. Geleerden, die zich met de studie van dit tijdperk bezighouden, verklaren het feit, dat de Larineezen geen blad voor den mond namen, aldus. Dit lichaamsdeel zou zich bij hen buiten gewoon ontwikkeld hebben, tengevolge van het uitzeggen hunner ideeën", zooals zij het zelf noemden of volgens anderen door het gapen van den honger en vermits de schrale grond niet veel meer dan dennen en berken droeg, waren de naalden en blaadjes dezer boomen te klein voor die monden. ELKEN avond nu word ik aan een hunner onkuische gezegden her innerd, wanneer ik mijn bed bezet vind door een.... teckel! Want ik heb met dit ras gespot en nu dit! Ik weet het dier door dekbevingen te verdrijven. Het vlucht dan naar mijn vrouw, die' het troost en mij terecht wijst. Maar vaak, wanneer ik slaap, komt het terug, 's Morgens echter, wanneer mijn vrouw opstaat, speelt het mensch". Het ligt dan met het hoofd op het kussen en houdt den SYNTHETISCH spitsen snuit als een klein torentje omhoog. Lizzy hindert me. Ze heeft mijn grapje bedorven, het gaat niet meer op, ik kan het niet meer vertellen. Ieder toch heeft wel een grapje, dat hij graag verhaalt. Ik had er een paar, alle over teckels, werkelijk beleefd en alle natuurlijk kwamen neer op hun ongehoorzaamheid. Ze sloegen altijd in, want wie het woord teckel hoort, denkt het eerst daaraan. Daar heeft de Fliegende Blatter, een indertijd geestig blad, wel voor gezorgd. Maar deze teckel is er een van ,,de Zeven Bergen", wat beduidt gefokt door mevrouw Pouw. Vrouwen en geleerdheid passen niet bij elkaar, zei men in wijzere tijden. Mevrouw Pouw nu, is een ijverig onderzoekster op het gebied der erfelijkheid, zij is zelfs bestuurslid der Genetische Vereeniging en het moet een klein kunstje voor haar zijn geweest in onze Lizzy, wellicht in heel den stam, een gen" voor gehoorzaamheid te goochelen. U weet wel zoo'n gen van Mendel. Waar ik nu mee zit. Want Lizzy loopt waar ik loop. Anderhalf uur, indien het werk het toelaat, pleeg ik 's morgens v roeg de hei in te gaan en ik raak haar niet kwijt, niet ns bij me vandaan. Vroeger weigerde ik mee te nemen wie voor meer dan de helft teckel waren, omdat ik me over hun eigen gereid wegloopen ergerde. Nu sjok ik met een heelen teckel en ik raak nog eerder mijn herinneringen kwijt dan haar. Is Lizzy wel een teckel, heb ik mij afgevraagd. De wetenschap staat tegenwoordig nergens meer voor. Is zij synthetisch gebrouwen ? Ik heb de Zeven Bergjes" bezocht om de zaak te onderzoeken, doch het is in orde. Men fokt daar teckels uit teckels, maar let op alles wetenschappelijk. MERKWAARDIGE DIEREN. Over al zijn zij voorgekomen, de kortbeenige, langlijvige honden. In Mexico en Peru zijn hun geraamten opgegraven en de graftombe van Ramses II bewijst hun bestaan in Egypte. De Duitsche dashond is uit rhachitische of door andere oorzaak afwijkende brakken ontstaan, dit ligt voor de hand, zelfs bestaan nog tusschenvormen, als de dasbrak. Maar jonge genetici denken aan Bolk's retardatie-theorie en dan zou de teckel om met hun woorden te spreken, een geslachtsrijp brakkenfoetus wezen. Wat als scheldnaam zeer goed klinkt. Wijlen prof. Bolk schonk den mensch een soortgelijken, minstens even onaangenaam klinkenden naam en is hij juist, dan verklaart hun gelijke afkomst zij het uit verschillende dieren de sympathie tusschen teckel en mensch. Want zijn velen, vrouwen, maar ook mannen, gek op den langgerekten schuifhond, zijn aanhan kelijkheid voor, ja, afhankelijkheid van den mensch is al even wonderlijk, voor wie zijn eigenzinnigheid en vooral voor wie hem buiten kent. Als jager op alles en overal. Van den brak erfde hij zijn zware stem, die jonge honden verschrikt, als zij zooveel en zoo diep geluid uit den dreumes hooren komen. Ook het hoofd en de lange ooren. Vooral natuurlijk den goeden neus. Met dien neus speurt hij altijd wat en holt dat achterna, werkt zich een hol in of graaft zelf een tunnel. De meeste teckels gaan ook vlot te water. Van oudsher werkte hij in allerlei maten op vos, das, konijn en alles wat in holen woont en wel zeer goed is hij daarvoor gebouwd, want een lang en buigzaam lichaam volgt in steengrond gemakkelijker de bochten, die de spleten maken, dan een dat kort en stijf is. Wijselijk ook lette tot voor kort de Duitsche liefhebberij niet op gewicht, maar op borstomvang. Thans helaas op beide. Zijn opdracht was dan aanpakken, uitsleepen, zoo mogelijk dooden. Op dit verschil na deed hij dus het werk van den terriër. Ook bedient men zich reeds lang van hem om aangeschoten wild op te sporen. Waarbij zijn beperkte snelheid in staat stelt hem te volgen. Hét on schuldige uitwerken van een sleepspoor staat hier vlakbij. Ook wel doet hij spaniël-werk, het opdrijven van wild uit lage dekking, opdat de jager het onder schot kan krijgen. Ook hierbij dient zijn neus hem goed. De kortharige variëteit lijkt onbeschermd tegen tak en doorn, maar het vel is zoo dik. Wat ook voor het terriër-werk te pas komt. In ZuidDuitschland dient hij het meest voor het drijven, vandaar, dat hij daar hooger op de beenén is. Hij wordt er vooral bij sneeuw gebruikt. De laatste arbeid heeft den knuppel in het hoenderhok geworpen. Er plachten van oudsher dashonden met rechte en met gebogen voorbeenen te wezen. De laatsten inspireerden de caricaturisten en... de mode. Hoe krommer het been, hoe hooger de koopprijs. Men keurde hen hier zelfs afzon derlijk. Daarop is het z.g. rechte been ontstaan en de liefhebber werd boos, wanneer men zijn das met krombeen aansprak. Toch was het krom, doch allén van voren gezien en dan slechts licht. De onderarmbeenderen wijzen o zoo licht naar elkaar toe en de voeten staan o zoo weinig naar buiten, maar goed plat op den grond. Zij zijn dikgezoold en krachtig. Nu zijn de raspunten nog niet ver anderd, doch men streeft er naar het voorheen ook van voren recht te fokken. Dit omdat tegenwoordig in Duitschland de bovengrondsche jager den toon aangeeft. IN Duitschland en Oostenrijk werd het ras bijna uitsluitend door adelONZE PRIJSVRAAG Dagbladcommentaar De nleuwo opguvtIN een oorlog geeft de generale staf van een der strijdende par tijen het volgende communiquéuit: Aan het geheele front rukten gisteren ome troepen geleidelijk op. Aan de rivier de Kalati hield onze strijdmacht halt, om de stellingen te versterken. Op de vlakte van Boningai ont wikkelden zich schermutselingen, waarbij de onzen zich onderscheid^ den en de vijand verliezen leed. De onzen trokkenzich op hun basisterug. Een eskader bommenwerpers deed een aanval op de stad Maili, waar zij talrijke projectielen lieten vallen en groote schade konden aanrichten'1. Gevraagd wordt in maximaal 200 woorden weer te geven, wat het strijdblad der tegenpartij over dien zelfden dag weet mede te deelen. Inzending uiterlijk Maandag 4 Oct. Verslag en prijstoekenning in het nummer van Zaterdag 9 Oct. lijke families voor de jacht gefokt, waarbij elk zijn eigen richting volgde en men soms jongen wegschonk, doch nooit verkocht. Eerst Koningin Vic toria van Engeland heeft het ras bekend gemaakt. Zij bracht in 1845 den eerste naar Engeland en hield er vele. Reeds in 1881, dus zeven jaar voor de Duitsche, werd in Engeland een vereeniging voor het ras opgericht. Het is er even voortreffelijk als talrijk. De Cruft's van dit jaar had er 279 vereenigd en Dr. Buschkiel, de groote Duitsche kenner, was al even opge togen over de hoedanigheid als over het aantal. Eerst tegen 1860 ontstond in zijn vaderland zelf een streven naar een vormigheid en in 1879, nog vóór er een vereeniging was, stelde men er de eerste raspunten op. Het lange hoofd is van voren bezien, zoowel als van opzij, wigvormig, het heeft bijna geen stop en de neus is lichtgebogen. Sterk jukbeen. De toch reeds lange mond zet zich tot onder d oogen toe voort en hij opent zich bijkans als die van een slang. De ovale oogen liggen vrij ver uit elkaar. Het oor begint hoog aan het hoofd en iets naar achteren, het is vrij lang en van onderen rond. Te lange ooren noemt de Duitsche jager vossenvoer". Een goede aardhond steekt met 1/3 voor zijn voorbeenen uit, is het oude zeggen. Daaraan voldoet de teckel. Achter de voorbeenen loopt de borstlijn geleidelijk wat omhoog. De billen steken uit. De staart is rond in doorsnee en mag niet,omhoog steken of sterk krullen. De korthaar is nkleurig, wat doorgaans rood is, zwart-roodbruin, of gevlekt, wat men zelden meer ziet. Men onderscheidt in grootte: ko nijnenteckel, tot 30 c.m. borstomvang en 3x/2 kilo, dwergdashonden tot 35 c.m., reuen 4, teven 3l/2 kilo en gewoon slag. 8/7 DE FOTO'S: Boven: Cadet van ,,0e Zeven Bergjes", //éopen klasse, qualificatie ,,uitmuntend" te Pari/s, 23-25 Juli. Eigenaresse Mevr. Gr. PouWi Voorthuizen. Hier naast: Mevr. Gr. Pouw, eigenaresse van Kenncf De Zeven Bergjes", te Voorthu/zen, met eenige ha re r schoonheidjes. PAG. 14 DE GROENE No. 3146 NEW YORK LONDEN PARIJS JMACY S AU PRINTEMPS AMSTERDAM : deJlBijenkorf Zoo heeft elke wereldstad haar warenhuis typeerend voor het stadsbeeld zelf NEW YORK LONDEN PARIJS "»-=! Ttai i ^ r^ri M a c y' s, het grootste warenhuis ter wereld, haalt een fantas tische omzet van 90 rriillioen dollars1 per jaar. I2000employé's. 17 tages, 69 lifter». Harrods, aristocratisch, waijr H.M. Queen Mary in hoogst eigen persoon haar inkoopendoet. In de 6-daagsche opruiming, on geveer een millioen klanten. Au Printemps, een mode paleis. Het rendez-vous der ele gante Parisiennes, vermaard om zijn mode-shows .... en - echt Parijsch - de verkoop op straat. Mac/s. niet zoo defüg J. Harrods, Am8ter(!amSc?'J. de M»n, Dit ,,Streven nadr Verfcetering" het grondbeginsel van de Bijenkorf, heeft thans geleid tot vergrooting van het in 1914 geopende gebouw aan het Damralc. Dit gebouw was voor de steeds groeiende zaak al geruimen tijd te klein geworden. De Bijenkorf hoopt met deze uitbreiding en vernieuwing voor zijn klanten een belangrijke verbetering" te brengen. AANGENAMER KOÖPEN IN FRAAIE EN MODERNE OMGEVING PAG 15 DE GROENE No. 3H6 ' Ti-l3. -.'. ^^??..?ï».-,%-fcuV..-..a~ ? ^.,...^-, '.>. :-i.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl