De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 9 oktober pagina 7

9 oktober 1937 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Humor en beroeu DAT DEZELFDE BOEDER D«E «4AAR. uTT-D& U ("T" TÉBeELDCM, WAT ZOUDEN we . B.V.QMeeN ONTSLAGEN *OON 3LI£N SNiTc MQOieN KRAGEN.7 &*f </*% &** (jJ^JLf «CCU%' r\ / - '<yi tl deur t* ****, CL C£s*J foOuOttls L&t4&*S DE A/VISrERDMUCHE SCHUTTERIJ (Spotprent van Jhr. J-/ Feith die teekende onder den naam Kris Kras) Humor in de Nederlandsche journalistiek ? Siedenburg ZOOALS De Genestet meende, dat de poëzie overal te vinden is, zoo meenen wij, dat voor den krantenlezer onzer dagen de humor, gelijk het najaarsviooltje in het natte gras, voor het grijpen ligt. De lezer behoeft daartoe geen speurdersneus of een charivariusbril te dragen, hij heeft alleen den z.g. zin-voor-humor te bezitten. Onze vaderlandsche pers vloeit van humor over, want onze journalisten zijn, op enkele uitzonderin gen na, geboren humoristen, humoristen bij de gratie Gods, humoristen tegen wil en dank. Onze meest degelijke en deftige bladen, zooals de Standaard, de Dagelijksche Beurscourant, het Na tionale Dagblad, het Predikbeurtenblad enz. hebben, zonder dat ze het weten, onder hun medewerkers onbetaalbare humoristen, die dan ook niet betaald worden voor hun humor. Wij zouden gaarne de namen dezer reine Toren" aan de vergetelheid willen ontrukken, maar hun aantal is te groot voor de ons toegemeten plaats ruimte. Dus noemen wij hier slechts den naam van Henri van Booven, den meest humoristischen cor respondent (voor het Gooi) van de N.R.C. Zeldzamer zijn in ons land de journalisten die den humor willens en wetens ten beste geven. Zij doen het meestal bedekt, onder een pseudoniem. Het plegen van den humor is blijkbaar een min of meer schandelijk bedrijf, waarvoor men zich schaamt. Zelfs de humoristen van het tooneel, die in het dagelijksch leven fatsoenlijke, Hollandsch-israelietische namen dragen noemen zich Contran, Lou Bandy, Willy Derby en schreef Herman Heijermans Jr. zijn beste humoristische werk, niet onder den naam Samuel Falkland", verschool Bernard Canter zich niet achter Gerritje" en noemde de telegrafist Gerrit Blok zich niet Uiltje van de Telegraaf?" De humor in onze journalistiek is meestal van joodschen bloede. Er is geen christelijke, calvinistische, geen kerkelijke humor. Alleen onder de zooge naamde katholieke jongeren (Van Duinkerken c.s.) zijn humoristen te vinden. Merkwaardig is het dat de meeste humoristi sche bladen zijn verschenen te Rotterdam. Het Humoristisch Album en Uilenspiegel bereikten er een hoogen leeftijd. Een halve eeuw amuseerden zij de brave burgerij. Abram Prikkie, het blad van den geestigen Willem Smalt en zijn teekenaar Jan Linse, bestond van 1900?1905i De Ware Jacob, verschenen in 1902, heeft als Archibald Douglas, zijn lot zeven jaren gedragen. Dit, overigens slordig en slecht ge redigeerde weekblad, heeft de verdienste gehad tal van Nederlandsche teekenaars naar voren te bren gen. De Ware Jacob trad in 't licht uit J. H. Speehhoff's teekenstift. Een andere Rotterdamsche jongen, de thans beroemde Kees van Dongen, debu teerde in de Ware Jacob. De jolige Jonker Jan Feith illustreerde er met zijn geestige zwartjes, behalve de heele Geschiedenis des Vaderlands, honderden actua liteiten. De teekenaar L. J. Jordaan, gerecomman deerd door zijn leermeester Prof. N. van der Waai, is er voor het eerst in opgetreden. Willy Sluiter, die als karikaturist, den maarschalkstaf in zijn teekendoos droeg, is niet voortgegaan op den ingeslagen weg, wat te betreuren is; hij heeft het, evenals zijn collega Prof. H. J. Wolter, slechts tot RegeeringsCommissaris voor Schoone Kunsten gebracht. De nog steeds vruchtbare Anton van der Valk, door Jacob gedoopt Ton van Tast, vestigde in 1904 zijn naam als karikaturist, toen hij in een door de Ware Jacob uitgeschreven prijsvraag den eersten prijs won. Van de schilders die aan het blad hebben meege werkt noemen wij de inmiddels overleden Frans Deutmann, Johan Gebhart, AndréBroedelet, H. T. de Court Onderwater, Simon Maris en van de nog levende: Prof. J. H. Jurres, G. Westerman, Martin Monnickendam, Sebastiaan Garf, J. Hendriks, J. Gabrielse, P. C. de Moor (die ook in Abram Prikkie heeft geteekend) Leo Gestel, Jan Sluiters, F. A. Langeveld, J. Christiaahs, T. Bottema en Pol Dom. Verder hebben meegewerkt de teekenaars: Jacobus Doncker, de beste en meest oorspronkelijke humo ristische teekenaar, dien wij hebben gehad. Albert Hahn, de oude, die er zijn serie kopstukken met Abraham de Geweldige begon, de oude Jan Linze, die duizenden prenten maakte voor het Humoris tisch Album, Uilenspiegel en Hulstkamp's Genever (waarvoor hij een groote vereering bezat) Arie van Veen, de veelzijdige, de kunstverzamelaar, de dichter van De Domineesvrouw, de kunstcriticus van het Handelsblad, de directeur der R.V.S., schreef en teekende portretcharges van beroemde Rotter dammers; de heer Patrick Kroon hoofdonderwijzer te Varik, die jarenlang Uilenspiegel (als Orion) Vulde, verzorgde de politieke spotprenten, G. J. Staller, Leo Hagedoorn, Jan Rinke, J. Rotgans, Van der Stok, Kees Valkenstein, Daan Hoeksema, J. Christians, T. Bottema, J. Gabrielse, Kerkhof, van Ishoveh, de Dortenaar Das en de bolsjewiek Schotel, Cornelis Veth en Felix Hes, de latere Jantje van De Groene hebben er aan meegewerkt. Dit is alles verleden tijd. Tot de zeer goede teekenaars van heden rekenen wij Doeve en Jo Spier. De humoristische weekbladen, die in Amsterdam het licht zagen, stierven meestal op jeugdigen leef tijd. Van deze ontelbare eendagsvliegen herinneren wij ons De Zweep, De Karwats, De Paljas en De Clown. Het laatstgenoemde blad werd geredigeerd door den geestigen journalist J. H. Rössing en A. Reyding, den auteur van de eerste en de beste Ne derlandsche Revue De Doofpot". Een humoristisch weekblad, dat zich uitsluitend op kunstgebied en journalistiek terrein heeft bewogen, hield er een aardige rubriek: kritikasterij en een voortreffelijken teekenaar, Dick Rossbart, die Frans Langeveld heet, op na. Dit blad, dat zich De Kijker noemde, had de goede gewoonte alleen te verschijnen wanneer het wat te zeggen had. Het heeft drie jaar bestaan. Slechts de partij-bladen zooals de felle Roode Duivel en de No1y)kraker hadden meer levenskracht; d schend* (Slot op pag. is) "HS5 DE NEDERLANDSCHE LEEUW WORDT MOED/G Tijdens een conflict met Venezuela, dat na een revolutie z'n staatsleeningen niet betaalde, is de Nederlandschs regeering krach tig opgetreden. (Caricatuur Koos Speenhoff in De Ware Jacob) ZAL DE OUDE COALITIE HERLEVEN? NOLENS EN COLIJN TOT SCHOKKING: ZOU JE N/ET EEN HANDJE HELPEN?" (Da verkiezingsuitslagen van 1929 gaven geen gecoaliseerde meerderheid. De groepen van Colijn en Molens toonden belangstelling voor herleving der coalitie, die van Schckking niet. (Johan Braakensiek inde Groene van 13 juli 1929). \ HET ROOMSCHE POESJE BIJ DE STAATSBËGROOTING CHC&CHCHfH CH CH CH CH CftWCfi CHCHW MC* eAcA ^^^^^.^^J^.. ^.. ?** ? r^ma^f^^ - ?? k.VT ?* i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl