De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 16 oktober pagina 9

16 oktober 1937 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

T"~~ .1 l ? 'Ktf l ?'&* ; 11- V*; 'fA ?n j Gestoeid, gesjouwd over de hellingen, geroeid en waren er te water gevallen. En de andere jongens vonden we stommelingen, omdat ze niet begrepen hoe een spant wordt gebogen. Later had ik er een tijd als werkman meegedaan, als een heel middelmatige werkman, want mijn schooltijd.... dat is een donkere bladzij in mijn levensgeschiedenis, omdat ik alles prettiger en belangrijker vond, nadat ik eenmaal op een nog wel triomfantelijke manier de lagere school had afge loopen, dan te zitten in een klas.... Wat mij later overigens ook wel weer is ingepeperd, toen ik hierdoor, als ik den heelen dag gewerkt had, 's avonds toch wel inzag mijzelf de talen ts moeten leeren. Met dit gevolg, dat mijn vader, die altijd mijn beste vriend is geweest, op mijn zeventiende jaar zei: Als jij ooit je eigen kost moet verdienen, wordt dat een beroerde geschiedenis." Goed, dacht ik, dat zullen we dan wel eens zien. En kort daarop trok ik naar Haarlem, naar de werf Conrad, en daar nam de heer Holst mij als assistent. Aan hem heb ik veel te danken. Ik was toen wel nog heel jong, maar niet heelemaal zonder levens ervaring. Want ik had omgang gehad met de werk lui, de scheepmakers, en daar had ik nooit moeilijkheden mee ondervonden. Maar ik kon dan ook vloeken, dat een huurkoetsier er van zou blozen. De heer Holst was een uitnemend vakman, en mijn beste leermeester, 's Avonds nam ik nu ook ijverig les in de theorie. U begrijpt dus, dat ik nooit zoo'n wetenschappelijk knappe scheepsbouwer heb kunnen worden, als bijvoorbeeld die academisch gestudeerde heeren Maar toch hadden ze daar in Haarlem nog wel eenig vertrouwen in mij. Ze lieten me veel reizen, en zoo was ik op m'n negen tiende jaar naar Bordeaux gestuurd om zelfstandig een werk uit te voeren, toen ik van mijn vader een briefkaart kreeg of ik mij in staat voelde op zijn werf 't Kromhout" de leiding van hem Over te nemen. Omgaand antwoordde ik: Natuurlijk" En als ik nu die knaapjes zie, die erover leeren tot hun zes en twintigste, acht en twintigste jaar IK begon dus op die werf als directeur, met mijn eigen loopjongen, eigen teekenaar, eigen boek houder te zijn. Maar ik was er thuis en iederen werkman kende ik." De heer Goedkoop Het mij nu den gouden sigarettenkoker zien, dien hij bij 't overnemen van de leiding, van zijn vader had gekregen. En hier stond de datum in gegrift: 15 Juli 1894. Maar", vervolgde hij, ik zag er nog zóó jong uit, dat ik bang was niet het volle vertrouwen van de clientèle te krijgen. Daarom trok ik een jacquet oftewel pandjesjas aan als ik twee maal in de.week naar de Beurs ging. Want dat hoorde er óók bij, om met de binnenvaart in relatie te blijven. Intusschen hadden zich ook hierin de overgangen voltrokken van den houten in den ijzeren bouw, van het zeil in den stoom en den motor. Mijn vader was er in '67 met ijzer begonnen en ook in '94 werden er alleen rompen van ijzeren vaartuigen gebouwd. Hoewel mijn broer Jan, die op de middelbaar tech nische school was geweest, er stoommachines en ketels bij ging doen. Maar in 1900 begrepen we, dat er motoren gemaakt moesten worden voor de kleine vaart. Daar hebben we een jaar of vier aan geploeterd, tot per slot vooral mijn broer er een geconstrueerd had, die eindelijk goed was. Ik ben hiervan in demonstratiebooten het bewijs gaan leveren. Zoowel in Engeland, Duitschland als Belgi kwam ik er mee uit in wedstrijden, waar ik eerste prijzen behaalde. En zoo werd de Kromhout-motor, dien we naar onze werf genoemd hadden, bekend. Al gauw schafte de Engelsche regeering er aan; en kwamen er in brandspuitbooten te Londen. Uit China werden ze besteld, uit Zuid-Amerika, overal vandaan. Want ze gingen over de heele wereld. Zoo werd het zwaartepunt van onze werkzaam heid verplaatst van de scheepsmakerij naar de motoren. Aan deri overkant van het IJ werd de Kromhout-motoren-fabriek gebouwd, en de werf 't Kromhout" verkochten wij. IK voor mij was in mijn hart scheepsbouwer gebleven. Op een werf voelde ik mij prettiger dan in een fabriekswaar 't nu eenmaal minder roman tisch is. En dus nam ik 't graag aan, toen mij in '19 gevraagd werd om bij Scheepsbouw" mijn vader op te volgen, die er op den dag af vijf en twintig jaar de directie gevoerd had. Wat natuurlijk weer een heel ander bedrijf was dan vroeger op 't Kromhout". Want ze bouwden daar schepen van 150 tot 10.000 ton en grooter. Maar ik had mij van N.V. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK VarkrUobMr pandbrleven a HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR TEQEN MATIGE RENTE * J. VAN ZlJSt '?Mr. J. F. VfcMSYEfVEN T i dit groote werk ook nog wel op de hoogte gehouden, en ik voelde er mij dus niet vreemd in. 't Verschil van vroeger en nu is vooral, dat we ons tegenwoordig specialiseeren en dat er op die oudere werf vandaag dit, morgen dat gemaakt moest worden, waardoor het percentage vaklieden toen veel grooter was. En dan is natuurlijk ook de omgang met de arbeiders veranderd, want op ,,'t Kromhout" stond je veel dichter bij de menschen, kende je ze allemaal bij hun naam. Als ik er nu van de 26 £ 2700 vijfhonderd met hun naam kan aanspreken, is 't mooi. Onder wie dan vooral nog weer de scheeps bouwers zijn, die van onze oude werf zijn overge komen want we hebben er heel wat met een diensttijd van boven de veertig jaar. Nog altijd loop ik het liefst over de werf. Maar omdat ik geen werfdirecteur ben, sta ik ook voor den ellendigen kant van de telefoon en de eindelooze conferenties oftewel vergaderingen. Mijn lust en mijn leven is schepen bouwen. De practijk leidt er toe, dat ik nu meer directeur ben dan scheepsmaker. En al heb ik ook verschrikkelijk veel moeten reizen, 't werk of de werf bleef mij altijd 't liefst. Hierom heb ik mijn zoon Piet, die eveneens aan ,,Scheeps bouw" verbonden is, dan ook weer als werkman laten beginnen.... Nee, vroeger deed ik van alles: stond overdag te teekenen, zat 't 's avonds uit te rekenen. Nu hebben we hiervoor een staf van honderdvijftig employé's, van wie ik vooral heb na te gaan of de goede vent op den goeden stoel zit. Hoe we aan ons werk komen ? Door onze relaties, en die heb ik er veel ook vooral in 't buitenland. De persoonlijke omgang heeft ze gemaakt. Ik heb er maanden lang ieder jaar weeraan voor gereisd, om de vriendschappelijke verstandhouding met de reederijen te onderhouden. In Noorwegen, bijvoor beeld. En als een Noor een schip moet hebben, weet ik 't dan ook wel. Ja, een scheepswerf als de onze is dus voor een groot deel gebaseerd op persoonlijke vriendschap. Agenten hebben we nooit gehad. Ik wilde mijn klanten liever zélf kennen. Tegenwoordig reist mijn zoon P. Goedkoop Dzn. veel. Ook die zaken in Rusland, waar nog al over geschreven is, heeft hij behandeld. En de meeste buitenlandsche reeders kennen hem nu al wel. 't Komt er op aan of ze je persoonlijk mogen. Vlot talen spreken, vooral Engelsch, is hierbij vanzelf een groot gemak. Verder heeft de directeur van een scheepswerf niet zoo veel kwaliteiten noodig. Ik zei al: Engelsch moet je zóó verstaan, dat je ze vooral goed begrijpt. En dan komt 't hoofdzakelijk aan op menschenkennis. Op de keuze van de juiste menschen op bepaalde plaatsen. En als ze dan eens warm loopen of een blunder maken, dat je hen dan zóó kapittelt, dat ze 't gevoel hebben er vrij goed te zijn afgekomen en zich voornemen op hun tellen te passen. Boven dien staat mijn deur altijd open en kunnen ze onaan gediend bij mij terecht, met hun bezwaren, hun vragen. Waarop ik dan direct beslis en zoodoende vanzelf ook wel eens een fout maak. O, heel zeker, wanneer je voor alles, waarover ze bij je komen met Meneer, wat zullen we doen?" een week neemt, om er over na te denken, wel ja, dan beslis je van de tien maal tien maal goed. Maar op mijn manier houdt je er schot in.... En als ze zelf voortvarend bij je komen en je neemt dan eerst een slinger om den arm, dan raakt ook bij hen de vaart eruit. Merk je dan soms later, dat je 't verkeerd hebt ingezien, dan zeg je eenvoudig: ik ben er naast geweest." Maar 't is waarachtig geen kunst om geen heel groote bokken te schieten, wanneer je zóó ingeroest zit in 't bedrijf. Als je 't ze even goed laat uitleggen, antwoord je meteen: zóó doen ! En dan is dat in den regel raak. En hoe we op de hoogte blijven van al die ver nieuwingen in den scheepsbouw ? Och, die weten we immers vanzelf. Door de technische bladen. Door te kijken wat en hoe een ander bouwt. Er kan, laat ik zeggen in Zweden, geen schip opstaan, of ik weet er alles van. En zoo weten zij alles van ons. Dat is een uitwisseling, die vooral óók al een gevolg is van de goede kameraadschap. In Engeland noe men dertig procent van de vakgenooten mij bij mijn voornaam, en ik hen. Dan hoor je die dingen immers, waar 'top aankomt. Onlangs hielden de internationale scheepsbouwers in Londen een diner, en de continentalen hadden toevallig mij uitgenoodigd hen aan tafel als spreker te vertegenwoor digen. U weet, dat is aan een Engelsch feestmaal een ingewikkelde ceremonie met die toasten. Maar 'k wil wel eerlijk zeggen, dat ik 't verduiveld prettig vond, toen ik opstond dat er toen van alle kanten geroepen werd: Uncle Dan t" WEL, en dan moet je ook bij tegenslagen je kop maar koel houden. De laatste zes jaar hebben we geducht voor de broek gehad. En als de devaluatie niet gekomen was, dan was 't nauwelijks langer te houden geweest. Wel waarachtig, toen heb ik 'm óók wel eens zitten knijpen.... Maar je m'oet met je berberdigheid nooit te koop loopen PAG. 16 DB GROENE No. 3ISO Wanneer er een vent bij mij komt, om me wat te verkoopen, en ik vraag 'm hoe gaat 't P" en hij pakt dan alleen maar z'n ellende uit, dan zal ik dat beleefdheidshalve kwasi deelnemend aanhooren, maar toch denk ik in mijzelf: ik wou dat hij wat lolliger was.... Maar komt z'n concurrent, die 't even miserabel heeft, en zegt: nou ja, ik vecht alleen nog maar tegen den liquidator" dan moet ik erom lachen en geef 'm een bestelling.... Zoo tracht ik ook in de besprekingen met de vakvereenigingsbesturen de note gaie erin te houden. En ik doe heelemaal ook niet mijn best, om voor hen te verbergen, dat ik bewondering heb voor hun vechten om betere levensvoorwaarden te krijgen. In hun omstandigheden zou ik immers hetzelfde doen. Maar de moeilijkheid van deze op leving met meer werk is, dat er nog 'n heele boel uitgevoerd wordt op oude contracten van vóór de devaluatie, met een bouwtijd van twee, twee-eneen-half jaar. Voor 't overige is scheepsbouw vanzelf een sleutel industrie. Voor n man op de werf, werken er nog twee en half ergens anders aan mee. Als 'n schip 100 kost, gaat er aan de voortdrijving 30 maar er moeten ook item zooveel haardroogmachines voor gemaakt worden, en scheerstoelen en 700 waschbakken, closets, ankerlieren, spillen, hout, ijzer, transport, ankers, kettingen, expeditie We hebben een inkoopafdeeling, maar de meeste dingen prepareeren we toch zelf, en ik vind 't prettig om van de menschen rnet wie ik zaken doe, nu en dan den voorkant van 't hoofd te zien.... En als u dan nagaat, dat er alleen op de werf vijf en veertig telefoons zijn.... Eenigen tijd geleden zei een employétegen me hij was uit een ander bedrijf gekomen . dat hij mij zoo weinig directeurig" vond, omdat ik de menschen veel vrijheid laat. Zoo" antwoordde ik en toch ben ik alleen de baas." Dat had hij nooit zoo gemerkt. Maar ik vind ook niet noodig om dit te laten merken. Ik houd van een democratischen geest in het bedrijf. Hierom ook staat er in de vestibule: n weg, n wil, n doel." En dan, in elke kamer rood op wit: niet tobben." Meneer, 't loopt alles mis!" Dan wijs ik even op dit devies. Keep smiling.... DE verhouding met de andere werven ? We zijn de beste vrienden. Behalve als er een schip aan de markt komt, dat we allemaal willen bouwen. Maar overigens is er in later tijd een tamelijk jiauwe samenwerking ontstaan, soms ook commercieel. Vroeger groetten ze elkaar niet. Nu noemen we elkaar bij den naam. Maar als er drie hetzelfde schip willen hebben, wordt er om gevochten. En dan heb ik nóg een hobby. Als er komen solliciteeren, en hun gezicht staat me aan, dan neem ik ze. Of ze gestudeerd hebben, kan me geen steek schelen.... Ben je berekend voor je werk? Ja? Als dan hun voorkomen mij aantrekt, probeer ik 't. Hebben ze ook nog een hoogeschool afgeloopen, wel, dit neem ik op den koop toe. Want of ze 't geleerd hebben bij hun tante, de schoonmaakster of een professor, interesseert me niet. Ik kijk meer naar hun karakter en hun lust in 't werk. Ook vraag ik nog wel: heb je veel liefhebberijen? Piano, tennis ?.... Ja ? Dan moet je hier niet wezen. Alleen scheepsbouwers hebben we noodig. En 't bouwen van schepen, dat is ónze liefhebberij. Van mij ook. Ik doe er óók niets bij voor mijn ontspanning tenzij dan de watersport in rrt'n vrijen tijd, maar die is er aan verwant. Voor 't overige is 't werk zóó varieerend, zoo boeiend. Ja, wat wil je meer dan 't ruwe materiaal, dat binnen komt en daar ontstaat een schip uit? Natuurlijk, 't levenslot van die schepen, die je gebouwd hebt, ga je vanzelf na. Als ik reis, reis ik op booten. M'n vacanties zit ik altijd op een schip. Zwitserland ben ik van m'n leven alleen maar doorgespoord. ... En voor 't overige kijk je na hoe ze 't maken, al die schepen voor de Paket, voor de Anglo-Saxon, want 't zijn zoo'n beetje je kinderen. Er sneuvelt er wel eens een. Da's beroerd. Maar je komt ei- overheen als hij geremplacéerd moet worden. En als ik eenmaal uit zaken zou gaan.... Wel, nu zit ik eiken morgen om acht uur op kantoor. Dan stap ik iederen ochtend om acht uur de werf op.... Heb je dan geen liefhebberijen?" vroegen commissarissen mij. Nee, dank u: geen postzegels plakken, geen witte muizen. Maar schepen, die op een werf gebouwd worden. En dan; zonder de telefoon, zónder de bezoekers ! Alleen om maar rond te kijken. Mijn vader heeft nog negen jaar na zijn aftreden geleefd. Vier dagen van iedere week liep hij rond over de werf. Hij heeft er nooit wat gezegd. Alleen vroeg hij wel eens aan de werklui: wat prutsen jullie daar ?" Omdat enkel het werk, de scheepsbouw, hem interesseerde. Naar den commercieelen gang vroeg hij niet meer. Dit neem ik mij ook Vóór: voor mijn invcstment's holiday...." Werkt BINNEN bij de natuurlijke LICHT ? STERKTE DE natuur leert het zoo duidelijk: Uw oogen hebben veel, mild licht noodig. Alleen don voelt zich onbekommerd en leest en werkt U zonder turende inspanning. Stelt Uw oogen daarom binnenskamers niet op een karig rant soen. Zij kunnen daar niet tegen. Langzaam maar zeker bederft U ze. Des avonds behoort in het middenlicht van Uw vertrek een lamp van minstens 150 dekahimen te branden! En als U het zich gemakkelijk maakt in Uw wijden armstoel, zorgt dan, dat het niet juist weer Uw oogen zijn, die het ongemakkelijk krijgen! Een extra lamp op de juiste plaats is geboden! Goed, overvloedig licht is niet duur. Voor luttele centen geeft de zoo zuinige Philips' Bi-Arlita'Mamp een heelen avond helder licht! Vraagt ons het gratis boekje VAN HET WONDERE ZIEN"! '/ Bevat veel Wetenswaar digheden op hel gebied van practische verlichting. 99 PIIIL.IPS» BI - A K LI TA LAJIPJE1V. N.V. PHILIPS' GLOEILAMPENFABRIEKEN -EINDHOVEN A MM HET PUIKJE van schrijvend en lezend Nederland ontmoet elkaar In DE GKOENE Daarom vindt men er ook... het puikje der adverteerders (Vraagt advertentietarieven van De Groene i) IIIHIIIIII Ullllll HIIIIIU PAG. 17 DE GROENE No. 3150 i i'i"-"r NMMiMiiini

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl