Historisch Archief 1877-1940
J t
EEN GEREPATRIEERD SCHILDER
m
nqeltttiiH
u
Tentoonstelling Antoon
JKruyeeu (?Voor de
Kunst", Vtrecht)
VROEG of laat komen
zij tot ons terug, de
schilders die, ver
langend een vrijer, minder
onder den druk gehouden
leven, naar het Zuiden
trokken en zich vrienden
maakten met de
Parijzenaars. Nu ook Antoon
Kruysen, de Brabander,
geziene figuur op
Montparnasse toen
hetna-oorlogsch schilderlijk leven
er het sterkst bloeide. Hij
brengt iets van de
camaraderie van daarginder mee
en in zijn schilderkunst
het exuberante maar
dat was hem natuur"
toen hij er heen ging en
behoefde hem in Frankrijk
niet te worden aange
leerd.
Het is zelfs wonderlijk,
hoezeer hij aan zich-zelf
getrouw is gebleven, temidden van de
Ecole-deParis, die zoovelen heeft bekoord en ree gemaakt
voor een charmante vlotheid, waaraan diepgang
ontbrak. Sterk open voor het leven, hartstochtelijk
geïnteresseerd voor het bedrijf en de bedoelingen der
menschen, gelijk de meeste Brabanders die kunste
naars zijn, hield hij toch vast aan de visie, en in
veel gevallen zelfs aan de motieven, die hij zich
op den geboortegrond eigen had gemaakt. Het
plastisch-bekoorlijke is hem nimmer Selbstzweck
geworden in die mate, als de echte vertegenwoor
digers van de Parijsche School te zien gaven.
Kruysen bleef man-van-het-Noorden, koppig den
eigen kijk verdedigend. Men meent soms een
Chagall-achtig motief te zien, een kleur van
Vlaminck tegen te komen. Maar zijn dezen werkelijk
Parijzenaars ? Kruysen heeft, als er invloeden zijn,
deze zeer persoonlijk verwerkt. Hij is zindelijk op
het eigene, en wie zijn arbeid eenmaal gezien heeft,
zal in het vervolg zijn signatuur herkennen.
WAT vinden wij in het werk van Kruysen?
In de eerste plaats een geboren colorist,
wiens schilderij zelfs staat of valt met de kleur.
Hij teekent met de kleur, zijn vorm, zijn
lineatuur, zijn als het ware opgezogen in den
zuiversten hartstocht voor de blinkende verf. Niet
De schilder Antoo.i Kruysen
de gedemptheid van de
aardkleur zoekt hij, tenzij
in enkele vroege werken,
hij bemint het chromaat,
het vermiljoen, het
kobalt. Hij laat de kleuren
fonkelen, en bontheid ont
breekt alleen door de mate
waarin hij het
samenstemmen nastreeft. Drif
tig, primair, maar vaak
warm en orgelend, is dit
coloriet. Het is
overschuimend, gelijk zijn natuur,
overvloeiend van vitaliteit.
Tumultueus en impetueus.
Hij denkt plastisch in
lange sidderingen van
kleur, hij maakt er slingers
en bijna ontploffingen van,
soms streeft hij een effect
van email na, met diepe
fonkeling, maar ook kan
hij er wonderlijk teer mee
te werk gaan, met zijn
beminde kleur
bruidsachtig en lentelijk fijn.
DIE sterke f ougue van de kleur is niet alles in
Kruysen's werk. De drift heeft een geestelijken
grond, slaat aan op een ondergrond, het tumult
van de kleur beantwoordt aan zijn manier om
tumultueus het leven te'zien en de voorwerpen die
waard zijn geschilderd te worden.
Behalve een colorist is hij een fantast van zuiver
water. Het ligt hem niet, de wereld en de menschen
koel en objectief te bekijken, te styleeren of ver
standelijk te begrijpen. Hij speelt er een spel mee,
hij is niet afkeerig van een theater met lichte
dwaasheden en met catastrophen. Kruysen heeft
een zeer ontwikkeld gevoel voor het caricaturale,
voor den grimlach, de grijns. Een menigte van
Holland's brave menschen is vooral daarom zoo
onuitstaanbaar deftig in den val hunner plooien,
wijl zij den moed niet hebben of het benul missen,
om met hun eigen soort en eigen decorum den spot
te drijven. Zij missen die kostbare gave, de eigen
acteurskwaliteiten van den buitenkant waar te
nemen. Zij hebben geen zelfspot en zien niet
hoe waanzinnig vaak de situaties tusschen de
menschen zijn, als men even doorkijkt, in het
behangsel de muizengaten wil onderkennen. Zij
zijn onkreukbaar, zelfs waar de kreukels kreukelen
dat het kraakt. Antoon Kruysen echter is uiterst
ontvankelijk voor de fraaie comedie, en durft de
Onschuld", een schilderij van Antoon Kruysen (?Voor de Kunst", Utrecht)
grimas aan als een ernstige zaak. Hij wordt graag
grotesk, maar zonder banaliteit: het gebeuren blijft
een gedroomd gebeuren.
Hij is verzot (en dit is weer Brabantsch) op het
bonte leven van het volk dat zich laat gaan, op de
kermissen, op het carnaval, op het kampleven van
zigeuners en nomaden. Daar is kleurigheid en
levendig, temperamentvol gedoe. Stemmingen van
Pétrouschka! En hij is bepaald gehanteerd door
datgene wat ons aller voorland is: de begrafenis.
Tel eens na, hoeveel begrafenis-scènes men op deze
tentoonstelling vindt, men zal versteld staan. Hij
luistert de treurige gebeurtenis op met komische en
soms met grimmige situaties, hij speelt met het
begrip van den dood. De figuurtjes, met
lampezwart geteekend, gebaren driftig in het wijde land
schap, dat bijna nimmer trouw naar de natuur is
gedaan, bijna altijd een herinneringsbeeld
is, een soort gedachten-achtergrond van wijde,
treurige Brabantsche velden. Soms zelfs acteert
het lijk' zélf mee, zooals in dat fijn-komische en
mooi geschilderde doek van de Begrafenis van den
Bakker. Zij die den bakker begraven gaan tollend
van dronkenschap om de baar, maar het lijk zelf
ontsnapt, en het bakkerskleed maakt het fantoom,
poëtisch, als een engel op vleugelen gedragen,
zwevend naar omhoog, van de aarde vervreemd.
In kleine doekjes kan hij subtiel vertellen",
tooverend met de kleur om een religieus motief
(de geboorte van Jezus, de Vlucht naar Egypte),
op een wijze die men bijna borduren zou willen
noemen. Zoo verschijnt de opstandige en tumul
tueuze colorist voor ons als een ontroerd-teedere.
Zijn schilderkunst kan het aspect van de beeldende
kunst in ons vaderland verrijken met een genre,
dat door zeldzaamheid reeds opvalt.
Film
Boleslawski slaat op
U
Theodora goes wild"
THEODORA is familie van Mr. Deeds" en
My man Godfried". Eén van die films,
waarin Amerika milieucritiek levert op zich
zelf en daarbij met virtuositeit grote scherpte han
teert op een wijze dat niemand er zich werkelijk
ernstig aan verwondt. Vandaar ook dat men er zich
aan de overzijde graag aan overgeeft en dat wij er
hier zo smakelijk van kunnen genieten.
Theodora, die bij tantes is opgevoed in een kleine
Amerikaanse stad waar puriteinse hypocrise hoogtij
viert, heeft in het geheim een nogal pikante roman
geschreven die groot succes heeft, en die zonder dat
zij het weet als feuilleton in het plaatselijk blad van
het bewuste stadje verschijnt.
Het schandaal begint echter pas als Theodora bij
haar uitgever een man ontmoet, die aanleiding wordt
dat zij openlijk de boeien afwerpt. Zij gaat naar
New York en ervaart tot haar pijnlijke teleur
stelling dat het daar anders, maar au fond het zelfde
is. De man die voor haar de vrijheid en zelfstandig
heid verpersoonlijkte zit net zo vast aan de conven
ties van zijn kring als zij thuis verbroken heeft.
Theodora maakt schandaal; zij heeft de vrijheid niet
gevonden om zich onmiddellijk neer te leggen bij
nieuwe banden van den man die haar Baby" ge
noemd heeft. Zij springt uit de band en het slot is
een stormachtige happy-ending.
Boleslawski, met wie wij nog een laatste pijnlijke
herinnering aan The garden of Allah" met een
gekleurde Mariene verbinden, slaat met
TheodoraIrene Dunne op hol. Samen geven zij menige charge
in een zeer vlot tempo, waarbij men vooral niet de
critische maatstaf der realiteit mag aanleggen. Van
daar dat hun aanval op de hypocrise, ondanks alle
scherpte, amusement blijft, een vrolijk opentrappen
van open deuren, dat de werkelijk dichte deuren
dicht laat. Maar men vermaakt zich en dat is precies
de geslaagde opzet van deze film.
D. C. VAN DER POEL
N.V. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
VarkrllgbMr
3'/a /o pand brieven * 100'/4 %
HYP. KAPITAAL BESCHIKBAAR TEBEN MATIGE RENTE
D* 'S*0»? J. VAN ZIJST - Mr. J. W. VERSTÏEVtN
van
liet
H. B. Fortuin
E kleine kunst, het cabaret, wordt op het
oogenblik in vele vormen in ons land
beoefend. Het schijnt wel, of in de huidige,
zoo uiterst roerige periode de concentratie voor het ge
rekte en breedere tooneelgenre verdrongen is door de
pittige, directere uiting van cabaret en cabaret'
revue. In den loop van weinige jaren is er zoo iets
als een cabaret-cultuur gegroeid, deels herrezen op
halfvergeten püinhoopen, deels geïmporteerd en op
dezen Nederlandschen bodem voor karteren of
langeren tijd, minder diep of dieper geïmplanteerd.
Een vijftal dezer cabarets, het vijftal, dat, elk op
zijn manier, ernstig en op redelijke wijze naar een
succes streefde, willen wij hier aan een korte karak
teriseer ing onderwerpen.
Continental Club (Nelson revue;
Cabaret La Gaité, Amsterdam)
IN het zaaltje van Tuschinkski's Gaitéspeelt nu
reeds sinds jaar en dag het ensemble van Nelson
den ouden rot van het Berlijnsche
revuetooneel dat hier wortel geschoten heeft en, hoewel
in Duitsch, met Duitschen smaak, toch op het
Hollandsche publiek zich inspireert en daaruit een
vaste schaar bewonderaars creëerde. De
roomwitte vleugel, waar de oude en in zijn muziekhart
nog zoo jonge Nelson troont, symboliseert de
technisch zuivere en uiterst goed verzorgde sfeer
der heele revue, die zich in een tijdstip van 60
minuten tot anderhalf uur afspeelt en nu, sinds
kort, gevolgd wordt door een operette-parodie of
iets dergelijks. Conflictloos, spelend met ernstige
dingen, waar zij meestentijds toch langs gaan,
geestig, nooit zwaar, bloeien de teksten van
chansons en sketches op, zóó maar, alleen om te
amuseeren, een enkele maal om eventjes iets te
zeggen; Herbert Nelson en Emmerich Bernauer,
die hier tekstdichters en algeheele auteurs zijn,
kennen hun vak, hun publiek, en vooral hun
menschenmateriaal en weten zich te verlaten
op de zeer eigen charme van de muziek van Vader
Nelson, die, aan den vleugel gesecondeerd door
den talentvollen Hollandschen pianist Cor Lemaire,
onder het spelen tevreden en critisch zijn troepje
monstert.
Componist, tekstdichters, acteurs en actrices zijn
hier een voortreffelijk op elkaar ingespeeld geheel,
een werkelijk ensemble. Fritzi Schadl, voor de
capricieuze vrouw", geestig, zeer persoonlijk, een
goede danseres, Dora Paulsen, die de wijze vrouw",
maar ook de kibbelende ega" voortreffelijk uit
beeldt, Eva Busch, het jonge meisje", of de
verleidelijke vrouw", en bij de mannen de soms
uiterst geestige komiek Kurt Lilien en de cor
recte man" Harold Horsten treden in dit gezel
schap het meest op den voorgrond. Zij allen
schenken in dat bont gedecoreerde bovenzaaltje
van La Gaitéamusement-zonder-bijgedachten.
Theater der Prominenten
(Rika Hopper Theater, Amsterdam)
DE Prominenten", die zich eerst kort in Holland
hebben nedergelaten en waarover hier nog
niet zoo lang geleden werd bericht, bezitten
prominente medewerkers: de componist Willy Rosen,
Otto Wallburg, 'Siegfried Arno. Het
ensembleverband is hier veel losser. Verschillende teksten,
uit verschillende richtingen bijeen gezocht, zijn hier
eerder aanleiding tot het uiten en toonen van per
soonlijke cabaret-talenten, die inderdaad de moeite
waard zijn, zoodat er hier te luisteren en te lachen
valt.
Cabaret de Carrousel (Centraal Theater,
Amsterdam)
EEN cabaret voor n maand mist een o.i.
eerste voorwaarde voor een goed cabaret-pro
gramma: eenheid. Een aantal Hollandsche acteurs,
"een Weensche conferencier, twee danseressen, en
drie min of meer talentlooze, min of meer muzikale
parodisten geven als uitkomst nog geen cabaret".
Fien de la Mar is onder deze Hollandsche acteurs;,
haar zeer groote talent kwam niet tot zijnr echt,
althans niet in de première; in een nummer, dat
den goeden ouden tijd in vele oude liedjes deed her
leven was zij, als biedermeijer schoone, vermakelijk.
Louis de Bree speelde met Kaart eenige komische
*
sketches; maar alles was wel een beetje kris en
kras, zonder veel richting of lijn, die ook de Ween
sche conferencier Rolf Ronay, ondanks veel goed
willendheid en soms werkelijk niet zoo onaardige
grapjes, er niet in kon brengen,
Kleinkunst Ensemble Allee Dorell
(Haagsche Kunstkring)
EEN jonger, origineeler en.... ongeroutineerder
geluid is thans in Den Haag te vernemen, waar
de reeds ver-Hollandschte Alice Dorell met eenige
jongeren een werkelijk modern cabaret maakt.
Modern, in zooverre het zich dadelijk aansluit bij
het dagelijksche leven van heden en ons in ideeën
en uitvoering na staat. De ideeëninhoud is bij dit
gezelschap rijker dan het muzikale element, dat
blijkbaar een Nelson of ook een Rosen vraagt. De
geestelijke sfeer van deze teksten is iets wranger,
iets directer op ons innerlijk af, dan wij tot nu toe
gewend waren. Hier is vaak het amuseeren" bij
zaak tegenover het iets willen zeggen" al ligt ge
lukkig het vooropgezette verre. Alice Dorell zoekt
het dichterbij, b.v. in dit laatste programma in het
warenhuis, maar het kon wel eens blijken, dat dit
dichterbij voor het cabaret wijdere perspectieven
bood, dan het niet zoo alledaagsche. De teksten
zijn, behalve door Dorell, geschreven door Martie
Verdenius en Will Wemerman. Martie Verdenius
treedt hier ook als cabaretière op den voorgrond.
Ook in haar spel zoekt zij het dichtbij; in zich zelf,
of dicht in haar omgeving. Het persoonlijke van
een acteur of actrice is in het cabaret ook inderdaad
eerste eisch, niet het acteeren", waaraan de
overige, en nog jeugdige, medewerkers hier nogal
lijden. De teksten van Wemerman dunken mij
Radio-stethoscoop
sterk; dichterlijk en actueel zijn zij tegelijk; en
is cabaret niet: dichterlijke actualiteit?
,Dokter A.B.C. (Leldschepleln Theater, AMam)'
VRIJWEL een synthese van de hiervoor be
schreven cabarets bood het A.B.C.-cabaret in
zijn nieuwe programma. Het talent, het persoon
lijke, goede muziek, uitstekende verzorging, goede
teksten scheppen een prettig aandoend geheel,
waarin de leidende lijn (een doktersbehandeling)
wel niet zoo belangrijk is, maar toch een vrucht
bare voedingsbodem blijkt te zijn voor pakkende
chansons en vermakelijke gevalletjes en vooral een
goede omraming voor het opmerkelijke talent van
Corry Vonk en een gereede aanleiding tot brillant
spel voor de dubbel-pianisten" Beuker en Denijs.
Ook hier was voor ideeën en teksten hulp inge
roepen (Dr. Colaco Belmonte en A. Viruly), waar
door het programma zeker meer ruggegraat kreeg,
al kan de derde auteur, Wim Kan, ook zonder dat
veel presteeren.
Corry Vonk bezit geest en veel ideeën; een
nieuwe creatie is haar Dr. Fokkema (uit Groningen),
een waardige evenknie van de Mina-serie; vooral
echter haar kinder-uitbeeldingen boeien steeds
opnieuw, ontroeren ,en doen lachen, hard lachen.
Wim Kan schijnt mij de goede geest van dit cabaret,
ook blijkend uit een scherpe caricatuur van een
voordragend, miskend dichter. Tilly Perin-Bouw
meester, die wel ernstig werk geeft, en Louis
Gimberg schijnen mij een iets anderen stijl te bezitten,
Ezerman voegt zich hier vermakelijk tusschen.
Een aanwinst voor het ensemble is de medewerking
van Lizzy Valesco, die charme, stem, en veel
cabarettalent bezit.
HET schijnt wel, dat het cabaret thans bloeit.
Vijf uitingen, vijf maal verschillend, niet in
alles even de moeite waard, maar dan toch vijf
uitingen, die haar eigen sfeer, haar eigen fouten en
haar eigen mérites hebben. Er begint welhaast
sprake te zijn van een cabaret-cultuur !
DRIE NOVITEITEN
EEN der vooropgezette bedoe
lingen van deze rubriek is
eigenlijk geweest, dat zij meer
aandacht zou wijden aan hetgeen
de radio-omroep niet biedt dan aan
wat hij wel geeft. Met dezen stel
regel is de Radio-Stethoscoop"
altijd zooveel mogelijk gehanteerd.
Voor een letterlijke 'toepassing
van bovenbedoelden stelregel zou
men een tastbaar object kunnen
vinden in een noviteit, die den
radio-omroep vroeger niet zou
zijn ontgaan, maar welke hem
thans onthouden bleef, nu de
Zaterdagmiddagconcerten van het
Rotterdamsch Philharmonisch Or
kest niet meer worden uitgezon
den. Men weet, dat deze concerten
onvermoeid strijder voor de mu
ziek van dezen tijd als duard
Flipse nu eenmaal is verhou
dingsgewijs de meeste noviteiten
introduceeren. Dat een benepen
concurrentiezucht in onzen om^
roep den luisteraar deze vooral
instructief zoo belangrijke uitvoe-'
ringen doet ontberen, is een feit,
dat voor het oogenblik zonder
commentaar zal worden voorbij
gegaan. Het gevolg van dezen
toestand echter was, dat de omroep
de belangrijke introductie miste
van Giovanni Francesco
Malipiero's Seconda Sinfonia", die de
revelatie was van het Parijsche
muziekfeest van dezen zomer.
Merkwaardigerwijze moest nu
juist het Concertgebouworkest, an
ders meer epigoon dan pionier,
wél een noviteit brengen met Henk
Badings' Symphonische Varia
ties", die dit voorjaar door haar
peetoom" prof. Carl Böhm te
Dresden werden ten doop gehou
den en in ons land door
Mengelberg werden geïntroduceerd. Door
de wel gehandhaafde uitzending ?
der Donderdagavondconcerten viel
deze noviteit ook den radio-omroep
ten deel en zoo kwam zij dus, van
wege de feestelijkheid van het
seizoenopeningsconcert, in rok en
plastron met witte das uit onze
luidsprekers te voorschijn.
NA deze serieuze noviteit in
pontificaal verraste de om
roep zijn getrouwen Zondagavond
met een muzikaal nieuwtje, dat
als een ondeugende kwajongen uit
den luidspreker kwdm huppelen.
Op voorbeeld van Siegfried Ochs'
bekende variaties naar beroemde
componisten op het thema Kommt
ein Vöglein gef logen" of op Darius
Milhaud's geestige muzikale
caricaturen A la maniere de...." heeft
dr. Peter van Anrooy een
achttiental variaties voor piano geschre
ven op een Nederlandsch lied van
onbekende herkomst" en hier
mede onzen muzikalen droog
komiek dr. Johan Wagenaar naar
de kroon gestoken. Met de/on
sterfelijke melodie van Aan
d'oever van een snellen vliet" teekende
Van Anrooy een aantal
portretsilhouetten, zooals hij het noemde,
van beroemde componisten, die
elkander ontmoetten in een kleine
theeschenkerij met Verlof A voor
zwak alkoholhoudende dranken".
Natuurlijk begint de geestige
toondichter met Bach, dien hij
Het vertegenwoordigen door....
acht maten rust! Bach wenschte
nu eens met rust te worden ge
laten" aldus verantwoordde Van
Anrooy zich in zijn inleidende con
férence, opdat men nu weer eens
niet uit hem zou kunnen halen,
wat er niet in zat". En daarna pro
jecteerde hij rake caricaturen van
Handel, Haydn, Mozart,
Beethov.en, Schubert' met een
berauschend"lied Madchenam Ufer",
Clementi met een sonate senza
sentimento", Kuhlau, Schumann,
Mendelssohn, Brahms, Chopin,
Rossini met een allergeestigst al
legro joviale", Gounod met een
Evocation De rijke Heer", Bizet
met een Spaansche bloedtrans
fusie", in den vorm van een spre
kend gelijkende Habanera, Lalo
met n reminiscentie aan zijn
Fantaisie espagnole alleen toe
gankelijk voor violisten boven de
.achttien jaar", Johan Strauss met
een Thranenperlenwalzer" en
tenslotte Barend van Schamel
hoven" (1921?1037) met een
quick step Neeltje van den Oever
als revuegirl". Met een
allergeestigste sneer op de jazzmuziek wierp
de inleider de vraag op, waarover
men zich wej het meest zou heb
ben te schamen, over arm dom"
of over ,,rijk moede" !
Deze humoristische muzikale
noviteit kende maar twee
introductie-gelegenheden: het variét
of den radio-omroep. Zij heeft haar
beste launch" gevonden en zij
kon geen beteren lance" kiezen
dan haar auteur zelf. Het was een
uitzending, die in de
nvergetelheid van het eboniet verdient te
worden gegrift en in ieder geval
om een herhaling roept!
G. K. KROP
?
i