De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1937 23 oktober pagina 6

23 oktober 1937 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

J t EEN GEREPATRIEERD SCHILDER m nqeltttiiH u Tentoonstelling Antoon JKruyeeu (?Voor de Kunst", Vtrecht) VROEG of laat komen zij tot ons terug, de schilders die, ver langend een vrijer, minder onder den druk gehouden leven, naar het Zuiden trokken en zich vrienden maakten met de Parijzenaars. Nu ook Antoon Kruysen, de Brabander, geziene figuur op Montparnasse toen hetna-oorlogsch schilderlijk leven er het sterkst bloeide. Hij brengt iets van de camaraderie van daarginder mee en in zijn schilderkunst het exuberante maar dat was hem natuur" toen hij er heen ging en behoefde hem in Frankrijk niet te worden aange leerd. Het is zelfs wonderlijk, hoezeer hij aan zich-zelf getrouw is gebleven, temidden van de Ecole-deParis, die zoovelen heeft bekoord en ree gemaakt voor een charmante vlotheid, waaraan diepgang ontbrak. Sterk open voor het leven, hartstochtelijk geïnteresseerd voor het bedrijf en de bedoelingen der menschen, gelijk de meeste Brabanders die kunste naars zijn, hield hij toch vast aan de visie, en in veel gevallen zelfs aan de motieven, die hij zich op den geboortegrond eigen had gemaakt. Het plastisch-bekoorlijke is hem nimmer Selbstzweck geworden in die mate, als de echte vertegenwoor digers van de Parijsche School te zien gaven. Kruysen bleef man-van-het-Noorden, koppig den eigen kijk verdedigend. Men meent soms een Chagall-achtig motief te zien, een kleur van Vlaminck tegen te komen. Maar zijn dezen werkelijk Parijzenaars ? Kruysen heeft, als er invloeden zijn, deze zeer persoonlijk verwerkt. Hij is zindelijk op het eigene, en wie zijn arbeid eenmaal gezien heeft, zal in het vervolg zijn signatuur herkennen. WAT vinden wij in het werk van Kruysen? In de eerste plaats een geboren colorist, wiens schilderij zelfs staat of valt met de kleur. Hij teekent met de kleur, zijn vorm, zijn lineatuur, zijn als het ware opgezogen in den zuiversten hartstocht voor de blinkende verf. Niet De schilder Antoo.i Kruysen de gedemptheid van de aardkleur zoekt hij, tenzij in enkele vroege werken, hij bemint het chromaat, het vermiljoen, het kobalt. Hij laat de kleuren fonkelen, en bontheid ont breekt alleen door de mate waarin hij het samenstemmen nastreeft. Drif tig, primair, maar vaak warm en orgelend, is dit coloriet. Het is overschuimend, gelijk zijn natuur, overvloeiend van vitaliteit. Tumultueus en impetueus. Hij denkt plastisch in lange sidderingen van kleur, hij maakt er slingers en bijna ontploffingen van, soms streeft hij een effect van email na, met diepe fonkeling, maar ook kan hij er wonderlijk teer mee te werk gaan, met zijn beminde kleur bruidsachtig en lentelijk fijn. DIE sterke f ougue van de kleur is niet alles in Kruysen's werk. De drift heeft een geestelijken grond, slaat aan op een ondergrond, het tumult van de kleur beantwoordt aan zijn manier om tumultueus het leven te'zien en de voorwerpen die waard zijn geschilderd te worden. Behalve een colorist is hij een fantast van zuiver water. Het ligt hem niet, de wereld en de menschen koel en objectief te bekijken, te styleeren of ver standelijk te begrijpen. Hij speelt er een spel mee, hij is niet afkeerig van een theater met lichte dwaasheden en met catastrophen. Kruysen heeft een zeer ontwikkeld gevoel voor het caricaturale, voor den grimlach, de grijns. Een menigte van Holland's brave menschen is vooral daarom zoo onuitstaanbaar deftig in den val hunner plooien, wijl zij den moed niet hebben of het benul missen, om met hun eigen soort en eigen decorum den spot te drijven. Zij missen die kostbare gave, de eigen acteurskwaliteiten van den buitenkant waar te nemen. Zij hebben geen zelfspot en zien niet hoe waanzinnig vaak de situaties tusschen de menschen zijn, als men even doorkijkt, in het behangsel de muizengaten wil onderkennen. Zij zijn onkreukbaar, zelfs waar de kreukels kreukelen dat het kraakt. Antoon Kruysen echter is uiterst ontvankelijk voor de fraaie comedie, en durft de Onschuld", een schilderij van Antoon Kruysen (?Voor de Kunst", Utrecht) grimas aan als een ernstige zaak. Hij wordt graag grotesk, maar zonder banaliteit: het gebeuren blijft een gedroomd gebeuren. Hij is verzot (en dit is weer Brabantsch) op het bonte leven van het volk dat zich laat gaan, op de kermissen, op het carnaval, op het kampleven van zigeuners en nomaden. Daar is kleurigheid en levendig, temperamentvol gedoe. Stemmingen van Pétrouschka! En hij is bepaald gehanteerd door datgene wat ons aller voorland is: de begrafenis. Tel eens na, hoeveel begrafenis-scènes men op deze tentoonstelling vindt, men zal versteld staan. Hij luistert de treurige gebeurtenis op met komische en soms met grimmige situaties, hij speelt met het begrip van den dood. De figuurtjes, met lampezwart geteekend, gebaren driftig in het wijde land schap, dat bijna nimmer trouw naar de natuur is gedaan, bijna altijd een herinneringsbeeld is, een soort gedachten-achtergrond van wijde, treurige Brabantsche velden. Soms zelfs acteert het lijk' zélf mee, zooals in dat fijn-komische en mooi geschilderde doek van de Begrafenis van den Bakker. Zij die den bakker begraven gaan tollend van dronkenschap om de baar, maar het lijk zelf ontsnapt, en het bakkerskleed maakt het fantoom, poëtisch, als een engel op vleugelen gedragen, zwevend naar omhoog, van de aarde vervreemd. In kleine doekjes kan hij subtiel vertellen", tooverend met de kleur om een religieus motief (de geboorte van Jezus, de Vlucht naar Egypte), op een wijze die men bijna borduren zou willen noemen. Zoo verschijnt de opstandige en tumul tueuze colorist voor ons als een ontroerd-teedere. Zijn schilderkunst kan het aspect van de beeldende kunst in ons vaderland verrijken met een genre, dat door zeldzaamheid reeds opvalt. Film Boleslawski slaat op U Theodora goes wild" THEODORA is familie van Mr. Deeds" en My man Godfried". Eén van die films, waarin Amerika milieucritiek levert op zich zelf en daarbij met virtuositeit grote scherpte han teert op een wijze dat niemand er zich werkelijk ernstig aan verwondt. Vandaar ook dat men er zich aan de overzijde graag aan overgeeft en dat wij er hier zo smakelijk van kunnen genieten. Theodora, die bij tantes is opgevoed in een kleine Amerikaanse stad waar puriteinse hypocrise hoogtij viert, heeft in het geheim een nogal pikante roman geschreven die groot succes heeft, en die zonder dat zij het weet als feuilleton in het plaatselijk blad van het bewuste stadje verschijnt. Het schandaal begint echter pas als Theodora bij haar uitgever een man ontmoet, die aanleiding wordt dat zij openlijk de boeien afwerpt. Zij gaat naar New York en ervaart tot haar pijnlijke teleur stelling dat het daar anders, maar au fond het zelfde is. De man die voor haar de vrijheid en zelfstandig heid verpersoonlijkte zit net zo vast aan de conven ties van zijn kring als zij thuis verbroken heeft. Theodora maakt schandaal; zij heeft de vrijheid niet gevonden om zich onmiddellijk neer te leggen bij nieuwe banden van den man die haar Baby" ge noemd heeft. Zij springt uit de band en het slot is een stormachtige happy-ending. Boleslawski, met wie wij nog een laatste pijnlijke herinnering aan The garden of Allah" met een gekleurde Mariene verbinden, slaat met TheodoraIrene Dunne op hol. Samen geven zij menige charge in een zeer vlot tempo, waarbij men vooral niet de critische maatstaf der realiteit mag aanleggen. Van daar dat hun aanval op de hypocrise, ondanks alle scherpte, amusement blijft, een vrolijk opentrappen van open deuren, dat de werkelijk dichte deuren dicht laat. Maar men vermaakt zich en dat is precies de geslaagde opzet van deze film. D. C. VAN DER POEL N.V. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK VarkrllgbMr 3'/a /o pand brieven * 100'/4 % HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR TEBEN MATIGE RENTE D* 'S*0»? J. VAN ZIJST - Mr. J. W. VERSTÏEVtN van liet H. B. Fortuin E kleine kunst, het cabaret, wordt op het oogenblik in vele vormen in ons land beoefend. Het schijnt wel, of in de huidige, zoo uiterst roerige periode de concentratie voor het ge rekte en breedere tooneelgenre verdrongen is door de pittige, directere uiting van cabaret en cabaret' revue. In den loop van weinige jaren is er zoo iets als een cabaret-cultuur gegroeid, deels herrezen op halfvergeten püinhoopen, deels geïmporteerd en op dezen Nederlandschen bodem voor karteren of langeren tijd, minder diep of dieper geïmplanteerd. Een vijftal dezer cabarets, het vijftal, dat, elk op zijn manier, ernstig en op redelijke wijze naar een succes streefde, willen wij hier aan een korte karak teriseer ing onderwerpen. Continental Club (Nelson revue; Cabaret La Gaité, Amsterdam) IN het zaaltje van Tuschinkski's Gaitéspeelt nu reeds sinds jaar en dag het ensemble van Nelson den ouden rot van het Berlijnsche revuetooneel dat hier wortel geschoten heeft en, hoewel in Duitsch, met Duitschen smaak, toch op het Hollandsche publiek zich inspireert en daaruit een vaste schaar bewonderaars creëerde. De roomwitte vleugel, waar de oude en in zijn muziekhart nog zoo jonge Nelson troont, symboliseert de technisch zuivere en uiterst goed verzorgde sfeer der heele revue, die zich in een tijdstip van 60 minuten tot anderhalf uur afspeelt en nu, sinds kort, gevolgd wordt door een operette-parodie of iets dergelijks. Conflictloos, spelend met ernstige dingen, waar zij meestentijds toch langs gaan, geestig, nooit zwaar, bloeien de teksten van chansons en sketches op, zóó maar, alleen om te amuseeren, een enkele maal om eventjes iets te zeggen; Herbert Nelson en Emmerich Bernauer, die hier tekstdichters en algeheele auteurs zijn, kennen hun vak, hun publiek, en vooral hun menschenmateriaal en weten zich te verlaten op de zeer eigen charme van de muziek van Vader Nelson, die, aan den vleugel gesecondeerd door den talentvollen Hollandschen pianist Cor Lemaire, onder het spelen tevreden en critisch zijn troepje monstert. Componist, tekstdichters, acteurs en actrices zijn hier een voortreffelijk op elkaar ingespeeld geheel, een werkelijk ensemble. Fritzi Schadl, voor de capricieuze vrouw", geestig, zeer persoonlijk, een goede danseres, Dora Paulsen, die de wijze vrouw", maar ook de kibbelende ega" voortreffelijk uit beeldt, Eva Busch, het jonge meisje", of de verleidelijke vrouw", en bij de mannen de soms uiterst geestige komiek Kurt Lilien en de cor recte man" Harold Horsten treden in dit gezel schap het meest op den voorgrond. Zij allen schenken in dat bont gedecoreerde bovenzaaltje van La Gaitéamusement-zonder-bijgedachten. Theater der Prominenten (Rika Hopper Theater, Amsterdam) DE Prominenten", die zich eerst kort in Holland hebben nedergelaten en waarover hier nog niet zoo lang geleden werd bericht, bezitten prominente medewerkers: de componist Willy Rosen, Otto Wallburg, 'Siegfried Arno. Het ensembleverband is hier veel losser. Verschillende teksten, uit verschillende richtingen bijeen gezocht, zijn hier eerder aanleiding tot het uiten en toonen van per soonlijke cabaret-talenten, die inderdaad de moeite waard zijn, zoodat er hier te luisteren en te lachen valt. Cabaret de Carrousel (Centraal Theater, Amsterdam) EEN cabaret voor n maand mist een o.i. eerste voorwaarde voor een goed cabaret-pro gramma: eenheid. Een aantal Hollandsche acteurs, "een Weensche conferencier, twee danseressen, en drie min of meer talentlooze, min of meer muzikale parodisten geven als uitkomst nog geen cabaret". Fien de la Mar is onder deze Hollandsche acteurs;, haar zeer groote talent kwam niet tot zijnr echt, althans niet in de première; in een nummer, dat den goeden ouden tijd in vele oude liedjes deed her leven was zij, als biedermeijer schoone, vermakelijk. Louis de Bree speelde met Kaart eenige komische * sketches; maar alles was wel een beetje kris en kras, zonder veel richting of lijn, die ook de Ween sche conferencier Rolf Ronay, ondanks veel goed willendheid en soms werkelijk niet zoo onaardige grapjes, er niet in kon brengen, Kleinkunst Ensemble Allee Dorell (Haagsche Kunstkring) EEN jonger, origineeler en.... ongeroutineerder geluid is thans in Den Haag te vernemen, waar de reeds ver-Hollandschte Alice Dorell met eenige jongeren een werkelijk modern cabaret maakt. Modern, in zooverre het zich dadelijk aansluit bij het dagelijksche leven van heden en ons in ideeën en uitvoering na staat. De ideeëninhoud is bij dit gezelschap rijker dan het muzikale element, dat blijkbaar een Nelson of ook een Rosen vraagt. De geestelijke sfeer van deze teksten is iets wranger, iets directer op ons innerlijk af, dan wij tot nu toe gewend waren. Hier is vaak het amuseeren" bij zaak tegenover het iets willen zeggen" al ligt ge lukkig het vooropgezette verre. Alice Dorell zoekt het dichterbij, b.v. in dit laatste programma in het warenhuis, maar het kon wel eens blijken, dat dit dichterbij voor het cabaret wijdere perspectieven bood, dan het niet zoo alledaagsche. De teksten zijn, behalve door Dorell, geschreven door Martie Verdenius en Will Wemerman. Martie Verdenius treedt hier ook als cabaretière op den voorgrond. Ook in haar spel zoekt zij het dichtbij; in zich zelf, of dicht in haar omgeving. Het persoonlijke van een acteur of actrice is in het cabaret ook inderdaad eerste eisch, niet het acteeren", waaraan de overige, en nog jeugdige, medewerkers hier nogal lijden. De teksten van Wemerman dunken mij Radio-stethoscoop sterk; dichterlijk en actueel zijn zij tegelijk; en is cabaret niet: dichterlijke actualiteit? ,Dokter A.B.C. (Leldschepleln Theater, AMam)' VRIJWEL een synthese van de hiervoor be schreven cabarets bood het A.B.C.-cabaret in zijn nieuwe programma. Het talent, het persoon lijke, goede muziek, uitstekende verzorging, goede teksten scheppen een prettig aandoend geheel, waarin de leidende lijn (een doktersbehandeling) wel niet zoo belangrijk is, maar toch een vrucht bare voedingsbodem blijkt te zijn voor pakkende chansons en vermakelijke gevalletjes en vooral een goede omraming voor het opmerkelijke talent van Corry Vonk en een gereede aanleiding tot brillant spel voor de dubbel-pianisten" Beuker en Denijs. Ook hier was voor ideeën en teksten hulp inge roepen (Dr. Colaco Belmonte en A. Viruly), waar door het programma zeker meer ruggegraat kreeg, al kan de derde auteur, Wim Kan, ook zonder dat veel presteeren. Corry Vonk bezit geest en veel ideeën; een nieuwe creatie is haar Dr. Fokkema (uit Groningen), een waardige evenknie van de Mina-serie; vooral echter haar kinder-uitbeeldingen boeien steeds opnieuw, ontroeren ,en doen lachen, hard lachen. Wim Kan schijnt mij de goede geest van dit cabaret, ook blijkend uit een scherpe caricatuur van een voordragend, miskend dichter. Tilly Perin-Bouw meester, die wel ernstig werk geeft, en Louis Gimberg schijnen mij een iets anderen stijl te bezitten, Ezerman voegt zich hier vermakelijk tusschen. Een aanwinst voor het ensemble is de medewerking van Lizzy Valesco, die charme, stem, en veel cabarettalent bezit. HET schijnt wel, dat het cabaret thans bloeit. Vijf uitingen, vijf maal verschillend, niet in alles even de moeite waard, maar dan toch vijf uitingen, die haar eigen sfeer, haar eigen fouten en haar eigen mérites hebben. Er begint welhaast sprake te zijn van een cabaret-cultuur ! DRIE NOVITEITEN EEN der vooropgezette bedoe lingen van deze rubriek is eigenlijk geweest, dat zij meer aandacht zou wijden aan hetgeen de radio-omroep niet biedt dan aan wat hij wel geeft. Met dezen stel regel is de Radio-Stethoscoop" altijd zooveel mogelijk gehanteerd. Voor een letterlijke 'toepassing van bovenbedoelden stelregel zou men een tastbaar object kunnen vinden in een noviteit, die den radio-omroep vroeger niet zou zijn ontgaan, maar welke hem thans onthouden bleef, nu de Zaterdagmiddagconcerten van het Rotterdamsch Philharmonisch Or kest niet meer worden uitgezon den. Men weet, dat deze concerten onvermoeid strijder voor de mu ziek van dezen tijd als duard Flipse nu eenmaal is verhou dingsgewijs de meeste noviteiten introduceeren. Dat een benepen concurrentiezucht in onzen om^ roep den luisteraar deze vooral instructief zoo belangrijke uitvoe-' ringen doet ontberen, is een feit, dat voor het oogenblik zonder commentaar zal worden voorbij gegaan. Het gevolg van dezen toestand echter was, dat de omroep de belangrijke introductie miste van Giovanni Francesco Malipiero's Seconda Sinfonia", die de revelatie was van het Parijsche muziekfeest van dezen zomer. Merkwaardigerwijze moest nu juist het Concertgebouworkest, an ders meer epigoon dan pionier, wél een noviteit brengen met Henk Badings' Symphonische Varia ties", die dit voorjaar door haar peetoom" prof. Carl Böhm te Dresden werden ten doop gehou den en in ons land door Mengelberg werden geïntroduceerd. Door de wel gehandhaafde uitzending ? der Donderdagavondconcerten viel deze noviteit ook den radio-omroep ten deel en zoo kwam zij dus, van wege de feestelijkheid van het seizoenopeningsconcert, in rok en plastron met witte das uit onze luidsprekers te voorschijn. NA deze serieuze noviteit in pontificaal verraste de om roep zijn getrouwen Zondagavond met een muzikaal nieuwtje, dat als een ondeugende kwajongen uit den luidspreker kwdm huppelen. Op voorbeeld van Siegfried Ochs' bekende variaties naar beroemde componisten op het thema Kommt ein Vöglein gef logen" of op Darius Milhaud's geestige muzikale caricaturen A la maniere de...." heeft dr. Peter van Anrooy een achttiental variaties voor piano geschre ven op een Nederlandsch lied van onbekende herkomst" en hier mede onzen muzikalen droog komiek dr. Johan Wagenaar naar de kroon gestoken. Met de/on sterfelijke melodie van Aan d'oever van een snellen vliet" teekende Van Anrooy een aantal portretsilhouetten, zooals hij het noemde, van beroemde componisten, die elkander ontmoetten in een kleine theeschenkerij met Verlof A voor zwak alkoholhoudende dranken". Natuurlijk begint de geestige toondichter met Bach, dien hij Het vertegenwoordigen door.... acht maten rust! Bach wenschte nu eens met rust te worden ge laten" aldus verantwoordde Van Anrooy zich in zijn inleidende con férence, opdat men nu weer eens niet uit hem zou kunnen halen, wat er niet in zat". En daarna pro jecteerde hij rake caricaturen van Handel, Haydn, Mozart, Beethov.en, Schubert' met een berauschend"lied Madchenam Ufer", Clementi met een sonate senza sentimento", Kuhlau, Schumann, Mendelssohn, Brahms, Chopin, Rossini met een allergeestigst al legro joviale", Gounod met een Evocation De rijke Heer", Bizet met een Spaansche bloedtrans fusie", in den vorm van een spre kend gelijkende Habanera, Lalo met n reminiscentie aan zijn Fantaisie espagnole alleen toe gankelijk voor violisten boven de .achttien jaar", Johan Strauss met een Thranenperlenwalzer" en tenslotte Barend van Schamel hoven" (1921?1037) met een quick step Neeltje van den Oever als revuegirl". Met een allergeestigste sneer op de jazzmuziek wierp de inleider de vraag op, waarover men zich wej het meest zou heb ben te schamen, over arm dom" of over ,,rijk moede" ! Deze humoristische muzikale noviteit kende maar twee introductie-gelegenheden: het variét of den radio-omroep. Zij heeft haar beste launch" gevonden en zij kon geen beteren lance" kiezen dan haar auteur zelf. Het was een uitzending, die in de nvergetelheid van het eboniet verdient te worden gegrift en in ieder geval om een herhaling roept! G. K. KROP ? i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl