De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 25 september pagina 6

25 september 1937 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

,#* l \ m 'O . '?'jüaetdr. EL GRECO Greeo-teutoonstelliug;, Pur IJ t* DERTIG jaar geleden heb ik in Parijs, met de verbreiding van Cézanne's roem, de ont dekking van het enthousiasme, de vervoering voor zijn Spaansch voorbeeld meegeleefd. In kringen van jonge kunstenaars komen de bewonderingsvlagen met een exclusivisme dat zoo'n heele gene ratie meesleept. Het groote genie van 1908 was Greco en Cézanne was zijn profeet. Zoo waren we onbillijk voor Tintoretto, zijn meester, voor Velasquez, voor Zurbaran vooral. Die groote Cretenzer, die van Italiëleerend, toch Spaanscher dan Spaansch werd, sleepte ons mee met zijn phantasmagorie, zijn lyrisme, zijn herscheppen van den vorm, zijn dynamiek rhythme, zijn los zijn van de werkelijkheid, zijn boven-de-wereld-uit zien. De vrijheid die de XXste eeuw (te veel?) wenschte, eerde, tot ideaal verhief, vond zij al bij die ouden der renaissance, Greco, Hals, Rembrandt, die het uitvieren van hun hartstochtelijk gevoel in vrijen toets verkozen boven het zelf bedwang van scrupuleuze aandacht. Maar die ouden begonnen leerzaam en moeizaam en hadden hun métier geheel onder hun macht vóór zij zich vrijheden gaven, wij modernen waren wat al te vrij zonder ondergrond. verheven, vrij worden en somber sober. Er komen oogenblikken, meestal laat, op hoogeren leeftijd, dat niets en niemand meer iets schelen kan, geen overweging van wat wie ook er van denken zal remt meer de vrijheid, geen kleur meer (die een behagen is), geen vaste teekening of geduldige aandacht, (die nuttige remmen zijn) houden de passierijke handen, gevoerd door het in vrijheid kloppend hart en de vrij denkende intelli gentie meer tegen en de kunst wordt, in die regionen, het Onmiddellijke, zelf. Op die hoogten leeft het Portret van den canunnik Bos'o" (een uit de vele, behooreni aan den Koning van Roemenië) hoewel toch even, bij alle onderdanigheid die ons bevangt tegenover zooveel grootheid, even, een bedenking opkomt bij het nabij bezien e.i ontleden van den toets als constructief element, of zooveel losheid, zooveel vrijheid, niet afdoen aan de absolute, volledige, Schoonheid, bedenking die, even ook, bij sommige Halsen in Haarlem opduikt. DEZE expositie geeft geen volledig beeld van Greco: De werken uit Toledo, Madrid, uit de Louvre ontbreken. Er zijn veel replieken; verschei£/ Greco: De Aanbidding der Herders" (fragment) DE huidige Parijsche tentoonstelling, waar een vijftig Greco's te zamen hangen ik geloof wel dat twee derden authentiek zijn geeft van het hemelhoog jubelende van de meest phantastische visie tot het dood-treurige van sentimenteel maak-bestelwerk. Er zwieren blauw-en-wit-luchten rond heroëngestalten en er zijn zwijmelende Magdalena's met natte hemelsche blikken zóó zoetig en vlot als de ergste pommademaagden van Murillo. Er zijn stukken waar de bleeke gelen en de hevigste blauwen tegen elkander botsen men denkt aan een stormachtigen Vermeer, die in plaats van burger binnenhuizen, katholieke passies zou gemaakt hebben. Er zijn er in grijzen en zwarten portretten zoo grand Seigneur-vrij als Hals alleen maar kon op 't laatste van z'n leven zoo majesteitelijk als enkele Rembrandts, enkele Titiaans slechts bereikten. Merkwaardig hoe de hooge toppen van groot menschelijke expressie elkander naderen uit Holland, Italië, Spanje, wanneer zij, ontdaan van de ijdelheid, de zinnelijkheid der kleur, los van alle banden der wereldschheid, boven alle critieken dene stukken herinner ik me uit een geruchtmaken de veiling, voor den oorlog, maar toen waren d glacis er zoowat af, en nu zijn ze er weer, net echt. Ik houd mij ook overtuigd dat er wellicht geen wer kelijk'valsch stuk bij is, maar niets kan beletten dat de meesleepende passie van dezen ziener ons doet stijgen in de wemelende hemelen van zijn visioenen, onze oogen doet glanzen van verrukking met zijn oogen van extase, zijn wonderlijke droomoogen van 'engelen en menschen, en onze grove werkershanden bidden dat zij eenmaal mochten kunnen beelden zóó ranke handen als een heilige heeft, zóó bevende vingeren als een engel spreidt, zóó knokige ascetenhanden, zóó rhythmische voelhorens als de handen van zijn vrouwefiguren. En als hij de diep blauwe wolkenluchten laat wapperen als vaandels, als hij de gele gewaden laat plooien als weeke golven, en als hij spreidt zijn eigen licht, daar waar hij 't wil, ,,naar eigen wil en welbehagen", over onmogelijke wezens in onmo gelijke landen, nadert zijn geest zijn eigen hooge hemelen en stijgt hij tot de grootsten der Grooten. Freddy Bartholomew en Spencer Tracey in Captain Courageous (Stormduivels) Passage Theater, Den Haag tiek Captain Courageous" Stormduivels (Passage theater, Ben Haag) Souls at Sea'1 De ondergang; van de William lirown (Tuschinski-theiiter, Amsterdam) VICTOR Fleming en Harry Hathaway filmden ieder een stuk romantiek van de zee, ge zien van zeer verschillende kant. Fleming geeft in Captains Courageous" het vissersleven en meer speciaal de grote kabeljauwvangst als achter grond van de geschiedenis van een verwend en van karakter reeds tamelijk bedorven millionnairszoontje, dat door de harde rea'.itëit van het leven en sterven aan boord van een vissersvaartuig een flinke en brave jongen wordt. Hathaway geeft in Souls at Sea" een veel fellere romantiek, tegen de achtergrond van de slavenhandel ongeveer een eeuw geleden, met schipbreuk, strijd en liefde. Fleming heeft hierbij het voordeel van een scenario dat aanmerkelijk gaver is en ons nader staat wat betreft tijd en onderwerp. Het jongetje dat meent door middel van zijns vaders macht en rijkdom alias te kunnen verkrijgen en als halve wees met een vader die geheel door zijn zaken in beslag wordt genomen, naast krachtige ook liefde volle leiding mist en deze beide in primitieve en vaak moeilijke omstandigheden vindt, is als figuur geen gewaagde constructie. Het bezwaar tegen de uitwerking van dit gegeven door Fleming is, ondanks een filmisch zeer vlotte en boeiende verhaaltrant en een uitstekende be zetting met Freddy Bartholomew en Spencer Tracy in de hoofdrollen en goede figuren om hen heen een manco aan realiteit en een surplus aan sentimentaliteit. Zowel het milieu van den jongen als He vissersschepen en alles wat zich daarom heen afspeelt zijn uitstekend weergegeven. Alleen de geschiedenis van het jongetje Harvey verloopt wel wat al te vlot. Het karakter ontwikkelt zich aan boord van het vissersschip wel wat al te rechtlijnig in de goede richting en de geschiedenis wordt naar het slot toe wel wat al te sentimenteel. Ten slotte blijft het harde leven, ondanks de tragiek van de dood, toch vriendelijk en de tranen in de ogen van de gevoelige bioscoopbezoekster worden door het sentimentele element en niet door de harde reali teit opgewekt. Maar ten slotte gaat men ook naar de bioscoop om prettig te huilen en men kan het Fleming dus niet te zwaar aanrekenen dat hij ons ook prettig naar huis laat gaan. Net als Harvey en zijn vader, die elkaar aan het slot toch hebben gevonden", prettig naar huis rijden met de roeiboot van den doden vriend, aan wie Harvey een flink karakter dankt, achter de auto gebonden. Nadat de twee dure kransen van vader en zoon op het zeemans graf zich symbolisch samenvoegden. Het gaat in het werkelijke leven meestal toch minder gemakkelijk l Souls at Sea VRIJWEL hetzelfde kan gelden voor het werk van Hathaway. Ook hier goede beelden en goede figuren met Gary Cooper en George Raft Nieuwe films van zee 0 vooraan, maar ondanks alle verschrikkingen toch een manco aan realiteit, dat hier in de eerste plaats te wijten is aan de beide vrouwen. Het zou merkwaardig zij.i eens na te gaan hoe vaak op de films een ten koste van veel kunnen en veel ,,Aufwand" tot stand gebrachte situatie een voudig wordt kapot gemaakt door deze dames, waarmede men onder alle omstandigheden in het salon blijft. De film vanjrlathaway getuigt inderRonald Colman: In het Tibetaansche klooster; in de film Lost Horizon daad van veel kunnen en van veel Aufwand", maar men kan eenvoudig niet geloven dat deze vrouwen, zelfs in het water, nat zouden kunnen worden. Wij kunnen ten slotte, vooral in de roman en op de film, best geloven in liefde, strijd en dood binnen een betrekkelijk klein bestek, maar een 'teveel aan liefde in close up kan zelfs een regisseur als Hathaway niet binnen het kader van zijn verhaal houden. Slotscène uit Captain Courageous, met o.a. Freddie Bartholomew en Lionet Bartholomew China op het witte doek ,,China, Waarheen?" (Zondagmorgenfilm in liet City Theater, Amsterdam) CHINA staat door het conflict met Japan in het middelpunt van de belangstelling en de bioscoop haast zich van de conjunctuur pro fijt te trekken. Hetzij dat wij als film van dezen tijd" Alarm in Peking" te zien krijgen (overigens ten tijde van de Boxer-opstand) met een zeer gemiddeld film verhaal van heldenmoed, liefde en de film-humo ristische kant van de oorlog plus een aantal kenne lijk als Chinees verkleede Europeanen met raadsel achtige gezichten, hetzij een reeks losse beelden van religieuze gebruiken en andere voor de vreem deling vreemde dingen uit een vreemd land tezamen met oude jour. naals van de vorige Ja panse aanval op Sjanghai. Hier bovenuit gaat de film over China, welke onder de titel China, Waarheen" door een Zwitsersche maatschap pij wordt gebracht, met in het algemeen zeer goede en door zijn onderwerp altijd interessant camerawerk van den operateur Berna. Deze film is vooral daarom [ van belang, omdat deze meer geeft dan de bekende min of meer losse beelden van landschap, steden en vreemde gebruiken. Berna geeft behalve dit en boven dit een beeld van het volk en zijn arbeid. Een beeld van de millioenen, die niet slechts in schilderachtige kleedij in prachtige tempels voor kunstvolle beelden buigen en knielen in vreemde ceremonie. Hij laat ons ook een volk zien, dat zwoegt voor zijn dagelijks brood, nomadiserend met zijn kudden op de steppen van het noorden; ploegend op de akker, waar de tredmolen voor de bevloeiing heden nog precies als voor meer dan duizend jaren werkt; op de boten, waar het hekwiel eveneens in beweging wordt gebracht door de tredmolen, of aan de sleeplijn Wolgaschlepper" zonder de bekende romantiek van de grammo foonplaat. Daarnaast het nieuwe China in vreemd contrast tot het oude, waar een moderne school jeugd levendig aandeel neemt aan de politiek en schoolkinderen in felle redevoering tegen Japan tot eenheid en strijd opwekken. Een stukje in scène gezet boerenleven laat beter dan alleen door middel van de toevallige beelden der zuivere documentaire mogelijk is, iets zien van het dagelijks leven en de nood van deze massa van het wijde platteland, ge plaagd door droogte, overstroming en burgeroorlog, die nu onder de druk van buiten zich sneller gaat moderniseren. Beelden, ter illustratie van de dagelijkse kranten berichten, van een land met nog ongekende moge lijkheden, zowel van rampen als van ontwikkeling en voorspoed, welke echter alleen mogelijk is onder eigen leiding en niet als wingewest van het Japanse imperialisme. China, waarheen? De fantasie-machine ,.Lo*t Horizon'* (City-theater, Amsterdam) DE naam welke Fülöp-Miller destijds aan de film gaf, blijft hier toepasselijk. Niét alleen voert de roman van James Hilton, waarnaar Robert Riskin het draaiboek voor het Verloren Paradijs" maakte, ons naar het rijk van de fantasie, maar de gehele film van Frank Capra is technisch n stuk verwerkelijking van fantasie en een bewijs van de middelen waarover de filmtechniek beschikt, het technisch kunnen van de regisseur Capra inbe grepen. En wij kunnen vaststellen dat de wijze waarop Capra deze fantasie verwerkelijkte bijna overal bewondering wekt. Het is niet nodig hier de millioenen-getallen van Hollywood te herhalen om een idee te krijgen van de technische inzet en de mate van beheersing daarvan, waar wij hier het resultaat van zien. Het werk van Capra. schijnt mij in dit verband belang rijker dan het verhaal van Hilton, al weet ook hij niet overal storende vragen en critische opmerkingen als b.v. hoe midden in een onbereikbaar deel van Tibet zo'n prachtig en wëlingericht modern gebouw van Frank Lloyd Wright kon verrijzen te voorkomen. Met andere woorden, hij bereikt niet overal het meesterschap dat ons inderdaad willoos meevoert in het rijk van de droom. Overigens is deze vlucht naar het paradijs uit een zich zelf verscheurende wereld van onze dagen even zeer begrijpelijk als dit paradijs een typisch paradijs is van de hedendaagse mens, die zelfs in zijn stoutste dromen zich zelf en wat hij om zich heef topgebouwd in geen enkel opzicht in werke lijkheid kan ontvluchten. D. C. VAN DER POEL Contrasten uit het hedendaagse China: moderne schooljeugd en boeren uit het Noorden; uit: China, waarheen?" (Zondagmorgenfilm, City Theater, Amsterdam.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl