Historisch Archief 1877-1940
ly*9^>^ .',:
????>, .90»,!,. j ? ,,-;?. ?? , ? ?***^^~w{,»,VJ:. .-.-, .,.-???! '.-?"?
r
?'..-,.*»
r- ?«'.*.
l v* j
r *?; - i-i
-?;#
'
Humor in de Politiek
ZIN voor humor is niet de sterkste kant van den
Nederlander. Velen, die er ongevoelig voor zijn,
tonen zich zelfs geneigd, er aanstoot aan te ne
men, op zijn minst er een tekort in te zien aan ernst.
Het ergste alzo, wat den politicus wedervaren kan.
Mr. Theodoor Heemskerk (?het jolig Christendom")
heeft daar wat mee te stellen gehad. En ook zijn
navolgers in het humoristische, als b.v. zijn jongere
partijgenoot Mr. S. de Vries, plachten geen andere
ervaring te boeken. Want de humoristen zijn weder
kerig geneigd, elkander te ontzien, en de voor
humor ongevoeligen plegen te reageren, alsof zij
zwaar waren verongelijkt.
Aldus zal wel verklaard moeten worden, waarom
in de Nederlandse politiek de humor altijd zeldzamer
is geweest dan op allerlei ander gebied, waar men
hem trouwens óók niet alle dag tegenkomt. Maar
er is nóg een factor, die hier belemmerend werkte.
In een parlement moet uit de aard der zaak de
humor tot zijn recht komen langs mondelinge weg.
Hij moet, zou men aan het toneel zeg
gen, over het voetlicht worden gebracht.
En daarvoor zijn nog heel andere dingen
nodig dan geestigheid alleen.
Roodhuyzen en Ketelaar beschikten over
die .technische gaven, en werden erom
gevreesd, vooral in de interruptie. De
eerste gebruikte daarbij zijn neus als
een trompet en maakte aldus zijn
snakerijen tot klaroenstoten. De laatste
had een snerpende bas, die niet boven
het debat uitklonk, maar het aan
flarden scheurde. Had Ijzerman (wij
bedoelen den jongere van deze naam,
die nu nog in de Kamer zit) over zulk
een voordrachtskunst beschikt, hij zou
tot de beroemdste humoristen in de
politiek hebben behoord. Toen Kooien
nog president was van de Kamer, zei
hij mij eens, dat hij bij het nalezen
van een rede van Ijzerman in de Han
delingen" verbluft was geweest over
de stoute zetten, die hij daarin had
aangetroffen, maar die hem als scherp
luisterend president toch ten enenmale
waren ontgaan. In kleinere kring was '
dat anders. Wie meer dan eens het
bulderend gelach in een vergadering
van de sociaaldemocratische fractie
had kunnen beluisteren, zou weinig
hebben vermoed, dat er toch op dat
ogenblik niets anders aan de hand was
dan het droge agendapunt notulen",
door den secretaris Ijzerman ten beste
gegeven. Maar als dezelfde man in de
Kamer den minister Simon de Graaf f,
wiens voorlichting daar niet altijd a la
lettre werd genomen, op een historische
verhandeling onthaalde over het tekort
aan oprechtheid bij den Graaf de Saint
Simon, ging zulke fijne scherts in het
gewone rumoer verloren. Ware zij
door Heemskerk voorgedragen, zij zou
klassiek zijn geworden.
A. B. KLEEREKOPER
Statenzaal van Noord Holland de vonken van zijn
vernuft spatten liet, waarmede hij ook zo dikwijls
in de sombere pleitzaal der gerechtigheid het licht
der geestelijke vreugde ontstak: Meneer de Voor
zitter, de geachte spreker van zoeven deed mij
levendig denken aan het orakel van Delphi. Welis
waar rusten zijn voeten niet op een drietand, veeleer
op een warme stoof. Maar de overeenkomst schuilt
in de volslagen onbegrijpelijkheid van de uitgestoten
klanken. De geachte spreker houde mij ten goede,
dat ik niet de priesteres ben, die ze verklaren kan ...
Daarbij ging dan de scherp-gelijnde kop boven de
naar voren gebogen romp als in ootmoed omlaag,
en de slanke hand spitste zich in een gebaar, zo fijn,
dat het zich met de klassiciteit der beeldspraak
vereenzelvigde.
Precies het andere uiterste was Goeman
Borgesius, uit wiens onverstaanbaar gemompel zich eerst
geleidelijk .een vertoog placht te ontwikkelen,
waarin alleen voor de dorre redelijkheid van den
JA, Heemskerk was wel de primus
inter pares, als het op humor aan
kwam. Wij denken hier niet zozeer aan
zijn uitbundig gebarenspel, dat wel
stormachtige vrolijkheid placht uit te lokken, maar
dikwijls nochtans de indruk opriep, dat het een
tekort aan voorbereiding en dientengevolge aan
argumentatie dicht moest dekken. Want déver
bluffende vlugheid en scherpte van geest, waarop
hij bouwen kon, lokten hem bij herhaling in dat
gevaarlijk parket. Neen, het levende woord, precies
op tijd geplaatst, te hoffelijker naarmate het scherper
was, en nooit verlaten van een hartdoordringende
menselijkheid, maakte hem tot den humorist bij
uitnemendheid. Wie daar niet van harte om lachen
kon, het slachtoffer incluis, was toch wel zo wijs,
daarvan geen blijk te geven en achter een grijnszijn te
leurstelling over het verloren spel schuil te doen gaan.
In de puntigheid van de formulering was deze
spotter een meester. Toen een nieuw lid in de
Kamer verscheen, eloquent maar ook bewegelijk
als weinigen, en bij het redevoeren fel gesticuleerde
en voortdurend uit zijn bank schoot van onbetoomd
temperament, was Heemskerk op slag klaar met
zijn begripsbepaling van dit nieuwe natuurverschijn
sel: ,,Is dat welsprekendheid? Het is
Kamergymnastiek!"
Voorwaar, het- was -geen toeval,' dat deze man' zo
nauw bevriend was met Kappeyne van de Copello,
die niet alleen in de Eerste Kamer, maar ook in de
ABRAHAM, DE KLEINE"
Caricatuur van Patrick Kroon In Da Ware Jacob, op de'verkiezingsnederlaag
in 1905 van Kuyper, door Alfaert Hahn Sr/eens zoo treffend
als ,,Abraham, De Geweldige" uitgebeeld.
Groninger plaats scheen te zijn. De gedachte, dat
hij een humorist was, zou hij zeker met goed ge
speelde ontsteltenis van de hand hebben gewezen.
Maar toch.... ik doe er geen eed op. Als hij, zo
bij menselijke vergissing, van de heren
Berekoper en Van Kleresteijn" sprak, dan wel bij de
behandeling der West Indische aangelegenheden
gewaagde van ,,de begrooting van Surinou", dan
trok hij daarbij een onschuldig gezicht, alsof hij niet
tot tien kon tellen. Maar zijn hoorders waagden dan de
onderstelling, dat hij het wel over de twintig bracht.
BEHOORT ook Marchant tot de humoristen ?
Ik twijfel. Dat deze geest vol kleur en leven
is en zijn hoorders op de ene rake zet na de andere
onthalen kan, is buiten kijf. Maar hij brengt alles
tevoren op schrift, en de humor leeft nu eenmaal
niet zonder de illusie, dat hij uit een plotselinge
inval opflitst'en bliksemsnel tussen het hek der
tanden doorglipt. Maar bovendien, de. spot van
door hem zelf opgeroepen. Daarom worden 's mans
menselijke gedragingen dikwijls zo weinig begrepen,
omdat dan de strijder achter het harnas verward
wordt met den gevoelsmens, die achter die rusting
schuil gaat.
En Nolens ? Hoe kan het zijn, dat wij aan dezen
humorist bij uitnemendheid nog niet geraakt
hebben? Omdat hier de beschouwing over de stem
en de voordracht, die onze inzet vormde, ons
volslagen in de steek laat. Monseigneur had nauwe
lijks wat men nog een stem noemen kan. Hij sprak
toonloos, schor zelfs. En over voordracht beschikte
hij evenmin. Het werd alles in dode gelijkmatigheid
voorgelezen, terwijl het potlood in zijn hand machi
naal de regels volgde van het handschrift, dat hij
vóór zich had. Doch bij hem, o, merkwaardige
uitzondering t, werd daardoor de humor niet
gefnuikt. Die deed geen beroep op het vocale,
omdat hij bestond uit gelaatsmimiek en gebaren
spel. De tikkende ring, die als metronoom voor
onmatige redenaars gehanteerd werd,
is spreekwoordelijk geworden. Dit ge
duchte wapen echter dateerde eerst
van de latere jaren. En het was niet
het meest gevreesde, waarover doze
nauwkeurige kenner der menselijke
zwakheden beschikte. Veel gevaarlijker
nog voor den man aan het woord
(vriend of tegenstander.... de zin voor
humor ging bij hem boven alle staat
kundige verdeeldheid uit) was zijn hand,
wanneer die als een niet meer in te
tomen wanhoopsuiting omhoog werd
gestoken. En nóg dodelijker voor den
redenaar was het,als die effen kop boven
het priesterboordje met het paars hem
peinzend bekeek, met de blik vol ont
zetting, waarmee een rechtgezind bur
ger nu in de gruwelhal van München de
.artistieke uitspattingen aan de wand
aangaapt. Geen snerpend gesis of een
schrille f luitstoot desnoods had een ver
nietigender uitwerking kunnen oefenen.
En dit was nu, wonderlijk genoeg,
ondanks het fatale effect, een spel van
spot, dat geen medelid ontstemde, zelfs
het arme kind van de rekening niet.
Want deze niemand ontziende had ieders
goede gevoelens, en hij mocht bovendien
(alle Nederlanders, geloovig of niet, zijn
een beet j e kerks), als priester van zo hoge
rang, altijd iets meer dan een ander.
O, wij hadden u gegund om te zien,
hoe de statige figuur, in de paarse man
tel, zeker van het effect zijner verschij
ning, op de derde Dinsdag in September,
na het langdurig reces, dwars door de
Ridderzaal, met verrukte voortvarend
heid allereerst toetrad op.... Lingbeek,
met een uitgestoken hand en de lokkende
glimlach van eindelijk weer verenigd!"
Gén humor in de politiek kon vol
maakter zijn dan deze.
Denkt echter niet, dat deze spotter zijn
mond nooit gebruikte. Maar hij deed het
zo, dat allén de kring om hem heen,
waarvan hij op het spreekgestoelte nim
mer was verlaten, hem horen kon, terwijl
hij veilig buiten het bereik bleef van de
optekenlustige stenografen. Hoe kon hij, midden
onder het voorlezen van een plechtig adres aan de
Kamer, waarover hij als voorzitter van een com
missie had te rapporteren, zich statig voorover
buigen en verklaren: Je vraagt je toch af, waar ze de
onzin vandaan halen." Dit dan in goed Limburgs
dialect. Waarop hij dan met onverstoorbaar gelaat
en plechtige intonatie de voorlezing vervolgde.
Ook mag hier, als karakteristiek van zijn humor,
nu wel verteld worden, hoe hij Schaepman, die
hem zijn nieuwste gedicht had ter lezing gegeven
en gespannen op zijn oordeel wachtte, mededeelde:
Poëzie laat zich beter lezen dan proza. De dichters
laten tenminste .aan beide kanten van het blad
een strook onbeschreven, waar men niets mee te
stellen heeft."
In zijn grondbetekenis doet humor denken aan
vocht, aan tranen met name. Zie Horatius. De
politiek nu is veelal een droge aangelegenheid.
En tranen worden bewaard voor de binnenkamer.
Zelfs de minister, die zoeven is gevallen, behoudt
Marchant heeft altijd de scherpe kant der ironie, en
de vreugde, die hij oproept, neigt immer tot leed- krampachtig de glimlach om zijn mond- Van de
vermaak. Dit komt voort uit de behoefte, die hij tranen der binnenkamers heb ik uit de aard der
met 'zoveel 'andere diep-gevóeligen gemeen 'heeft;-?zaak-geen weet. Op ten hoogste n uitzondering
om de-tederheid van hun hart niet bloot te geven. na. Maar u zult mij ten goede houden, dat ik aan
De scherpe" Marchant ia een publiek misverstand, deze humor verder het zwijgen toe doe.
El/o
en ik
stellen
gastvrijheid
werkelijk buiten
gewoon of) prijs, Mrs.
Creighton". (Peter Ar.io
in de New Yorker")
PUNCH
en de Amerikaansche bladen
J. H. HUIZINGA
I T is so easy to be witty and wicked and so hard
to be witty and wise". Met deze woorden, eindigde
de godsdienstoefening compleet met Te Deum
en gebed ter eere van het 5o-jarig jubileum van
Punch. Zij zijn typeerend voor het karakter van het
blad, evenals het idee, een humoristisch weekblad
door een religieuze plechtigheid te wijden, karakte
ristiek voor Punch is. Kan men zich een Te Deum
ter eere van het jubileum van Le Rire of New Yorker
voorstellen? Het idee zelf zou door deze bladen als
eert passend onderwerp voor een grap worden be-.
schouwd. Niet zoo Punch. Punch is Engelsen, zoo
Engelsch als maar mogelijk is, en dat beteekent dat
het een sterk moreelen inslag heeft. Scratch an
Englishman and you find a moral reformer". Dat is
even waar van Punch als van eiken anderen Brit. Het
blad zelf beroemt zich er op. Punch", zoo vermeldt
een niet al te aantrekkelijk reclame-pamflet, has
been a moral reformer, a disinterested critic, a
liberal-minded patriot".
In deze omschrijving van de functie en het
wezen van het blad liggen al zijn beperkingen opge
sloten. Voor de moral reformer" en den patriot zijn
er heele gebieden waar de nar en de hekelaar geen
toegang hebben, heiligdommen waar de schelle lach
van den niets ontzienden spot nooit mag klinken. De
staatsorde, vaderlandsliefde, conventioneele moraal,
geloof, zijn enkele zulke verboden tempels. E venzoo
mag ook daarbuiten de spot nooit scherp en hatelijk
zijn. Baldwin heeft het goed uitgedrukt toen hij den
Engelschen humor en den Franschen esprit onder
scheidde in de woorden: humour comes from the
heart, wit fróm the brain". De moral reformer"
spot niet om het genoegen van den spot, hij kent
niet Ie rire pour Ie rire", hij lacht steeds vriendelijk
en verdraagzaam als een vaderlijke opvoeder, nooit
met het cynisch leedvermaak van den onverschilligen
toeschouwer van 's levens dwaasheid. Hij is, hij
moet zijn, een optimist, o ibesmet door eenigen
twijfel of desillusie en overtuigd ,,that all is for the
best in the best of worlds". Hij kijkt naar den
vroolijken kant van het leven en wendt zich af van het
tragische, het wreede en het domme. Hij is als opti
mist tevens rationalist, hij kijkt daarom naar den
redelijken kant van het leven en vindt geen plezier
in het vele onredelijke en absurde dat het leven
biedt. Daardoor stemmen zijn spot en zijn grappen
eerder tot den stillen glimlach dan tot het diepere
humoristisch genot dat de onbevreesde exploitatie
van het tragische, wreede, absurde en domme geeft.
MEN vergelijke b.v. de grappen over kinderen
en den gehuwden staat in Punch en New
Yorker. Punch laat zijn kinderen altijd leuke
dingen" zeggen, cure remarks", terwijl New
Yorker in de voortreffelijke teekeningen van Steig
hen steeds toont als miniatuurmenschen behept met
al de onver dragelijke qualiteiten van de volwasse
nen die zij zullen worden. Net zoo met den gehuw
den staat. In Punch zijn het steeds de kleine vrien
delijke dwaasheden van het huwelijksleven waar
mee gespot Wordt, de man die beladen is met pakjes
etc., in New Yorker altijd de tragische belachelijk
heid van de poging twee tot n te reduceeren.
Nog sterker blijkt de beperking, waaraan Punch
onderworpen is, wanneer men zijn behandeling van
dat bij uitstek humoristische motief, de liefde, be
schouwt. Voor Punch begint en eindigt de liefde
met het gestotterde huwelijksaanzoek. Hartstocht
en passiej welker heerlijke dwaasheden New Yorker
zonder in obsceniteit te Vervallen, zoo voortreffelijk
weet te belichten, zijn voor Punch taboe. Kortom,
HET LEUKE KINDERGEZEGDE
,,Vooruit Egbert, zeg maar op!". (Esquire, Chicago).
Punch ziet het leven van tusschen de oogkleppen
van den overtuigden optimist. Punch spot met de
uiterlijke vormen en den buitenkant van het leven
en niet met zijn inhoud. Hij lacht om 's menschen
manieren maar nooit om de menschen zelf, nooit
om de armzaligheid van hun ziel, hun verlangens,
wenschen en droomen.
Voor hen die gewend zijn aan den sterkeren kost van
de New Yorker, smaakt de vriendelijke weinig door
dringende humor van Punch '.an ook vaak
eenigszins flauw, temeer daar ook de uitdrukkingswijze
soms veel aan subtiliteit en scherpte te wenschen
overlaat. Waar de pointe van een grap in
NewYorker bijna altijd wordt geïmpliceerd zoodat er een
actieve verbeelding voor noodig is om haar ten volle
te savoureeren, wordt zij in Punch meerendeels in
zeer voor de hand liggende termen tot uitdrukking
gebracht. Zoo was de Punch-grap tot voor kort
altijd in dialoog-vorm, terwijl New Yorker zijn
effect verkrijgt door slechts een van zijn karakters
iets te laten zeggen, en wat daaraan is voorafgegaan
of volgt en wat de opmerking van zijn komische
kracht geeft, in de illustratie neer te leggen. De
grap wordt daarmee een geheel, waarin illustratie en
onderschrift beide hun onmisbare functie vervullen.
In Punch is dit echter met uitzondering van tee
kenaars als Bateman, Morrow en Fougasse slechts
zelden het geval. Meestal zit de grap voorzoover er
van een grap sprake is, geheel in den dialoog van
het onderschrift, waarbij de zuiver illustratieve
teekening nauwelijks meer noodig is.
IN de laatste jaren is echter een duidelijke evolutie
in de Amerikaansche richting merkbaar. Het is
niet onmogelijk dat dit door den druk van een
da(Slot op pag. 21J
Dan is alles in orde, Marjory. Mijn koffers zijn gepakt en zoodra de Middletons zijn
wezen bridgen gaan we voor altijd uit elkaar"
TWEE CARICATUREN UIT PUNCH1
.Speel jij ook zoo graag met modder?"
jPAG..» DE G POEN P No. 3149
,'.y.,.IR '??
'Ongeveer gelijke onderwerpen behandelend als de bovenstaande Amerikaansche) ,<.-.?«?,,
,c --^/. gmr/.,- ??*. .?-»__. "-{?t v?r. tb.ïW. vbcerefld voor "^"'
*
*
S
tój
m
!&