De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 2 oktober pagina 6

2 oktober 1937 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

% \ ?*' Film Schilderkunst Edgar Fernhout: Perziken tusschen plantjes" Jan Engelman Tentoonstelling E d g. Fernhout (Kunstzaal Van Lier, Amsterdam) HET heeft er den schijn van, dat het werk van de Nieuwe Realisten en hun omgeving (uit gezonderd dan dat van Pyke Koch, die een dwarse is. een meer dwarse dan de anderen) in den de kleur, die men nog niet bij hen vindt. De Venetianen en hun erfgenamen hebben hun, die in zeker opzicht de primitieven van dezen tijd zijn, n'en déplaise de verzorging van hun factuur de Venetianen hebben hun iets te leeren, dat wel altijd blijft behooren tot het wezenlijke van de Europeesche schilderkunst. Boven de pijnlijke zorg gaat in de kunst uit de groote liefde voor de stof, die gestreeld j,? -.i, i ,? i. :n heef'. «?« '-J V-' .?1 zijn r n H-n van geest doorstraald. steilheid der individualiteiten, voor een zekere saamhoorigheid. Zonder twijfel beteekent het werk van deze minutieuzen een nieuwe phase in de schilderkunst van ons land. Aan de peripherie van de ismen", tot en met het surrealisme, dat nog op sommigen van hen eenigen invloed had, hebben zij zich, met een merk waardige gelijktijdigheid en zekerheid, gericht op de werkelijkste werkelijkheid, op soliditeit en vakman schap. Maar ook op een dramatische of verfijnde bewogenheid van den geest, die nog door sommige toeschouwers wordt miskend. Hun schilderkunst is een van die tijdsteekenen, welke de maatregelen tegen de ontaarde" kunst in Duitschland tot zoo'n groote overbodigheid maken. Het werk van deze Nieuwe Realisten is verzekerd van een, betrekkelijk snel gekomen, succes. De Hollander koopt eigenlijk' gaarne schilderijen, maar hij koopt niet bijzonder graag datgene wat niet de teekenen van uiterlijke duurzaamheid vertoont. En deze treft hij wel aan in de schilderijen waarvan hier sprake is. Treft hij er nog wat anders in aan? Zooveel te beter maar niet in alle gevallen is men zeker daarvan. Een gevaar is er wel, bij dezen opmarsch van Könnerschaft". Scheppende kunstenaars zijn uiter aard exclusief op hun speciaal terrein, zij bezitten in sterke mate den zelfverdedigingshartstocht en zijn geneigd om af te wijzen wat niet van hun visie is. De criticus, hoezeer ook willig om het talentvolle te steunen, kan daar niet aan toegeven. De kunst is niet monopoliseerbaar, zij is een steen met duizend facetten. En zoo blijft het goede zede, alleen het zwakke en waardelooze te verwerpen, onverschillig of een bepaald symbool of bepaalde vorm werd ge kozen. Er zijn nog andere mogelijkheden dan die van de Nieuwe Realisten. Er blijven de groote ,bewogenheden van het gemoed die zij niet realiseeren, er blijft vooral de fougue, de vaart, de vibratie van CT>'~Ar? KcKNHOUT verblijft aan de azuren C kvj' '*.!? Ita'.iëen het is aan zijn voorstellingen te zien. Ld t cis laat in hem echter niet een kunste naarschap opstaan of uitgroeien, dat niet reeds aan wezig was. Het decor van zijn leven is veranderd, maar het verblijf in het Zuiden beïnvloedde niet zijn vorrnbegrip of kleurgevoel. Hij bleef de uiterst zorg vuldige afbeelder van zijn naaste omgeving. De derde generatie Toorop, die anders wil wezen dan de moeder en de grootvader, die het samenvattende, symbolische, romantische en sociale verving door het analytische en beschrijvende. Als hij kracht heeft, dan ligt de kracht van Edgar Fernhout in het aan brengen van fijne, subtiele nuanceeringen. Is er tóch symboliek in het dorre blad dat hij in de fond van zijn Zelfportret schildert, of is dit een speelsche accessoire? Hoe het zij, men moet zijn verdiensten zoeken daar, waar intieme bewegingen, men zou haast zeggen een verfijnde huiselijkheid, den zeer objectieven vorm dieper inhoud verleenen. Makke lijk en vrij komt dit niet bij hem los. Maar het komt los. Het komt vooral los in het zeer gave en gevoelige stukje, een goede zakdoek groot, van de perziken die tusschen plantjes liggen. Hier is wel niet de grootheid in den microcosmos, die we bij het Rasenstück van Dürer aantreffen, maar er is een aanhoudende, indringende toon waarneembaar, er is een fraaie eenheid van atmosfeer en een werkelijk doorvoeren van de kleur, die saamgroeit met de vormen. De detailleering, zeer ver doorgevoerd, be wijst hier slechts haar noodzakelijkheid. Men Vindt dat ook in partijen van het Stilleven met Glas (maar de lucht blijft hier uitgeknipt"). Men vindt het in het incarnaat en de lake.is van het Liggend Naakt (maar de grijze fond is niet ver werkt", hetgeen de gevoelige schildering van het verschiet misschien nog sterker benadeelt dan die van het lichaam). Men vindt het sterk in de Bloeiende Vlierstruik, blaadje na blaadje geschilderd, maar toch een verschijning geworden, een festoen dat van innerlijke bewogenheid en aandachtige liefde de kenteekenen draagt. Zoek bij Fernhout niet de bittere somberheid, die Hynckes eindeloos verstorven lijdensemblemen doet schilderen. Zoek bij hem niet de hypernerveuze spanning en het drastisch-interessante, verrassende van Koch. Zoek bij hem, in zijn beste oogenblikken, een weergave van de stof, welke, behalve geduld, ook een zekere intimiteit der ziel verraadt. Roman van een Chinesen boer The Good Earth"; (Alhambra, Boyal en Corso Theater, Amsterdam) SIDNEY Franklin's film naar de roman var. Pearl Buck blijft ook in deze vorm de roman van een Chinesen boer. De aarde is hier niet in de zin van Dovzhenko's Aarde" alles beheersend geworden. Zij» blijft de achtergrond van dit leven van dit bepaalde , leven waardoor deze film inderdaad de roman van l Wang en zijn vrouw 0-Lan, en niet een epos van het boerenleven is geworden. Roman in die zin dat het bij-1 zondere hier het algemene overheerst en het toevallige j lot van Wang en de zijnen geenszins het lot van de j Chinese boer in het algemeen is, hoezeer ook het eerste : deel van de film een verdere ontwikkeling in dezeJ richting doet vermoeden. *' Voorzover de film deze spreekt zo voor zich zelf, dat men moet abstraheren van het boek van Pearl Buck ons het leven van den armen en van den rijken boer wil laten zien, stonden twee mogelijkheden open. Men zou deze kunnen onderscheiden als de communistische en de burgerlijke of, om concreter te blijven bij de verge lijking welke zich ten opzichte van deze film opdringt: De Russische en de Amerikaanse. De Russen zouden de tegenstelling tussen den armen en den rijken boer als een klassetegenstelling, dus als een tegenstelling in het algemeen hebben gegeven. De Amerikaan geeft het contrast tussen armoede en rijkdom ten opzichte van dezelfde persoon, een toevallige speling van het lot, waarin dus tevens plaats is voor het persoonlijk drama tisch conflict, dat door deze speling van het lot ontstaat. HET is, nu deze film in de gegeven vorm voor ons vertoond wordt, niet van belang een voorkeur voor n van deze beide mogelijkheden uit te spreken. Het tegenover elkaar stellen daarvan kan echter ook bij de enkele waardering zijn nut hebben. The good earth" geeft wel een sterke sociale milieu- i schildering, maar nauwelijks een sociaal conflict, omdat |' het lot van de familie Wang in zijn verdere uitwerking niet het lot is van de duizenden, waaruit hij is voortge komen. De milieuschildering is, vooral in het begi i waar deze nog niet aan het persoonlijk conflict is dienstbaar gemaakt, uitstekend en op vele plaatsen schoon in de goede zin van het woord: versterkend en niet afleidend. Door de toevallige omstandigheid dat China op het ogenblik in het brandpunt van de belangstelling staat, geeft de interessante documentaire film China, waar heen?" de gelegenheid tot een vergelijking met de filmroman The good Earth", welke de laatste op alle punten waar deze mogelijk is, goed verdraagt. Zonder twijfel is dan ook het deel van deze film, dat een recon-, structie geeft van het eenvoudige leven met zijn harde werken, zijn kleine vreugden en het grote drama van^ de hongersnood, waarin het lot van Wang en de zijnen nog deel is van het lot van de duizende boeren uit hef' Noorden, die door de droogte worden verdreven en in armoede elders hun leven slijten in de hoop te kunnen terugkeren zodra de bevruchtende regen weer zal komen, vrijwel het belangrijkste. Hiertegenover blijft de massa-scène van de plundering, ondanks alle kwali teiten welke ook dit deel stellig heeft, verre de mindere. Het leven van Wang als rijke man, nadat zijn vrouw bij de plundering een zakje met juwelen heeft gevonden, concentreert meer en meer de aandacht op de personen, tot de strijd tegen de sprinkhanen Franklin de gelegen heid biedt zijn kracht nu inderdaad ten opzichte van een omvangrijk gegeven en materiaal ten volle te ontplooien. Het grote conflict ligt daar, waar de boer Wang door zijn rijkdom van de goede aarde en van zijn trouwe 0-Lan en zijn oude vriend vervreemdt en, zoals het den rijken man past, een tweede vrouw in huis neemt die hem zelfs bijna met zijn zoon doet breken. De komst van de sprinkhanenzwerm doet den boer in hem wederom ontwaken en met zijn zoons en de mensen uit de om geving vecht hij tegen de bedreiging van de oogst, waarbij de overwinning tevens de overwinning be zegelt van den boer, die terugkeert naar, ,de goede aarde". VOOR de hoofdpersonen ligt natuurlijk in dit conflict de grote rol, al moet worden vastgesteld dat Paul Muni als de boer Wang en Louise Rainer als 0-Lan misschien toch hun grootste prestatie leveren in de wijze waarop zij als Europeanen beiden zijn afkomstig uit Weenen den eenvoudigen Chinesen boer en zijn vrouw, de arme keukenslavin uit het grote huis", weten uit te beelden. Later als Wang zelf het grote huis" heeft kunnen kopen, is het vooral Luise 'Rainer die uitblinkt door de wijze waarop zij de stille, bescheiden 0-Lan speelt. Ook de andere hoofdfiguren, die door Amerikanen worden gespeeld, o.a. de oom" van Walter Connolly, wekken vaak bewondering en Muni toont weer eens hoezeer hij de mogelijkheid om zeer verschillende figuren uit te beelden, zonder dat hij daarbij zich zelf in de weg blijft staan, b.v. op Harry Baur vóór heeft. In totaal is deze laatste film, welke onder leiding van Irving Thalberg als productieleider werd gemaakt, weer eens een verheugend bewijs dat Amerika ook anders" kan. De vijf millioen welke deze film heet te hebben gekost, zijn hier niet omgezet in klatergoud en andere middelen om het grote publiek te imponeren, zodat men in dit werk inderdaad dan ook meer de drie en een half jaar arbeid dan de millioenen als basis speurt. D. C. VAN DER POEL Fritz Lang op volle kracht ,,You only live once" (?Uitstel van Executie") City-theater, Amsterdam FRITZ Lang gaat met zijn tweede grote film in Amerika door in het genre van Fury". Deze eerste film was een verrassing door de wijze waarop Lang zijn grote kracht, die hij voorheen vrijwel had toegespitst op het thema van de misdaad en de sensatie om de sensatie, dienstbaar maakte aan de strijd tegen het lynchen. Ook ditmaal raakt Lang een groot sociaal probleem aan: het noodlot van den misdadiger, die door zijn ver oordeling voor altijd tot de misdaad gedoemd is. Tegen over dit noodlot stelt hij het recht op leven op de kans om te leven voor elk mens, dat in de titel You only live once" nog maar zwak en in de Neder landse vertaling Uitstel van executie" nog zwakker is uitgedrukt. Lang stelt dit probleem, evenals Fury" met al zijn kracht en evenals met Fury" komt hij hiermede bijna overal uit boven de toevalligheden van het scenario, waardoor hij ondanks deze toevalligheden die op zich zelf gezien wel eens een grote omvang aannemen zijn pleidooi geheel op een ver daar boven uit gaand plan brengt. De mens die hij ons hier ten volle tekent is niet het slachtoffer van een paar noodlottige gebeur tenissen, die het scenario handig combineert, maar zijn noodlot is dat hij tussen het raderwerk van het apparaat is geraakt, dat onze maatschappij is. De typische hardheid van Amerika met iets van de wreedheid, welke Lang in zijn werk kenmerkt, n zijn vermogen de spanning tot het uiterste op te voeren, maken deze film buitengewoon suggestief, al zijn de middelen hier niet altijd toegepast met het evenwicht dat Fury" kenmerkt. De eerste inzet met het statische beeld van de poort van het Justice court" stelt de zaak onmiddellijk raak, de hardheid van het ontslag bij de transportmaatschappij is juist door de grote eenvoud van een uiterste werking. Daarentegen is het merkwaardig een zekere onmacht van Lang te moeten constateren ten opzichte van een vriendelijker beeld. De liefde wordt hier soms even honingzoet als in een gemiddelde Amerikaanse film (het paar in Fury" was in het begin veel beter) en het beeld van den goeden gevangenispredikant gaat bij zijn dood wel even fotografisch over de schreef. De scènes in de gevangenis en vooral de vlucht in de auto tonen Lang weer in zijn volle kracht en speciaal de laatste stelt het probleem van de out-cast buiten de orde gesteld, waardoor zijn levensdrang tot strijd op leven en dood met die orde moet leiden onweerstaan» baar suggestief in een zeer menselijk licht. You only live once" is door dit alles meer dan n sterke film", het is n van de films, waarmede Fritz Lang bezig is een klasse op zich zelf te vormen. D. C. VAN DER POEL Sy/wo S/dney en Henry Fonda in ,,Uitstel van Executie" (City-Theater) Luise Rainer en Paul Muni in The Good Earth" 't"*"*'brat Royo/ en Corso Theater, Amsterdam) Rad io-Stethoscoop - LOereldomroep^en radio v r ede OOK Nederland zal zich hoogstwaarschijnlijk eer lang via den aether tot de wereld gaan richten. Met de instal latie der Contactcommissie voor de Werelduitzendingen is, na den eer sten stap van eenige provisorische experimenten, een tweede schrede gedaan op het voor ónzen omroep nog geheel braak liggend terrein der radio-wereldpropaganda. Na Moskou, Berlijn en Tokio op beperkter schaal ook Barcelona en Sevilla gaat de stem van Nederland zich richten tot een ieder in de wereld, die haar ver nemen wil en kan. Dit willen zal afhangen van hetgeen die stem zal hebben te verkondigen, het kun nen is meer een technische kwes tie. Maar in ieder geval kunnen we met een schoone lei beginnen, zooals de voorzitter der Contactcommissie, prof. mr. P. S. Gerbrandy, in zijn installatierede vast stelde. Het is te betreuren, dat bij ge breke aan initiatief op dit terrein van de zijde der Nederlandsche omroeporganisaties thans van overheidswege moet worden in gegrepen om tot stand te brengen, hetgeen sinds reeds jaren tot de taak van deze omroeporganisaties moet worden beschouwd", ver weet prof. Gerbrandy onzen clubs van luisteraars; een verwijt, waar van de billijkheid zich ernstig in twijfel mag zien getrokken door de overweging, dat een eventueel willen in het kunnen een te krachtigen weerstand vond. Of zou dit verwijt zich rechtstreeks richten tegen den toestand van verdeeld heid en versnippering in onzen om roep ? In dat geval zou reeds de instal latie der Contactcommissie ook voor onzen eigen omroep rijke vergezichten openen. Want dan kan men deze commissie zien als een overbrugging van nog immer niet vereenigbaar gebleken opvat-. tingen, die dezen omroep tot dus ver verdeeld hield; tot schade van de beurzen der vrijwillige contribuahten, die, ondanks alle wed ijverende studio-vernieuwingen, nog geen omroep kregen, waarop zij op basis van het totaal hunner bijdragen aanspraak maken. Dan kan men de Contactcommissie be groeten als een mogelijkheid tot uitkomst uit het moeras, waarin onze eenheid in den aether voor goed dreigt te verstikken. LJET is ten tweeden male de rel* geering, die met geheel an dere hoofdbedoelingen de omroepvereenigingen tot samenwerking noodt en noopt. Den eersten keer was het de Nozema, die ter ver zorging van technische belangen de organisaties tot een zekere een dracht tezamenbond. Thans zullen het onze werelduitzendingen zijn, die de in gewapenden vrede leven de organisaties tot gemeenschappelijken arbeid noodzaken. Voor waar, er gloort een dageraad aan den einder van het Nederlandsche omroepf irmament. Op de verwezenlijking van een Nederlandschen wereldomroep zij hier niet vooruitgeloopen. Het zal de Contactcommissie aan sugges ties voor haar arbeid niet ontbre ken en voorloopig willen wij haar de onze besparen. Voor thans zij volstaan met de verblijdende mo gelijkheden te signaleeren, die de instelling van deze Contactcom missie niet slechts voor een we reldomroep maar tevens voor het op grooter schaal maar in kleine ren kring arbeidende omroepbe drijf opent. Het ware ontactisch, de omroepvereenigingen thans reeds schichtig te maken met mo gelijkheden, die deze commissie wel wachten zal rechtstreeks tot uiting te brengen en die trouwens buiten den oogenblikkelijken opzet van haar streven vallen. Maar deze mogelijkheden zijn te doorzichtig dan dat men haar zou behoeven te camouf leeren of onkundigheid van haar bestaan te veinzen. Behalve een zoozeer begeerde eenheid in onzen omroep, die een beschamend figuur als bijvoor beeld weer werd geslagen ter ge legenheid van de uitzending der plechtigheden bij de opening der Staten-Generaal onmogelijk zou maken, zou een hecht contact tusschen onze samenwerkende om roepvereenigingen en de overheid op den duur ons misschien ook kunnen verlossen van een eigen wijze en domme censuur, waar mee in onzen omroep de Neder landsche vrijheidszin op vaak zoo pijnlijke wijze wordt geridiculi seerd. G. K. KROP PAG. 10 EN II DE GROENE No. 3148 'V «

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl